Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 12 januari 2023, nr. WJZ/22088035, houdende wijziging van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021 en de Regeling Openstelling EZK- en LNV-subsidies 2023 in verband met de introductie en openstelling van de subsidiemodule Investeringen in SCR-katalysatoren (installaties voor lagere stikstofuitstoot garnalenvissers)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 14, eerste lid, onderdeel a, van Verordening (EU) 2021/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot oprichting van het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1004 (PbEU 2021, L 247);

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

Na paragraaf 3.2 van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 3.3. Investeringen in SCR-katalysatoren

Artikel 3.3.1. Begripsomschrijvingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

CE-markering:

markering als bedoeld in besluit nr. 768/2008/EG van de het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking van Besluit 93/465/Eeg van de Raad (PbEU L 218/82);

CFR-nummer:

CFR (common fleet register)-nummer als bedoeld in artikel 2, onderdeel l, van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/218 van de Commissie van 6 februari 2017 inzake het vissersvlootregister van de Unie (PbEU 2017, L 34);

SCR-katalysator:

nabehandelingssysteem voor selectieve katalytische reductie;

visserijonderneming:

onderneming die zich bezighoudt met visserijactiviteiten;

vissersvaartuig:

vissersvaartuig dat is geregistreerd in het register, bedoeld in artikel 4 van het Besluit registratie vissersvaartuigen 1998.

Artikel 3.3.2. Subsidieverstrekking
  • 1. De Minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een visserijonderneming voor de volgende activiteiten:

    • a. de aankoop en installatie van een SCR-katalysator voor een vissersvaartuig ten behoeve van de reeds ingebouwde motor, voor zover dit leidt tot een vermindering van de uitstoot van stikstofoxiden met ten minste 60 procent van de norm die wordt gesteld aan een motor met vergelijkbaar vermogen met een type goedkeuring CCR2;

    • b. het laten opstellen van een rapport door een erkend meetbedrijf of een gecertificeerd meetbedrijf waarin de meetresultaten van emissies van de motor na uitvoering van de in onderdeel a, bedoelde maatregelen in de praktijk zijn weergegeven, voorafgaand aan de aanvraag tot subsidievaststelling. De metingen worden uitgevoerd conform de norm ISO 8178, testcyclus E3 of D2.

  • 2. Per vissersvaartuig kan één aanvraag worden ingediend.

  • 3. Subsidie kan slechts worden aangevraagd door een visserijonderneming die op het moment van indiening van de aanvraag een vissersvaartuig in eigendom heeft.

Artikel 3.3.3. Hoogte subsidie

De subsidie bedraagt 50 procent van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 51.000 per vissersvaartuig.

Artikel 3.3.4. Subsidiabele kosten

Voor zover zij direct verbonden zijn aan de uitvoering van de activiteiten, bedoeld in artikel 3.3.2, eerste lid, komen als subsidiabele kosten in aanmerking:

  • a. de kosten voor de aankoop en installatie van een SCR-katalysator;

  • b. opstellen van een rapport door een erkend meetbedrijf of een gecertificeerd meetbedrijf.

Artikel 3.3.5. Verdeling subsidieplafond

De Minister verdeelt het subsidieplafond op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 3.3.6. Realisatietermijn

De termijn, bedoeld in artikel 2.11, tweede lid, onderdeel b, is 24 maanden na subsidieverlening.

Artikel 3.3.7. Afwijzingsgronden

Onverminderd de artikelen 2.11 en 3.1.3 beslist de Minister afwijzend op een aanvraag tot subsidieverlening, indien:

  • a. de aanvrager geen houder is van een vergunning voor het vangen van garnalen als bedoeld in artikel 36 van de Uitvoeringsregeling visserij;

  • b. er aan de aanvrager ten behoeve van een vissersvaartuig reeds een subsidie als bedoeld in artikel 3.3.2, eerste lid, is verstrekt.

Artikel 3.3.8. Informatieverplichtingen

Onverminderd de artikelen 2.9, eerste tot en met vierde lid, zesde en zevende lid, en 3.1.4, gaat een aanvraag tot subsidieverlening vergezeld van de volgende gegevens:

  • a. een investeringsplan met daarin een beschrijving van de investering;

  • b. een begroting van de kosten voor aankoop en installatie van die SCR-katalysator;

  • c. CFR-nummer van het vissersvaartuig.

Artikel 3.3.9. Verplichtingen subsidieontvanger

Onverminderd de artikelen 1.7, 2.15 en 3.1.7, is de subsidieontvanger verplicht:

  • a. de betaling van de kosten voor de activiteiten, bedoeld in artikel 3.3.2, eerste lid, te doen plaatsvinden voor het indienen van de aanvraag tot subsidievaststelling; en

  • b. in het jaar dat de subsidievaststelling, bedoeld in artikel 3.2.10, wordt aangevraagd, houder te zijn van een vergunning als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling visserij voor het vissen op garnalen.

Artikel 3.3.10. Subsidievaststelling

Onverminderd de artikelen 2.19 en 3.1.6, bevat de aanvraag tot subsidievaststelling in ieder geval:

  • a. facturen, inclusief de CE-markering, en betaalbewijzen van de ten behoeve van de subsidiabele activiteit gemaakte en betaalde kosten;

  • b. een rapport als bedoeld in artikel 3.3.2, eerste lid, onderdeel b.

Artikel 3.3.11. Niet-subsidiabele kosten

Onverminderd de artikelen 1.4 en 3.1.2, komen de volgende kosten niet in aanmerking voor subsidie:

  • a. kosten van lease en huurkoop;

  • b. kosten als bedoeld in artikel 1.3, aanhef en onderdelen a, b en c;

  • c. legeskosten.

Artikel 3.3.12. Vervaltermijn

Deze paragraaf vervalt met ingang van 1 januari 2028, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn verleend.

ARTIKEL II

In de tabel van artikel 4 van de Regeling Openstelling EZK-en LNV-subsidies 2023 wordt voor de rij van titel 5.5: Brede weersverzekering, een rij ingevoegd, luidende:

Paragraaf 3.3: Investeringen in SCR-katalysatoren

Artikel 3.3.2

   

16-01-2023 t/m 13-04-2023

€ 10.600.000

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 12 januari 2023

De Minister voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

TOELICHTING

I. ALGEMEEN

1. Inleiding

De subsidiemodule voor het investeren in SCR-katalysatoren, opgenomen in paragraaf 3.3 van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021 (hierna: REES 2021), voorziet in een subsidiemogelijkheid voor de aankoop, plaatsing van een nabehandelingssysteem voor selectieve katalytische reductie, SCR-katalysator. Daarnaast kan subsidie worden aangevraagd voor de kosten van het laten opstellen van een rapport door een erkend meetbedrijf of een gecertificeerd meetbedrijf waarin de meetresultaten van emissies van de motor na de installatie van SCR-katalysator zijn opgenomen.

Deze subsidiemogelijkheid is gebaseerd op artikel 14, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van Verordening (EU) 2021/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot oprichting van het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1004 (PbEU 2021, L 247) (hierna: verordening 2021/1139) waarin de mogelijkheid is geboden om steun te verlenen aan projecten ter versterking van economisch, sociaal en ecologisch duurzame visserijactiviteiten.

2. Aanleiding en doel

Garnalenvissers die in Natura 2000-gebieden voor de Nederlandse kust willen vissen dienen per 1 januari 2023 over een nieuwe vergunning op grond van de wet Natuurbescherming te beschikken. Gebleken is dat zonder maatregelen om de uitstoot van stikstofdioxide te beperken de vloot niet tot heel weinig kan vissen in en nabij de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden, en dus niet meer kan vissen op de locaties waar zij de afgelopen jaren heeft gevist. Pas op een afstand van drie tot vier km van de kust ontstaat er zonder verdere maatregelen ruimte om te vissen.

Met de aanschaf van een SCR-katalysator kan een belangrijke verduurzamingsslag door de sector worden gemaakt. Hiermee wordt ervoor gezorgd dat de emissies van stikstofdioxide en daarmee de depositie van stikstof op beschermde natuur aanzienlijk zal verminderen. De garnalenvissers kunnen dan in de Natura 2000-gebeiden voor de kust blijven vissen.

