Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 24 mei 2023, nr. MBO/1163583, houdende wijziging van de Regeling aanvullende eisen toelating middelbaar beroepsonderwijs in verband met de toevoeging van crebo 23322

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 8.2.2a, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING AANVULLENDE EISEN TOELATING MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS

In de bijlage bij de Regeling aanvullende eisen toelating middelbaar beroepsonderwijs worden na de rij met Crebo 25718 vier rijen ingevoegd, luidende:

25803

Handhaver toezicht en veiligheid Generieke Opsporing

Fysieke geschiktheid

25804

Handhaver toezicht en veiligheid Milieu, welzijn en infrastructuur

Fysieke geschiktheid

25805

Handhaver toezicht en veiligheid Openbaar vervoer

Fysieke geschiktheid

25806

Handhaver toezicht en veiligheid Openbare ruimte

Fysieke geschiktheid

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

TOELICHTING

In de bijlage bij de Regeling aanvullende eisen toelating middelbaar beroepsonderwijs (hierna: de Regeling) zijn de opleidingen opgenomen waarvoor mbo-instellingen aan degene die tot een opleiding wil worden toegelaten, aanvullende eisen mogen stellen. Het bevoegd gezag heeft een aanvraag ingediend, namens de uitvoerende onderwijsinstellingen en branches, om het vernieuwde kwalificatiedossier Publieke Veiligheid (crebo 23322) voor de opleiding Handhaver toezicht en veiligheid op te nemen in deze bijlage. Het betreft vier uitstroomprofielen in de domeinen Generieke Opsporing (crebo 25803), Milieu, welzijn en infrastructuur (crebo 25804), Openbaar vervoer (crebo 25805) en Openbare ruimte (crebo 25806).

In artikel 3 van de Regeling is bepaald in welke gevallen een beroepsopleiding kan worden toegevoegd aan de bijlage. De aanvraag is aan deze eisen getoetst. De aanvragers geven aan dat de eisen die de verhardende maatschappij aan de handhaver toezicht en veiligheid stelt, verder gaan dan alleen voldoende kennis en vaardigheden. Ze vragen ook iets van de fysieke geschiktheid van de persoon. In het kwalificatiedossier is bepaald dat de beginnend beroepsbeoefenaar dient te voldoen aan de exameneisen voor de buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) (onder auspiciën van Exameninstelling Toezicht en Handhaving, ExTH). De aanvragers hebben gemotiveerd aangegeven dat het noodzakelijk is dat de student een bepaalde basis heeft op fysiek gebied om een student naar dit verplichte eindniveau te kunnen begeleiden. Om de toekomstige handhaver in opleiding, maar straks ook de beginnend beroepsbeoefenaar, een realistische ontwikkeling door te laten maken, is het van belang om de verwachtingen voorafgaand aan de start van de opleidingen op een juiste manier te matchen met de persoonlijke capaciteiten van de student.

Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) heeft aangegeven zich te kunnen vinden in het standpunt dat het nodig is dat een student een bepaalde fysieke geschiktheid heeft om de opleiding Handhaver toezicht en veiligheid te kunnen afronden.

Gelet op de toelichting van de aanvragers zijn er objectieve redenen in verband met de toekomstige beroepsuitoefening die het stellen van een aanvullende eis voor toelating tot de opleiding Handhaver toezicht en veiligheid rechtvaardigen. Er is daarmee voldaan aan artikel 3, eerste lid, onder a, van de Regeling. Gezien de eisen in het kwalificatiedossier Publieke veiligheid is een minimale fysieke geschiktheid noodzakelijk om de student binnen de opleidingsduur naar het verplichte eindniveau te begeleiden. De verwachting is dat slechts een beperkt aantal aspirant-studenten niet voldoet aan deze aanvullende eis. Er wordt door de aanvullende eis dan ook geen onevenredige afbreuk gedaan aan de toegankelijkheid van het onderwijs. Daarnaast heeft de grond voor de aanvullende eisen geen betrekking op eigenschappen van de student die in voldoende mate zijn aan te leren tijdens de opleiding of de beroepspraktijkvorming (bpv) of al getoetst zijn in het voortgezet onderwijs. Hiermee is voldaan aan artikel 3, eerste lid, onder b, van de Regeling. De aanvrager heeft toegelicht dat wordt gedoeld op een minimale fysieke geschiktheid die niet ontwikkelbaar is tijdens de opleiding. Een student voldoet niet aan deze aanvullende eis van fysieke geschiktheid indien sprake is van een fysieke beperking en de student door scholing en training niet op het voor het beroep vereiste minimale niveau kan worden gebracht. De kans op een stageplek en werk is in deze situaties zeer gering tot nihil. Het onderscheid dat in dergelijke gevallen zou kunnen worden gemaakt op basis van handicap en/of chronische ziekte is gerechtvaardigd, aangezien de aspirant-student het verplichte eindniveau van de opleiding niet zal kunnen behalen, ook niet met extra ondersteuning. Daarom is besloten de opleiding op te nemen in de bijlage bij de Regeling. Met als grond voor aanvullende eisen: ‘Fysieke geschiktheid’.

Dit betekent dat mbo-instellingen aan studenten die zich voor het studiejaar 2024–2025 aanmelden voor de opleiding Handhaver toezicht en veiligheid aanvullende eisen kunnen stellen. Wanneer mbo-scholen voor deze opleiding aanvullende eisen willen stellen, dienen zij een regeling vast te stellen met betrekking tot de procedure voor toelating en de criteria waaraan de student moet voldoen om de aanvullende eisen te halen. Deze criteria kunnen uitsluitend eisen bevatten die direct verband houden met de grond voor selectie zoals in de regeling vermeld, namelijk ‘Fysieke geschiktheid’. De instelling stelt deze informatie uiterlijk 1 februari voorafgaand aan het studiejaar voor een ieder beschikbaar, zodat aspirant-studenten tijdig op de hoogte zijn van de aanvullende eisen die bij de toelating worden gesteld.

Uitvoering en handhaafbaarheid

DUO, IvhO en ADR constateren naar aanleiding van de regeling geen uitvoeringsconsequenties.

Gevolgen voor de regeldruk

De gevolgen voor de regeldruk van deze regeling hebben betrekking op de plicht voor instellingen om, als zij ervoor kiezen om voor de opleiding Handhaver toezicht en veiligheid daadwerkelijk aanvullende eisen te stellen, een regeling vast te stellen met betrekking tot de selectiecriteria en -procedure. Genoemde lasten bedragen eenmalig maximaal € 6.300,–. Het is aan de instellingen zelf om te bepalen of en hoe vaak zijn hun criteria en/of procedure daarna willen wijzigen.

Financiële gevolgen

Deze regeling heeft geen financiële gevolgen voor de rijksbegroting.

Caribisch Nederland

Deze regeling heeft geen juridische gevolgen voor Caribisch Nederland. Er worden namelijk geen aanvullende eisen gesteld op grond van artikel 8.2.2a van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES.

Inwerkingtreding en vaste verandermomenten

Deze wijzigingsregeling treedt op 1 augustus 2023 in werking. Dit betekent dat aanvullende eisen gesteld mogen worden aan studenten die zich hebben aangemeld voor de opleiding Handhaver toezicht en veiligheid die start per 1 augustus 2024 of later.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

Naar boven