Regeling van de Minister voor Klimaat en Energie van 19 april 2023, nr. WJZ/ 26331633, tot wijziging van de Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong in verband met de assurancerapportage van een externe accountant voor producenten die met biomassa hernieuwbare energie produceren en de aanpassing van tarieven

De Minister voor Klimaat en Energie,

Gelet op de artikelen 77 van de Elektriciteitswet 1998, 66l van de Gaswet, 29 van de Warmtewet en artikel 7 van de Wet implementatie EU-richtlijn hernieuwbare energie voor garanties van oorsprong;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt na ‘overlegt een producent aan de minister’ ingevoegd ‘een door de producent opgestelde beheersverklaring die betrekking heeft op dat kalenderjaar of’.

2. In het derde lid wordt in de aanhef voor ‘het assurancerapport blijkt’ ingevoegd ‘de beheersverklaring of uit’.

3. In het derde lid vervalt onderdeel c, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel b door een punt.

4. Het vierde lid vervalt onder vernummering van het vijfde lid tot het vierde lid.

5. In het vierde lid (nieuw) wordt voor ‘het assurancerapport’ ingevoegd ‘de beheersverklaring of uit’.

6. Er worden zeven leden toegevoegd, luidende:

  • 5. De door de producent opgestelde beheersverklaring, bedoeld in het tweede lid, wordt ingediend met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld formulier.

  • 6. Indien de gegevens, bedoeld in het derde lid, onwaarschijnlijk zijn, kan de minister aanvullende informatie vragen.

  • 7. Indien uit de aanvullende informatie blijkt dat de gegevens, bedoeld in het derde lid, onwaarschijnlijk zijn of als de producent de aanvullende informatie niet binnen vier weken aanlevert, wordt de energie aangemerkt als niet-duurzaam.

  • 8. In afwijking van het zevende lid kan de minister op verzoek van een producent de in dat lid genoemde termijn verlengen indien de producent aantoont dat het onmogelijk is om aan deze termijn te voldoen.

  • 9. De minister kan door een van de producent onafhankelijke materiedeskundige een aanvullend onderzoek laten uitvoeren naar de juistheid en betrouwbaarheid van de door de producent aangeleverde informatie.

  • 10. De minister bepaalt het tijdstip waarop het aanvullende onderzoek wordt uitgevoerd en deelt dit tijdig aan de producent mee.

  • 11. Indien geen aanvullend onderzoek wordt uitgevoerd op het door de minister bepaalde tijdstip, dan wel indien uit het aanvullende onderzoek blijkt dat de biomassa niet aangemerkt kan worden als naar haar aard zuivere biomassa of naar zijn aard zuiver biogas, wordt de energie, opgewekt in het kalenderjaar waarin het aanvullende onderzoek wordt uitgevoerd, aangemerkt als niet-duurzaam.

B

Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt als volgt te luiden:

  • 1. De minister corrigeert het ten gevolge van een afwijking ontstane verschil door garanties van oorsprong of certificaten van oorsprong bij te boeken of af te boeken van de desbetreffende rekening nadat energie is aangemerkt als niet duurzaam overeenkomstig artikel 17, zevende of elfde lid, of indien de overeenkomstig artikel 11, vierde lid, meegedeelde percentages afwijken van:

    • a. de percentages die blijken uit het meetrapport, bedoeld in artikel 10;

    • b. de percentages die blijken uit de beheersverklaring of het assurancerapport, bedoeld in artikel 17, tweede lid.

2. In het tweede lid en het derde lid wordt ‘of het assurancerapport’ telkens vervangen door ‘, de beheersverklaring of het assurancerapport’.

3. In het derde lid wordt ‘de vereisten, bedoeld in de artikelen 11, 12 of 17’ vervangen door ‘de vereisten, bedoeld in de artikelen 10, 12 of 17’.

C

Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid vervalt ‘of voor garanties van oorsprong voor ander gas uit hernieuwbare bronnen’.