De werking van de Selective Catalic Reaction katalysator is als volgt: stikstofdioxide in de uitlaatgassen van de motor worden door een NOx-reductie katalysator gevoerd. In de katalysator wordt een Ureum-oplossing gemengd met de uitlaatgassen. De concentratie stikstofdioxide wordt zowel aan de in- als aan de uitstroom gemeten. Het hieraan gekoppelde besturingssysteem regelt dat de Ureum-oplossing in de juiste mengverhouding wordt ingespoten. De toediening van Ureum-oplossing varieert dus met de hoeveelheid stikstofdioxide die de motor op dat moment produceert. Hierdoor ontstaan de optimale omstandigheden om – mede met gebruik van de warmte van de uitlaatgassen – een chemische reactie te ontketenen waarbij de gassen uiteenvallen in kooldioxide (CO2) en ammoniak (NH3). De ammoniak ‘bindt’ de stikstofdioxide en wordt daarmee omgezet in H2O en N2. Op deze manier kan de SCR zelfs tot 100 procent stikstofdioxine elimineren. Het feitelijke reductiepercentage is gerelateerd aan de prestatie die de motor op enig moment levert. Bij uitlaatgassen met een temperatuur van 250º C en een constant toerental, is 100 procent stikstofdioxide reductie geen uitzondering. Het verbruik van de Ureum-oplossing is gerelateerd aan het brandstofverbruik en bedraagt daarvan tussen de 4 en 6 procent. Er wordt beoogd minimaal een stikstofdioxine reductie van 60 procent te realiseren.

Om meer inzicht te krijgen in de effectiviteit van deze techniek is een praktijkonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek had betrekking op het uitrusten van twee garnalenschepen met een katalysator en een daaraan verbonden gecertificeerd meetprogramma waarmee de stikstofreductie, voor en na de SCR-toepassing, wordt aangetoond.

Niet ieder schip stoot evenveel stikstof uit. Een modern kleiner schip met een nieuwe motor zal veel minder stikstof uitstoten dan een ouder en groter schip. Het investeren van individuele scheepseigenaren in schonere technieken (motoren, brandstof of katalysator) vertaalt zich altijd direct terug in minder uitstoot en dus in meer ruimte om te vissen. Uit testen blijkt dat een katalysator zeer effectief kan zijn en de stikstofuitstoot aanzienlijk terugdringt, waarbij bij uitlaatgassen met een temperatuur van 250 graden en een constant toerental maximale stikstofdioxide reductie mogelijk is.

3. Staatssteun

De vraag of er sprake is van staatssteun, moet beoordeeld worden per individuele subsidiemodule in de REES 2021. In dit geval is de subsidiemodule Investeringen in SCR-katalysatoren (paragraaf 3.3 van de REES 2021) getoetst aan de regels inzake staatssteun. Op grond van artikel 10, tweede lid, van verordening 2021/1139 zijn de artikelen 107, 108 en 109 betreffende steunmaatregelen van de lidstaten van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU) niet van toepassing op betalingen die de lidstaten doen op grond van en in overeenstemming met die verordening en die binnen de werkingssfeer van artikel 42 VWEU vallen. De steun die op grond van artikel 14, eerste lid, aanhef en onderdeel a, via de subsidiemodule Investeringen in SCR-katalysatoren gegeven kan worden, valt binnen deze categorie. Deze subsidiemodule voldoet aan en reikt niet verder dan wat de bepalingen van verordening 2021/1139 mogelijk maken.

Wanneer de beschikkingen tot subsidieverlening gegeven worden en de betalingen op grond van de subsidiemodule plaatsvinden, dienen deze betalingen ter uitvoering van verordening 2021/1139 en het door de Europese Commissie goedgekeurde Programma EMFAF. Bovendien vallen de subsidiabele activiteiten binnen het toepassingsgebied en de doelstellingen van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PbEU 2013, L354) (hierna: verordening 1380/2013) (zie de artikelen 1 en 2 van deze verordening), wat maakt dat zij binnen de werkingssfeer van artikel 42 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vallen.

4. Notificatie

Ten aanzien van de subsidiemodule Investeringen in SCR-katalysatoren is de ontwerpregeling ingevolge artikel 5, eerste lid, van Richtlijn 2015/1535/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEU 2015, L 241), voorgelegd aan de Europese Commissie (2022/0875/NL). De Europese Commissie heeft meegedeeld dat de notificatie geen stand still-periode heeft, omdat het fiscale of financiële maatregelen betreft.

5. Regeldruk

Administratieve lasten die direct voortvloeien uit verordening 2021/1139, worden niet bij de berekening van de administratieve lasten betrokken. Een kwantificering van de administratieve lasten is in dat geval niet aan de orde.

