Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 11 mei 2023, nr. WJZ/ 27041369, tot wijziging van diverse regelingen in verband met de verlenging van de indieningsperiode van de landbouwtelling en gecombineerde opgave 2023

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op:

  • artikel 5 van verordening (EU) 2018/1091 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 betreffende geïntegreerde landbouwstatistieken en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 1166/2008 en (EU) nr. 1337/2011 (PbEU 2018, L 200);

  • de artikelen 21, 22, 29, 30, 31, tweede lid, 70 en 76 van Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en Verordening (EU) nr. 1307/2013 (PbEU 2021, L435);

  • de artikelen 65 en 68 tot en met 71 van Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013 (PbEU 2021, L435);

  • artikel 45, tweede lid, onderdeel a, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/126 van de Commissie van 7 december 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad met aanvullende eisen voor bepaalde interventietypes die de lidstaten in het kader van die verordening in hun strategisch GLB-plan voor de periode 2023–2027 uitwerken, alsmede regels voor het aandeel in het kader van norm 1 inzake een goede landbouw- en milieuconditie (GLMC) (PbEU 2022, L 20);

  • de artikelen 15, 19, 24, en 25 van de Landbouwwet;

  • artikel 15, eerste lid, van de Plantgezondheidswet;

  • artikel 26 van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet en artikel 38 van de Meststoffenwet;

  • artikel 4 van het Besluit kostenverevening reductie CO2-emissies glastuinbouw;

  • artikel 2, tweede lid, van de Landbouwkwaliteitswet en de artikelen 2 en 15 van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007;

  • artikel 17, vierde lid, van het Kaderbesluit Nationale EZK- en LNV-subsidies en artikel 2.3 van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling landbouwtelling en gecombineerde opgave 2023 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, eerste en tweede lid, wordt ‘15 mei 2023’ telkens vervangen door ‘15 juni 2023’.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, onderdeel h, vervalt telkens ‘zoals die is of wordt verwacht’.

2. Het eerste lid, onderdeel c, komt als volgt te luiden:

c. de naam van het gewas waarmee een perceel na 15 mei is beteeld of zal worden beteeld, als dat niet is beteeld op 15 mei 2023.

C

In artikel 5, tweede lid, wordt ‘uiterlijk op 15 mei 2023’ vervangen door ‘uiterlijk op 15 juni 2023’.

ARTIKEL II

De Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2023 wordt als volgt gewijzigd:

A

In de tabel behorende bij artikel 1, tweede lid, van de Regeling openstelling EZK- en LNV- subsidies 2023 wordt in de rij van titel 2.19 de zinsnede ‘1 juni 2023 tot en met 30 juni 2023’ vervangen door ‘19 juni tot 19 juli 2023’.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt een zin toegevoegd luidende: Een subsidieaanvraag in het kader van de brede weersverzekering is tijdig ingediend indien deze op de genoemde einddatum uiterlijk om 23:59 uur is ontvangen.

2. In de tabel horende bij het tweede lid, wordt ‘01-03-2023 t/m 15-05-2023’ vervangen door ‘01-03-2023 t/m 15-06-2023’.

ARTIKEL III

De Uitvoeringsregeling GLB 2023 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 10, zevende lid, wordt ‘1 maart tot en met 15 mei 2023’ vervangen door ‘1 maart tot en met 15 juni 2023’.

B

In Bijlage 2, onderdeel A. Punten, waardes en melddatum eco-activiteiten, wordt onder de kolom Datum deelname-melding ‘15-mei’ telkens vervangen door ‘15-juni’ en wordt in de bijbehorende voetnoot ‘15 mei 2023’ vervangen door ‘15 juni 2023’.

ARTIKEL IV

De Uitvoeringsregeling Meststoffenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 32 worden de volgende leden toegevoegd:

  • 4. In afwijking van het tweede lid, meldt de landbouwer in 2023 de ingebruikneming van de percelen dan wel de gewaspercelen onder opgave van de oppervlakte en de ligging ervan uiterlijk de eerstvolgende 15 juni na de datum van ingebruikneming aan de minister.

