Besluit Buiten toepassing laten rijkscoördinatieregeling Hoogspanningsstation Louwsmeer, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Datum: 1 mei 2023

Nummer DGKE/27065116

DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE,

overwegende:

  • dat TenneT TSO B.V. (hierna: TenneT) het voornemen heeft het bestaande 220 kV hoogspanningsstation uit te breiden met een extra hoogspanningsveld inclusief een transformator, in de gemeente Tytsjerksteradiel;

  • dat dit initiatief op grond van 20a lid 1 van de Elektriciteitswet 1998, onder de rijkscoördinatieregeling valt, als bedoeld in artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • dat de rijkscoördinatieregeling, voor zover hier van belang, gelet op artikel 3.35, eerste lid, onder c, van de Wet ruimtelijke ordening met zich brengt dat voor het hiervoor bedoelde project een inpassingsplan kan worden vastgesteld door de Minister voor Klimaat en Energie, (hierna: K&E)1 en de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (hierna: VRO), en dat de voorbereiding en bekendmaking van het inpassingsplan door de Minister voor K&E worden gecoördineerd met de voorbereiding en bekendmaking met andere voor de uitvoering van het project benodigde besluiten;

  • dat de Minister voor K&E, in afwijking van het voorgaande, op grond van artikel 9b, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998 kan bepalen dat voor een bepaald project geen inpassingsplan wordt voorbereid en de voorbereiding en bekendmaking van andere besluiten niet door hem worden gecoördineerd;

  • dat deze bevoegdheid kan worden toegepast indien, in aanmerking genomen de omvang, aard en ligging van het desbetreffende net, alsmede het aantal voor de aanleg of uitbreiding van het 220 kV hoogspanningsstation Louwsmeer benodigde besluiten, redelijkerwijze niet valt te verwachten dat toepassing van de rijkscoördinatieregeling, als bedoeld in artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening, de besluitvorming in betekenende mate zal versnellen of daaraan anderszins aanmerkelijke voordelen zijn verbonden;

  • dat deze situatie zich bij dit project voordoet, omdat een spoedige realisatie van een uitbreiding van het 220 kV hoogspanningsstation Louwsmeer de leverzekerheid van elektriciteit in de regio zo hoog mogelijk houdt en uit overleg blijkt dat de gemeente Tytsjerksteradiel positief staat tegenover de uitbreiding van het hoogspanningsstation;

  • dat er ook geen bijzondere belemmeringen zijn die in de weg staan aan een voorspoedig verloop van de benodigde procedures, zonder dat de rijkscoördinatieregeling wordt toegepast;

  • dat de bij het project betrokken bestuursorganen – de provincie Friesland en de gemeente Tytsjerksteradiel -zijn gehoord over het voornemen de rijkscoördinatieregeling buiten toepassing te laten;

  • dat de gemeente Tytsjerksteradiel bij brief van 16 december 2022 heeft aangegeven te kunnen instemmen met het voornemen en zich zal inspannen, op aanvraag van TenneT, de uitbreiding van het hoogspanningsstation planologisch mogelijk te maken;

  • dat de provincie Friesland bij brief van 5 december 2022 heeft aangegeven te kunnen instemmen met het voornemen;

  • dat, gelet op het voorgaande, TenneT bij brief van 6 februari 2023 formeel heeft verzocht de rijkscoördinatieregeling buiten toepassing te laten.

Gelet op:

Artikel 20a, derde lid onder a van de Elektriciteitswet 1998;

Besluit:

Artikel 1

Geen van de procedures, bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening is van toepassing op de besluitvorming inzake de beoogde uitbreiding van het 220 kV hoogspanningsstation Louwsmeer, voorzien in de gemeente Tytsjerksteradiel.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking de dag na die waarop het bekend is gemaakt. Dit besluit wordt bekendgemaakt door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister voor Klimaat en Energie, namens deze: T.W.G.M.M. Albers MT-lid directie Realisatie Energietransitie

Tegen dit besluit staat geen bezwaar of beroep open (artikel 7.1 in samenhang met artikel 8.5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1 van hoofdstuk 1 van bijlage 2 bij deze zelfde wet).


X Noot
1

In artikelen 3:35, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening en 9b, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998 staan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als bevoegde gezagen genoemd. Deze bevoegdheden zijn overgegaan op de Ministers voor K&E en voor VRO.

Naar boven