Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 18 april 2023, nummer WBV 2023/9, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf C7/14 Vreemdelingencirculaire 2000 is gewijzigd en komt te luiden:

14. Het asielbeleid ten aanzien van Ethiopië

14.1. Besluitmoratorium

Geen bijzonderheden.

14.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

Geen bijzonderheden.

14.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

14.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

Geen bijzonderheden.

14.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

De IND merkt voor Ethiopië uitsluitend de volgende groepen aan als risicogroep:

  • journalisten die kritiek uiten op de autoriteiten;

  • oppositieleden, academici en activisten die significante kritiek uiten op de autoriteiten; en

  • vreemdelingen die (vermeend) lid of aanhanger zijn van OLF-Shene (OLA).

Met het oog op de vraag of sprake is van significante kritiek, beoordeelt de IND in samenhang de aard en inhoud van de kritiek, het bereik van de kritiek en de impact van de kritiek. Hoe meer uitgesproken de kritiek en hoe groter het bereik of de impact van de kritiek, hoe eerder zal worden aangenomen dat sprake is van significante kritiek.

14.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

Geen bijzonderheden.

14.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

14.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

14.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

14.5. Bescherming

14.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

De IND neemt in ieder geval voor de volgende categorieën aan dat het niet mogelijk is de bescherming van de autoriteiten en/of internationale organisaties te verkrijgen:

  • LHBTI; en

  • meisjes en vrouwen die vrezen het slachtoffer te worden van genitale verminking.

Verder neemt de IND aan dat de vreemdeling die, voorafgaande aan het vertrek uit Ethiopië, zijn normale woon- of verblijfplaats buiten Addis Abeba had, geen bescherming van de autoriteiten en/of internationale organisaties kan verkrijgen. Dit is mogelijk alleen anders als uit individuele omstandigheden blijkt dat het voor de vreemdeling wel mogelijk is om de bescherming van de autoriteiten te verkrijgen en de actor van vervolging niet de overheid zelf is.

14.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

De IND toetst conform paragraaf C2/3.4 Vc of gelet op de individuele omstandigheden een binnenlands beschermingsalternatief in Addis Abeba kan worden tegengeworpen.

14.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

Voor Ethiopië geldt in zijn algemeenheid dat:

  • algemene opvangvoorzieningen niet beschikbaar en/of toereikend zijn; en

  • de autoriteiten geen zorg dragen voor de opvang.

Ondanks voornoemd uitgangspunt kan in een voorkomend geval – na onderzoek – worden vastgesteld dat adequate opvang beschikbaar is en kan worden gerealiseerd.

14.7. Vertrekmoratorium

Geen bijzonderheden.

14.8. Bijzonderheden

Geen bijzonderheden.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 18 april 2023

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, A.W.H. Bertram directeur-generaal Migratie

TOELICHTING

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft per brief van 18 april 2023 aan de Tweede Kamer meegedeeld dat hij op grond van het ambtsbericht van de Minister van Buitenlandse Zaken van 30 november 2022 over de situatie in Ethiopië heeft besloten om wijzigingen door te voeren in het asielbeleid met betrekking tot Ethiopië. In de onderliggende beslisnota zijn de beleidskeuzes nader toegelicht.

De staatssecretaris heeft als risicogroepen aangewezen:

  • journalisten die kritiek uiten op de autoriteiten;

  • oppositieleden, academici en activisten die significante kritiek uiten op de autoriteiten; en

  • vreemdelingen die (vermeend) lid of aanhanger zijn van OLF-Shene (OLA).

Het verschil in de aanwijzing als risicogroep tussen journalisten aan de ene kant en oppositieleden, academici en activisten aan de andere kant is gelegen in de zwaardere repressie van journalisten. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar bovengenoemde brief aan de Tweede Kamer en de bijgevoegde beslisnota.

De vreemdeling die (vermeend) lid is van het OLF wordt niet langer aangemerkt als risicogroep. Het OLF is nu erkend als een officiële politieke partij en is door de Ethiopische autoriteiten geschrapt van haar lijst van aangewezen terroristische organisaties. De vreemdeling die lid is van de gewapende tak OLF-Shene (OLA) blijft aangewezen als risicogroep, omdat deze organisatie nog wel op de lijst van terroristische organisaties staat.

Ten opzichte van het eerder geldende beleid voor Ethiopië zijn vreemdelingen die behoren tot de groep etnisch Tigreeërs niet langer aangewezen als risicogroep. Vrouwen die behoren tot de groep etnisch Tigreeërs zijn niet langer aangewezen als kwetsbare minderheidsgroep. Hieraan heeft de staatssecretaris ten grondslag gelegd dat uit de geraadpleegde bronnen is gebleken dat de veiligheidssituatie voor etnisch Tigreeërs is verbeterd.

De staatssecretaris heeft besloten dat het in ieder geval voor LHBTI en meisjes en vrouwen die vrezen het slachtoffer te worden van genitale verminking niet mogelijk is om de bescherming van de autoriteiten en/of internationale organisaties te verkrijgen in heel Ethiopië.

Verder heeft de staatssecretaris besloten dat het voor Ethiopische vreemdelingen met een gegronde vrees voor vervolging of ernstige schade niet mogelijk is de bescherming van de autoriteiten te verkrijgen indien zij, voorafgaande aan het vertrek uit Ethiopië, hun normale woon- of verblijfplaats buiten Addis Abeba hadden. Tenzij uit de individuele omstandigheden van het geval blijkt dat het voor een persoon wel mogelijk is om de bescherming van de autoriteiten te verkrijgen en de actor van vervolging niet de overheid zelf is.

Voor wat betreft de toepassing van het binnenlands beschermingsalternatief heeft de staatssecretaris besloten het beleid te wijzigen en op te nemen dat de IND conform paragraaf C2/3.4 Vc in iedere zaak toetst of gelet op de individuele omstandigheden een binnenlands beschermingsalternatief in Addis Abeba kan worden tegengeworpen.

Paragraaf C7/14 Vc is hierop aangepast.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, A.W.H. Bertram directeur-generaal Migratie

Naar boven