  • 5. Het vierde lid en dit lid vervallen met ingang van 1 januari 2024.

B

Aan artikel 103b worden de volgende leden toegevoegd:

  • 4. In afwijking van het tweede lid, meldt de landbouwer in 2023 de fosfaattoestand van het desbetreffende perceel gebaseerd op het op grond van artikel 103a, derde lid, geldige analyserapport, uiterlijk 15 juni van het desbetreffende kalenderjaar.

  • 5. Het vierde lid en dit lid vervallen met ingang van 1 januari 2024.

C

Aan artikel 128a worden de volgende leden toegevoegd:

  • 3. In afwijking van tweede lid, dient de landbouwer in 2023 het verzoek, bedoeld in het eerste lid, in voor 16 juni met gebruikmaking van een door de minister elektronisch beschikbaar gesteld formulier.

  • 4. Het derde lid en dit lid vervallen met ingang van 1 januari 2024.

ARTIKEL V

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 mei 2023

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

TOELICHTING

I. Algemeen

1. De landbouwtelling en gecombineerde opgave

De landbouwtelling heeft twee doelen: het verzamelen van gegevens ten behoeve van statistiek en ten behoeve van beleidsontwikkeling en -monitoring. Het is van belang dat de minister beschikt over correcte en actuele gegevens per bedrijf in de land- en tuinbouw. De bij de Regeling landbouwtelling en gecombineerde opgave 2023 gepubliceerde vraagstelling vormt het beschrijvingsbiljet als bedoeld in artikel 24, eerste lid, van de Landbouwwet om in 2023 opgave te doen. Om de regeldruk te beperken wordt het principe van éénmalig inwinnen en meervoudig gebruik waar mogelijk toegepast. Aangeschreven landbouwers worden met stuurvragen door het elektronische formulier geleid en hoeven zodoende alleen die onderdelen in te vullen die op hen van toepassing zijn.

Gegevens uit de gecombineerde opgave worden verzameld ten behoeve van statistisch en beleidsmatig inzicht, het aanvragen van bepaalde subsidies en/of inkomenssteun, in gevallen voor handhavingsdoeleinden evenals om adequaat te kunnen handelen ten tijde van crises.

2. Aanleiding en doel van de wijziging

Door de introductie van nieuwe onderdelen is er bij boeren en adviseurs dit jaar de nodige onrust over het werk dat de opgave met zich brengt en over onvolkomenheden in gehanteerde kaarten. Er komen dit jaar veel nieuwe onderwerpen samen in de gecombineerde opgave waaronder het nieuwe Gemeenschappelijk landbouwbeleid, het intekenen van landschapselementen en aanpassingen van de mestwetgeving. Daarnaast zijn er uitdagingen geweest in het Gecombineerde Opgavesysteem van RVO en bleken op momenten de systemen traag te zijn en was het klantcontact niet altijd bereikbaar.

Om te voorkomen dat agrariërs en hun adviseurs in de knel komen met het indienen van de gecombineerde opgave, is besloten om de openstelling van de gecombineerde opgave met een maand te verlengen. Dit betekent dat opgavenplichtigen tot en met 15 juni de tijd hebben om hun gecombineerde opgave in te dienen. Om de indieningsperiode te verlengen tot en met 15 juni, moeten enkele regelingen worden gewijzigd, namelijk:

  • de Regeling landbouwtelling en gecombineerde opgave 2023;

  • de Uitvoeringsregeling GLB 2023;

  • de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2023; en

  • de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet.

Het besluit tot verlenging is genomen in overleg met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De verlenging heeft impact op de RVO organisatie. De processen worden aangepast waardoor de werkdruk toe neemt. Dit vraagt om prioritering van werkzaamheden. Werkzaamheden voor het GLB verschuiven in de tijd waardoor tijdige afronding van onderdelen onder druk komt. Het gaat dan in het bijzonder om controles met het oog op de tijdige betaling en voorbereidende werkzaamheden voor 2024. Met de verlenging blijft er voor het GLB minder tijd over voor het uitvoeren van de fysieke controles door de NVWA omdat de controleperiode korter wordt. Het gaat dan met name om controles die afhankelijk zijn van de periode van het groeiseizoen. Mitigerende maatregelen hiervoor worden nog in kaart gebracht.

