Wijziging van de Beleidsregels openbaarmaking door de Autoriteit Persoonsgegevens van 12 januari 2016 met betrekking tot actieve openbaarmaking van wetgevingsadviezen en berispingen

De Autoriteit Persoonsgegevens,

Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3.1 van de Wet open overheid;

Besluit:

ARTIKEL I

De Beleidsregels openbaarmaking door de Autoriteit Persoonsgegevens van 12 januari 2016 (Stcrt. 2016, nr. 1380) worden als volgt gewijzigd:

Artikel 4.1 van de Beleidsregels openbaarmaking door de Autoriteit Persoonsgegevens van 12 januari 2016 (Stcrt. 2016, nr. 1380) wordt vervangen door:

  • 4.1 De Autoriteit Persoonsgegevens maakt handhavingsbesluiten openbaar, behoudens voor zover het berispingen betreft.

Artikel 6.1 van de Beleidsregels openbaarmaking door de Autoriteit Persoonsgegevens van 12 januari 2016 (Stcrt. 2016, nr. 1380) wordt vervangen door:

  • 6.1 De Autoriteit Persoonsgegevens maakt wetgevingsadviezen openbaar uiterlijk binnen twee weken na vaststelling ervan, tenzij in de adviesaanvraag is gemotiveerd dat openbaarmaking binnen die termijn afbreuk zou doen aan een met de wet, het voorschrift of het besluit beoogde doel als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, aanhef en onder a van de Wet open overheid.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit wordt met toelichting in de Staatscourant bekendgemaakt.

Den Haag, 21 maart 2023

Autoriteit Persoonsgegevens, A. Wolfsen Voorzitter

TOELICHTING

Ten aanzien van berispingen

De Autoriteit Persoonsgegevens kan een berisping opleggen in geval van een kleine, minder ernstige overtreding (artikel 58, tweede lid, onder b van de Algemene verordening gegevensbescherming). De Autoriteit Persoonsgegevens kiest ervoor om een berisping niet openbaar te maken. Informatie (geanonimiseerd en niet-herleidbaar naar de overtreder) over opgelegde berispingen maakt de Autoriteit Persoonsgegevens bekend in een overzicht op haar website. De Autoriteit Persoonsgegevens zal een berisping volledig openbaar maken, als dat moet van de rechter.

Ten aanzien van wetgevingsadviezen

De Autoriteit Persoonsgegevens wil, vooruitlopend op de inwerkingtreding van artikel 3.3, eerste en tweede lid, van de Wet open overheid (Woo), alvast uitvoering geven aan de actieve openbaarmaking van wetgevingsadviezen en de daarvoor geldende openbaarmakingstermijn1. Dit houdt een wijziging in ten opzichte van het bestaande beleid. Publicatie vindt op dit moment plaats nadat de inhoud van het voorstel waarop het advies ziet openbaar is gemaakt. In de praktijk betekent dit het volgende. Als sprake is van een (openbare) internetconsulatie is het voorstel waarover de AP moet adviseren al openbaar. Publicatie vindt in dat geval niet eerder dan vier weken na vaststelling van het advies plaats. Het komt ook voor dat voorstellen waarover wordt geadviseerd nog niet openbaar zijn. Als dat zo is, wordt het advies pas openbaar gemaakt als het voorstel openbaar wordt als Kamerstuk of door publicatie in het Staatsblad of de Staatscourant. In de praktijk wacht de AP dan eerst het bericht over de openbaarmaking van het voorstel van het desbetreffende ministerie af om vervolgens haar advies openbaar te maken.

Deze wijziging van de beleidsregels leidt ertoe dat de adviezen steeds uiterlijk binnen twee weken na vaststelling ervan openbaar worden gemaakt en daarmee soms eerder dan de voorstellen waarop deze betrekking hebben. Afwijking van dit openbaarmakingsmoment is mogelijk, maar alleen als het desbetreffende ministerie dat om advies vraagt in zijn aanvraag motiveert dat openbaarmaking op de gebruikelijke wijze afbreuk zou doen aan een met de voorgestelde wet- of regelgeving beoo0gd doel. Deze uitzondering staat in artikel 3.3, vijfde lid, aanhef en onder a, van de Woo en kan zich bijvoorbeeld voordoen bij belastingmaatregelen, die, als ze eerder bekend zijn, leiden tot een massaal beroep op een te wijzigen of af te schaffen regeling. Een ander voorbeeld betreft noodmaatregelen zoals een voorgenomen nationalisatie van een bank die in de problemen verkeert en die naar hun aard in het diepste geheim moeten worden voorbereid.2 In een voorkomend geval zal het advies – overeenkomstig artikel 3.3, vijfde lid, aanhef en onderdeel a, Woo – door het bestuursorgaan dat het advies heeft aangevraagd openbaar worden gemaakt uiterlijk gelijktijdig met de indiening van het wetsvoorstel bij de Staten-Generaal dan wel bij lagere regelgeving gelijktijdig met de bekendmaking van die regelgeving.

Autoriteit Persoonsgegevens, A. Wolfsen Voorzitter


X Noot
1

Artikel 3.3., vierde lid, Woo.

X Noot
2

TK, 2013/14, 33 328, nr. 9, p. 74.

Naar boven