Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 2 juni 2023, nr. IENW/BSK-2023/144607, tot wijziging van de Tijdelijke subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen 2021–2025 in verband met het aanpassen van de subsidieplafonds

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 8, eerste lid, van het Kaderbesluit subsidies I en M;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Artikel 4 van de Tijdelijke subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen 2021–2025 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt ‘€ 30.800.000,−’ vervangen door ‘€ 39.800.000,−’.

b. In onderdeel c wordt ‘€ 8.000.000,−’ vervangen door ‘€ 17.000.000,−’.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt ‘€ 46.400.000,−’ vervangen door ‘€ 36.600.000,−’.

b. In onderdeel b wordt ‘€ 3.800.000,−’ vervangen door ‘€ 2.400.000,−’.

c. In onderdeel c wordt ‘€ 12.900.000,−’ vervangen door ‘€ 4.500.000,−’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

TOELICHTING

Algemeen

1. Inhoud van de wijzigingen

Deze regeling betreft het wijzigen van de Tijdelijke subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen 2021–2025 met betrekking tot het aanpassen van de subsidieplafonds tussen de te subsidiëren maatregelen.

Artikel 4 van de Tijdelijke subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen 2021–2025 bepaalt het subsidieplafond voor de maatregelen, verdeeld over de relevante jaren. Het eerste lid betreft de subsidie die wordt verstrekt voor de verduurzaming en vervanging van oudere motoren tot Stage V motor of een aan Stage V motor gelijkwaardig erkende motor (motorvervanging). Deze subsidie is in 2021, 2022 en begin 2023 succesvol gebleken. De aanvragen waarop het tweede lid van toepassing is voor subsidiëring van de aanschaf en installatie van een SCR-katalysator zijn echter sinds de start van deze tijdelijke subsidieregeling in 2021 ver achtergebleven. Ook de mogelijkheid om in combinatie met de aanschaf en installatie van een SCR-katalysator ook de aanschaf en installatie van een roetfilter te subsidiëren bleef tot op heden ver achter.

Daarom is besloten de beschikbare middelen te verschuiven. Het bedrag dat vrij komt door het verlagen van het subsidieplafond voor 2023 van de maatregelen ten behoeve van SCR-katalysatoren, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen b en d van de Tijdelijke subsidieregeling van € 12.900.000,− naar € 4.500.000,− (€ 8.400.000,−) wordt tezamen met de onbestede middelen voor SCR-katalysatoren vanuit 2022 (€ 1.700.000,− exclusief aanvullende kosten ten behoeve van uitvoering van de regeling) beschikbaar gesteld voor de maatregelen ten behoeve van motorvervanging, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a en c,van de regeling. Dit betekent dat het totale subsidieplafond van laatstgenoemde wordt opgehoogd van € 30.800.000,− naar € 39.800.000,−.

2. Internetconsultatie en regeldruk

Er is in verband met de totstandkoming van deze wijzigingsregeling afgezien van internetconsultatie omdat deze regeling geen noemenswaardige gevolgen voor de regeldruk voor burgers, bedrijven en instellingen heeft en omdat deze consultatie niet in betekenende mate kan leiden tot aanpassing van het voorstel.

Omdat deze regeling geen gevolgen heeft voor de regeldruk is zij ook niet ter toetsing voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR).

3. Inwerkingtreding

Deze wijzigingsregeling treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Hiermee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn van twee maanden.

Door af te wijken van de minimuminvoeringstermijn en de vaste verandermomenten kunnen, vanwege de ophoging van het subsidieplafond, in 2023 meer aanvragers in aanmerking komen voor subsidie voor motorvervanging. De afwijking is dan ook ten gunste van de doelgroep.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

Naar boven