Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 14 april 2023, nr. HO&S/37382968 houdende wijziging van de Regeling tegemoetkoming kosten opleidingsscholen 2019 in verband met de aanpassing van de subsidieperiode voor het schooljaar 2023-2024 tot de periode 1 augustus 2023 tot en met 31 december 2023

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluiten:

ARTIKEL I

De Regeling tegemoetkoming kosten opleidingsscholen 2019 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Voor de periode van 1 augustus 2023 tot en met 31 december 2023 is een bedrag van € 19.536.800,00 beschikbaar voor:

    • a. subsidieverstrekking voor opleidingsscholen; en

    • b. subsidieverstrekking voor aspirant-opleidingsscholen voor een derde of vierde schooljaar als bedoeld in artikel 18, eerste lid.

B

Aan artikel 8 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 5. In afwijking van het eerste lid heeft de subsidieaanvraag en subsidieverstrekking voor het schooljaar 2023-2024, uitsluitend betrekking op de periode van 1 augustus 2023 tot en met 31 december 2023.

  • 6. In afwijking van het eerste en tweede lid kan voor het schooljaar 2024-2025 of voor de daaropvolgende schooljaren op grond van deze regeling voor opleidingsscholen geen subsidie worden aangevraagd of verstrekt.

C

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. Na het derde lid worden twee leden ingevoegd, luidende:

  • 3a. In afwijking van het eerste lid bedraagt de vaste voet die opleidingsscholen en de aspirant-opleidingsscholen in het derde en vierde jaar ontvangen voor de periode 1 augustus 2023 tot en met 31 december 2023, € 42.000.

  • 3b. In afwijking van het tweede lid bedraagt de subsidie per student die opleidingsscholen en de aspirant-opleidingsscholen in het derde en vierde jaar ontvangen voor de periode 1 augustus 2023 tot en met 31 december 2023, € 400 per student.

2. In het vijfde lid wordt ‘in de schooljaren na schooljaar 2021-2022’ vervangen door ‘in het schooljaar 2022-2023’.

3. Er wordt een lid toegevoegd, dat luidt:

  • 6. Indien het voor subsidieverstrekking beschikbare bedrag voor de periode van 1 augustus 2023 tot en met 31 december 2023 zou worden overschreden, ontvangen opleidingsscholen en aspirant-opleidingsscholen de vaste voet, zoals bedoeld in lid 3b. Vervolgens verdeelt de Minister het resterende bedrag voor de subsidie per student, zoals bedoeld in lid 3a, evenredig over de subsidieontvangers en zodanig dat iedere subsidieontvanger, een gelijk bedrag per student ontvangt.

D

Aan artikel 11 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In afwijking van het tweede lid wordt het subsidiebedrag voor de periode van 1 augustus 2023 tot en met 31 december 2023 in één keer betaald in november 2023.

E

Na artikel 17 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 17a. Subsidieverstrekking schooljaar 2023-2024 en verder

In het schooljaar 2023-2024 of in de daaropvolgende schooljaren kan op grond van deze regeling geen subsidie worden aangevraagd of verstrekt voor aspirant-opleidingsscholen in het eerste of tweede schooljaar. De artikelen 15, 16 en 17, eerste lid, zijn niet van toepassing op het schooljaar 2023-2024 of daaropvolgende schooljaren.

F

Aan artikel 18 wordt een lid toegevoegd, dat luidt:

  • 3. In afwijking van het eerste en tweede lid, heeft de subsidieaanvraag die aspirant-opleidingsscholen voor een derde of vierde schooljaar indienen in 2023, uitsluitend betrekking op de periode van 1 augustus 2023 tot en met 31 december 2023. Daarbij zijn, in afwijking van het eerste lid en tweede lid, de artikelen 9, lid 3a, 3b en het zesde lid, 10, 11 en 12 van overeenkomstige toepassing. Bij toepassing van artikel 9, zesde lid, worden de opleidingsscholen en aspirant-opleidingsscholen die voor een derde of vierde schooljaar subsidie hebben aangevraagd, op gelijke voet in de evenredige verdeling betrokken.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma

TOELICHTING

Algemeen

Op dit moment zijn er verschillende samenwerkingsverbanden tussen schoolbesturen en lerarenopleidingen, waaronder de partnerschappen SO&P, de samenwerkingsverbanden in het kader van de Regionale aanpak personeelstekorten (hierna: RAP), en de regionale allianties van lerarenopleidingen. Voor deze samenwerkingsverbanden geldt dat wordt samengewerkt op deelterreinen van de onderwijsarbeidsmarkt. In het Werkplan Samen voor het beste onderwijs1 is opgenomen dat de verschillende samenwerkingen worden verbonden om tot een structurele aanpak en bekostiging te komen in plaats van de verschillende bestaande subsidieregelingen.