3. Regeldruk

Door deze wijzigingsregeling wordt er geen verandering in de regeldruk verwacht. Deze wijziging betreft geen inhoudelijke wijziging van de Gecombineerde opgave en landbouwtelling, het betreft slechts een verlenging van de indieningstermijn van de landbouwtelling en gecombineerde opgave. Een dergelijke verlenging is uitgezonderd van de regeldruktoets van het ATR.

4. Inwerkingtreding

In afwijking van het beleid inzake vaste verandermomenten treedt deze regeling in werking met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant en niet pas op een vast verandermoment. Uitzondering op de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn is gerechtvaardigd nu dit, gelet op de doelgroep, aanmerkelijke ongewenste nadelen voorkomt. Boeren en adviseurs krijgen met deze wijziging meer tijd voor de landbouwtelling en gecombineerde opgave, doordat de periode voor indiening eenmalig verlengd wordt.

II. Artikelsgewijs

Artikel I

Met dit artikel wordt de Regeling landbouwtelling en gecombineerde opgave 2023 gewijzigd. In artikel 3 wordt het tijdvak gewijzigd waarin de landbouwtelling wordt gehouden (eerste lid) en de uiterste indieningsdatum aangepast (tweede lid). De uiterste datum van 15 mei wordt hiertoe aangepast naar 15 juni. Daarnaast wordt artikel 4 gewijzigd. In dit artikel vervalt ‘zoals die is of wordt verwacht’, zodat dit in lijn is met het verschuiven van de indieningsdatum naar 15 juni. Ook in artikel 5 (opgave aanspraak Diergezondheidsfonds) wordt de uiterste indieningsdatum aangepast van 15 mei naar 15 juni.

Artikel II

Met artikel II, onderdeel B, wordt de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2023 op twee punten aangepast. Ten eerste wordt een zin toegevoegd aan artikel 4, eerste lid, ter verduidelijking dat de subsidieaanvraag in het kader van de brede weersverzekering uiterlijk om 23:59 moet zijn ontvangen om op tijd ingediend te zijn. Ten tweede wordt de openstelling aangepast door de uiterste indieningsdatum van 15 mei te wijzigen naar 15 juni. Ten slotte wordt in verband met de verlenging ook de openstellingsperiode van de Subsidiemodule behoud grasland (titel 2.19 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies) opgeschoven.

Artikel III

Met artikel III wordt de Uitvoeringsregeling GLB 2023 gewijzigd. In artikel 10, zevende lid, wordt de uiterste aanmeldingsdatum van 15 mei aangepast naar 15 juni. In Bijlage 2, onderdeel A. Punten, waardes en melddatum eco-activiteiten wordt de datum van de deelname-melding van 15 mei telkens vervangen door 15 juni.

Artikel IV

Artikel IV wijzigt de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet. Met onderdeel A worden aan artikel 32 twee leden toegevoegd, hiermee wordt de meldingsdatum voor 2023 aangepast naar 15 juni. Met onderdeel B wordt artikel 103b gewijzigd, eveneens ten behoeve van de aanpassing van de uiterste meldingsdatum in 2023. Met onderdeel C wordt een lid toegevoegd aan artikel 128a, waarin 15 juni als uiterste datum voor indiening van het verzoek van de landbouwer tot vrijstelling wordt opgenomen.

Er is in zowel onderdeel A, B als C voor gekozen een lid toe te voegen dat regelt dat dat lid, evenals het desbetreffende lid dat de uitzondering voor 2023 regelt, vervalt met ingang van 1 januari 2024.

Artikel V

Dit artikel regelt de inwerkingtreding. Voor een toelichting op dit artikel wordt verwezen naar punt 4 van het algemeen deel van de toelichting.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

Naar boven