Wijziging van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst

Directoraat-generaal Belastingdienst/Corporate Dienst Vaktechniek

Besluit van 17 mei 2023, nr. 2023-110608

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit wijzigt het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst (BBBB). De wijzigingen worden aangebracht naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 24 september 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1351). In § 24 en § 28 wordt vastgelegd wanneer een boete achterwege blijft en § 24a vervalt.

ARTIKEL I

Het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst van 28 juni 2016, nr. BLKB2016/695M (Stcrt. 2016, 34921), laatstelijk gewijzigd bij besluit van 14 december 2021, nr. 2021-23737 (Stcrt. 2021, 48225), wordt als volgt gewijzigd:

A

§ 1 (Reikwijdte) wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vijfde lid wordt ‘komen bijvoorbeeld de volgende paragraafnummers in dit besluit niet voor: § 17 tot en met § 20 en § 31’ vervangen door: komen sommige paragraafnummers in dit besluit niet voor.

2. Aan het zesde lid wordt toegevoegd:

Dit besluit werd gewijzigd bij besluit van 17 mei 2023, nr 2023-110608 (Stcrt. 2023, 15037). De wijzigingen worden aangebracht naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 24 september 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1351). In § 24 en § 28 wordt vastgelegd wanneer een boete achterwege blijft en § 24a vervalt.

B

Aan § 24 (Verzuimboete aangiftebelasting betalingsverzuim gebleken onjuistheden artikel 67c van de AWR) wordt een zesde en zevende lid toegevoegd, luidende:

  • 6. De hiervoor bedoelde boete wordt niet gebaseerd op een verklaring die belanghebbende ter nakoming van een wettelijke mededelingsplicht en onder bedreiging van een boete heeft verstrekt (zie ECLI:NL:HR:2021:1351).

  • 7. Voorts wordt de hiervoor bedoelde verzuimboete niet opgelegd voor zover sprake is van een vrijwillige verbetering (zie § 5).

C

§ 24a (Verzuimboete aangiftebelasting betalingsverzuim suppletie / correctiebericht artikel 67c van de AWR) vervalt.

D

In § 28 (Vergrijpboete aangiftebelasting naheffing artikel 67f van de AWR), vierde lid, wordt ‘Paragraaf 24, derde lid’ vervangen door: Paragraaf 24, derde en zesde lid.

E

1. In § 5 (Vrijwillige verbetering) vervalt het vijfde lid onder vernummering van het zesde lid tot vijfde lid.

2. In § 23 (Betalingsverzuimboete aangiftebelasting artikel 67c van de AWR), eerste lid, vervalt ‘en ook niet op de situatie dat belanghebbende vrijwillig verbetert (zie § 24a)’.

3. In § 24 (Verzuimboete aangiftebelasting betalingsverzuim gebleken onjuistheden artikel 67c van de AWR), eerste lid, wordt ‘zien § 24 en § 24a’ vervangen door ‘ziet deze paragraaf’.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 17 mei 2023

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, H.G. Roodbeen Hoofddirecteur Fiscale en Juridische Zaken

TOELICHTING

Artikel I, onderdeel A

Artikel I, onderdeel A, wijzigt § 1 (Reikwijdte) van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst (BBBB). In het vijfde lid wordt een redactionele aanpassing aangebracht vanwege het schrappen van § 24a (zie artikel I, onderdeel C). Aan het zesde lid, wordt een passage toegevoegd ter toelichting van de wijzigingen via dit besluit.

Artikel I, onderdeel B en C

Artikel I, onderdeel B, voegt aan § 24 (Verzuimboete aangiftebelasting betalingsverzuim gebleken onjuistheden artikel 67c van de AWR) BBBB een zesde en zevende lid toe waarin is vastgelegd wanneer een verzuimboete achterwege blijft. In artikel I, onderdeel C, wordt § 24a (Verzuimboete aangiftebelasting betalingsverzuim suppletie / correctiebericht artikel 67c van de AWR) BBBB geschrapt.

De wijzigingen worden aangebracht naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 24 september 2021, ECLI:NL:HR:2021:1351 (hierna: het arrest). Uit dit arrest volgt dat een verklaring die de belanghebbende ter nakoming van een wettelijke mededelingsplicht en onder bedreiging van een boete (zoals artikel 10a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen; AWR) heeft verstrekt, moet worden beschouwd als wilsafhankelijk materiaal en daarom niet mag worden gebruikt als grondslag voor een boete. In § 24, zesde lid, BBBB is vastgelegd dat de boete niet wordt gebaseerd op de hiervoor bedoelde verklaring. Als gevolg daarvan zal een suppletie of correctiebericht in veel gevallen dus niet meer tot een betalingsverzuimboete als bedoeld in artikel 67c AWR kunnen leiden.

Voor de meeste aangiftebelastingen geldt een dergelijke mededelingsplicht. Zo kent de omzetbelasting een suppletieverplichting, de loonheffingen een correctieverplichting en de bronbelasting een wettelijke verbeterplicht.1 Alleen voor de aangiftebelastingen waarvoor een dergelijke mededelingsplicht ontbreekt, kan na een vrijwillige verbetering van de aangifte nog een boete worden opgelegd.

Uit het oogpunt van eenvoud en uniformiteit heb ik besloten ook in deze gevallen geen betalingsverzuimboete als bedoeld in artikel 67c AWR meer op te leggen. Deze regeling komt in de plaats van § 24a BBBB dat daarom wordt geschrapt.

Artikel I, onderdeel D,

Artikel I, onderdeel D, wijzigt § 28 (Vergrijpboete aangiftebelasting naheffing artikel 67f van de AWR) BBBB. In het vierde lid wordt verwerkt dat bij het opleggen van de vergrijpboete § 24, zesde lid, BBBB van overeenkomstige toepassing is. Hiermee wordt, naar aanleiding van het arrest tot uitdrukking gebracht dat ook deze (vergrijp)boete niet wordt gebaseerd op een verklaring die de belanghebbende ter nakoming van een wettelijke mededelingsplicht en onder bedreiging van een boete heeft verstrekt.

Artikel I, onderdeel E

Artikel I, onderdeel E, brengt, naar aanleiding van de hiervoor besproken wijzigingen, enkele redactionele aanpassingen aan in de paragrafen 5, 23 en 24 BBBB. Met deze aanpassingen is geen beleidswijziging beoogd.

Artikel II

Artikel II regelt de datum van inwerkingtreding van de onderhavige wijzigingen. Deze datum is bepaald op de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst. Dit besluit is na de inwerkingtreding terstond uitgewerkt en bevat daarom geen vervalbepaling (zie Aanwijzing 6.25 van de Aanwijzingen voor de regelgeving).

De gewijzigde beleidsregels zijn gunstiger voor de belanghebbende en kunnen daarom óók worden toegepast op beboetbare feiten die zijn begaan vóór de inwerkingtredingsdatum van dit besluit, mits ter zake van deze feiten op het moment van inwerkingtreding van dit besluit nog geen boete is opgelegd of de boetebeschikking nog niet onherroepelijk vaststaat. Dit volgt uit – ongewijzigd – § 1, derde lid, BBBB.

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, H.G. Roodbeen Hoofddirecteur Fiscale en Juridische Zaken


X Noot
1

Voor de omzetbelasting, zie artikel 10a AWR en artikel 15 Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968. Voor de loonheffingen, zie artikel 28b van de Wet op de loonbelasting 1964. Voor de bronbelasting, zie: artikel 6.3 van de Wet bronbelasting 2021.

Naar boven