Omzetbelasting. Sociaal-culturele vrijstelling. Aangewezen instellingen die winst beogen

Directoraat-generaal Belastingdienst/Corporate Dienst Vaktechniek

Besluit van 19 april 2023, nr. 2023-9003

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Het arrest van de Hoge Raad van 14 april 2023 (ECLI:NL:HR:2023:460) geeft aanleiding om vooralsnog een goedkeuring te treffen voor instellingen waarvoor in de Algemene aantekening behorend bij Bijlage B van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 is bepaald dat die winst mogen beogen.

1. Toepassing sociaal-culturele vrijstelling door winst beogende instellingen

In artikel 11, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de omzetbelasting 1968 is een vrijstelling opgenomen voor bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen leveringen en diensten van sociale of culturele aard. Daarbij gelden als voorwaarden dat de ondernemer geen winst beoogt en geen verstoring van de concurrentieverhoudingen optreedt ten opzichte van ondernemers die winst beogen. De vrijstelling is nader uitgewerkt in artikel 7, eerste lid, en Bijlage B van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968. In de derde alinea van de Algemene aantekening van die bijlage is bepaald dat voor bepaalde instellingen de voorwaarde dat geen winst wordt beoogd, niet geldt.

De Hoge Raad heeft in het arrest van 14 april 2023 echter geoordeeld dat deze bepaling van de Algemene aantekening onverbindend is en buiten toepassing dient te blijven.1 Gevolg is dat instellingen die winst beogen zijn uitgesloten van de vrijstelling. Het arrest geeft aanleiding om te bezien of de Wet op de omzetbelasting 1968 kan worden aangepast om de vrijstelling voor leveringen en diensten van sociale en culturele aard te handhaven voor winstbeogende instellingen als bedoeld in de Algemene aantekening, derde alinea.

Om deze reden keur ik goed om de in de Algemene aantekening, derde alinea, opgenomen uitzondering voor winstbeogende instellingen vooralsnog te handhaven voor de daarin aangewezen instellingen.

Goedkeuring

Ik keur goed dat de in de Algemene aantekening, derde alinea, van Bijlage B bij het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 opgenomen uitzondering voor winst beogen vooralsnog wordt gehandhaafd voor de daarin aangewezen instellingen.

Op het verleden wordt niet teruggekomen als voor de toepassing van de vrijstelling is gehandeld met inachtneming van het bepaalde in de derde alinea van de Algemene aantekening van Bijlage B bij het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 inzake het winst beogen.

2. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 19 april 2023

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, H.G. Roodbeen Hoofddirecteur Fiscale en Juridische Zaken


X Noot
1

Hoge Raad 14 april 2023, nr. 20/02590, ECLI:NL:HR:2023:460

Naar boven