Regeling van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 17 april 2023 tot wijziging van de Regeling basisregistratie personen in verband met de invoering van een centrale voorziening ter ondersteuning van de colleges van burgemeester en wethouders bij het onderzoek of een persoon als ingezetene in de basisregistratie personen op een adres in de gemeente dient te worden ingeschreven alsmede naar de juistheid van de gegevens betreffende het adres van een ingezetene in de basisregistratie personen

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 2.37b, eerste en derde lid, van de Wet basisregistratie personen en de artikelen 3, eerste lid, 28b, derde lid, 28c, derde lid, 28e, tweede lid, en 28g, vierde lid, van het Besluit basisregistratie personen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling basisregistratie personen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

d. huisgezin:

de ingeschrevenen op het adres die ofwel echtgenoot, geregistreerde partner dan wel bloed- of aanverwanten in de eerste graad van elkaar zijn, ofwel dezelfde geslachtsnaam hebben, ofwel dezelfde inschrijvingsdatum op het adres hebben.

B

In artikel 2 wordt ‘versie 4.2.0’ vervangen door ‘versie 4.3.0’.

C

In artikel 3 wordt ‘versie 4.2.0’ vervangen door ‘versie 4.3.0’.

D

Na hoofdstuk 2 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK 2A. ONDERSTEUNING BIJ HET ONDERZOEK OF EEN PERSOON ALS INGEZETENE IN DE BASISREGISTRATIE PERSONEN OP EEN ADRES IN DE GEMEENTE DIENT TE WORDEN INGESCHREVEN ALSMEDE NAAR DE JUISTHEID VAN DE GEGEVENS BETREFFENDE HET ADRES VAN EEN INGEZETENE IN DE BASISREGISTRATIE PERSONEN

Artikel 19a
  • 1. Bestuursorganen als bedoeld in artikel 2.37b, eerste lid, van de Wet BRP zijn:

    • a. de Belastingdienst;

    • b. de Dienst Toeslagen;

    • c. het Centraal Justitieel Incassobureau.

  • 2. De in artikel 28b, derde lid, van het Besluit BRP bedoelde gegevens zijn als zodanig nader bepaald in de tabel die als bijlage 9a bij deze regeling is gevoegd.

Artikel 19b

De selectiefactoren, bedoeld in artikel 28c, derde lid, van het Besluit BRP, zijn opgenomen in bijlage 9b bij deze regeling.

Artikel 19c

De in artikel 28e, eerste lid, onderdeel a en b, van het Besluit BRP bedoelde gegevens zijn als zodanig nader bepaald in de tabel die als bijlage 9c bij deze regeling is gevoegd.

Artikel 19d

De in artikel 28e, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit BRP bedoelde gegevens zijn als zodanig nader bepaald in de tabel die als bijlage 9d bij deze regeling is gevoegd.

E

Bijlage 1 wordt vervangen door de bijlage, opgenomen als bijlage A bij deze regeling.

F

Aan bijlage 6 wordt een rij toegevoegd, luidende:

Bescheiden in verband met de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de ondersteuning aan het college van burgemeester en wethouders van de bijhoudingsgemeente bij het verrichten van onderzoek of een persoon als ingezetene in de basisregistratie personen op een adres in de gemeente dient te worden ingeschreven alsmede naar de juistheid van de gegevens betreffende het adres van een ingezetene in de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 2.37a van de Wet BRP

20 jaar

G

Na bijlage 9 worden vier bijlagen ingevoegd, luidende:

BIJLAGE 9A. GEGEVENS ALS BEDOELD IN ARTIKEL 28B, TWEEDE LID, VAN HET BESLUIT BRP

BIJLAGE BIJ ARTIKEL 19A, TWEEDE LID

Bestuursorgaan als bedoeld in artikel 2.37b, eerste lid, van de Wet BRP

Gegevens bedoeld in artikel 28b, tweede lid, van het Besluit BRP

Centraal Justitieel Incassobureau

Administratieve gegevens

BIJLAGE 9B. SELECTIEFACTOREN PROFIELEN ADRESKWALITEIT

BIJLAGE BIJ ARTIKEL 19B

Profiel

Selectiefactoren

Beperking toepassing

Bewoningsgraad

• De gemiddelde woonoppervlakte per ingeschrevene.

• Het aantal huisgezinnen op het adres.

• De functie en status van het adres volgens de basisregistratie adressen en gebouwen.

• Het aantal ingeschrevenen op het adres.

 

Doorgangsadres

• Het aantal inschrijvingen met verschillende inschrijfdata op het adres.

• De gemiddelde woonoppervlakte per ingeschrevene.

• Het aantal huisgezinnen op het adres.

• De functie en status van het adres volgens de basisregistratie adressen en gebouwen.

• Het aantal ingeschrevenen op het adres.

 

Herinschrijvingen A

• Het aantal beslissingen als bedoeld in artikel 2.22, eerste lid, van de Wet BRP dat is genomen ten aanzien van een ingeschrevene op het adres.

• De gemiddelde woonoppervlakte per ingeschrevene.

• Het aantal huisgezinnen op het adres.

• De functie en status van het adres volgens de basisregistratie adressen en gebouwen.

• Het aantal ingeschrevenen op het adres.

 

Herinschrijvingen B

• Het aantal ingeschrevenen op het adres ten aanzien van wie een beslissing als bedoeld in artikel 2.22, eerste lid, van de Wet BRP is genomen.

• De gemiddelde woonoppervlakte per ingeschrevene.

• Het aantal huisgezinnen op het adres.

• De functie en status van het adres volgens de basisregistratie adressen en gebouwen.

• Het aantal ingeschrevenen op het adres.

 

Samenwoners

• De gemiddelde woonoppervlakte per ingeschrevene.

• Het aantal huisgezinnen op het adres.

• De functie en status van het adres volgens de basisregistratie adressen en gebouwen.

• Het aantal ingeschrevenen op het adres.

 

Veelverhuizers

• Het aantal aangiftes als bedoeld in artikel 2.39, eerste lid, van de Wet BRP door een ingeschrevene op het adres.

• De gemiddelde woonoppervlakte per ingeschrevene.

• Het aantal huisgezinnen op het adres.

• De functie en status van het adres volgens de basisregistratie adressen en gebouwen.

• Het aantal ingeschrevenen op het adres.

 

BIJLAGE 9C. GEGEVENS ALS BEDOELD IN ARTIKEL 28E, EERSTE LID, ONDERDEEL A EN B, VAN HET BESLUIT BRP

BIJLAGE BIJ ARTIKEL 19C

Categorieën gegevens bedoeld in artikel 2.37c, eerste lid, onderdeel a, van de Wet BRP van alle personen op het adres

Gegevens als bedoeld in bijlage 1 van het Besluit BRP

Categorie gegevens

Subcategorie gegevens

Gegeven

Gegevens over de burgerlijke staat

Naam

Geslachtsnaam

Voornamen

Geboorte

Geboortedatum

Ouders

Geslachtsnaam

Voornamen

Geboortedatum

Huwelijk dan wel geregistreerd partnerschap en eerdere huwelijken of eerdere geregistreerde partnerschappen

Aanduiding huwelijk of geregistreerd partnerschap

Datum huwelijkssluiting of datum aangaan geregistreerd partnerschap

Huwelijksontbinding of ontbinding geregistreerd partnerschap en reden daarvan, dan wel nietigverklaring huwelijk of geregistreerd partnerschap

Datum ontbinding, dan wel nietigverklaring huwelijk of geregistreerd partnerschap

Echtgenoot dan wel geregistreerd partner en eerdere echtgenoten of geregistreerde partners

Geslachtsnaam

Voornamen

Geboortedatum

Kinderen

Geslachtsnaam

Voornamen

Geboortedatum

Overlijden

Overlijdensdatum

Data ingang en beëindiging rechtsgeldigheid gegevens

Datum ingang rechtsgeldigheid

Datum beëindiging rechtsgeldigheid

Bijhoudingsgemeente

Gemeente

Datum aanvang adreshouding in de gemeente

Gegevens over de bijhoudingsgemeente en het adres in die gemeente alsmede over het verblijf in Nederland en het vertrek uit Nederland