Om ervoor te zorgen dat er een soepele overgang ontstaat tussen de huidige subsidieregeling Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen (TKO) en de nog verder uit te werken structurele regionale aanpak, wordt de regeling-TKO gewijzigd voor de eerste vijf maanden van het schooljaar 2023-2024. Vanaf januari 2024 kunnen regio’s het geld voor de uitvoering van de activiteiten via een nieuwe regeling aanvragen.

Over de wijze hoe te komen tot een nieuwe regionale aanpak is december 2022 gesproken met de Tweede Kamer,2 en zijn de afgelopen periode gesprekken gevoerd met de sectororganisaties, vakorganisaties, de lerarenopleidingen en met vertegenwoordigers van de verschillende samenwerkingsverbanden.

Vanaf 1 januari 2024 wordt voor deze samenwerking één overkoepelende subsidieregeling gemaakt. De middelen voor Samen Opleiden worden vanaf de inwerkingtreding via deze regeling verstrekt. Partnerschappen die op 1 januari 2024 nog niet toe zijn aan onderwijsregiovorming, kunnen SO&P in 2024 voortzetten met als voorwaarde dat in 2024 toegewerkt wordt naar onderwijsregio’s. De regio’s nemen in het plan van aanpak op welke activiteiten zij verrichten in het versterken van de samenwerking. Dit in aanloop naar de vorming van onderwijsregio’s. Dit zal worden geregeld in de toekomstige regeling.

Uitvoerbaarheid en Uitvoering.

De regeling is uitvoerbaar en zal net zoals in de eerdere aanvraagrondes worden uitgevoerd door de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I) en DUO.

Regeldruk

De wijziging van de regeling brengt geen nieuwe regeldrukeffecten met zich mee voor de instellingen. In de regeling wordt alleen de subsidieperiode verkort.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

De wijziging van artikel 5 betreft de toevoeging van het subsidiebedrag dat beschikbaar is voor de subsidieverstrekking aan opleidingsscholen en aspirant-opleidingsscholen voor een derde of vierde schooljaar, voor de periode van 1 augustus 2023 tot en met 31 december 2023.

Artikel I, onderdeel B

Aan artikel 8 is een vijfde lid toegevoegd dat regelt dat de subsidieaanvraag die opleidingsscholen voor het schooljaar 2023-2024 indienen, alleen betrekking heeft op de periode 1 augustus 2023 tot en met 31 december 2023. In het nieuwe zesde lid is geëxpliciteerd dat voor het schooljaar 2024-2025 of voor de daaropvolgende schooljaren op grond van deze regeling voor opleidingsscholen geen subsidie meer kan worden aangevraagd of verstrekt. Zoals in het algemene deel van de toelichting is toegelicht, zal de subsidiëring vanaf dat schooljaar lopen via de in voorbereiding zijnde Regeling onderwijsregio.

Artikel I, onderdeel C

Met deze wijzigingen worden de in artikel 9 specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot de hoogte en de verdeling van het subsidiebedrag voor de periode van 1 augustus 2023 tot en met 31 december 2023.

Artikel I, onderdeel D

Aan artikel 11 is een lid toegevoegd dat duidelijk maakt dat het subsidiebedrag voor de periode 1 augustus 2023 tot en met 31 december 2023 in één keer wordt uitbetaald, namelijk in november 2023.

Artikel I, onderdeel E

Onderdeel E voegt een nieuw artikel 17a in in de regeling. Dit artikel bepaalt dat in het schooljaar 2023-2024 of in de daaropvolgende schooljaren op grond van deze regeling geen subsidie kan worden aangevraagd of verstrekt voor aspirant-opleidingsscholen in het eerste of tweede schooljaar. Vanaf het schooljaar 2023-2024 starten namelijk geen nieuwe aspirant-opleidingsscholen onder deze regeling. Vanzelfsprekend laat deze toevoeging de subsidies die in 2022 aan aspirant-opleidingsscholen voor het eerste en tweede schooljaar zijn verstrekt, onverlet.

Ook is geëxpliciteerd dat de artikelen 15, 16 en 17, eerste lid, niet van toepassing zijn op het schooljaar 2023-2024 of de daaropvolgende schooljaren.

Artikel I, onderdeel F

Aan artikel 18 is een derde lid toegevoegd dat regelt dat de subsidieaanvraag die aspirant-opleidingsscholen in het derde en vierde jaar indienen voor het schooljaar 2023-2024, alleen betrekking heeft op de periode 1 augustus 2023 tot en met 31 december 2023.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma

Naar boven