Wel is met betrekking tot de investering in SCR-katalysatoren in kaart gebracht hoeveel administratieve lasten de aanvragen tot subsidieverstrekking met zich brengen. De regeldrukkosten voor de subsidiemodule Investeringen in SCR-katalysatoren bedragen in totaal € 363 voor de subsidieperiode en gaan gepaard met de aanvraag, uitvoering en eindverantwoording van projecten onder deze subsidiemodule. Dit is 0.68 procent van het totale subsidiebudget van € 10.6 mln. De berekening is gebaseerd op de inschatting dat 200 aanvragen worden ingediend.

Voor de visser die een aanvraag indient heeft de administratieve lastendruk vooral betrekking op de kennisname van de subsidieregeling en aanvraagprocedure (waaronder het indien van een aanvraagformulier en het opstellen van een investeringsplan en begroting), het indienen van facturen en betaalbewijzen en het mogelijk aanleveren van aanvullende informatie. De grootste belangenorganisatie voor de visserij (Nederlandse Vissersbond) faciliteert ook garnalenvissers bij hun subsidieaanvraag en subsidieafhandeling.

De ontwerpregeling is voor advies aangeboden aan het Adviescollege toetsing regeldruk (hierna: ATR). ATR heeft aangegeven dat over de onderhavige regeling geen formeel advies wordt uitgebracht, omdat de gevolgen voor de regeldruk niet significant zijn.

II. ARTIKELEN

Artikel I

Met dit artikel wordt een nieuwe paragraaf 3.3 opgenomen in de REES 2021. Deze paragraaf bevat de subsidiemodule Investeringen in SCR-katalysatoren. Hieronder worden de artikelen afzonderlijk toegelicht. De subsidiemodule wordt opengesteld van 16 januari 2023 tot en met 13 april 2023. Het subsidieplafond voor deze openstelling bedraagt € 10.600.000. De openstellingsperiode en het beschikbare budget worden opgenomen in de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2023.

Artikel 3.3.1

In dit artikel zijn de begripsbepalingen opgenomen die van belang zijn voor de subsidiemodule Investeringen in SCR-katalysatoren.

Artikelen 3.3.2 en 3.3.4

De kosten voor de aanschaf en installatie van SCR-katalysatoren zijn subsidiabele kosten (artikel 3.3.4, aanhef en onderdeel a). De aanschaf betreft alle materialen die noodzakelijk zijn voor het construeren van een SCR-katalysator, inclusief een ureum-tank als onderdeel van de SCR-katalysator. Daarnaast zijn de kosten van het laten opstellen van een rapport door een erkend meetbedrijf of een gecertificeerd meetbedrijf waarin de meetresultaten van emissies van de motor na de installatie van SCR-katalysator zijn opgenomen, subsidiabel op grond van artikel 3.3.4, aanhef en onderdeel b. Ingeval dat de SCR-katalysator wordt aangeschaft tezamen met een nieuwe motor, wordt erop gewezen dat de kosten voor de aanschaf en de kosten van installatie van deze nieuwe motor niet subsidiabel zijn.

Subsidie kan slechts worden aangevraagd door een visserijonderneming die een vissersvaartuig in eigendom heeft.

De subsidiemodule wordt vanaf 16 januari 2023 tot en met 13 april 2023 opengesteld. Het Programma EMFAF is ondertussen goedgekeurd door de Europese Commissie en de subsidiemodule past binnen dit goedgekeurde programma. Daarom kunnen de beschikkingen tot subsidieverlening gegeven worden en kunnen de betalingen (op grond van de subsidiemodule) ter uitvoering van verordening 2021/1139 en het goedgekeurde Programma EMFAF plaatsvinden (artikel 3.3.2, vierde lid).

Investeringen die zijn gedaan voordat een aanvraag om subsidie is ingediend, komen niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 3.3.3

Voor deze subsidiemodule bedraagt de subsidie 50 procent van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 51.000 per vissersvaartuig.

Artikel 3.3.5

Dit artikel bepaalt op welke wijze het subsidieplafond wordt verdeeld. De verdeling vindt plaats op basis van volgorde van binnenkomst van de aanvragen. Dit betekent dat de aanvraag die het eerst is binnengekomen, het eerst voor subsidie in aanmerking komt, uiteraard met inachtneming van het maximale subsidiebedrag als bepaald in artikel 3.3.3. Wanneer de ingediende aanvraag onvolledig is, krijgt de aanvrager de mogelijkheid de ontbrekende stukken alsnog aan te leveren. De datum waarop de aanvraag volledig is, is de datum van binnenkomst. Er vindt loting plaats om de volgorde te bepalen als er meerdere aanvragen worden ingediend op de dag dat het subsidieplafond wordt overschreden, en er onduidelijkheid is over het tijdstip van ontvangst van die aanvragen.

