Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 31 mei 2023, nr. WJZ/ 26531921, houdende wijziging van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging keuringsdiensten 2021 in verband met het verstrekken van mandaat aan Skal

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de schriftelijke instemming van de directeur van Stichting Skal;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging keuringsdiensten 2021 wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel m van artikel 1 door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

n. de directeur Skal:

de directeur van Stichting Skal.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het zevende tot en met negende lid, tot het achtste tot en met tiende lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 7. Aan de directeur Skal wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van beschikkingen en het verrichten van overige handelingen die verband houden met het besluit tot oplegging van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 19 van de Landbouwkwaliteitswet, aangaande biologische productie en etikettering van biologische producten, alsmede de hiermee samenhangende besluiten.

2. In het tiende lid (nieuw) wordt ‘in het eerste tot en met vijfde lid’ vervangen door ‘in het eerste tot en met negende lid’ en wordt ‘respectievelijk de directeur NAK’ vervangen door ‘de directeur NAK, respectievelijk de directeur Skal’.

C

In de artikelen 4, tweede lid, en 7 wordt ‘de directeur Naktuinbouw en de directeur NAK’ telkens vervangen door ‘de directeur Naktuinbouw, de directeur NAK en de directeur Skal’.

D

In artikel 5 wordt onder vernummering van het tweede en derde lid, tot het derde en vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. De directeur Skal kan voor de in de artikelen 3 en 4 bedoelde aangelegenheden ondermandaat, volmacht en machtiging verlenen aan de functionarissen werkzaam in zijn organisatie.

ARTIKEL II

Artikel 1, eerste lid, van het Besluit aanwijzing toezichthouders Zaaizaad- en plantgoedwet 2005 komt te luiden:

  • 1. Als ambtenaren belast met het toezicht op de naleving als bedoeld in artikel 89, eerste lid, van de Zaaizaad- en plantgoedwet 2005 worden aangewezen de ambtenaren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 31 mei 2023

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

TOELICHTING

Algemeen

Inleiding

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna: de minister) heeft op grond van artikel 19 van de Landbouwkwaliteitswet de bevoegdheid tot het opleggen van last onder bestuursdwang. Deze bevoegdheid is op het terrein van groenten, fruit, bananen, krenten en rozijnen en het terrein van teeltmateriaal van bloembollen gemandateerd aan respectievelijk de directeur Stichting Kwaliteits-Controle-Bureau (KCB) en de directeur Stichting Bloembollenkeuringsdienst (BKD) (zie artikel 3, vijfde en zesde lid, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging keuringsdiensten 2021).

In 2022 is het rapport met de evaluatie van het handhavingsinstrumentarium van de zes keuringsdiensten in het agrodomein verschenen. In dit rapport is geconstateerd dat Skal geen last onder bestuursdwang of last onder dwangsom kan opleggen aan exploitanten die zich met biologische producten of biologische handel bezighouden, maar weigeren zich te registreren bij Skal. Dit komt doordat de bevoegdheid (die bij de minister ligt) niet is gemandateerd aan Skal, in tegenstelling tot KCB en BKD). In dergelijke zaken moet nu de NVWA optreden hetgeen door Skal weliswaar als een effectieve, maar ook als een complexe werkwijze wordt ervaren.

Tevens heeft de Europese Commissie in 2019 een audit uitgevoerd op het Nederlandse biologische controlestelsel (HFAA audit). Eén van aanbevelingen is het waarborgen dat afschrikkende en evenredige handhavingsmaatregelen worden toegepast tegen marktdeelnemers die zich niet aan de voorschriften houden of van plan zijn niet-conforme producten in de handel te brengen. Het uitgangspunt van de controleverordening is dat elke bevoegde autoriteit op eigen naam en verantwoordelijkheid deze bevoegdheden uitvoert.

Met het mandateren van de bevoegdheid tot het opleggen van last onder bestuursdwang aan Skal wordt tegemoet gekomen aan de aanbeveling van de Europese Commissie. Tevens wordt opvolging gegeven aan het geconstateerde knelpunt in de evaluatie van het handhavingsinstrumentarium van de zes keuringsdiensten. Hiermee wordt de situatie voor Skal gelijk getrokken met die van KCB en BKD.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel B, onder 2

In dit subonderdeel wordt artikel 3, tiende lid (nieuw) van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging keuringsdiensten 2021 gewijzigd. Hierin krijgt de directeur Skal ook het mandaat om bij gebreke van volledige betaling deze in te vorderen bij dwangbevel. Hierbij wordt tevens aangevuld dat deze bevoegdheid ook geldt voor de gemandateerde bevoegdheden in het zesde lid en het achtste en negende lid (nieuw). Bij omissie was dit eerder niet opgenomen.

Artikel II

Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om een omissie in het Besluit aanwijzing toezichthouders Zaaizaad- en plantgoedwet 2005 te herstellen. In dit besluit werd nog verwezen naar de Algemene Inspectiedienst (AID) van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De AID is opgegaan in de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Dit wordt nu ook in dit aanwijzingsbesluit als zodanig opgenomen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

Naar boven