Procesreglement van de Zeeuwse Regelrechter

Considerans

Dit procesreglement (hierna: ‘het Reglement’) geldt voor de zaken die worden aangebracht in het kader van het experiment dat de Rechtbank Zeeland-West-Brabant houdt onder de naam ‘De Zeeuwse Regelrechter’ (hierna: ‘de Regelrechter’). De Regelrechter is een rechter die werkzaam is bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant.

Het Reglement beoogt inzicht te bieden in bijzonderheden van de procedure, die zijn grondslag heeft in artikel 96 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (‘Rv’). Tijdens het experiment wordt onderzoek gedaan, waarmee rekening is gehouden in dit reglement. Dit reglement is van kracht tot en met 31 december 2024.

1. Ordening op hoofdlijnen

De procedure van de Regelrechter vindt plaats op basis van artikel 96 Rv. Het Reglement bevat ordenende regels op hoofdlijnen. In hetgeen niet is geregeld, voorziet de behandelend Regelrechter.

2. Werkingssfeer

Het Reglement is slechts van toepassing op zaken die bij de Regelrechter zijn aangemeld volgens de procedure die dit Reglement voorschrijft.

3. Het aanmelden van zaken

Een conflict voorleggen doet men bij Samen Recht Vinden (hierna: SRV). Deze (Zeeuwse) organisatie zal de situatie in kaart brengen en vervolgens proberen door bemiddeling het conflict op te lossen. Als het niet lukt om met SRV het conflict op te lossen, kunnen zaken aan de Regelrechter worden voorgelegd. SRV is te bereiken via haar website (www.samenrechtvinden.nl) of telefonisch via 06-34208414. Zij zal betrokkenen informeren over de procedure van aanmelding en hen daarbij begeleiden.

SRV kan, namens partijen, zaken aanmelden in het kader van het onderhavige experiment. De aanmelding kan schriftelijk via het postadres van de rechtbank (postbus 5015, 4330 KA Middelburg) of per email regelrechter.rb-zwb@rechtspraak.nl.

Bij de aanmelding dient gebruik te worden gemaakt van het aanmeldformulier dat kan worden gedownload van de website van de rechtbank (link: website van de rechtbank), via de link: aanmeldformulier.

4. Het bureau van de Zeeuwse Regelrechter

Het Bureau van de Zeeuwse Regelrechter (hierna: ‘het Bureau’) maakt deel uit van de griffie kanton van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg. Het Bureau is bereikbaar op regelrechter.rb-zwb@rechtspraak.nl.

5. Legitimatie

Tijdens ieder contact met de rechtbank dient de betrokken persoon zich te kunnen legitimeren aan de hand van een geldig legitimatiebewijs.

6. De procedure voor het aanmelden van zaken

Indien bemiddeling door SRV in het conflict niet is geslaagd en SRV meent dat de zaak geschikt is voor afdoening door de Zeeuwse regelrechter en de partijen zijn bereid daaraan mee te werken, zal SRV namens de partijen de zaak aanmelden bij de Regelrechter.

Daarnaast geeft SRV voorlichting over de mogelijkheden en onmogelijkheden van de Regelrechter, de verschillen met andere vormen van conflictbeslechting door de rechter en/of andere instanties en over de gang van zaken bij de Regelrechter.

De Regelrechter oordeelt of de zaak zich leent voor behandeling door middel van het onderhavige experiment. Die rechter beslist over het vervolg en de wijze van de behandeling. Indien naar het oordeel van die rechter blijkt dat de zaak zich niet leent voor behandeling door de Regelrechter, stelt het Bureau de partijen daarvan op de hoogte onder opgave van de reden, waarbij partijen er op worden gewezen dat de zaak op de reguliere wijze aan de rechter kan worden voorgelegd.

Partijen kunnen worden verzocht aan het einde van de procedure enkele vragen te beantwoorden voor onderzoeksdoeleinden. Het Bureau zal daartoe contact met hen opnemen.

7. Hoger beroep

Het Bureau wijst procespartijen erop dat tegen uitspraken van de Regelrechter hoger beroep (binnen de grenzen van artikel 332 Rv) slechts openstaat indien partijen zich dat beroep uitdrukkelijk hebben voorbehouden. Het Bureau legt vast of partijen het instellen van hoger beroep hebben voorbehouden.

8. Wraking en verschoning

Op de procedure van de Regelrechter zijn de artikelen 36 tot en met 41 Rv van toepassing.

9. Contactgegevens

Het registratienummer van de zaak en enige basisgegevens uit het systeem wordt door het Bureau aan partijen bekend gemaakt, bij voorkeur per e-mailbericht. Partijen dienen deze contactgegevens steeds bij de hand te hebben als zij contact zoeken met het Bureau of als zij op de rechtbank verschijnen (in dit laatste geval: tevens met legitimatiebewijs).

10. De Regelrechter

• 1. De Regelrechter behandelt uitsluitend geschillen over burgerlijke rechten en plichten die terug te voeren zijn op de regels gesteld in of bij het Burgerlijk Wetboek, met uitzondering van geschillen waarin een bijzondere rechter bevoegd is, geschillen waarvoor een bijzondere procedure geldt en geschillen die de Regelrechter niet geschikt acht voor de in dit reglement vastgestelde procedure.

• 2. De Regelrechter behandelt bovendien slechts geschillen indien beide partijen daarmee instemmen én zij zich bereid hebben verklaard medewerking te verlenen aan het onderzoek van deze nieuwe vorm van rechtspraak.

• 3. De Regelrechter neemt daarvoor in aanmerking komende zaken in behandeling ingaande vanaf januari 2023 tot (vooralsnog) uiterlijk 31 december 2024.

11. Werkgebied

De Zeeuwse Regelrechter is een experiment dat wordt gehouden in het werkgebied van de kantonrechter te Middelburg zoals dat uit het besluit Relatieve bevoegdheid van Locaties blijkt (Werk- en rechtsgebied voor behandeling van civiele en kantonzaken | Rechtspraak).

12. Griffierecht

Voor de behandeling van hun zaak door de Regelrechter zijn partijen het geldende griffierecht voor kantonzaken verschuldigd. Indien tenminste één partij een consument (een natuurlijk persoon niet handelend in de uitoefening van een beroep of bedrijf) is, geldt echter het laagste griffierecht voor kantonzaken. Ieder der partijen dient de helft van het vastgestelde griffierecht te voldoen. Daartoe ontvangen zij elk een nota van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR). Partijen dienen die nota bij voorkeur vóór de zitting maar in ieder geval binnen de daarin genoemde termijn te voldoen.

Als de procedure voor de mondelinge behandeling wordt ingetrokken of de zaak zich naar het oordeel van de Regelrechter niet leent voor behandeling in het kader van dit experiment, is geen griffierecht verschuldigd.

13. Moment van aanhangig zijn van het geschil

Met het oog op eventuele verval- en/of verjaringstermijnen geldt als moment van aanhangigheid van de zaak de datum van ontvangst ter griffie van het aanmeldformulier.

14. Proceskosten

De procedure voor de Regelrechter berust op vrijwillige medewerking van partijen aan zowel de behandeling van de zaak zelf als aan het onderzoek naar deze vorm van geschilbeslechting door de rechterlijke macht. Indien de Regelrechter uitspraak doet, geldt voor wat betreft de proceskosten artikel 237 Rv.

15. De zitting

Partijen melden zich op de gebruikelijke wijze bij de bode op het vooraf afgesproken tijdstip indien de zitting gehouden wordt op de rechtbank. In het geval de Regelrechter heeft bepaald dat de zitting op locatie wordt gehouden, zullen partijen zich tijdig op die locatie melden.

Partijen kunnen zich tijdens de zitting (waaronder de behandeling van de zaak op locatie) laten bijstaan door een adviseur of advocaat, maar dit mag niet zo ver gaan dat partijen niet meer zelf hun standpunt aan de rechter kenbaar kunnen maken en hun belangen kunnen verwoorden.

16. Vastlegging mondelinge behandeling

In het geval partijen ter zitting overeenstemming bereiken over een minnelijke regeling, wordt die regeling door de Regelrechter vastgelegd in een proces-verbaal dat door partijen wordt ondertekend.

In het geval geen minnelijke regeling mogelijk is en ter zitting door de Regelrechter mondeling uitspraak wordt gedaan, wordt die uitspraak vastgelegd in het proces-verbaal van de zitting.

In het geval geen minnelijke regeling mogelijk is en de Regelrechter een schriftelijke uitspraak zal doen c.q. een beschikking zal geven, worden de zittingsaantekeningen van de griffier in het dossier gevoegd.

17. Voortzetting met schriftelijke behandeling

Indien tijdens de zitting blijkt dat de Regelrechter behoefte heeft aan nadere inlichtingen van partijen alvorens uitspraak te kunnen doen, kan aan partijen worden opgedragen dat zij bepaalde stukken overleggen en/of hun -onderbouwde- standpunten op schrift stellen. Partijen worden hierover geïnstrueerd, waarna bevestiging en verdere instructie over de voortzetting van de behandeling volgt vanuit het Bureau, uiterlijk binnen een week na de dag waarop de zitting is gehouden.

18. Depot

Voorwerpen kunnen ter griffie van het Bureau worden gedeponeerd. Van het depot maakt de griffier een akte op, die aan het procesdossier wordt toegevoegd en in kopie aan partijen ter beschikking wordt gesteld. Indien vanwege de aard van het voorwerp depot ter griffie niet in aanmerking komt, kan het voorwerp op een andere plaats worden gedeponeerd. In de akte wordt deze plaats vermeld.

19. Verstrekken afschrift proces-verbaal, beschikking

De griffier van het Bureau verstrekt zo spoedig mogelijk een afschrift van het proces- verbaal en/of de schriftelijke uitspraak aan partijen in de daarvoor bij de wet voorgeschreven vorm.

20. Gevolgen niet-naleving Reglement

Aan niet-naleving van een in dit reglement gegeven voorschrift door een partij wordt het gevolg verbonden dat naar het oordeel van de Regelrechter met het oog op de aard van het voorschrift en de ernst van het verzuim passend voorkomt.

21. Inwerkingtreding

Dit (gewijzigde) reglement is in werking getreden op 9 mei 2023