Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Economische Zaken en Klimaat | Staatscourant 2023, 14460 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Economische Zaken en Klimaat | Staatscourant 2023, 14460 | ander besluit van algemene strekking |
De Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 38 tot en met 40 van de Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PbEU 2021, L 231);
Besluiten:
In deze regeling wordt verstaan onder:
monitoringcomité als bedoeld in artikel 38 van de GB-verordening;
Minister van Economische Zaken en Klimaat en Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PbEU 2021, L 231);
verordening (EU) 2021/1056 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 tot oprichting van het Fonds voor een rechtvaardige transitie (PbEU 2021, L 231);
programma voor de uitvoering van de JTF-verordening in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2027 als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de JTF-verordening, en artikel 32, eerste lid, van de GB-verordening, waarbinnen het programma en de territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie, bedoeld in artikel 11 van de JTF-verordening tot stand worden gebracht;
organisaties die onderdeel zijn van het partnerschap conform artikel 8 van de GB-verordening
de JTF-regio’s, bedoeld in artikel 1.7, tweede lid, van de Subsidieregeling JTF 2021–2027.
1. Er is een monitoringcomité JTF 2021–2027.
2. Het monitoringcomité JTF 2021–2027 heeft de taak toe te zien op een goede voortgang en uitvoering van het Programma JTF-2021–2027 ingevolge artikel 40 van de GB-verordening.
3. Het monitoringcomité JTF 2021–2027 wordt ingesteld tot 1 januari 2032.
1. Het monitoringcomité JTF 2021–2027 bestaat uit zeventien leden, waaronder een voorzitter.
2. De voorzitter en de leden worden benoemd door de Ministers en bestaan uit een afvaardiging van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, vertegenwoordigers vanuit de JTF-regio’s en vertegenwoordigers vanuit de maatschappelijke organisaties, in de volgende samenstelling:
a. een lid op voordracht van de Minister van Economische Zaken en Klimaat;
b. twee leden op voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
c. een lid op voordracht van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
d. een vertegenwoordiger van de JTF-regio Groningen-Emmen;
e. een vertegenwoordiger van de JTF-regio IJmond;
f. een vertegenwoordiger van de JTF-regio Groot-Rijnmond;
g. een vertegenwoordiger van de JTF-regio West Noord-Brabant;
h. een vertegenwoordiger van de JTF-regio Zuid-Limburg;
i. een vertegenwoordiger van de JTF-regio Zeeuws-Vlaanderen;
j. een vertegenwoordiger van de werkgeversorganisaties;
k. een vertegenwoordiger van de werknemersorganisaties;
l. een vertegenwoordiger van de kennisinstellingen;
m. een vertegenwoordiger van de onderwijsinstellingen;
o. een vertegenwoordiger van de milieuorganisaties;
p. een vertegenwoordiger van de jongerenorganisaties; en
q. een vertegenwoordiger van de gelijke rechtenorganisaties.
3. De benoeming geldt voor de instellingsduur van het monitoringcomité JTF 2021–2027.
4. De vertegenwoordigers vanuit de JTF-regio’s en vanuit de maatschappelijke organisaties worden na voordracht van de beheerautoriteit in samenspraak met het monitoringcomité JTF 2021–2027 benoemd door de Ministers.
5. Voor ieder lid kunnen de Ministers een plaatsvervanger benoemen, voor zover van toepassing op voordracht van de partij die het te vervangen lid heeft voorgedragen.
6. Bij tussentijds vertrek van een lid, dan wel plaatsvervangend lid, benoemen de Ministers een ander lid, dan wel plaatsvervangend lid.
7. Op eigen initiatief of op verzoek van het monitoringcomité JTF 2021–2027 kunnen twee vertegenwoordigers van de Europese Commissie met raadgevende stem zitting nemen in het monitoringcomité JTF 2021–2027.
8. Op eigen initiatief of op verzoek van het monitoringcomité JTF 2021–2027 kan een vertegenwoordiger van elk van de intermediaire instanties gemeente Rotterdam, Provincie Noord-Brabant en Samenwerkingsverband-Noord-Nederland met een raadgevende stem zitting nemen in het monitoringcomité JTF 2021–2027.
9. Op eigen initiatief of op verzoek van het monitoringcomité JTF 2021–2027 kan een vertegenwoordiger van de audit autoriteit, de Auditdienst Rijk met een raadgevende stem zitting nemen in het monitoringcomité JTF 2021–2027.
1. Het voorzitterschap van het monitoringcomité JTF 2021–2027 is belegd bij de daartoe aangewezen vertegenwoordigers vanuit het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
2. Bij wie het voorzitterschap van de vergadering van het monitoringcomité JTF 2021–2027 is belegd, wordt voorafgaand aan de vergadering kenbaar gemaakt.
Het secretariaat van het monitoringcomité JTF 2021–2027 berust bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Onverminderd artikel 38 van de GB-verordening:
a. kan het monitoringscomité JTF 2021–2027 gebruik maken van een schriftelijke vergaderprocedure;
b. kunnen leden van het monitoringcomité JTF 2021–2027 zich ter vergadering laten bijstaan door een of meer adviseurs; en
c. besluit het monitoringcomité JTF 2021–2027 met meerderheid van ter vergadering door de aanwezigen uitgebrachte stemmen en bij staking van de stemmen draagt de voorzitter zorg voor een stemmingsuitslag.
Rapporten, notities, verslagen, adviezen en andere producten die door of namens het monitoringcomité JTF 2021–2027 worden vervaardigd of vergaard, maakt het monitoringcomité JTF 2021–2027 openbaar in overeenstemming met artikel 38, vierde lid, van de GB-verordening.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip
Dit besluit voorziet in de instelling van een monitoringcomité dat toezicht houdt op de uitvoering van het programma JTF 2021–2027. Kern van de taak is dat het monitoringcomité toeziet op de doeltreffendheid en de kwaliteit van de uitvoering van het programma JTF 2021–2027. De taken van het monitoringcomité zijn nader gespecificeerd in de artikelen 38, 39 en 40 van verordening (EU) 2021/1060 (GB-verordening)1.
Het monitoringcomité onderzoekt:
– de vooruitgang van het programma en het behalen van de doelen;
– alles wat de prestaties van het programma beïnvloedt en de verschillende maatregelen die hiervoor genomen worden;
– hoe het programma een rol kan spelen in de landenspecifieke aanbevelingen;
– een beoordeling bij eventueel gebruik van financieringsinstrumenten;
– de evaluaties van de programmaonderdelen;
– de acties gericht op de communicatie-uitingen en de zichtbaarheid;
– de voortgang van de uitvoering van acties met strategisch belang;
– of het programma zich aan de randvoorwaarden houdt gedurende de uitvoering;
– de vorderingen met de opbouw van administratieve capaciteit bij overheidsinstanties, partners en begunstigden, indien van toepassing;
– informatie over een eventuele bijdrage aan het InvestEU-programma.
Het monitoringcomité hecht zijn goedkeuring aan:
– de methode en de criteria voor de selectie van concrete acties;
– het eindverslag;
– het evaluatieplan en wijzigingen daarvan;
– voorstellen van de beheerautoriteit om het programma te wijzigen.
Het monitoringcomité kan aanbevelingen doen aan de beheerautoriteit.
Het monitoringcomité stelt haar eigen werkwijze vast. Voorafgaand aan de formele instelling hebben de aspirant-leden afgesproken op welke wijze zij samen willen werken in het monitoringcomité. Dit heeft geleid tot de onderstaande uitgangspunten:
1. Het monitoringcomité komt minimaal één keer per jaar bijeen voor vergadering.
2. Het monitoringcomité stelt een reglement van orde vast waarin de regels over de gang van zaken bij de vergaderingen wordt beschreven.
3. Elk lid van het monitoringcomité heeft een stem. Bij een gelijk aantal stemmen heeft de voorzitter de doorslaggevende stem.
4. Twee vertegenwoordigers van de Europese Commissie nemen als toezichthouder met een raadgevende stem deel aan het monitoringcomité.
5. Een vertegenwoordiger van elk van de intermediaire instanties gemeente Rotterdam, Provincie Noord-Brabant en Samenwerkingsverband-Noord-Nederland kan met een raadgevende stem zitting nemen in het monitoringcomité.
De artikelen 38, 39 en 40 van de GB-verordening bevatten rechtstreeks werkende bepalingen over de werkwijze van het monitoringcomité. Die bepalingen zijn daarom niet in dit besluit opgenomen. Wel bevat het besluit met artikel 5 enkele aanvullende procedurevoorschriften die niet in de verordening staan.
De GB-verordening stelt dat het monitoringcomité binnen drie maanden na goedkeuring van het programma dient te worden ingesteld. Het JTF-programma is op 30 november 2022 goedgekeurd door de Europese Commissie. Derhalve wordt het comité met terug werkende kracht ingesteld, drie maanden na de formele goedkeuring van het JTF-programma door de Europese Commissie. Het comité heeft in de voorliggende periode als schaduwcomité gefungeerd en diverse pre-besluiten genomen. De besluiten worden formeel bekrachtigd na de inwerkingtreding. Dit besluit treedt in werking met terugwerkende kracht per 2 maart 2023 en vervalt met ingang van 1 januari 2032, het jaar waarin het programma JTF formeel moet worden afgesloten.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip
Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PbEU 2021, L 231).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2023-14460.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.