Artikel 3.3.6

Dit artikel bepaalt de realisatietermijn van de gesubsidieerde projecten. Met betrekking tot deze subsidiemodule bedraagt de realisatietermijn twee jaar. Dit betekent dat het desbetreffende project twee jaar na de subsidieverlening gerealiseerd moet kunnen zijn. Indien uit het bij de subsidieaanvraag aangeleverde investeringsplan blijkt dat het project niet uiterlijk binnen twee jaar gerealiseerd zou kunnen worden, wordt de subsidie afgewezen. De grondslag om deze subsidie af te wijzen, bevindt zich in artikel 2.11, tweede lid, onderdeel b, van de REES 2021.

Artikel 3.3.7

Dit artikel bevat de afwijzingsgronden die van toepassing zijn. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit beslist afwijzend op een aanvraag tot subsidieverlening wanneer een van de in dit artikel opgesomde afwijzingsgronden van toepassing is. De in artikel 3.3.7 opgenomen afwijzingsgronden komen bovenop de afwijzingsgronden die in de artikelen 2.11 en 3.1.3 zijn opgenomen. Een aanvraag wordt op grond van artikel 3.3.7, aanhef en onderdeel b, afgewezen, indien ten aanzien van de betreffende subsidieaanvrager al een subsidie voor een investering in het kader van deze subsidiemodule is verleend. Met deze afwijzingsgrond wordt voorkomen dat een aanvrager meerdere subsidieaanvragen voor een vissersvaartuig kan doen en op die wijze meer dan het maximum van € 51.000 aanvraagt.

Artikel 3.3.8

In dit artikel zijn informatieverplichtingen opgenomen ten aanzien van de gegevens die de subsidieaanvraag moet bevatten of waarvan deze vergezeld dient te gaan.

Op grond van artikel 2.9 wordt een aanvraag tot subsidieverlening ingediend met gebruikmaking van een middel dat door de Minister beschikbaar wordt gesteld (eerste lid). Het betreft veelal elektronische formulieren die via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) beschikbaar worden gesteld.

Uit artikel 3.1.4 volgt welke gegevens met de aanvraag tot subsidieverlening meegezonden dienen te worden.

Het eerste lid, onderdeel d, geeft uitvoering aan artikelen 42 en 49 van Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PbEU 2021, L 231) (verordening 2021/1060), op grond waarvan de beheerautoriteit (in dit geval de Minister) verplicht is om per geselecteerde concrete actie bepaalde gegevens bij te houden. De beheerautoriteit is op grond van verordening 2021/1060 verplicht een deel van deze gegevens elk kwartaal aan de Europese Commissie te sturen. Het gaat om de gegevens die op grond van artikel 42 van verordening 2021/1060 worden bijgehouden, en betrekking hebben op de totale subsidiabele kosten en de bijdrage uit het fonds, alsmede de waarden van output- en resultaatindicatoren voor geselecteerde operaties en waarden die door operaties zijn bereikt. Daarnaast is de beheerautoriteit op grond van artikel 49, derde lid, van verordening 2021/1060 verplicht een lijst bij te houden van alle geselecteerde concrete acties.

De lijst van geselecteerde concrete acties wordt gepubliceerd op de website van RVO. Per concrete actie worden door de beheerautoriteit gegevens openbaar gemaakt. Het gaat om gegevens die betrekking hebben op de naam van de begunstigde, de naam van het project en een samenvatting van de te ondernemen projectactiviteiten.

Daarnaast gaat aanvraag om subsidie voor een SCR-katalysator vergezeld van een investeringsplan met daarin een beschrijving van de SCR-katalysator en de te verrichten werkzaamheden (artikel 3.3.8, aanhef en onderdeel a), en een onderbouwde inschatting van de kosten voor de aankoop en installatie van de SCR-katalysator. Aanvragers hoeven geen projectplan bij te voegen.

Artikel 3.3.9

Dit artikel bevat de verplichtingen voor de subsidieontvanger. Deze verplichtingen bestaan naast de algemene verplichtingen uit de artikelen 1.7, 2.15 en 3.1.7 van de REES 2021. De betaling van een investering dient plaats te vinden voor het indienen van de aanvraag tot subsidievaststelling (artikel 3.3.9, aanhef en onderdeel a).

