De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op artikel 14, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;
Besluit:
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
- CAO Rijk:
-
laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst die is gesloten voor de ambtenaren
die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn.
Artikel 2
De voorzitter van de Kiesraad ontvangt een vaste vergoeding, waarbij de salarisschaal
wordt vastgesteld op schaal 18 zoals overeengekomen in de CAO Rijk en de arbeidsduurfactor
op 0,34. De voorzitter ontvangt tevens een vergoeding van reis- en verblijfskosten
zoals overeengekomen in de CAO Rijk.
Artikel 3
De overige leden van de Kiesraad ontvangen een vaste vergoeding, waarbij de salarisschaal
wordt vastgesteld op schaal 18 zoals overeengekomen in de CAO Rijk en de arbeidsduurfactor
op 0,17. De overige leden ontvangen tevens een vergoeding van reis- en verblijfskosten
zoals overeengekomen in de CAO Rijk.
Artikel 4
Het Besluit vergoeding leden Kiesraad wordt ingetrokken.
Artikel 5
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2023.
Artikel 6
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vergoeding leden Kiesraad.
TOELICHTING
Algemeen
De Kiesraad maakt momenteel een transitie door en zal een grotere rol in het verkiezingsproces
gaan vervullen om de kwaliteit hiervan te bevorderen en bewaken. Deze transitie brengt
een verandering in werkwijze en werklast met zich mee, met als gevolg dat de huidige
vergoedingssystematiek voor de leden van de Kiesraad niet langer voldoet. Met deze
regeling wordt daarom de vergoeding van de leden van de Kiesraad opnieuw vastgesteld
en vervalt het Besluit vergoeding leden Kiesraad (hierna: het Besluit).
De nieuwe werkwijze is per 1 januari 2023 gestart en heeft tot gevolg dat de kiesraadleden
voortaan vaker bijeenkomen en intensiever samenwerken in commissies. Voorheen ontving
de voorzitter een vaste vergoeding waarbij de salarisschaal werd vastgesteld op schaal
18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 en de
arbeidsduurfactor op 0,3. De overige leden van de Kiesraad ontvingen een vergoeding
per vergadering van 3% van het maximum van dezelfde salarisschaal 18. Omdat er een
groter beroep wordt gedaan op de leden buiten de vergaderingen, wordt de vergoedingensystematiek
aangepast. Het werken in commissies vergt namelijk een andere tijdsinzet van de leden,
die neerkomt op gemiddeld 6 uur per week (0,17 FTE). De voorzitter kent daarnaast
ook een grotere tijdsbesteding gelet op de aard van diens werkzaamheden en het optreden
als diensthoofd en boegbeeld van de Kiesraad. De inschatting van wekelijkse werkzaamheden
voor de voorzitter bedraagt daarom in totaal 12 uur per week (0,34 FTE). Ten slotte
komt de afzonderlijke vergoeding voor het bijwonen van de met het transitietraject
van de Kiesraad samenhangende stuurgroep- en werkgroepvergaderingen en overige bijeenkomsten
te vervallen, nu de vaste vergoeding betrekking heeft op alle werkzaamheden van de
leden.
Voorts is de regeling van de vergoeding van de leden van de Kiesraad op twee punten
geactualiseerd. In de eerste plaats is de grondslag van deze regeling uitsluitend
artikel 14, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en niet meer
mede artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, zoals voor het
Besluit het geval was. De Kiesraad is immers een zelfstandig bestuursorgaan, en niet
hoofdzakelijk een adviescollege. Daarom is uitsluitend artikel 14 van de Kaderwet
zelfstandige bestuursorganen de grondslag voor deze regeling. Bovendien werd in het
Besluit voor de hoogte van de vergoeding ten onrechte (nog steeds) verwezen naar het
Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, aangezien die regeling per 1 januari
2020 is komen te vervallen en is vervangen door de CAO Rijk. Voorgesteld wordt om
ook deze twee punten te corrigeren.
Artikelsgewijs
Artikel 1
Dit artikel bevat de begripsomschrijving van de CAO Rijk. In de regeling wordt voor
de hoogte van de vergoeding voor de voorzitter en overige leden van de Kiesraad aangesloten
bij de salarisschalen die zijn overeengekomen bij de CAO Rijk.
Artikelen 2 en 3
Met deze artikelen wordt de vaste vergoeding voor de voorzitter en de overige leden
van de Kiesraad vastgesteld op schaal 18 zoals overeengekomen bij de CAO Rijk. De
arbeidsduurfactor voor de voorzitter wordt, gelet op de gemiddelde tijdbesteding per
maand, vastgesteld op 0,34 FTE. Voor de overige leden van de Kiesraad komt de arbeidsduurfactor
neer op 0,17 FTE. Daarnaast wordt met deze artikelen geregeld dat de voorzitter en
de overige leden van de Kiesraad een vergoeding van reis- en verblijfskosten ontvangen.
Eerder werd in het Besluit hiervoor verwezen naar artikel 2, tweede lid, van de Wet
vergoedingen adviescolleges en commissies. Zoals reeds toegelicht is de Wet vergoedingen
adviescollege en commissies niet van toepassing op de leden van de Kiesraad, zodat
de vergoeding van reis- en verblijfskosten in de onderhavige regeling moet worden
vastgelegd.
Artikel 4
Dit artikel regelt de intrekking van het Besluit vergoeding leden Kiesraad. De onderhavige
regeling vervangt dit Besluit.
Artikel 5
De taakuitbreiding van de Kiesraad heeft een verandering in de werkwijze voor de voorzitter
en de overige leden tot gevolg. Deze nieuwe werkwijze is per 1 januari 2023 gestart.
Gelet hierop treedt de ministeriële regeling de dag na publicatie in de Staatscourant
in werking met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot