Besluit van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 16 mei 2023, nr. 2023-0000254706, houdende instelling van de landelijke versnellingstafel woningbouw (Instellingsbesluit landelijke versnellingstafel woningbouw)

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

bestuurlijke woningbouwafspraken:

afspraken tussen Rijk en medeoverheden over het aantal te bouwen woningen, het aandeel betaalbaar en de doelgroepen waarvoor wordt gebouwd;

landelijke versnellingstafel:

de landelijke versnellingstafel woningbouw;

landsdelen:

regionale groepering van een aantal provincies;

medeoverheden:

provincies en gemeenten;

minister:

de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening;

woningmarktpartijen:

woningcorporaties, projectontwikkelaars, bouwbedrijven.

Artikel 2. Instelling en taak

  • 1. Er is een landelijke versnellingstafel woningbouw die als doel heeft om te zorgen dat sneller meer woningen worden gebouwd.

  • 2. De landelijke versnellingstafel jaagt de versnelling van de woningbouw aan door overheden, woningcorporaties en marktpartijen te ondersteunen bij:

    • a. het realiseren van de gemaakte bestuurlijke woningbouwafspraken in de woondealregio’s; en

    • b. het aandragen van mogelijke versnellingsopties en de aanpak daarvan.

  • 3. De landelijke versnellingstafel heeft de volgende kerntaken:

    • a. aanjagen van de voortgang van de bestuurlijke woningbouwafspraken in de woondealregio's;

    • b. interveniëren bij knelpunten die de voortgang van de bestuurlijke woningbouwafspraken in de woondealregio's belemmeren en het doorbreken van impasses;

    • c. stimuleren van samenwerking tussen partijen in de woondealregio’s en deze partijen adviseren over een aanpak en oplossingen die noodzakelijk zijn voor het tijdig realiseren van de gemaakte bestuurlijke woningbouwafspraken; en

    • d. het delen van kennis en het uitdragen van versnellingsmogelijkheden in het algemeen.

Artikel 3. Instellingsduur

  • 1. De landelijke versnellingstafel woningbouw wordt ingesteld voor de duur van drie jaar.

  • 2. Deze instellingsduur kan tweemaal met één jaar worden verlengd.

Artikel 4. Samenstelling en benoeming

  • 1. De landelijke versnellingstafel bestaat uit vijf leden, aangevuld met de voorzitters van de in het vierde lid genoemde door het Rijk ingestelde Taskforces ten behoeve van de versnelling van de woningbouw.

  • 2. De landelijke versnellingstafel vergadert periodiek met en onder voorzitterschap van de Directeur Generaal Volkshuisvesting en Bouwen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 3. Tot lid van de landelijke versnellingstafel worden door de minister benoemd:

    • a. Dhr. A. Th. (Bert) van Delden;

    • b. Mw. H.P. (Ellen) Masselink;

    • c. Mw. M.T. (Monique) van Haaf;

    • d. Dhr. H. (Hamit) Karakus;

    • e. Dhr. A.J.M. (Arjan) Schakenbos.

  • 4. Aan de vergaderingen van de landelijke versnellingstafel nemen tevens deel de voorzitters van de door het Rijk ingestelde Taskforces ten behoeve van de versnelling van de woningbouw, thans de Taskforce nieuwbouw woningcorporaties, de Taskforce versnelling tijdelijke huisvesting en de Taskforce wonen en zorg voor ouderen.

  • 5. Bij tussentijds vertrek van een lid kan de minister een ander lid benoemen.

  • 6. De leden kunnen op eigen verzoek of wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden worden geschorst en ontslagen door de minister.

Artikel 5. Vergoeding

  • 1. Aan de leden wordt, indien zij daarvan gebruik wensen te maken, en indien zij niet vallen onder de uitzondering van artikel 2, derde lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de toepasselijke salarisschaal wordt bepaald op het maximum van schaal 18 zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren bij een arbeidsduurfactor van 8/36.

  • 2. Aan de voorzitters van de door het Rijk ingestelde Taskforces ten behoeve van de versnelling van de woningbouw wordt, indien zij daarvan gebruik wensen te maken, en indien zij niet vallen onder de uitzondering van artikel 2, derde lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de toepasselijke salarisschaal wordt bepaald op het maximum van schaal 18 zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren bij een arbeidsduurfactor van 2/36.

Artikel 6. Secretariaat

De minister voorziet in het secretariaat van de landelijke versnellingstafel.