Adres

Functie van het adres

Gemeente

Woonplaats

Straatnaam en zo nodig deel van een gemeente

Huisnummer

Locatie ten opzichte van adres

Huisletter

Huisnummertoevoeging

Locatiebeschrijving en zo nodig deel van een gemeente

Postcode

Datum aanvang adreshouding

Datum ingang rechtsgeldigheid

Vertrek uit Nederland

Datum vertrek

Volgend land of gebied van verblijf

Gegevens over het woonadres van de niet-ingezetene

 

Datum ingang rechtsgeldigheid

Datum beëindiging rechtsgeldigheid

Gegevens over het tijdelijk verblijfsadres

Tijdelijk verblijfsadres

Gemeente

Woonplaats

Straatnaam en zo nodig deel van een gemeente

Huisnummer

Huisletter

Huisnummertoevoeging

Postcode

Datum ingang rechtsgeldigheid

Datum beëindiging rechtsgeldigheid

Gegevens over het burgerservicenummer van de ingeschrevene

 

Burgerservicenummer ingeschrevene

Datum van kracht worden van het burgerservicenummer

Datum beëindiging van het burgerservicenummer

Gegevens over de burgerservicenummers van de ouders, de echtgenoot dan wel de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoten of eerdere geregistreerde partners en de kinderen

 

Burgerservicenummer ouder

Burgerservicenummer echtgenoot dan wel geregistreerde partner

Burgerservicenummer eerdere echtgenoot

Burgerservicenummer eerdere geregistreerde partner

Burgerservicenummer kind

Data van kracht worden burgerservicenummers

Data beëindiging burgerservicenummers

Gegevens over het gebruik door de ingeschrevene van de geslachtsnaam van de echtgenoot, de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoot of de eerdere geregistreerde partner

 

Naamgebruik

Datum ingang van het gegeven over het naamgebruik

Datum beëindiging van het gegeven over het naamgebruik

Gegevens als bedoeld in bijlage 8

Categorie gegevens

Subcategorie gegevens

Gegeven

Gegevens in verband met de inschrijving en de wijziging van de bijhoudingsgemeente betreffende de ingezetene, gegevens in verband met de inschrijving betreffende de niet-ingezetene en gegevens betreffende de wijziging van de bijhoudingsverantwoordelijke betreffende de niet-ingezetene die ingezetene wordt

 

De hoedanigheid van de persoon die aangifte van verblijf en adres, van adreswijziging, of van vertrek heeft gedaan, dan wel de aantekening dat de gegevens ambtshalve zijn opgenomen

Datum inschrijving in de basisregistratie

Datum blokkering persoonslijst in verband met wijziging van de bijhoudingsverantwoordelijke

Gemeentecode van de gemeente waar de persoonskaart zich bevindt

Aantekening dat alle gegevens over kinderen, die aan de persoonskaart ontleend kunnen worden, op de persoonslijst zijn opgenomen

Gegevens ter aanduiding van akten en andere geschriften waaruit algemene gegevens zijn verkregen

Aanduiding van akten van de Nederlandse burgerlijke stand

Nummer van de akte waaraan een algemeen gegeven over de burgerlijke staat is ontleend

Gemeentecode van de gemeente waar de akte in de registers is opgenomen

Aanduiding van andere akten en geschriften

Omschrijving van het geschrift waaraan een algemeen gegeven is ontleend

Code van de bijhoudingsverantwoordelijke die het gegeven heeft ontleend

Datum van ontlening

Gegevens ter aanduiding van de onjuistheid van een opgenomen algemeen gegeven of van strijd met de Nederlandse openbare orde van een opgenomen gegeven over de burgerlijke staat

 

Aanduiding van het opgenomen algemeen gegeven dat onjuist is

Gegevens over een onderzoek naar de onjuistheid van een opgenomen algemeen gegeven of de strijdigheid van een opgenomen gegeven over de burgerlijke staat

 

Aanduiding van de verzameling van gegevens, waarbinnen algemene gegevens zijn opgenomen die onderzocht worden op onjuistheid

Datum aanvang onderzoek

Datum beëindiging onderzoek

Andere gegevens noodzakelijk in verband met de verwerking van gegevens in de basisregistratie

Gegevens ter aanduiding van de bron waaraan het administratienummer is ontleend

Omschrijving van de bron waaraan het gewijzigde administratienummer is ontleend

Aanduiding van de persoonslijst waaraan het administratienummer van de ouders, de echtgenoot dan wel de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoten, de eerdere geregistreerde partners of de kinderen is ontleend

Gemeentecode van de bijhoudingsverantwoordelijke die het administratienummer heeft ontleend

Gegevens ter aanduiding van de bron waaraan het burgerservicenummer is ontleend

Omschrijving van de bron waaraan het burgerservicenummer is ontleend

Aanduiding van de persoonslijst waaraan het burgerservicenummer van de ouders, de echtgenoot dan wel de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoten, de eerdere geregistreerde partners of de kinderen is ontleend

Gemeentecode van de gemeente die het burgerservicenummer heeft ontleend

Overige gegevens

Aanduiding van de persoonslijst waarop zijn opgenomen de administratieve gegevens over het geschrift, waaraan algemene gegevens over de burgerlijke staat van de ouders, de echtgenoot dan wel de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoten, de eerdere geregistreerde partners of de kinderen zijn ontleend

Gemeentecode van de gemeente die op een persoonslijst een aanduiding van een andere persoonslijst heeft opgenomen

Datum van opneming van een algemeen gegeven

Reden opschorting verwerking van gegevens op de persoonslijst

Datum opschorting verwerking van gegevens op de persoonslijst

Aantekening dat tijdens de opschorting van de verwerking van gegevens een of meer documenten zijn binnengekomen

Gegevens over het niet-ingezetenschap

 

Niet-ingezetenschap

Gegevens over de opgave van algemene gegevens die het aangewezen bestuursorgaan heeft gedaan, over het verzoek van de ingeschrevene om opneming van algemene gegevens, en gegevens ter aanduiding van de bron waaruit de algemene gegevens betreffende niet-ingezetene zijn verkregen

 

Aanduiding van het aangewezen bestuursorgaan of van de inschrijfvoorziening

Soort van de verificatie door het aangewezen bestuursorgaan

Datum waarop het aangewezen bestuursorgaan de verificatie heeft uitgevoerd

Overige gegevens

Het administratienummer, bedoeld in artikel 4.9, eerste lid, onder a, van de Wet BRP

BIJLAGE 9D. GEGEVENS ALS BEDOELD IN ARTIKEL 28E, EERSTE LID, ONDERDEEL C, VAN HET BESLUIT BRP

BIJLAGE BIJ ARTIKEL 19D

Categorie gegevens

Gegeven

Gegevens over de resultaten van adresonderzoek

Gegevens van het college van burgemeester en wethouders over de resultaten van het adresonderzoek BRP

Gegevens over het gebruik en de bestemming van een pand of verblijfsobject

Gegevens uit de basisregistratie adressen en gebouwen als bedoeld in hoofdstuk 7 van bijlage I bij de Regeling basisregistratie adressen en gebouwen:

• gebruiksdoel

• postcode

• huisnummer

• huisnummertoevoeging

• huisletter

• relatierol: hoofdadres

• relatierol: nevenadres

• adresseerbaar object

• oppervlakte

• status

• oorspronkelijk bouwjaar

• gemeentecode

• identificatie

• naam

Gegevens van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport: adresgegevens van zorgaanbieders uit het register, bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en uit het register, bedoeld in artikel 12 van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg

Gegevens van het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers: adresgegevens van opvangcentra

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet van 5 oktober 2022 tot wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met de invoering van een centrale voorziening ter ondersteuning van de colleges van burgemeester en wethouders bij het onderzoek of een persoon als ingezetene in de basisregistratie personen op een adres in de gemeente dient te worden ingeschreven alsmede naar de juistheid van de gegevens betreffende het adres van een ingezetene in de basisregistratie personen (Stb. 2022, 392) in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van bijlage A die zal worden geplaatst op https://www.rvig.nl.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A.C. van Huffelen

BIJLAGE A, BEHORENDE BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL E

BIJLAGE 1. LOGISCH ONTWERP BRP, VERSIE 4.3.0

BIJLAGE BIJ ARTIKEL 3

Deze bijlage wordt bekendgemaakt op https://www.rvig.nl.

TOELICHTING

ALGEMEEN DEEL

1. Inleiding

Deze wijziging van de Regeling basisregistratie personen (Regeling BRP) vloeit voort uit de wet van 5 oktober 2022 tot wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met de invoering van een centrale voorziening ter ondersteuning van de colleges van burgemeester en wethouders bij het onderzoek of een persoon als ingezetene in de basisregistratie personen op een adres in de gemeente dient te worden ingeschreven alsmede naar de juistheid van de gegevens betreffende het adres van een ingezetene in de basisregistratie personen1 (hierna: Wet BRP Adreskwaliteit) en de daarmee samenhangende wijziging van het Besluit basisregistratie personen2 (Besluit BRP Adreskwaliteit).

Blijkens de memorie van toelichting bij de Wet BRP Adreskwaliteit3 voorziet de wetswijziging in een taak voor de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hierna: Minister van BZK) om colleges van burgemeester en wethouders (hierna: colleges) te ondersteunen bij het onderzoek naar de juistheid van de adresgegevens in de basisregistratie personen (hierna: BRP). Om uitvoering aan deze taak te kunnen geven is – kort samengevat – in de Wet BRP Adreskwaliteit bepaald dat daartoe aangewezen bestuursorganen en derden een mededeling aan de Minister van BZK versturen bij gerede twijfel over de juistheid van een adresgegeven in de BRP (een terugmelding). Deze terugmelding kan de Minister vervolgens analyseren waarbij ook aanvullende gegevens kunnen worden betrokken. Daarnaast is de Minister bevoegd om de centrale BRP‑voorziening4 te analyseren op mogelijk onjuiste adresgegevens. Deze analyses, met behulp van risicoprofielen, leiden tot signalen voor adresonderzoek die door de Minister worden verstrekt aan de colleges. Aan de hand van zo een signaal kan het college besluiten om adresonderzoek te doen. Het college doet een kennisgeving van de uitkomsten van het onderzoek aan de Minister (hierna: de terugkoppeling). Hiermee wordt de werkwijze van het project Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA) structureel in de wet vastgelegd en komt deze beschikbaar voor alle colleges in het kader van hun bijhoudingstaak. In de memorie van toelichting is nader ingegaan op de werkwijze van het project LAA en op het belang van juiste en volledige adresgegevens in de BRP voor zowel de burger als de overheid.

De wet en het besluit vereisen vanwege deze wijziging nadere uitwerking van de regelgeving.

2. De inhoud van de regeling

De ondersteuning door de Minister van BZK bestaat in hoofdzaak uit het ontwikkelen en verstrekken van signalen aan colleges. Een signaal betreft een adresgegeven waarover het vermoeden bestaat dat de registratie van personen op dat adres onjuist is. Het kan daarbij gaan om het vermoeden dat het adresgegeven van een ingezetene in de BRP onjuist is: het geregistreerde adres in de BRP komt niet overeen met de feitelijke verblijfplaats. Daarnaast kan het vermoeden zijn dat een persoon ten onrechte niet als ingezetene op een adres in de gemeente is ingeschreven: de persoon is niet als ingezetene geregistreerd, maar verblijft wel op een adres in Nederland.5

De voorliggende wijziging van de Regeling BRP kent de volgende onderdelen: de aanwijzing van bestuursorganen bedoeld in artikel 2.37b, eerste lid, van de Wet BRP en de nadere bepaling van de andere gegevens die deze bestuursorganen kunnen delen met de Minister (paragraaf 2.1), de analyse aan de hand van profielen (paragraaf 2.2), de BRP- en andere gegevens die worden verwerkt (paragraaf 2.3) en de beschrijving van het technische systeem dat in dit verband wordt gebruikt door de Minister (Logisch Ontwerp, paragraaf 2.4). Deze regeling stelt aldus nadere regels over de wijze waarop signalen ontstaan: vanuit terugmeldingen van aangewezen bestuursorganen of vanuit een BRP-profiel van de Minister. Daarnaast stelt deze regeling meer in detail vast welke persoonsgegevens door de Minister verwerkt worden in het kader van LAA.

2.1 Terugmeldingen van aangewezen bestuursorganen en derden (artikel 19a)

Artikel 2.37b, eerste lid, van de Wet BRP bevat de grondslag om bij ministeriële regeling bestuursorganen aan te wijzen die, in afwijking van artikel 2.34 van de Wet BRP, gerede twijfel over de juistheid van een adresgegeven melden aan de Minister van BZK, in plaats van rechtstreeks aan het college. Dit worden terugmeldingen genoemd. Deze informatie is een belangrijke bron voor de Minister bij de ontwikkeling van signalen.

2.1.1 Aanwijzing bestuursorganen

In artikel 19a, eerste lid, van deze regeling worden hiertoe de volgende organen aangewezen: (1) de Belastingdienst, (2) de Dienst Toeslagen en (3) het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). Het gaat hier om organen die grote hoeveelheden persoonsgegevens verwerken en die – zo is gebleken in de projectfase van LAA – mede door bestandsvergelijkingen op enig moment een omvangrijk aantal adres-terugmeldingen kunnen doen. Het is wenselijk dat deze terugmeldingen niet rechtstreeks aan de colleges plaatsvinden, maar dat de Minister daarin vanuit zijn ondersteunende rol een filterfunctie heeft. Doordat de Minister terugmeldingen van meerdere bestuursorganen ontvangt, deze in onderlinge samenhang kan bezien en bovendien het landelijke overzicht heeft over de meldingen, is hij in staat om van deze meldingen een gerichte selectie voor het college te maken. Deze bestuursorganen namen reeds deel aan het project LAA door (terug)meldingen die zien op de juistheid van de adresgegevens naar een centraal informatieknooppunt te sturen, belegd bij stichting ICTU.6 Beoogd is dat dit informatieknooppunt wordt overgenomen door de Minister van BZK, ten behoeve van diens ondersteunende taak. Met de aanwijzing wordt geborgd dat deze bestuursorganen ook na de structurele inbedding van het project LAA adres-terugmeldingen naar het centrale informatieknooppunt sturen. Hoewel de wet daartoe de mogelijkheid biedt, worden in de onderhavige regeling geen derden, bedoeld in artikel 2.37b, derde lid, van de Wet BRP aangewezen.

De Wet BRP Adreskwaliteit voorziet in de juridische grondslag voor de gegevensuitwisseling tussen de Minister en de aangewezen bestuursorganen. De Wet BRP en onderliggende regelgeving (Besluit en Regeling BRP) stellen geen regels over de gegevensverwerking die aan de zijde van de bestuursorganen plaatsvindt voordat een terugmelding wordt gedaan. Zoals aangegeven in de memorie van toelichting bij de Wet BRP Adreskwaliteit kunnen bestuursorganen zelf profielen toepassen om tot een terugmelding te komen. Evengoed kan de terugmelding het gevolg zijn van (een poging tot) contact met de burger; bijvoorbeeld een brief die onbestelbaar retour komt. Ter uitvoering van de moties van de leden Dekker-Abdulaziz en Ceder en de leden Ceder en Kathmann7 is voor LAA een afsprakenkader vastgesteld door de hier aangewezen bestuursorganen en de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (hierna: RvIG).8 De afspraken hebben tot doel om een gezamenlijke standaard en werkwijze te hanteren bij de verwerking van persoonsgegevens en de inzet van profielen daarbij. Daarnaast zijn voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet BRP Adreskwaliteit ter uitvoering van de motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Ceder9 alle profielen onafhankelijk getoetst, onder andere aan de Handreiking Non-discriminatie by design. 10 Op deze wijze is geborgd dat de rechten en vrijheden van burgers beschermd zijn, ook als het gaat om de gegevensverwerking die aan de zijde van de aangewezen bestuursorganen zelf plaatsvindt.

2.1.2 Het ontvangen van andere gegevens van aangewezen bestuursorganen in het kader van een terugmelding (bijlage 9a)

Artikel 19a, tweede lid, en bijlage 9a bij deze regeling bepalen welke andere gegevens als bedoeld in artikel 28b, tweede lid, van het Besluit BRP de Minister van de verschillende aangewezen bestuursorganen kan ontvangen in het kader van een terugmelding. Evenals bij de terugmelding aan het college,11 wordt bij een terugmelding aan de Minister door het bestuursorgaan mededeling gedaan van door hem geconstateerde afwijkingen tussen enerzijds gegevens die zijn verstrekt uit de BRP en anderzijds gegevens waarvan het bestuursorgaan op andere wijze kennis heeft gekregen. Daarbij doet het bestuursorgaan, evenals bij de terugmeldingen aan het college, mededeling van de grond van zijn twijfel over de juistheid van het adresgegeven.12 Bij een terugmelding aan de Minister kan het bestuursorgaan hiernaast, op grond van artikel 2.37b, tweede lid, van de Wet BRP, ook andere gegevens verstrekken die noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering van de ondersteunende taak van de Minister. Anders dan de terugmelding zelf (en onderbouwing daarvan) betreft het hier voor het betreffende bestuursorgaan aldus geen wettelijke plicht, maar een bevoegdheid om informatie te delen. Voor een nadere onderbouwing van de noodzaak van het gebruik van deze andere gegevens wordt kortheidshalve verwezen naar de memorie van toelichting bij de Wet BRP Adreskwaliteit.13

Op grond van artikel 2.37b, tweede lid van de Wet BRP is in artikel 28b, tweede lid, van het Besluit BRP bepaald welke categorieën andere gegevens door de aangewezen bestuursorganen en derden aan de Minister kunnen worden verstrekt. In deze regeling worden de andere gegevens van aangewezen bestuursorganen nader bepaald op grond van artikel 28b, derde lid, van het Besluit BRP. Hiermee wordt de gegevensverwerking verder afgebakend; de verwerking van andere gegevens van bestuursorganen is immers pas toegestaan als de gegevens zijn opgenomen (uitgewerkt) in deze regeling (bijlage 9a). De nadere afbakening geschiedt door per bestuursorgaan te bepalen welke andere gegevens verstrekt worden. In bijlage 9a bij deze regeling is aangegeven welke andere gegevens de Minister van de verschillende aangewezen bestuursorganen kan ontvangen in het kader van een terugmelding. Hieruit volgt dat enkel het CJIB gegevens deelt die kwalificeren als andere gegevens; gegevens die aldus niet de terugmelding zelf of de onderbouwing daarvan betreffen. Het CJIB is bevoegd om in het kader van een terugmelding aan de Minister administratieve gegevens te verstrekken, behorend bij de betrokkene wiens gegevens worden teruggemeld. Bij de administratieve gegevens gaat het bijvoorbeeld om zaaknummers die worden bijgehouden door het CJIB. Deze informatie is noodzakelijk voor een doelmatige gegevensuitwisseling tussen de Minister van BZK en het CJIB. De administratieve gegevens worden verwerkt zodat in de terugkoppeling van de resultaten van het adresonderzoek voor het CJIB inzichtelijk is op welk zaaknummer de terugkoppeling betrekking heeft. Hierdoor is zij beter in staat om – binnen de eigen taakuitvoering – opvolging te geven aan deze resultaten en als nodig de eigen analysemethoden hierop aan te passen. Dit betekent dat de Minister niet bevoegd is tot de verwerking van andere gegevens van de overige aangewezen bestuursorganen. Ook is de Minister niet bevoegd om van het CJIB de overige categorieën andere gegevens te ontvangen; zoals die zijn bepaald in artikel 28b, tweede lid, van het Besluit BRP.14

2.2 Analyse aan de hand van profielen (artikel 19b)

Voor de ontwikkeling van signalen maakt de Minister van BZK, naast de terugmeldingen, gebruik van profielen om adressen uit de BRP-verstrekkingenvoorziening te selecteren. In de projectfase van LAA heeft het gebruik van profielen bijgedragen aan het verbeteren van de adreskwaliteit van de BRP.15 In deze paragraaf wordt ingegaan op de werking van de BRP-profielen.

2.2.1 Betekenis van profielen

Op grond van artikel 19b van deze regeling is in bijlage 9b een overzicht opgenomen van de BRP-profielen, waarbij per profiel is aangegeven op welke wijze (de bepalende factoren en hun onderlinge samenhang) uit de beschikbare gegevens wordt gekomen tot een selectie van signalen. Voor een nadere toelichting over de totstandkoming van profielen wordt verwezen naar de toelichting bij het Besluit BRP Adreskwaliteit.16Een profiel bestaat uit een of meerdere selectiefactoren waarmee adresgegevens van een persoon worden geselecteerd.17 Een selectiefactor kan ook negatief zijn; het is dan een beslisregel waarmee een adres juist van de selectie wordt uitgesloten. De selectiefactoren geven in onderlinge samenhang aanleiding tot gerede twijfel over de juistheid van deze adresgegevens.18 Hierbij wordt uitgegaan van correlatie tussen de aanwezigheid van de vooraf vastgestelde selectiefactoren enerzijds en een verhoogde kans op onjuiste registratie in de BRP anderzijds. Dit betekent dat – door toepassing van een algoritme – adressen worden geselecteerd die voldoen aan bepaalde kenmerken (de selectiefactoren). Daarbij wordt uitgegaan van de (statistische) samenhang tussen de aanwezigheid van de selectiefactoren en een verhoogde kans op onjuiste registratie, zonder dat sprake hoeft te zijn van een causaal verband tussen beide. Een hoge correlatie betekent immers dat beide verschijnselen (de selectiefactoren en onjuiste registratie) relatief vaak samen voorkomen, maar niet dat de ene per definitie de oorzaak van de andere is. Deze wijze van selectie heeft de voorkeur boven een willekeurige, steekproefsgewijze, selectie van adressen. Dit is ook in het belang van de privacy van de burger, die niet willekeurig en daardoor onnodig een huisbezoek krijgt in het kader van een onderzoek naar de juistheid van diens adresregistratie in de BRP.

2.2.2 Selectiefactoren (bijlage 9b)

Vier selectiefactoren maken onderdeel uit van alle BRP-profielen, deze selectiefactoren worden nader toegelicht alvorens wordt ingegaan op de afzonderlijke profielen.

De gemiddelde woonoppervlakte per ingeschrevene

Binnen alle BRP-profielen is de gemiddelde woonoppervlakte per ingeschrevene een relevante factor. Door het aantal inschrijvingen op een adres te koppelen aan informatie over de oppervlakte van de woonruimte ontstaat een sterker signaal. Een adres met een klein woonoppervlak waar veel personen staan ingeschreven is aanleiding voor gerede twijfel aan de juistheid van de registratie van die personen op dat adres. Daarvoor is het noodzakelijk dat ook gegevens uit de BAG over het type object, de oppervlakte en de gebruiksfunctie in de analyse worden betrokken.

Het aantal huisgezinnen op het adres

In de projectfase van LAA werden binnen alle profielen adressen uitgesloten waarvan aannemelijk was dat de daar ingeschreven personen een huisgezin vorm. De statistische ervaring (correlatie), opgedaan in de projectfase van LAA, leert dat er op deze adressen geen verhoogd risico op onjuiste registratie in de BRP is. Het op voorhand uitsluiten van dergelijke adressen draagt bij aan een minimalisering van de gegevensverwerking. De term ‘huisgezin’ wordt in artikel 1 van de Regeling gedefinieerd. Hieruit volgt op welke wijze aan de hand van de BRP een inschatting wordt gemaakt of de personen op een adres een huisgezin vormen. Hiertoe wordt eerst gekeken naar de familierelaties zoals vastgelegd in de BRP: zijn personen op het adres met elkaar gehuwd, hebben zij een geregistreerd partnerschap en staat in de BRP de ouder-kind relatie? Hierbij worden ook eenoudergezinnen buiten de selectie gehouden. Van de adressen die overblijven (waar in de BRP geen familierelatie is geregistreerd) wordt gekeken of de personen dezelfde achternaam hebben. Dit geeft een indicatie dat sprake is van een huisgezin. Deze adressen worden aldus ook uitgesloten.

De functie en status van het adres volgens de basisregistratie adressen en gebouwen

In de projectfase van LAA werden alle adressen met gezondsheids-, bijeenkomst-, logiesfunctie met een bepaald aantal inschrijvingen uit de selectie geweerd. Dit zijn adressen die uit hun aard op voorhand niet in aanmerking komen voor een huisbezoek en aldus door de Minister niet aan het college gemeld worden. Deze informatie is afkomstig uit de basisregistratie adressen en gebouwen (BAG).

Het aantal ingeschrevenen op het adres

Binnen alle BRP-profielen is het aantal ingeschrevenen op een adres een relevante factor. Bij een uitzonderlijk (hoog) aantal inschrijvingen op een bepaald adres kan er twijfel bestaan over de juistheid van de registratie van de persoon op dit adres in de BRP.

In het hiernavolgende worden de zes profielen in bijlage 9b, in aanvulling op deze gezamenlijke kenmerken, afzonderlijk toegelicht.

Met het profiel Bewoningsgraad wordt primair het aantal inschrijvingen in de BRP op één woonadres vergeleken met de woonoppervlakte van dat adres.

Met het profiel Doorgangsadres wordt gekeken naar het aantal inschrijvingen met verschillende inschrijfdata op een adres. In de projectfase werden adressen geselecteerd waar het voorafgaande jaar ten minste drie en de voorafgaande drie jaar ten minste zeven inschrijvingen met verschillende inschrijfdata hadden plaatsgevonden. Gelet op het hoge aantal inschrijvingen bestaat er ten aanzien van deze adressen twijfel of er wel daadwerkelijk verhuizingen hebben plaatsgevonden en daarmee of de adreswijzigingen in de BRP wel correct zijn. De ervaring leert dat zogenaamde doorgangsadressen door meerdere personen worden gebruikt voor administratieve verhuizingen – men houdt er feitelijk geen verblijf – hetgeen in voorkomende gevallen gebeurt met het oog op fraude met adresgerelateerde voorzieningen.

Het profiel Herinschrijvingen A selecteert adressen op basis van het aantal beslissingen dat op grond van artikel 2.22, eerste lid, van de Wet BRP is genomen ten aanzien van een ingeschrevene op het adres. Artikel 2.22, eerste lid, betreft de ambtshalve bevoegdheid van het college tot opschorting van de bijhouding van de persoonslijst van een ingezetene die spoorloos is verdwenen. De ervaring leert dat er ten aanzien van de adresgegevens van een persoon die in het verleden meer dan een keer is uitgeschreven als ingezetene een verhoogd risico is dat deze gegevens onjuist zijn.

Met het profiel Herinschrijvingen B wordt gekeken naar het aantal ingeschrevenen op het adres ten aanzien van wie een beslissing op grond van artikel 2.22, eerste lid, van de Wet BRP is genomen. Het betreft hier adressen waar meerdere personen zijn (her)ingeschreven, die in het verleden ambtshalve als niet-ingezetene zijn geregistreerd. De ervaring leert dat er een verhoogd risico is dat de inschrijvingen op deze adressen onjuist zijn. In de projectfase van LAA ging het hierbij om woonadressen waar in het voorafgaande jaar ten minste één persoon was ingeschreven en in de voorafgaande twee jaar ten minste drie personen waren ingeschreven ten aanzien van wie een beslissing op grond van artikel 2.22, eerste lid, van de Wet BRP was genomen.

Het profiel Samenwoners richt zich primair op het aantal huisgezinnen op een adres. In de projectfase werden met dit profiel adressen geselecteerd waar ten minste vier personen waren inschreven die geen echtgenoot, geregistreerde partner dan wel bloed- of aanverwanten in de eerste graad van elkaar zijn. Ten aanzien van deze adressen bestaat twijfel of de inschrijvingen in de BRP correct zijn. De statistische ervaring (correlatie), opgedaan in de projectfase, leert dat er bij deze bewoningssamenstelling een verhoogde kans is op onjuiste adresregistratie.

Met het profiel Veelverhuizers wordt gekeken naar het aantal aangiftes van adreswijziging door een ingeschrevene op het adres. In de projectfase van LAA werden adressen geselecteerd waar ten minste een persoon stond ingeschreven die ten minste drie keer in de voorafgaande twee jaar aangifte van adreswijziging had gedaan. De ervaring leert dat een persoon wiens adres in de BRP in korte tijd vaak wijzigt, veelal niet goed ingeschreven staat.

2.2.3 Beperking toepassing

De profielen die de Minister gebruikt om signalen voor onderzoek te genereren komen voort uit kennis en statistisch gestaafde praktijkervaringen van gemeenten en bestuursorganen. Aan de keuze voor bepaalde selectiefactoren gaat een zorgvuldige, stapsgewijze beoordeling vooraf. Er wordt, bijvoorbeeld met een telling op de beschikbare gegevens in de verstrekkingenvoorziening, in kaart gebracht of de gezamenlijke selectiefactoren (het profiel) de potentie hebben om (voldoende) signalen voor adresonderzoek te genereren. Indien dat het geval is wordt het profiel eerst op een beperkt deel van de beschikbare gegevens toegepast, waardoor slechts voor een aantal gemeenten signalen worden gegenereerd. Pas nadat uit adresonderzoek blijkt dat deze signalen in voorkomende gevallen leiden tot een correctie van onjuiste adresgegevens in de BRP, wordt het profiel ook op de overige beschikbare gegevens toegepast.19 Met deze stapsgewijze ontwikkeling wordt geborgd dat het gebruik van profielen geschikt en proportioneel is ten aanzien van het doel van de gegevensverwerking: het verbeteren van de kwaliteit van de adresgegevens in de BRP. Tevens zorgt deze werkwijze ervoor dat bij de ontwikkeling van nieuwe profielen niet meer persoonsgegevens worden verwerkt dan noodzakelijk (in lijn met het beginsel van minimale gegevensverwerking20). In bijlage 9b is in de derde kolom per profiel inzichtelijk gemaakt of er sprake is van een beperkte toepassing in het kader van de ontwikkeling van een profiel. Hiermee wordt transparantie geboden ten aanzien van de stapsgewijze inzet en ontwikkeling van een profiel.

2.3 Categorieën gegevens

Op grond van artikel 2.37c, eerste lid van de Wet BRP is de Minister van BZK bevoegd om (1) gegevens van aangewezen bestuursorganen en derden, (2) BRP-gegevens en (3) andere, bij of krachtens AMvB te bepalen, gegevens te verwerken. De gegevens van aangewezen bestuursorganen en derden betreffen de terugmelding, de onderbouwing van de gerede twijfel en eventuele andere gegevens (artikel 28b Besluit BRP). In artikel 28e van het Besluit BRP is bepaald welke categorieën (2) BRP-gegevens en (3) andere gegevens de Minister mag verwerken bij de analyse van de mededelingen (terugmeldingen), bij de toepassing van profielen en bij het onderzoek naar patronen.21 Krachtens artikel 28e, tweede lid, zijn de BRP-gegevens en de andere gegevens nader bepaald in deze regeling (artikel 19c en artikel 19d). In figuur 1 zijn de gegevensbronnen schematisch weergegeven; hierin is ook aangegeven in welk artikel en welke bijlage bij deze regeling de gegevens nader bepaald zijn.