2. Onder vernummering van het vijfde lid tot het zesde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 5. De tarieven voor 2023 voor garanties van oorsprong voor ander gas uit hernieuwbare energiebronnen bedragen voor:

    • a. aanmaken, per garantie van oorsprong: € 0,520;

    • b. afboeken, per garantie van oorsprong: € 0,085;

    • c. overboeken, met uitzondering van het overboeken naar de rekening van de Nederlandse Emissieautoriteit, per garantie van oorsprong: € 0,093;

    • d. import, per garantie van oorsprong: € 0,139;

    • e. export, per garantie van oorsprong: € 0,139;

    • f. lidmaatschap voor producenten, per jaar: € 946,00;

    • g. lidmaatschap voor handelaren, per jaar: € 4.203,00.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I, onderdeel A, subonderdeel 6, leden 9 tot en met 11, en onderdeel C, dat in werking treedt met ingang van 1 juli 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 19 april 2023

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Aanleiding

Garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong zijn het uitsluitende bewijs voor de productie van hernieuwbare energie of niet-hernieuwbare elektriciteit. Voor de uitgifte van garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong is het belangrijk dat de gebruikte gegevens betrouwbaar zijn. In artikel 17 van de Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong (hierna: de regeling) worden daarom eisen gesteld aan verschillende producenten die biomassa gebruiken voor de productie van hernieuwbare energie. Op basis van artikel 17, tweede lid, waren producenten ervoor verantwoordelijk dat zij uiterlijk vier maanden na afloop van het kalenderjaar een assurancerapport van een externe accountant overleggen. De werkgroep Controleprotocollen (COPRO) van de Nederlandse Beroepsgroep voor Accountants (NBA) heeft recent gekeken naar de uitvoerbaarheid van deze controle en de protocollen die hiervoor bestonden. COPRO kwam daarbij onder andere tot de conclusie dat een andere ketenpartner of externe deskundige beter in staat is de gevraagde aspecten te verifiëren c.q. andere (gecertificeerde) organisaties deze informatie al genereren waardoor de toegevoegde waarde van de werkzaamheden van de accountant zeer beperkt is. Ook in het in 2021 in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat uitgevoerde onderzoek ‘Effectieve controle op biomassa voor de productie van hernieuwbare energie’ van Berenschot wordt geadviseerd om de controletaak te heroverwegen. Deze wijzigingsregeling strekt er toe de zekerheid over de betrouwbaarheid van de gegevens te blijven waarborgen door de producenten de mogelijkheid te bieden om de verplichte assurance-rapportage van een externe accountant te vervangen door een eigen beheersverklaring.

2. Vervangend systeem

Met deze wijzigingsregeling wordt de mogelijkheid opgenomen dat de producent in plaats van een assurancerapport opgesteld door een externe accountant een eigen beheersverklaring kan indienen over de in een kalenderjaar in de productie-installatie verwerkte brandstoffen. Specifiek voor de controle over het kalenderjaar 2022 geldt dat zowel het overleggen van een assurancerapportage van een externe accountant als het overleggen van een eigen beheersverklaring voldoende is om aan de verplichtingen van artikel 17 te voldoen. In de keten wordt geborgd dat met het overleggen van een eigen beheersverklaring door de producenten ten minste hetzelfde niveau van betrouwbaarheid van de gegevens is geborgd. De gegevens worden ontvangen door VertiCer B.V. (hierna: VertiCer), die door de Minister voor Klimaat en Energie (hierna: minister) is gemandateerd voor de uitvoering van het systeem van garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong. In dat kader controleert VertiCer de gegevens en zal waar nodig vragen stellen of om extra informatie vragen. VertiCer zal via haar communicatiekanalen met producenten modellen ter beschikking stellen, zodat de data op een eensluidende en eenvoudige manier gedeeld kan worden. Doordat alle data zo overzichtelijk bij één partij samenkomt, kan de controle meer effectief worden vormgegeven.

De controle wordt met deze wijzigingsregeling uitgebreid met de mogelijkheid voor de minister om een aanvullend onderzoek te laten uitvoeren naar de ingezette biomassa door een van de producent onafhankelijke materiedeskundige. Hierbij kan bijvoorbeeld aan de hand van bemonstering worden vastgesteld of het materiaal waaruit de hernieuwbare energie wordt opgewekt, is aan te merken als naar haar aard zuivere biomassa en wat de aard en de verhouding van de in de installatie verwerkte brandstoffen zijn. VertiCer kan daarbij het tijdstip waarop het aanvullende onderzoek wordt uitgevoerd bepalen en deelt dit tijdig aan de producent mee. Als VertiCer op basis van haar controlemogelijkheden niet kan vaststellen dat de ingezette biomassa hernieuwbaar is, dan moet zij ervan uitgaan dat deze niet-hernieuwbaar is. VertiCer zal voor deze niet-hernieuwbare energieproductie geen garanties van oorsprong voor hernieuwbare energie uitgeven.

3. Aanpassing tarieven ander gas uit hernieuwbare bronnen

De tarieven voor ander gas uit hernieuwbare bronnen zijn eerder in 2023 abusievelijk verlaagd (Stcrt. 2022, 33786). Beoogd was om alleen de tarieven voor de productie van gas uit hernieuwbare bronnen te verlagen. Dit wordt met deze regeling gecorrigeerd. De tarieven voor ander gas uit hernieuwbare bronnen zijn nu gebaseerd op de tarieven in 2022, verhoogd met een extra correctie van 2% extra. Er zijn tot op heden geen productie-installaties voor de productie van ander gas uit hernieuwbare bronnen bij VertiCer ingeschreven, waardoor er geen sprake is van een ongelijke behandeling tussen verschillende partijen.

4. Regeldruk

De wijzigingsregeling wijzigt de systematiek van de jaarlijkse controle op de inzet van biomassa en de productie van elektriciteit met verschillende typen niet-hernieuwbare brandstoffen. Het gaat hierbij om ca. 300 producenten. Deze producenten moesten tot nu toe een assurancerapport van een externe accountant opleveren. Een accountant had hier gemiddeld 10 uur voor nodig. Bij een uurtarief van € 150 per uur zijn de totale kosten hiervan € 1.500 per producent en in totaal € 450.000.

Producenten moesten in het kader van het assurancerapport reeds hun administratie voorbereiden en een overzicht van de ingezette biomassa of de niet-hernieuwbare brandstoffen aanleggen. Aanvullend wordt hen nu gevraagd om een eigen beheersverklaring in te vullen in een vaststaand format. Verwacht wordt dat zij hier twee uur extra voor nodig hebben. Bij een uurtarief van € 60 is dit € 120 euro per producent of € 36.000 in totaal.

Ingevolge de wijzigingsregeling wordt ook de mogelijkheid voor een aanvullend onderzoek door een materiedeskundige opgenomen. Hoewel er geen regels worden opgenomen over het aantal aanvullende onderzoeken, wordt er in deze berekening vanuit gegaan dat elke jaar twintig producenten worden gecontroleerd. Verwacht wordt dat het aanvullende onderzoek vier uur voor de producent (uurtarief € 60) en acht uur voor de uitvoering door een materiedeskundige (uurtarief € 120) kost. Per aanvullend onderzoek zijn de kosten dan € 1.200. Bij 20 aanvullende onderzoeken per jaar zijn de totale kosten € 24.000.

Hoewel de wijzigingsregeling voorziet in de mogelijkheid om zowel een assurancerapport als een eigen beheersverklaring in te leveren, wordt voor deze berekening verondersteld dat producent vanwege de lagere kosten voor een eigen beheersverklaring kiezen.

De regeldruk in verband met de tarieven voor producenten van ander gas is eerder bezien bij de introductie van deze vorm van garanties van oorsprong (Stcr. 25 998). De tarieven die met deze wijzigingsregeling worden vastgesteld zijn overeenkomstig de tarieven in die regeling en hierbij is geen sprake van additionele regeldruk.

De totale vermindering van de administratie lasten zijn € 390.000.