Artikel 7. Werkwijze

  • 1. De leden van de landelijke versnellingstafel zorgen ieder in één landsdeel voor de afstemming met de provinciale- en regionale versnellingstafels en woondealtafels. De leden kunnen elkaar bijstaan ten aanzien van sectorale problematiek door hun diversiteit in achtergronden.

  • 2. De landelijke versnellingstafel kan zich op onderdelen laten bijstaan door personen van zowel binnen als buiten de overheid, van wie de deskundige bijdrage van belang kan zijn voor het uitoefenen van de opdracht.

  • 3. De landelijke versnellingstafel stelt haar eigen werkwijze vast.

  • 4. De landelijke versnellingstafel rapporteert jaarlijks aan de Directeur Generaal Volkshuisvesting en Bouwen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de uitvoering van haar werkzaamheden.

Artikel 8. Kosten

  • 1. De kosten van de landelijke versnellingstafel worden, voor zover goedgekeurd, gefinancierd door de minister.

  • 2. Onder kosten worden in ieder geval verstaan:

    • a. de kosten voor de faciliteiten van vergaderingen en voor secretariële ondersteuning;

    • b. reiskosten; en

    • c. de kosten voor het inschakelen van externe deskundigheid en het laten verrichten van onderzoek.

Artikel 9. Informatieplicht

De landelijke versnellingstafel verstrekt desgevraagd aan de minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 10. Archivering

De landelijke versnellingstafel draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de Directie Woningbouw van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 20 april 2023.

Artikel 12. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit landelijke versnellingstafel woningbouw.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge

TOELICHTING

Algemeen

Er zijn onvoldoende woningen in Nederland en het aantal huishoudens neemt toe. Veel mensen kunnen daardoor geen woning vinden die past bij hun wensen en portemonnee en komen hierdoor in de knel of worden beperkt in een volgende stap in hun leven. Een snelle groei van het aantal woningen is noodzakelijk.

Het Programma Woningbouw beschrijft de aanpak om de woningbouw te versnellen met als doel de realisatie van 900.000 woningen tot en met 2030. Het streven is dat ten minste twee derde van de nieuwbouwwoningen betaalbare huur- en koopwoningen zijn. Het Programma Woningbouw is één van de zes programma’s binnen de Nationale Woon- en Bouwagenda. Eén van de acties uit het Programma Woningbouw betreft het oprichten van een landelijke versnellingstafel. De landelijke versnellingstafel heeft als doel te helpen bij het doorbreken van knelpunten die de bouw van woningen in de weg staan. Zowel medeoverheden als woningmarktpartijen kunnen belemmeringen in projecten melden.

Artikelsgewijs

Artikel 2

Om de woningbouw te versnellen en de doelen uit het Programma Woningbouw te realiseren, is meer regie op de woningbouw noodzakelijk. Hiervoor maakt het Rijk met medeoverheden bestuurlijke afspraken over het aantal te bouwen woningen, het aandeel betaalbaar en de doelgroepen waarvoor wordt gebouwd. De landelijke versnellingstafel wordt benut voor het realiseren van de gemaakte bestuurlijke woningbouwafspraken in de woondealregio’s en het aandragen van mogelijke versnellingsopties en de aanpak daarvan.

De landelijke versnellingstafel heeft de volgende kerntaken:

Sub a) Aanjagen van de voortgang van bestuurlijke woningbouwafspraken

Om de woningbouw te versnellen en de doelen uit het Programma Woningbouw te realiseren, is meer regie op de woningbouw noodzakelijk. Eind 2022 en begin 2023 hebben het Rijk en medeoverheden bestuurlijke woningbouwafspraken gemaakt en woondeals gesloten over het aantal te bouwen woningen, het aandeel betaalbaar en de doelgroepen waarvoor wordt gebouwd. De landelijke versnellingstafel wordt benut voor reflectie op de voortgang van de woningbouwafspraken en woondeals en nadere duiding van de achterliggende oorzaken van vertraging, wanneer deze optreedt of dreigt te ontstaan. De landelijke versnellingstafel ondersteunt en draagt oplossingen aan wanneer de realisatie van de gewenste aantallen woningen buiten beeld raakt.

