Regeling van de Minister van Financiën van 8 december 2022 (2022-0000284667) houdende wijziging van het Organisatiebesluit Ministerie van Financiën 2020 in verband met diverse organisatorische wijzigingen

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie, bedrijfsvoering en informatiesystemen rijksdienst en artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Organisatiebesluit Ministerie van Financiën 2020 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5 komt als volgt te luiden:

Artikel 5. Plaatsvervangend secretaris-generaal

  • 1. De plaatsvervangend secretaris-generaal (de pSG) is verantwoordelijk voor:

    • a. de integrale ontwikkeling en realisering van de strategische doelstellingen op bedrijfsvoeringgebied voor het kernministerie en de Belastingdienst;

    • b. de afstemming van de bedrijfsvoering op het primaire proces van het kernministerie;

    • c. het categoriemanagement van de categorieën die ressorteren onder het kernministerie.

  • 2. De pSG is door middel van kaderstelling verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van de Belastingdienst en van de volgende onderdelen die rechtstreeks onder de SG vallen:

    • a. de directie Financieel-Economische Zaken;

    • b. de directie Algemene Financiële en Economische Politiek.

  • 3. De pSG is verantwoordelijk voor de volgende onderdelen binnen het cluster SG:

    • a. de directie Bedrijfsvoering;

    • b. het BVA-office;

    • c. de directie Juridische Zaken;

    • d. de directie Bestuursondersteuning en Advies;

    • e. de directie Communicatie;

    • f. de (tijdelijke) programmadirectie Informatie op Orde.

  • 4. De pSG is tevens verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van de volgende onderdelen, diensten en zelfstandig bestuursorganen:

    • a. de Waarderingskamer;

    • b. de Stichting Waarborgfonds Motorverkeer;

    • c. het Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars;

    • d. de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding;

    • e. de Auditdienst Rijk;

    • f. de dienst Domeinen Roerende Zaken.

  • 5. Bij afwezigheid van de SG treedt de pSG op als plaatsvervanger ten aanzien van:

    • a. de eigenaarsrol van de SG;

    • b. het voorzitterschap van de overleggen met de medezeggenschap en de vakbonden.

  • 6. De pSG draagt zorg voor de voorbereiding van de overleggen tussen bestuurder en de medezeggenschap en tussen bestuurder en de vakbonden.

  • 7. De pSG vertegenwoordigt het kernministerie in interdepartementaal overleg.

B

Artikel 20, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel c, door een puntkomma wordt het volgende onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. optreden als auditautoriteit voor het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan en, in lijn met EU-verordening 2021/241 en EU-verordening 2-18/1046, bij elk betaalverzoek vanuit Nederland aan de Europese Unie in het kader van het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan een samenvatting van audits opstellen over de besteding van de Europese middelen voor het uitvoeren van het Herstel- en Veerkrachtplan door de lidstaat Nederland.

C

Artikel 41.0a wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel d wordt voor ‘het coördineren’ ingevoegd ‘het monitoren van de voortgang van de implementatie en’ en wordt ‘rapportages’ vervangen door ‘voortgangsrapportages’.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma worden de volgende onderdelen toegevoegd, luidende:

  • e. het, in samenwerking met de betrokken departementen en bouwend op aanbevelingen van de Auditdienst Rijk, regie houden over het monitorings-, controle- en auditsysteem en het begeleiden van de betrokken departementen en beleidsdirecties bij de implementatie van het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan;

  • f. het namens de Nederlandse regering indienen van de betalingsverzoeken en bijbehorende Rijksbrede beheersverklaring en auditrapportages aan de Europese Commissie gedurende de implementatiefase (2023 – 2026).

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel I, onderdeel A, terug tot en met 1 juli 2022 en ten aanzien van artikel I, onderdelen B en C, terug tot en met 1 december 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag

TOELICHTING

ARTIKEL I, onderdeel A

De functie van plaatsvervangend secretaris-generaal (pSG) wordt aan de topstructuur toegevoegd. In het bijbehorende functiebeeld van de functie van pSG zijn een aantal taken en verantwoordelijkheden gewijzigd ten opzichte van de taken en verantwoordelijkheden in het oude functiebeeld zoals deze was uitgewerkt in artikel 5 van het Organisatiebesluit Ministerie van Financiën 2020. Met de voorgestelde wijzigingen wordt dit artikel in overeenstemming gebracht met het nieuwe functiebeeld.

De functie van pSG is hiermee structureel opgenomen in het Organisatiebesluit Ministerie van Financiën 2020. Het Besluit van de Minister van Financiën van 13 december 2017, tot tijdelijke vaststelling functie plaatsvervangend secretaris-generaal en tijdelijke mandatering kwartiermaker/beoogd plaatsvervangend secretaris-generaal (Stcrt. 2017, 73361) wordt derhalve ingetrokken.

ARTIKEL I, onderdelen B en C

Voor een succesvolle implementatie van het Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) en het indienen van betaalverzoeken dient Nederland te voldoen aan formele mijlpalen, zoals door de Europese Commissie (EC) vastgelegd in de Council Implementing Decision. Eén van die mijlpalen is het vastleggen van de taken van het coördinerend orgaan voor de implementatie van het HVP; een tweede mijlpaal is het vastleggen van de auditautoriteit voor het HVP. Beide mijlpalen dienen vóór het eind van 2022 te worden volbracht. Nederland dient te voldoen aan deze mijlpalen teneinde goedkeuring te krijgen van de EC van het eerste betalingsverzoek van het HVP waarmee een eerste definitieve aanspraak wordt gemaakt op de 4,7 miljard euro die voor Nederland beschikbaar is gesteld uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit. De gestelde eisen zijn niet uniek voor Nederland; vrijwel alle lidstaten dienen te voldoen aan de door de EC gestelde eisen rondom de implementatie, controle en audit voor het HVP in de vorm van te behalen mijlpalen. Met de voorgestelde wijzigingen van het Organisatiebesluit Ministerie van Financiën 2020 wordt voldaan aan de door de EC gestelde eisen.

ARTIKEL I, onderdeel B

De Auditdienst Rijk zal fungeren als auditautoriteit voor het HVP. Met de voorgestelde wijziging wordt de taakstelling voor het auditen van het HVP door de Auditdienst Rijk in het Organisatiebesluit neergelegd.

ARTIKEL I, onderdeel C

De huidige beschrijving van de taken van de programmadirectie HVP worden aangepast teneinde de coördinerende rol af te bakenen die de programmadirectie HVP bij de implementatie van het HVP heeft. De voorgestelde wijzigingen formaliseren dat de programmadirectie HVP eindverantwoordelijk is om namens de Nederlandse regering betalingsverzoeken in te dienen bij de EC om aanspraak te maken op de door de EC beschikbaar gestelde middelen uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Ook gaan de voorgestelde wijzigingen in op de systeemverantwoordelijkheid die de programmadirectie HVP heeft voor een succesvolle implementatie van het HVP.

ARTIKEL II

De wijzigingen aangaande artikel I, onderdeel, A treden in werking per 1 juli 2022. Met deze inwerkingtredingsdatum is dicht aangesloten bij het ondernemersbesluit van 27 juni 2022 waarmee is besloten tot (structurele) toevoeging van de functie van plaatsvervangend secretaris-generaal aan de topstructuur.

De wijzigingen aangaande artikel I, onderdelen B en C, treden in werking per 1 december 2022 omdat Nederland is gebonden aan de mijlpalen en doelstellingen, zoals door de EC vastgelegd in de Council Implementing Decision. Eén van die mijlpalen is het vastleggen van de taken van het coördinerend orgaan voor de implementatie van het HVP; een tweede mijlpaal is het vastleggen van de auditautoriteit voor het HVP. Nederland dient te voldoen aan deze mijlpalen teneinde goedkeuring te krijgen van de EC van het eerste betalingsverzoek van het HVP waarmee een eerste definitieve aanspraak wordt gemaakt op de 4,7 miljard euro die voor Nederland beschikbaar is gesteld uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Beide mijlpalen dienen vóór het eind van 2022 te worden volbracht. Naast de formele eis, zoals vastgelegd in de Council Implementing Decision, is het überhaupt wenselijk om de verantwoordelijkheden voor de implementatie van het HVP tijdig vast te leggen. Op deze manier kan de implementatie en de voorbereiding ervan tijdig en correct worden ingezet.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag

Naar boven