Op grond van artikel 2.19 van de REES 2021 dient de subsidieontvanger zijn aanvraag tot subsidievaststelling in binnen dertien weken na het tijdstip waarop de activiteiten moeten zijn voltooid. Daarnaast is de subsidieontvanger verplicht om in het jaar dat de subsidievaststelling wordt aangevraagd te beschikken over een afgegeven vergunning als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling visserij voor het vissen op garnalen en de Minister is het bevoegd gezag voor het verlenen van de betreffende vergunning. De subsidieontvanger is niet verplicht om gegevens aan te leveren bij de aanvraag tot subsidievaststelling om aan te tonen dat de subsidieontvanger beschikt over deze vergunningen in het jaar van het aanvragen van de subsidievaststelling. De vergunningsgegevens worden binnen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gecontroleerd om te beoordelen of de subsidieontvanger voldoet aan de verplichtingen die zijn opgenomen in artikel 3.3.9, aanhef en onderdeel b.

Artikel 3.3.10

De aanvraag tot subsidievaststelling dient vergezeld te gaan van facturen en betaalbewijzen van de ten behoeve van de subsidiabele activiteiten gemaakte en betaalde kosten (onderdeel a). Op deze wijze kan vastgesteld worden dat de subsidieontvanger de subsidiabele activiteiten daadwerkelijk heeft uitgevoerd (lees: de desbetreffende investering is gedaan).

Daarnaast zal de subsidieontvanger een rapport bijvoegen dat is opgesteld door een erkend meetbedrijf of een gecertificeerd meetbedrijf, waarin de meetresultaten van emissies van de motor na installatie van de SCR-katalysator zijn weergegeven.

Artikel 3.3.11

De kosten, genoemd in de artikelen 1.4, en 3.1.2, van de REES 2021, zijn niet-subsidiabel, ook al kan hiervoor een factuur of document met gelijkwaardige bewijskracht worden overlegd (artikel 1.3, aanhef en onderdeel d, van de REES 2021). Achtergrond van de in artikel 1.4 gegeven opsomming is dat het kosten betreft waarvan evident is dat deze niet doelmatig en noodzakelijk voor de uitvoering van het project zijn. Daarnaast bepaalt dit artikel dat kosten van lease en huurkoop en loonkosten, legeskosten en bijdragen in natura als bedoeld in artikel 67, eerste lid, van verordening 2021/1060 ver en afschrijvingskosten als bedoeld in artikel 67, tweede lid, van verordening 2021/1060 niet subsidiabel zijn.

In artikel 1.3 van de REES 2021 staan de kosten die op grond van die regeling voor subsidie in aanmerking komen. Het betreft loonkosten, inclusief overheadkosten (onderdeel a), bijdragen in natura (onderdeel b), afschrijvingskosten (onderdeel c) en andere kosten waarvoor een factuur of document met gelijkwaardige bewijskracht kan worden overgelegd (onderdeel d). Voor deze subsidiemodule is er echter voor gekozen om in afwijking van artikel 1.3 uitsluitend de andere kosten waarvoor een factuur of document met gelijkwaardige bewijskracht kan worden overgelegd, subsidiabel te stellen.

Artikel 3.3.12

In artikel 4.10, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016 is bepaald dat subsidieregelingen een vervaltermijn van maximaal vijf jaren bevatten. Artikel 3.3.12 van de REES 2021 geeft invulling aan voormelde bepaling.

Dit artikel bepaalt namelijk dat de subsidiemodule Investeringen in SCR-katalysatoren na vijf jaar, met ingang van 1 januari 2028, vervalt. Te zijner tijd zal bezien worden of het wenselijk is de vervaldatum voor deze subsidiemodule te verlengen. De (mogelijke) ontwerpregeling inzake een dergelijke verlenging zal, overeenkomstig artikel 4.10, zevende lid, van de Comptabiliteitswet 2016, aan de Tweede Kamer worden overgelegd.

Artikel II

Dit artikel strekt tot wijziging van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2023. Met deze wijziging wordt de subsidiemodule Investeringen in SCR-katalysatoren opengesteld van 16 januari 2023 tot en met 13 april 2023. Het subsidieplafond voor deze openstelling bedraagt € 10.600.000.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst. Hiermee wordt afgeweken van de systematiek van vaste verandermomenten van regelgeving. Deze afwijking wordt tevens gerechtvaardigd door het feit dat de doelgroep van deze regeling gebaat is bij een spoedige inwerkingtreding.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

Naar boven