Sub b) Interveniëren bij knelpunten en het doorbreken van impasses

De leden van de landelijke versnellingstafel helpen bij het doorbreken van impasses bij de realisatie van woningbouw. Knelpunten die op meerdere plekken spelen of die om een landelijke oplossing vragen kunnen worden besproken aan de landelijke versnellingstafel. Bij hun werk kunnen de leden taken verdelen. Zo zorgen de leden ieder in één landsdeel voor de afstemming met de provinciale- en regionale versnellingstafels en woondealtafels. Een landsdeel betreft een nader te bepalen groepering van een aantal provincies. De leden overleggen regelmatig met de voorzitters van de regionale versnellingstafels. Waar nodig bieden de leden van de landelijke versnellingstafel versterking bij knelpunten die op het regionale schaalniveau onvoldoende (kunnen) worden opgelost.

Sub c) Stimuleren van samenwerking en adviseren over gezamenlijke aanpak

Om de woningbouwafspraken uit de woondeals te kunnen realiseren, zullen overheden, woningcorporaties en marktpartijen met elkaar moeten samenwerken. De hoge woningaantallen die gerealiseerd moeten worden en de beperkte capaciteit die bij deze partijen aanwezig is, maakt samenwerking essentieel voor een tijdige realisatie. De leden van de landelijke versnellingstafel stimuleren een goede verbinding tussen deze partijen. Ook adviseren zij deze partijen hoe zij tot een gezamenlijke aanpak en oplossingen kunnen komen bij knelpunten bij de realisatie van de woningbouwopgave conform de gemaakte bestuurlijke afspraken.

Sub d) Kennisdeling en uitdragen van versnellingsmogelijkheden

De landelijke versnellingstafel zorgt dat kennis over de aanpak van knelpunten die relevant is voor meerdere projecten, wordt gedeeld. Daarnaast dragen de leden van de landelijke versnellingstafel actief bij aan het creëren en uitdragen van versnellingsmogelijkheden die in het algemeen kunnen helpen om de woningbouw te versnellen.

Artikel 4

De landelijke versnellingstafel vergadert periodiek met en onder voorzitterschap van de Directeur Generaal Volkshuisvesting en Bouwen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In deze vergaderingen worden de bevindingen besproken van de leden van de landelijke versnellingstafel ten aanzien van de voortgang van de realisatie van de woningbouwopgave en de knelpunten die zij hebben gesignaleerd. Ook een aanpak of werkwijze voor generieke knelpunten wordt aan deze tafel besproken. De vergaderingen worden geleid door de Directeur Generaal Volkshuisvesting en Bouwen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vanuit zijn rol als zorgdrager voor het beleid rondom en de realisatie van de woningbouwopgave. Vanuit die hoedanigheid bekleedt de Directeur Generaal Volkshuisvesting en Bouwen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in de vergaderingen een andere rol dan de leden van de landelijke versnellingstafel. In dat kader wordt de Directeur Generaal Volkshuisvesting en Bouwen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ook niet aangemerkt als lid van de landelijke versnellingstafel.

Artikel 7

De leden van de landelijke versnellingstafel houden onder andere vinger aan de pols bij de voortgang van de woningbouwafspraken in hun landsdeel en onderhouden nauwe contacten met de betrokken organisaties en gremia, waaronder in ieder geval:

  • de provinciale- en regionale versnellingstafels. Aan deze tafel bespreken medeoverheden, marktpartijen en corporaties de voortgang van de realisatie van woningbouwprojecten. Concrete knelpunten worden nader verdiept en gezamenlijk wordt naar oplossingen gezocht; en

  • de provinciale- en regionale woondealtafels. Dit betreft een bestuurlijk overleg tussen overheden. Andere partijen schuiven op uitnodiging aan, zoals corporaties. In deze overleggen staat de voortgang van de afspraken in de woondeals centraal. Dit omvat ook de voortgang in de woningbouwproductie en de ontwikkeling van de locaties. Signalen uit de versnellingstafels worden meegenomen in de besluitvorming.

De landelijke versnellingstafel kan zich op onderdelen laten bijstaan door personen van zowel binnen als buiten de overheid, van wie de deskundige bijdrage van belang kan zijn voor het uitoefenen van de opdracht. Hiervoor kan in ieder geval gebruikgemaakt worden van het expertteam woningbouw. Ook de provincies en gemeenten kunnen voor vragen en belemmeringen in lokale projecten het expertteam woningbouw inschakelen.

Artikel 11

De inwerkingtreding van dit besluit werkt terug tot 20 april 2023. Dit betreft de dag na de bijeenkomst waarin de leden van de landelijke versnellingstafel hun opdrachtbeschrijving en de verdeling van de landsdelen hebben besproken. Vanaf deze datum voeren de leden werkzaamheden uit in het kader van de landelijke versnellingstafel.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge

Naar boven