Figuur 1. Overzicht van gegevensbronnen

Bron

Soort gegeven

Wet BRP

Besluit BRP

Regeling BRP

Aangewezen bestuursorganen en derden

Melding van gerede twijfel

Artikel 2.37b, eerste lid, jo. artikel 2.37c, eerste lid, onder b

Artikel 28b, eerste lid

N.v.t.

Onderbouwing van gerede twijfel

Artikel 2.37b, eerste lid, jo. artikel 2.37c, eerste lid, onder b

Artikel 28b, eerste lid

N.v.t.

Andere gegevens

Artikel 2.37b, tweede lid, jo. artikel 2.37c, eerste lid, onder b

Artikel 28b, tweede lid.

Artikel 19a, tweede lid, jo. bijlage 9a

Minister van BZK: BRP

Algemene gegevens

Artikel 2.37c, eerste lid, onder a

Artikel 28e, eerste lid, onder a

Artikel 19c jo. bijlage 9c

Administratieve gegevens

Artikel 2.37c, eerste lid, onder a

Artikel 28e, eerste lid, onder b

Artikel 19c jo. bijlage 9c

Externe bron

Andere gegevens

Artikel 2.37c, eerste lid, onder c

Artikel 28e, eerste lid, onder c

Artikel 19d jo. bijlage 9d

2.3.1 Verwerking van BRP-gegevens (artikel 19c en bijlage 9c)

De Minister van BZK verwerkt persoonsgegevens uit de BRP bij de analyse van terugmeldingen, bij de toepassing van profielen en bij het onderzoek naar patronen. Deze gegevens zijn afkomstig uit de centrale voorziening die wordt gebruikt voor de systematische verstrekking van gegevens uit de BRP (hierna: de verstrekkingenvoorziening). De grondslag voor de Minister van BZK om deze gegevens te verwerken volgt rechtstreeks uit artikel 2.37c, eerste lid, onderdeel a, van de Wet BRP. In bijlage 9c bij deze regeling is vastgelegd welke algemene en administratieve BRP-gegevens de Minister mag gebruiken bij ofwel de analyse van terugmelding, ofwel de toepassing van eigen risicoprofielen ofwel een onderzoek naar patronen. De terugmeldingen van aangewezen bestuursorganen worden door de Minister aangevuld met actuele gegevens over de inschrijvingen van personen op het adres. Dit is noodzakelijk voor de controle of een adresgegeven niet reeds door de gemeente gecorrigeerd is. Daarnaast dient een signaal, zo volgt uit artikel 28f van het Besluit BRP, te bestaan uit actuele gegevens over (alle) personen die op het betreffende adres zijn ingeschreven. Deze informatie is van belang voor het doelmatig uitvoeren van een adresonderzoek, waarbij moet worden vastgesteld of de registratie van (alle) personen op het adres overeenkomt met de feitelijke situatie. Indien een adres door een profiel wordt geselecteerd, worden persoonsgegevens verwerkt van alle personen die op dat moment in de BRP staan ingeschreven op dat adres. Het betreft hier algemene gegevens over de naam, het adres en het burgerservicenummer (BSN). Tevens worden van de ingeschrevene de ouder- en partnergegevens, zoals opgenomen op diens persoonslijst in de BRP, verwerkt. Dit is noodzakelijk om te kunnen vaststellen of de ingeschrevenen op het adres een huisgezin vormen. Zoals hierboven aangegeven worden binnen alle BRP-profielen adressen uitgesloten waarvan aannemelijk is dat de daar ingeschreven personen een huisgezin vormen.

2.3.2 Verwerking van andere gegevens (artikel 19d en bijlage 9d)

Op grond van artikel 2.37c, eerste lid, onderdeel c van de Wet BRP is de Minister van BZK bevoegd om naast de gegevens uit terugmeldingen en de BRP-gegevens, ook andere gegevens te verwerken. Op grond van artikel 19d van deze regeling is in bijlage 9d aangegeven welke gegevens uit andere (externe) bronnen door de Minister worden betrokken in de analyse van de terugmeldingen en het gebruik van profielen. In de eerste plaats worden de adressen vergeleken met bepaalde informatie uit de basisregistratie adressen en gebouwen (BAG) om adressen met een andere gebruiksfunctie dan wonen uit de selectie te weren. Adressen die op voorhand niet in aanmerking komen voor een huisbezoek worden door de Minister niet aan het college gemeld. Tevens worden de adressen (uit terugmeldingen en profielen) vergeleken met adressenbestanden van het Landelijk Register Zorgaanbieders (LRZa). Het LRZa bevat een openbare bron van adresgegevens van zorginstellingen in Nederland. Ook deze adressen, met een andere gebruiksfunctie dan wonen, worden op voorhand buiten de selectie gehouden. Ook worden adressen die door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) zijn aangemerkt als opvangcentra verwerkt om deze adressen uit de selectie te kunnen weren. Ten slotte worden adressen die recentelijk reeds aan gemeenten zijn gemeld, uitgesloten van de selectie. Het doel hiervan is dat adressen niet tweemaal vlak na elkaar worden bezocht.

Bij de melding van signalen aan colleges houdt de Minister rekening met de beschikbare onderzoekscapaciteit van de betreffende gemeente, door een mogelijkheid te bieden de uitlevering van het aantal beschikbare signalen te beperken door portionering. De Minister kan na nadere selectie aan de hand van de aanvullende informatie uit beschikbare signalen een aselecte steekproef trekken, voor melding aan het college. De Minister heeft niet de mogelijkheid, buiten deze regeling om, een aanvullende gegevensverwerking te verrichten ten behoeve van een individuele gemeente. Zo is het bijvoorbeeld niet mogelijk dat – op verzoek van een gemeente – door de Minister uit de beschikbare signalen een nadere selectie wordt gemaakt van adressen met dezelfde postcode, nu de onderhavige regeling hierin niet voorziet.

Uit het vorengaande volgt dat deze regeling binnen de twee categorieën ‘gegevens over de resultaten van adresonderzoek’ en ‘gegevens over het gebruik en de bestemming van een pand of verblijfsobject’ nader bepaalt welke gegevens uit welke bronnen worden verwerkt. Dit betekent dat er voorshands geen mogelijkheid is om de overige categorieën andere gegevens, zoals opgenomen in artikel 28e, eerste lid, onder c, te verwerken, nu de onderhavige regeling daarin niet voorziet.22 Om gegevens binnen deze overige categorieën te kunnen verwerken, is aanpassing van deze regeling vereist.

2.4 Systeembeschrijving

Op grond van het Besluit BRP dient bij ministeriële regeling een systeembeschrijving te worden vastgesteld. De systeembeschrijving vormt de beschrijving van de voorzieningen waarmee de BRP wordt uitgevoerd. Door middel van de systeembeschrijving worden de gedetailleerde regels gesteld die noodzakelijk zijn om de voorzieningen en daarmee het gehele stelsel van de BRP te laten werken. In de praktijk betekent dit dat de systeembeschrijving wordt gevormd door de gemarkeerde delen in het Logisch Ontwerp van de voorzieningen die het betreft. De centrale voorziening die wordt ingevoerd ter ondersteuning van colleges wordt opgenomen in het Logisch Ontwerp BRP, versie 4.3.0. De regeling geeft hiermee volledige transparantie over de technische en administratieve inrichting, werking en beveiliging van deze nieuwe centrale voorziening binnen het BRP-stelsel. Het nieuwe Logisch Ontwerp 4.3.0 wordt bekendgemaakt https://www.rvig.nl.

3. Algemene verordening gegevensbescherming en DPIA

De AVG is sinds 25 mei 2018 rechtstreeks toepasselijk op de gegevensverwerking in de BRP. Voor een verdere toelichting op de toets aan de AVG wordt verwezen naar paragraaf 3.3 van de memorie van toelichting bij de Wet BRP Adreskwaliteit, aangezien die paragraaf van overeenkomstige toepassing is op de voorliggende regeling. Voor een beschrijving van de uitkomsten van de gegevensbeschermingseffectbeoordeling (privacy impact assessment (DPIA)) wordt eveneens verwezen naar paragraaf 3.3 van de memorie van toelichting bij die wet, aangezien de uitkomsten van de daar genoemde DPIA voor deze regeling overeenkomstig zijn.

De onderhavige regeling bevat nadere regels met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door de Minister. Bijlage 9a bevat een limitatieve opsomming van de andere gegevens, bedoeld in artikel 2.37b, tweede lid, van de Wet BRP, die door bestuursorganen aan de Minister van BZK kunnen worden verstrekt in het kader van een terugmelding. In bijlage 9b zijn de profielen opgenomen die worden gebruikt voor de ontwikkeling van signalen voor (adres)onderzoek door de gemeenten. Ook is – met bijlage 9d – vastgelegd welke andere gegevens, als bedoeld in artikel 2.37c, eerste lid onderdeel c van de Wet BRP, door de Minister in zijn analyse worden betrokken. Hierdoor is inzichtelijk op welke wijze (de bepalende factoren en hun onderlinge samenhang) uit de beschikbare gegevens wordt gekomen tot een selectie van signalen. Met deze regels wordt transparantie geboden ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens. Daarnaast zorgen deze regels voor een nadere afbakening en een concreet toetsingskader voor de gegevensverwerking. Op deze wijze wordt geborgd dat de verwerking van persoonsgegevens toereikend, ter zake dienend en beperkt is tot wat noodzakelijk is voor de doeleinden van die verwerking: het verhogen van de kwaliteit van adresgegevens in de BRP. Voor een toelichting op de rechten van de betrokkene, wiens gegevens worden verwerkt, wordt verwezen naar paragraaf 3.3 van de memorie van toelichting bij de Wet BRP Adreskwaliteit.

4. Gevolgen

Aangezien deze regeling geen nieuwe lasten of gevolgen introduceert naast de lasten die al beschreven zijn paragraaf 4 van de memorie van toelichting bij de Wet BRP Adreskwaliteit, wordt voor een verdere uiteenzetting van de gevolgen van de regeling daarnaar verwezen.

5. Advies en consultatie

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft geen opmerkingen gemaakt bij de ontwerpregeling.

De ontwerpregeling is gedurende vier weken openbaar geconsulteerd. Deze internetconsultatie heeft twee reacties opgeleverd.

De Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) heeft gereageerd op de ontwerpregeling. De KBvG onderschrijft de doelstelling van de regeling en stelt voor om voor gerechtsdeurwaarders een formeelwettelijke onderzoekstaak te creëren zodat zij de BRP‑adresonderzoeken kunnen uitvoeren. Het in de Wet BRP verankeren van zo een onderzoekstaak voor gerechtsdeurwaarders ligt echter niet in de rede. De Wet BRP kent een heldere verantwoordelijkheidsverdeling, waarbij de gemeente (het college) exclusief verantwoordelijk is voor de inschrijving en correcties van gegevens van de eigen ingezetenen, alsmede voor het toezicht daarop. Gerechtsdeurwaarders zijn geautoriseerd voor verstrekkingen uit de BRP, en leveren – door middel van terugmeldingen over mogelijk onjuiste gegevens – een bijdrage aan de kwaliteit van de registratie. Het is echter aan gemeenten om deze meldingen vervolgens te onderzoeken en als nodig de registratie te wijzigen. Het betreft hier aldus formeel gescheiden bevoegdheden.

De stichting Platform Bescherming Burgerrechten heeft eveneens gereageerd op de ontwerpregeling. Zij stelt in de eerste plaats dat het niet van alle categorieën gegevens duidelijk is wat deze inhouden en dat het ontwerpbesluit een nagenoeg onbeperkte mogelijkheid biedt om nieuwe categorieën van gegevens toe te voegen. Voorts stelt zij dat burgers niet op de hoogte worden gebracht van een risicosignaal en dat onduidelijk is of gegevens die niet zijn onderzocht wel verwijderd worden. Zij concludeert dat het proces van risicoselectie en vervolgacties die daarop worden genomen, geheel en al buiten het zicht van de burger en zonder enige mate van de nodige rechtsbescherming lijken plaats te vinden.

In reactie op de zorgen en vragen van de stichting Platform Bescherming Burgerrechten, is het volgende van belang. Noch de Wet BRP Adreskwaliteit, noch deze regeling bieden een onbeperkte mogelijkheid om nieuwe categorieën persoonsgegevens te verwerken. Het doel van de Wet BRP Adreskwaliteit en deze regeling is juist om de kaders te stellen voor die gegevensverwerking, om transparantie te bieden en om te borgen dat de verwerking van persoonsgegevens niet verder gaat dan noodzakelijk is. In deze regeling is vastgelegd welke profielen (selectiefactoren) door de Minister gebruikt zullen worden en welke persoonsgegevens daarbij worden verwerkt. Zo is limitatief vastgelegd welke categorieën gegevens, zoals naam, adres, BSN, verwerkt mogen worden. Daarbuiten is gegevensverwerking niet toegestaan. Bij de introductie van een nieuw profiel (nieuwe gegevens) zal deze regeling telkens worden aangepast. In het kader van zo een aanpassing wordt het profiel getoetst aan hoger recht, waaronder de Grondwet (het discriminatieverbod) en de AVG (privacy-beginselen, waaronder het noodzakelijkheidsbeginsel). Deze regeling, en toekomstige wijzigingen daarvan, zullen (inclusief toelichting) worden gepubliceerd, zodat steeds transparant is welke profielen en persoonsgegevens voor LAA worden gebruikt. Voorts zijn in het ontwikkelproces van nieuwe profielen verschillende toetsingsmomenten ingebouwd, met het oog op een zorgvuldige en rechtmatige verwerking van persoonsgegevens. De inzet van een nieuw profiel gebeurt stapsgewijs, eerst op kleine schaal waarbij steeds – voor opschaling – een evaluatie plaatsvindt. Verder biedt de Wet BRP Adreskwaliteit het toetsingskader op grond waarvan beoordeeld wordt welke categorieën gegevens bestuursorganen met de Minister van BZK mogen delen. Ten eerste zijn bestuursorganen enkel bevoegd op grond van artikel 2.37b, eerste lid, van de Wet BRP om gegevens te delen die zien op de gerede twijfel over de juistheid van adresgegevens. Ten tweede zijn bestuursorganen bevoegd om ook andere gegevens te delen met de Minister, maar het kan in dat geval alleen gaan om gegevens die noodzakelijk zijn voor de ondersteunende taak van de Minister. In deze ministeriële regeling is limitatief vastgelegd welke gegevens dit zijn. Met dit kader wordt juist voorkomen dat een nagenoeg onbeperkte mogelijkheid wordt geboden om nieuwe categorieën van gegevens toe te voegen aan die ministeriële regeling.

De stichting Platform Bescherming Burgerrechten vraagt of de persoonsgegevens die wel door de Minister van BZK worden verwerkt, maar uiteindelijk – na selectie – niet door de gemeente worden onderzocht, worden verwijderd. In deze ministeriële regeling wordt een bewaartermijn vastgesteld voor de gegevens die de Minister van BZK verwerkt in het kader van LAA van 20 jaar. Met deze termijn wordt aangesloten bij de termijn die reeds geldt voor de informatie met betrekking tot de verstrekking van gegevens uit de basisregistratie.23 Na twintig jaar worden de gegevens verwijderd. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt of gegevens wel of niet tot een adresonderzoek hebben geleid, het gaat om het enkele verwerken door de Minister. Hiermee wordt geborgd dat betrokkene, wiens gegevens zijn geanalyseerd door de Minister, gedurende twintig jaar inzage in de gegevensverwerking kan krijgen.

