Besluit van de directeur-generaal Regieorganisatie Transitie Landelijk Gebied van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 3 april 2023, nr. 26818476, houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging voor het directoraat-generaal Regieorganisatie Transitie Landelijk Gebied van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2023 (Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor het directoraat-generaal Regieorganisatie Transitie Landelijk Gebied van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2023)

De directeur-generaal Regieorganisatie Transitie Landelijk Gebied,

Gelet op artikel 10 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging LNV 2019;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de directeur-generaal:

de directeur-generaal Regieorganisatie Transitie Landelijk Gebied van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

b. de directeuren:

de directeuren van het directoraat-generaal Regieorganisatie Transitie Landelijk Gebied van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

c. de managers:

de manager Programmabeheersing en Risicomanagement en de manager Rijkskaders en Interne Organisatie;

d. het MT DG RTLG:

het collectief van de onder a, b en c bedoelde functionarissen;

e. de MT-leden:

de leden van de managementteams van het directoraat-generaal Regieorganisatie Transitie Landelijk Gebied van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit met uitzondering van het MT DG RTLG en de directeuren.

§ 2. Taakverdeling tussen de directeur-generaal en de onder hem ressorterende medewerkers

Artikel 2

Aan de directeur-generaal is voorbehouden: het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling betreffende de volgende aangelegenheden:

  • a. onderwerpen die zijn dienstonderdeel raken, tenzij daarover tussen de betrokken directeuren overeenstemming bestaat;

  • b. aangelegenheden op het werkterrein van een directeur:

    • 1°. ten aanzien waarvan de directeur-generaal in een incidenteel geval mededeling heeft gedaan dat zij door hem zullen worden behandeld, of

    • 2°. die door een directeur aan de directeur-generaal ter afhandeling worden voorgelegd, tenzij zij naar het oordeel van de directeur-generaal door een andere directeur moeten worden behandeld.

Artikel 3

  • 1. Aan de directeuren wordt, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 1.000.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2. Aan de directeuren wordt tevens, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers mandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings-, en ouderschapsverlof;

    • c. het aangaan van verplichtingen en het afhandelen van verzoeken inzake de opleiding van personeel;

    • d. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • e. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties.

Artikel 4

  • 1. Aan de managers en MT-leden wordt, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 50.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2. Aan de managers en MT-leden wordt voorts, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers mandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings-, en ouderschapsverlof;

    • c. het aangaan van verplichtingen en het afhandelen van verzoeken inzake de opleiding van personeel;

    • d. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • e. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties.

  • 3. In uitzondering op het eerste en tweede lid, geldt het mandaat, de volmacht en de machtiging aan de managers en MT-leden niet voor aangelegenheden op hun werkterrein:

    • 1°. ten aanzien waarvan de directeur in een incidenteel geval mededeling heeft gedaan dat zij door hem zullen worden behandeld, of

    • 2°. die door een manager of MT-lid aan de directeur worden voorgelegd, tenzij zij naar het oordeel van de directeur door een andere manager of MT-lid moeten worden behandeld.

§ 3. Vervanging

Artikel 5

  • 1. De uit dit besluit voor een directeur voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van afwezigheid over op de andere directeur als zijn plaatsvervanger. Bij afwezigheid van zowel de directeur als zijn plaatsvervanger gaan de uit dit besluit voortvloeiende bevoegdheden over op een door hem aangewezen manager van het directoraat-generaal Regieorganisatie Transitie Landelijk Gebied.

  • 2. De uit dit besluit voor een manager voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van afwezigheid over op de andere manager als zijn plaatsvervanger. Bij afwezigheid van zowel de manager als zijn plaatsvervanger worden de uit dit besluit voortvloeiende bevoegdheden uitgeoefend door een directeur van het directoraat-generaal Regieorganisatie Transitie Landelijk Gebied.

  • 3. De uit dit besluit voor een MT-lid voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van afwezigheid over op een ander MT-lid. Bij afwezigheid van de MT-leden worden de uit dit besluit voortvloeiende bevoegdheden uitgeoefend door een directeur van het directoraat-generaal Regieorganisatie Transitie Landelijk Gebied.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 oktober 2022.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor het directoraat-generaal Regieorganisatie Transitie Landelijk Gebied van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2023.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 3 april 2023

De directeur-generaal Regieorganisatie Transitie Landelijk Gebied, J. Osinga

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen zes weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.

Naar boven