Besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid van 8 mei 2023 (kenmerk 4607222/23/DP&O), houdende wijziging van het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid in verband met herpositionering van de Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie, bedrijfsvoering en informatiesystemen rijksdienst;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 2, eerste lid, komt te luiden:

Het ministerie bestaat uit de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal, de hoofddirecteur bedrijfsvoering, de clusters, de diensten en baten-lastenagentschappen, het bureau van de Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen en het secretariaat van het Schadefonds Geweldsmisdrijven.

B

In artikel 3, eerste lid, aanhef wordt na ‘, de Inspectie Justitie en Veiligheid’ ingevoegd: , het instituut Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen

C

Artikel 9, tweede lid, komt te vervallen, onder vernummering van het derde tot het tweede lid.

D

Na hoofdstuk 9b wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk 9c. Bureau van de Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen

Artikel 63j
  • 1. Het bureau van de Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen als bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Wet Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen is belast met de bedrijfsvoering en ondersteuning van de Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst en werkt terug tot en met 1 mei 2023.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

TOELICHTING

Artikel I algemeen

Dit besluit tot wijziging van het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid (hierna: JenV) bevat wijzigingen in verband met de herpositionering van de Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen en het ondersteunende bureau (hierna: de ‘Nationaal Rapporteur’).

Het instituut Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen (hierna: het ‘Instituut NR’) zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van de Wet Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen (hierna: de ‘wet NR’) bestaat uit de Nationaal Rapporteur en het bureau dat de Nationaal Rapporteur ondersteunt (hierna: het ‘bureau NR’).

De Nationaal Rapporteur bestaat op grond van de wet NR en vereist geen nadere regeling. Het bureau NR wordt gevormd door ambtenaren formeel in dienst zijn bij de Staat der Nederlanden en werkzaam zijn voor de Minister van Justitie en Veiligheid. Vanwege de bijzondere positie van de Nationaal Rapporteur en daarom ook van het bureau NR, was in het Organisatiebesluit JenV het beheer van het bureau NR ondergebracht bij de directie Bestuursondersteuning (DBO). Het gevolg hiervan was onder meer dat het P-mandaat voor het bureau NR bij de directeur DBO lag. Deze organisatorische positie van het bureau NR deed geen recht aan de zelfstandigheid en onafhankelijkheid die in de wet NR is vastgelegd. Met het onderhavige besluit wordt een eigenstandige positie gecreerd binnen de JenV organisatie voor met name het bureau NR maar ook wordt invulling gegeven aan de sturingsrelatie tussen het Instituut NR en het departement.

Voor aan ministeries gelieerde organisaties bestaan verschillende (wettelijk geregelde) organisatiefiguren, die de bestuurlijke relaties en de toepasselijke kaders beschrijven. Geen van die geregelde figuren bleek volledig passend als organisatorische grondslag. Het Instituut NR geniet op grond van de wet NR een zelfstandige positie ten opzichte van de minister maar voldoet niet aan alle eisen die de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen stelt aan een organisatie om te kwalificeren als zelfstandig bestuursorgaan (hierna: ‘zbo’). Op grond van de binnen de Rijksoverheid geldende regelingen is het Instituut NR dan ook niet aangemerkt als een zbo. Om toch recht te doen aan de zelfstandige positie van het Instituut NR, krijgen zowel de Nationaal Rapporteur als het bureau NR, binnen de JenV organisatie een positie die zo veel mogelijk overeenkomt met de positie van een zbo.

Artikelsgewijs

Artikel I A

Artikel 2 van het Organisatiebesluit beschrijft de onderdelen van de JenV organisatie, ook die onderdelen die geen zbo, adviescollege of onderdeel van het Bestuursdepartement zijn. Door opname van het bureau NR in dit artikel, krijgt het bureau NR een zelfstandige plek in het organisatiebesluit JenV. Het betreft een zelfde positie als het secretariaat van het Schadefonds Geweldsmisdrijven.

Artikel I onderdeel B

Deze onderdelen geven de rol verdeling weer in de sturingsrelatie tussen het instituut NR en het departement. De plaatsvervangend secretaris-generaal is als eigenaar eindverantwoordelijk voor het functioneren van het instituut NR. Het Instituut NR vervult de rol van opdrachtnemer.

Artikel I onderdeel C

De Directie Bestuursondersteuning (DBO) zal niet langer meer het beheer voeren over het bureau van de NRM.

Artikel I onderdeel D

Het Bureau NR ondersteunt de Nationaal Rapporteur bij de uitvoering van de wettelijke taken.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven