Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 mei 2023, kenmerk 3576380-1046546-CZ, houdende wijziging van de Subsidieregeling subsidiëring Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional MSZ en audiologische centra in verband met enkele aanpassingen van module 1 en 3 in Bijlage 1 Modules, behorende bij artikel 4, tweede lid en het en enkele wijzigingen van technische aard

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling subsidiëring Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional MSZ en audiologische centra wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 1 wordt in het onderdeel ‘IT-Assessment’ ‘3000D’ vervangen door ‘3000A’.

2. Het onderdeel ‘onafhankelijke IT-auditor’ wordt op alfabetische volgorde onder het onderdeel ‘omzet peiljaar’ geplaatst.

B

In artikel 4, tweede lid, onder c, wordt ’30 juni 2023’ vervangen door ’31 december 2023’.

C

In artikel 17 wordt ’31 december 2023’ vervangen door ’31 december 2024’.

D

Bijlage 1 Modules, behorende bij artikel 4, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder Module 1 Regulier: De instelling kan digitaal gegevens beschikbaar stellen aan de PGO van de patiënt conform het MedMij-afsprakenstelsel, in de rij Normen, onder Gebruik wordt ‘* Tenminste 5% van het aantal patiënten (van 16 jaar en ouder) dat een DBC-relevant contactmoment heeft gehad met de instelling doet een opvraging via zijn of haar PGO (unieke opvragingen), met uitzondering van instellingen waarbij de patiëntenpopulatie voor 90% of meer bestaat uit patiënten tot en met 18 jaar. Voor deze instellingen vervalt de norm van 5%.’ vervangen door ‘* De instelling toont aan dat ten minste 5% van het aantal patiënten van 16 jaar en ouder dat een DBC-relevant contactmoment heeft gehad met de instelling, een opvraging doet via zijn of haar PGO (unieke opvragingen). Indien de instelling dit niet kan aantonen, toont de instelling aan dat ernaar is gestreefd om deze norm van 5% te behalen. Voor instellingen die een patiëntenpopulatie hebben die voor 90% bestaat uit patiënten tot en met 18 jaar, geldt deze norm niet.’.

2. In de titel van Module 3: De instelling kan digitaal het BgZ en relevante correspondentie uitwisselen met een andere instelling wordt ‘het BGZ’ vervangen door ‘de BGZ’.

3. Onder Module 3: De instelling kan digitaal het BgZ en relevante correspondentie uitwisselen met een andere instelling, in de rij Normen wordt onder DAADWERKELIJK GEBRUIK na ‘* Zichtbare toename van verzenden en ontvangen van de BgZ’ een onderdeel toegevoegd luidende: ‘* Indien een instelling de BgZ en relevante correspondentie uitsluitend uitwisselt met andere instellingen die niet op dezelfde zorginfrastructuur zijn aangesloten als de instelling, wordt niet getoetst op deze norm.’.

4. Onder Module 3: De instelling kan digitaal het BgZ en relevante correspondentie uitwisselen met een andere instelling, in de rij Deadline wordt ’30-06-2023’ vervangen door ’31-12-2023’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte in de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel I, onderdeel A, onder 1, terug tot en met 12 februari 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

TOELICHTING

1. Algemeen

Op grond van de regeling subsidiering Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional van instellingen voor medisch specialistische zorg en audiologische centra (hierna: Subsidieregeling) kan subsidie worden verstrekt aan instellingen voor medisch specialistische zorg en audiologische centra. Dit met het oog op de verdere intensivering van de informatie-uitwisseling richting patiënten en tussen instellingen onderling.

De doelstelling van de Subsidieregeling het hergebruik van informatie, waarbij eenmalig vastleggen, meervoudig gebruik het uitgangspunt is, zodat overtypen niet meer nodig is. Deze doelstelling is vertaald in gestandaardiseerde digitale informatie-uitwisseling tussen instellingen onderling en tussen een instelling en de patiënt via de Persoonlijke gezondheidsomgeving (hierna: PGO) conform het MedMij-Afsprakenstelsel.

Met de onderhavige wijzigingsregeling wordt de Subsidieregeling op enkele punten aangepast.

Ten eerste wordt de einddatum van de regeling verlengd. Dit creëert een mogelijkheid voor instellingen om individueel (langer) uitstel aan te vragen voor het realiseren van de modules.

Ten tweede wordt de norm in module 1 Regulier, onder Gebruik, gewijzigd in een inspanningsverplichting. Dit heeft te maken met het nog niet volledig en juist ontsluiten van van de gegevens naar Persoonlijke Gezondheidsomgevingen (PGO’s).

Ten derde wordt de einddatum van module 3 verlengd en de norm in module 3, onder Daadwerkelijk Gebruik, gewijzigd. Dit vanwege de door de instellingen gekozen infrastructuur, waardoor uitwisseling van de BgZ en relevante correspondentie tussen instellingen niet altijd mogelijk is. Tot slot wordt de begripsbepaling van IT-Assesment aangepast omdat eerder een foutieve richtlijn was opgenomen.

2. Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Onderdeel A past de definitiebepaling van IT-Assessment aan. Het is na publicatie van de Subsidieregeling gebleken dat een foutieve richtlijn is opgenomen in de regeling. In de praktijk wordt namelijk gebruik gemaakt van richtlijn 3000A van NOREA en niet van richtlijn 3000D van NOREA. Deze wijziging herstelt deze omissie. Nu vanaf het begin van de uitvoering van de Subsidieregeling gebruik is gemaakt van een andere richtlijn dan die welke was opgenomen in de Subsidieregeling dient deze omissie met terugwerkende kracht te worden hersteld.

Daarnaast is gebleken dat het begrip ‘onafhankelijke IT-auditor’ niet op alfabetische volgorde in de Subsidieregeling is opgenomen. Dit wordt met onderdeel A herstelt waardoor het begrip alsnog op alfabetische volgorde wordt opgenomen.

Onderdeel B

In onderdeel B wordt de deadline voor de module ‘verplicht module 3’ aangepast van 30 juni 2023 naar 31 december 2023. Zie voor een uitgebreidere toelichting onderdeel D.

Onderdeel C

Met een verlenging van de looptijd van de Subsidieregeling in artikel 17 krijgen de medisch specialistische zorginstellingen en audiologische centra de mogelijkheid om in individuele gevallen (langer) uitstel aan te vragen voor het realiseren van de modules als opgenomen in Bijlage 1. Er liggen hiervoor meerdere verzoeken van subsidieontvangers bij VWS, omdat instellingen voor het realiseren van de modules deels afhankelijk zijn van hun ICT-leverancier (bijvoorbeeld doordat eerst een overgang naar een nieuwe versie van het systeem moet worden doorgevoerd) en zonder uitstel niet aan de deadlines van modules kunnen voldoen.

Onderdeel D

In onderdeel D worden enkele wijzigingen doorgevoerd ten aanzien van Module 1 en Module 3.

Wijzigingen ten aanzien van Module 1

Met deze wijziging wordt de norm Gebruik aangepast van Module 1, waardoor een instelling ook kan aantonen dat er inspanningen zijn verricht om de norm Gebruik te halen. Deze norm gaat over de uitwisseling van informatie richting een PGO van een patiënt. De instelling kan nog steeds aantonen dat tenminste 5% van het aantal patiënten (van 16 jaar en ouder) met een DBC relevant contact een opvraging doet via zijn of haar PGO. Met deze wijzigingsregeling wordt een aanvullende mogelijkheid toegevoegd. Het is namelijk gebleken dat de norm van 5% in de praktijk lastig te halen is. Belangrijke reden hiervoor is dat gebleken is dat meer tijd nodig is dan werd voorzien voor het oplossen van problemen in de hele keten (zowel de kant van de PGO als de registratie binnen het ICT-systeem van de zorgaanbieder), zodat alle gegevens ook volledig en juist ontsloten kunnen worden. Ook vinden veel instellingen dat de PGO nog onvoldoende gebruiksvriendelijk is voor patiënten. Zo ervaren patiënten vaak problemen bij het inloggen en blijken gegevens in het PGO door problemen in de hele keten niet altijd voldoende te worden weergegeven. Daarom is ervoor gekozen om ook een inspanningsverplichting aan Module 1 toe te voegen middels de wijzigingsregeling. Bij deze inspanningsverplichting streeft de instelling er dan naar dat tenminste 5% van het aantal patiënten (van 16 jaar en ouder) met een DBC relevant contact een opvraging doet via zijn of haar PGO

Een instelling is voor het behalen van de norm afhankelijk van de patiënten die zijn aangesloten op een PGO. Met deze wijziging wordt nog steeds gestreefd naar 5% gebruik, maar wordt tevens de mogelijkheid geboden om aan te tonen welke inspanning de instelling heeft geleverd om het gebruik van een PGO onder de patiënten te stimuleren. Mocht een instelling een audit uitgevoerd hebben voor de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling en de 5% niet behaald hebben, dan kunnen zij voor dezelfde periode een heraudit laten uitvoeren. In deze heraudit moet dan aan de auditor worden aangetoond welke inspanning is geleverd, zoals een verslag van de uitgevoerde activiteiten, een opgesteld communicatieplan of het laten zien van de gebruikte communicatiematerialen. Hierdoor kan de instelling alsnog een beroep doen op de gewijzigde norm. De norm wordt getoetst door de IT-auditor op basis van het Handboek VIPP 5 Eindtoets en de beoordelingsmatrix. Deze is online te vinden op www.dus-i.nl/subsidies/vipp-fase-5. Het uitvoeren van een heraudit is alleen nodig als de instelling een beroep doet op de -inspanningsverplichting die met deze wijzigingsregeling wordt toegevoegd.

Wijzigingen ten aanzien van Module 3

In onderdeel D, onderdelen 2 tot en met 4 wordt allereerst de titel van Module 3 aangepast. Abusievelijk is in de titel van Module 3 ‘het BgZ’ opgenomen terwijl dit ‘de BgZ’ moest zijn. Met onderdeel D, onderdeel 2, wordt dit alsnog aangepast.

In onderdelen 3 en 4 wordt de norm Daadwerkelijk Gebruik van Module 3 aangepast, waarbij er een uitzondering wordt gecreëerd voor de instelling die de BgZ en relevante correspondentie uitsluitend uitwisselt met één of meerdere instellingen die niet op dezelfde zorginfrastructuur zijn aangesloten. In die situaties wordt niet getoetst op deze norm.

Deze instellingen zijn technisch wel gereed om informatie uit te wisselen, maar zijn afhankelijk van de gekozen zorginfrastructuur van andere instellingen voor daadwerkelijke uitwisseling. Wanneer de zorginfrastructuren op elkaar zijn aangesloten kan op een later moment daadwerkelijke uitwisseling tussen instellingen plaatsvinden. In het document ‘visie op samenhang in de zorginfrastructuren in Nederland – op weg naar naadloze samenwerking in de zorg’ (vindplaats: Visie op samenhang in de zorginfrastructuren in Nederland | Publicatie | Informatieberaad Zorg) staat nader omschreven wat bedoeld wordt met zorginfrastructuren. Een instellingen hoeft niet aan de norm te voldoen, wanneer aan de IT-auditor duidelijk wordt gemaakt dat de instelling de BgZ en relevante correspondentie uitsluitend uitwisselt met andere instellingen die niet op dezelfde zorginfrastructuur zijn aangesloten. Indien de IT-auditor dit vaststelt wordt de instelling niet getoetst op de norm Daadwerkelijk Gebruik.

Tot slot wordt de deadline voor Module 3 met een half jaar verlengd van 30 juni 2023 naar 31 december 2023. Uit de praktijk blijkt namelijk dat bijna alle instellingen langer de tijd nodig hebben om informatie-uitwisseling tussen instellingen onderling mogelijk te maken. Dit heeft te maken met de verschillende zorginfrastructuren waarvan ICT-leveranciers gebruik maken.

Artikel II

In afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving en de minimale termijn tussen publicatie en inwerkingtreding van de regeling (zoals opgenomen in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving), treedt deze Subsidieregeling in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Hiervoor is gekozen zodat de subsidieontvangers zo spoedig mogelijk kennis kunnen nemen van de wijzigingen.

Ten aanzien van artikel I, onderdeel A, onder 1, werkt de onderhavige wijzigingsregeling terug tot en met 12 februari 2020. Hiervoor is gekozen omdat het gaat om de wijziging van een foutieve term. Het aanpassen van de richtlijn moet vanaf het begin van de uitvoering van de Subsidieregeling worden hersteld.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

Naar boven