Het Adviescollege Toetsing Regeldruk adviseert om de eigen beheersverklaring zodanig vorm te geven dat producenten alleen inzicht hoeven te geven in de verhouding tussen hernieuwbare en niet-hernieuwbare grondstoffen die zij hebben gebruikt. Dit advies is niet overgenomen, omdat de benodigde informatie voor het stroometiket op basis van artikelen 95j tot en met 95l van de Elektriciteitswet 1998 en de nadere uitwerking in de Regeling afnemers en monitoring Elektriciteitswet 1998 en Gaswet dan niet beschikbaar is. De regelgeving verlangt dat de verschillende niet-hernieuwbare bronnen onderscheidbaar zijn in het etiket (bijvoorbeeld kolen, aardgas, ruwe olie, etc.).

5. Inwerkingtreding

Deze wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I, onderdeel A, subonderdeel 6, leden 9 tot en met 11, en onderdeel C, dat in werking treedt met ingang van 1 juli 2023.

Deze wijzigingsregeling treedt deels in werking op het vaste verandermoment 1 juli 2023. De termijn tussen de publicatiedatum en het tijdstip van inwerkingtreding betreft voor dit deel van de wijziging minimaal twee maanden, zodat degenen tot wie de regeling zich richt, de tijd krijgen om zich hierop voor te bereiden.

Met de bekendmaking en inwerkingtreding wordt deels afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden voordien worden bekendgemaakt. Doordat het hier gaat om een wijziging die in het belang is van de producenten, is gelet op aanwijzing 4.17, vijfde lid, onderdeel c, van de Aanwijzingen voor de regelgeving afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten gerechtvaardigd.

II. Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A (artikel 17)

Met de wijziging van dit artikel wordt de mogelijkheid opgenomen dat de producent in plaats van een assurancerapport opgesteld door een externe accountant ook een door de producent opgestelde beheersverklaring in kan dienen.

Naast de toevoeging van de beheersverklaring in het artikel, worden zeven leden toegevoegd. In het nieuwe vijfde lid is geregeld dat de beheersverklaring wordt ingediend met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld formulier. VertiCer zal deze formulieren ter beschikking stellen aan producenten. In het zesde tot en met het achtste lid is de mogelijkheid opgenomen voor de minister om om aanvullende informatie te vragen. In het negende tot en met het elfde lid zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot de bevoegdheid van de minister om door een van de producent onafhankelijke materiedeskundige een aanvullend onderzoek te laten uitvoeren naar de juistheid en betrouwbaarheid van de door de producent aangeleverde informatie.

Onderdeel B (artikel 28)

Er kunnen redenen zijn om het aantal garanties van oorsprong te corrigeren. Indien bijvoorbeeld uit het assurancerapport blijkt dat er een verschil is tussen de door de producent opgegeven percentages en de door de accountant geconstateerde percentages, wordt dit verschil gecompenseerd. Omdat voor die hoeveelheid energie in de praktijk meestal al (teveel of te weinig) garanties van oorsprong zijn toegekend, wordt in de daarop volgende periode gecompenseerd door de desbetreffende hoeveelheid ten onrechte verkregen of niet verkregen garanties van oorsprong af te boeken van respectievelijk bij te boeken op de rekening van de producent. Afboeking van garanties van oorsprong komt in de praktijk neer op het invoeren van negatieve meetwaarden totdat het negatieve verschil volledig gecompenseerd is. De bij- of afboeking wordt geregeld in artikel 28 van de regeling. Met deze wijziging van artikel 28 is nu ook geregeld dat de minister de desbetreffende rekening corrigeert wanneer overeenkomstig het (gewijzigde) artikel 17 van de regeling energie moet worden aangemerkt als niet duurzaam.

Onderdeel C (artikel 29)

De tarieven dienen ter dekking van de kosten die gepaard gaan met betrekking tot de garanties van oorsprong. Zoals toegelicht in het algemeen deel van de toelichting zijn de tarieven voor ander gas uit hernieuwbare bronnen eerder dit jaar abusievelijk verlaagd. Met onderhavige wijziging wordt een nieuw lid toegevoegd met de tarieven voor ander gas uit hernieuwbare bronnen.

Artikel II

Artikel II regelt de inwerkingtreding van onderhavige wijziging van de Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong.

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

Naar boven