Ten slotte merkt de stichting Platform Bescherming Burgerrechten terecht op dat de Wet BRP Adreskwaliteit geen plicht bevat voor gemeenten om burgers actief te informeren over de start van een (voor)onderzoek. Ook worden zij niet vooraf geïnformeerd over het feit dat hun gegevens door de Minister worden verwerkt. Dit is in veel gevallen ook niet goed mogelijk omdat het adresgegeven, waarover nu juist twijfel bestaat, het voornaamste contactgegeven in de BRP is. Dit neemt niet weg dat een belangrijk doel van het vooronderzoek is om in contact te komen met de burger, om hem te vragen naar de feitelijke woonsituatie en als nodig te verzoeken zijn inschrijving te laten corrigeren.

6. Inwerkingtreding

De regeling zal in werking treden op het tijdstip waarop de Wet BRP Adreskwaliteit in werking treedt.

ARTIKELSGEWIJS DEEL

Artikel I

Onderdeel A

De term ‘huisgezin’ wordt in artikel 1 bij de Regeling gedefinieerd ten behoeve van de beschrijving van de selectiefactoren, bijlage 9c. Hieruit volgt op welke wijze aan de hand van de BRP wordt een inschatting gemaakt of de personen op een adres een huisgezin vormen. In paragraaf 2.2.3 wordt dit nader toegelicht.

Onderdelen B, C en E

Onderdeel B regelt dat een nieuwe versie van het Logisch Ontwerp BRP wordt vastgesteld. Het Logisch Ontwerp, versie 4.3.0, zal als Bijlage A bekend worden gemaakt op https://www.rvig.nl. Onderdelen B, C en E regelen dat in artikel 2, artikel 3 en het opschrift van bijlage 1 van de Regeling BRP wordt verwezen naar de nieuwe versie van het Logisch Ontwerp BRP, 4.3.0.

Onderdelen D en G

Onderdeel D voegt een nieuw hoofdstuk toe aan de Regeling BRP waarin regels staan ten behoeve van de ondersteunende taak van de Minister van BZK, bedoeld in hoofdstuk 2, afdeling 1, paragraaf 4a van de Wet BRP. Onderdeel G voegt vervolgens vier bijlagen toe aan de Regeling BRP. In het algemeen deel van deze toelichting zijn de artikelen uit dit nieuwe hoofdstuk en de vier nieuwe bijlagen toegelicht. Specifiek ten aanzien van de gegevens die uit de BAG worden verwerkt wordt opgemerkt dat de gegevens die daar zijn opgenomen meermaals voorkomen in hoofdstuk 7 van bijlage I bij de Regeling basisregistratie adressen en gebouwen (catalogus Basisregistratie Adressen en Gebouwen 2018). Het gaat hierom de gegevens ‘status’, ‘identificatie’ en ‘naam’. Deze verschillende gegevens mogen allemaal verwerkt worden.

Onderdeel F

Onderdeel F bevat een wijziging van bijlage 6 van de Regeling BRP: de bewaring van geschriften en andere bescheiden. Het betreft een bijlage bij artikel 4 van de Regeling BRP, waarin de regels zijn opgenomen betreffende de bewaring van geschriften en andere bescheiden, die zijn gebruikt in verband met de verwerking van gegevens in de BRP. Omwille van de kenbaarheid wordt hieraan een nieuwe rij toegevoegd betreffende de bewaring van bescheiden in verband met de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de ondersteuning door de Minister aan colleges, bedoeld in artikel 2.37a van de Wet BRP. De bewaartermijn is gesteld op twintig jaar. Dit betekent dat de gegevens die de Minister verwerkt bij de uitvoering van zijn ondersteunende taak twintig jaar bewaard dienen te worden. Het betreft hier onder andere (1) de van aangewezen bestuursorganen ontvangen terugmeldingen, (2) de ontwikkelde signalen op basis van de eigen profielen (bijlage 9b bij deze regeling) en (3) de door het college teruggekoppelde resultaten van adresonderzoek. Bij de keuze voor een bewaartermijn van twintig jaar is aangesloten bij de termijn die geldt voor de informatie met betrekking tot de verstrekking van gegevens uit de basisregistratie. Hiermee wordt geborgd dat betrokkene, wiens gegevens zijn geanalyseerd door de Minister, gedurende twintig jaar inzage in die gegevensverwerking kan krijgen.

Artikel II

Dit artikel bepaalt dat onderhavige regeling gelijktijdig in werking treedt met de Wet BRP Adreskwaliteit.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A.C. van Huffelen


X Noot
2

Besluit van 20 april 2023.

X Noot
3

Kamerstukken II 2020/21, 35 772, nr. 3.

X Noot
4

De centrale voorziening van de BRP (BRP-V) die wordt gebruikt voor de systematische verstrekking van gegevens.

X Noot
5

Op grond van artikel 2.4 van de Wet BRP wordt degene die rechtmatig verblijf geniet, niet (reeds) in de basisregistratie is ingeschreven en naar redelijke verwachting gedurende een half jaar ten minste twee derde van de tijd in Nederland verblijf zal houden, ingeschreven in de basisregistratie door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar hij zijn adres heeft.

X Noot
6

In de projectfase LAA start deelname van een bestuursorgaan door het maken van een afspraken, veelal in de vorm van een convenant met stichting ICTU, ten behoeve van de centrale gegevensverwerking.

X Noot
7

Kamerstukken II 2021/22, 35 772, nr. 31.

X Noot
8

RvIG is namens de Minister van BZK belast met de uitvoering van de centrale gegevensverwerking voor LAA.

X Noot
9

Kamerstukken II 2021/22, 35 772, nr. 30.

X Noot
10

Handreiking Non-discriminatie by design (2021), zie ook Kamerstukken II 2020/21, 26 643, nr. 765.

X Noot
11

Artikel 2.34 van de Wet BRP.

X Noot
12

Artikel 28b van het Besluit BRP.

X Noot
13

Kamerstukken II 2020/21, 35 772, nr. 3.

X Noot
14

Gegevens over de samenstelling van de bewoning op een adres; gegevens over de gezamenlijke huishouding op een adres en gegevens over de rechtmatigheid van de bewoning op een adres.

X Noot
15

Kamerstukken II 2020/21, 17 050, nr. 597, met bijlage: ‘Evaluatie Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA) 2020’.

X Noot
16

Besluit BRP Adreskwaliteit, n.v.t., paragraaf 2.1.4.

X Noot
17

Artikel 28c, eerste lid, van het Besluit BRP.

X Noot
18

Artikel 28c, tweede lid, van het Besluit BRP.

X Noot
19

In de projectfase werd uitgegaan van een zogenaamde trefkans van 50%.

X Noot
20

Artikel 5 AVG.

X Noot
21

Het onderzoek naar patronen als bedoeld in artikel 28d van het Besluit BRP. Een onderzoek naar patronen draagt bij aan de totstandkoming van een profiel, maar leidt op zichzelf niet tot een signaal aan een gemeente. Een signaal aan de gemeente ontstaat pas na de toepassing van een profiel of op basis van een terugmelding van een daartoe aangewezen bestuursorgaan of derde. De profielen komen voort uit kennis en statistisch gestaafde praktijkervaringen van gemeenten en bestuursorganen, onder andere met betrekking tot adresgerelateerde fraude. Aan de keuze voor een profiel gaat een zorgvuldige, stapsgewijze beoordeling vooraf. Dit is een onderzoek naar patronen. Daarbij wordt, bijvoorbeeld door middel van een telling op de beschikbare gegevens in de verstrekkingenvoorziening, in kaart gebracht welke gezamenlijke selectiefactoren als profiel de potentie hebben om (voldoende) signalen voor adresonderzoek te ontwikkelen.

X Noot
22

Het gaat om de volgende categorieën gegevens als bedoeld in artikel 28e, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP: gegevens over de samenstelling van de bewoning op een adres; gegevens over de gezamenlijke huishouding op een adres; gegevens over de rechtmatigheid van de bewoning op een adres; gegevens over het water- en energieverbruik op een adres en kadastrale gegevens als bedoeld in artikel 48, tweede lid, Kadasterwet.

X Noot
23

Bijlage 6, rij 22, van de Regeling BRP.

Naar boven