Regeling van het bestuur van Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie tot wijziging van het Algemeen Subsidiereglement Fonds voor Cultuurparticipatie 2021 in verband met het actualiseren van enkele bepalingen

Het bestuur van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie,

gelet op artikel 10, vierde lid van de Wet op het specifiek cultuurbeleid,

gelet op artikel 4:23, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht,

gelet op het Algemeen Subsidiereglement van Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

met goedkeuring van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 maart 2023;

besluit:

ARTIKEL I

Het Algemeen Subsidiereglement Fonds voor Cultuurparticipatie 2021 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘de natuurlijke’ vervangen door ‘natuurlijk’.

2. Onderdeel i komt als volgt te luiden:

  • i. Koninkrijk der Nederlanden: Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland inclusief de drie openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

3. Na onderdeel p worden de volgende onderdelen toegevoegd:

  • q. Nederland: Europees deel van Nederland en de drie openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

  • r. Europees deel van Nederland: Nederland, zonder het Caribisch deel van het Koninkrijk.

  • s. Caribisch deel van het Koninkrijk: Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de drie openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

  • t. Koninkrijk: Koninkrijk der Nederlanden.

B

In artikel 2 wordt na ‘verstrekken aan’ ingevoegd ‘in het Koninkrijk gevestigde’, en onder plaatsing van een punt achter ‘cultuureducatie’ vervalt ‘ in het Koninkrijk der Nederlanden, als deze in het koninkrijk zijn gevestigd.’

C

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, na plaatsing van een punt achter ‘Koninkrijk’, vervalt ‘der Nederlanden’.

2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde tot en met tiende lid tot het tweede tot en met negende lid.

3. Het achtste lid (nieuw) komt te luiden:

  • 8. Een begroting kan worden opgesteld in Amerikaanse dollars, Caribische guldens of Antilliaanse guldens. De aanvrager rekent de gebruikte valuta vervolgens om naar euro’s, op basis van de dagkoers die geldt op het moment dat de aanvraag wordt ingediend. Dat bedrag wordt in het aanvraagformulier vermeld. Aanvragers die gevestigd zijn in het Caribisch deel van het Koninkrijk kunnen de kosten voor het omwisselen opnemen in de begroting, voor zover dat nodig is voor de aanvraag.

4. Het negende lid (nieuw) komt te luiden:

  • 9. Tijdsvermeldingen gaan in beginsel uit van de tijd zoals geldt in het Europees deel van Nederland.

D

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt de ‘i’ vervangen door ‘10’, de ‘ii’ vervangen door ‘20’, de ‘iii’ vervangen door ‘30’, en de ‘iv’ vervangen door ‘40’.

2. In het tweede lid wordt na ‘als die’ ingevoegd ‘voor wat betreft de aangevraagde subsidie,’.

E

Artikel 9, vierde lid, komt te luiden:

  • 4. Per deelregeling maakt het Fonds bekend welk percentage de subsidie kan uitmaken van de totale project- of activiteitenkosten.

F

In artikel 10 wordt na het tweede lid een lid toegevoegd luidende:

  • 3. Het wijzigen van het tijdvak waaraan een subsidieplafond is verbonden, kan ertoe leiden dat het Fonds het tijdvak waarbinnen een aanvraag kan worden ingediend ook wijzigt.

G

In artikel 11, eerste lid, wordt ‘niet later dan’ vervangen door ‘niet minder dan’.

H

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt de ‘a’ voor ‘De wijze waarop (...)’.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. in onderdeel b achter ‘curriculum vitae’ wordt de punt vervangen door een komma, in ‘Die gegevens’ de hoofdletter D vervangen door een kleine letter, en achter ‘door het Fonds’ vervalt de komma;

b. in onderdeel c achter ‘met derden’ wordt de punt vervangen door een komma, en in ‘Het Fonds’ de hoofdletter H vervangen door een kleine letter h.

I

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden

  • 1. Afhankelijk van de in de deelregeling bepaalde termijn beslist het Fonds in beginsel binnen acht, dertien of tweeëntwintig weken na de ontvangstdatum van de aanvraag. Het Fonds laat aanvragers schriftelijk weten welke beslissing hij neemt op de aanvraag.

2. Het tweede lid en derde lid komen te vervallen.

3. Het vierde lid wordt vernummerd naar het tweede lid, en in dat tweede lid (nieuw) wordt ‘vermeld’ vervangen door ‘vermeldt’.

J

Artikel 15, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na ‘adviescommissie.’ wordt ingevoegd ‘Een interne commissie bestaat uit medewerkers van het Fonds.’

2. ‘Beroepsorgaan’ wordt vervangen door ‘Fonds’.

K

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. De titel komt te luiden:

Artikel 16 Subsidieverleningsbesluit

2. In de aanhef van het eerste lid wordt ‘voor’ vervangen door ‘voorafgaand aan’, en ‘verleningsbesluit’ wordt in beide gevallen vervangen door ‘subsidieverleningsbesluit’.

3. In het derde lid wordt ‘verleningsbesluit’ vervangen door ‘subsidieverleningsbesluit’, en wordt voor ‘afhankelijk’ ingevoegd ‘dit is’.

4. Het vierde lid komt te vervallen.

L

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

1. De titel komt te luiden:

Artikel 17 Inhoud subsidieverleningsbesluit

2. De aanhef komt te luiden:

‘Een subsidieverleningsbesluit bevat het subsidiebedrag en beschrijft, of verwijst in de subsidieregeling, naar:

M

Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt na ‘opnemen.’ toegevoegd ‘Als het Fonds dat doet dan:’.

2. In onderdeel a wordt ‘Een verplichting leidt ertoe’ wordt vervangen door ‘leidt een verplichting ertoe’.

3. In onderdeel b wordt ‘Een opschortende voorwaarde betekent’ wordt vervangend door ‘leidt een opschortende voorwaarde ertoe’.

N

In artikel 19, eerste lid, vervalt ‘de’.

O

In artikel 21, tweede lid, wordt ‘verleningsbesluit’ vervangen door ‘subsidieverleningsbesluit’.

P

In artikel 22, tweede lid, wordt ‘verleningsbesluit’ vervangend door ‘subsidieverleningsbesluit’.

Q

Artikel 24 komt te luiden:

Subsidieontvangers werken volgens de principes van de Governance Code Cultuur, de Fair Practice Code en de Code Diversiteit & Inclusie, zoals beschreven in de deelregeling.

R

Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘regeling’ vervangen door ‘deelregeling’.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘beschikking’ vervangen door ‘besluit’.

b. In onderdeel b wordt ‘beschikking’ vervangen door ‘besluit’, en de punt aan het eind van de zin vervangen door ‘; en’.

c. In onderdeel c wordt ‘verleningsbesluit’ vervangen door ‘subsidieverleningsbesluit’.

S

Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt na ‘€ 25.000’ ingevoegd ‘en niet meer dan € 125.000’.

b. In onderdeel a wordt na ‘activiteitenverslag’ ingevoegd ‘en een financieel verslag’.

c. Onderdeel b komt te luiden:

  • b. tonen subsidieontvangers aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, zijn uitgevoerd en dat is voldaan aan de subsidieverplichtingen op de manier zoals beschreven in de deelregeling of het subsidieverleningsbesluit;

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel c komt te luiden:

  • c. bevat het financieel verslag en voor zover van toepassing een analyse van de verschillen tussen de voorgenomen activiteiten, de beoogde resultaten en de feitelijke realisatie;

b. Onderdeel d komt te luiden:

  • d. bevat een overzicht van de gerealiseerde kosten en opbrengsten, inclusief eigen bijdragen van derden;

c. Na onderdeel d worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:

  • e. volgt de opbouw van de bij de aanvraag ingediende begroting; en

  • f. bevat een analyse van of toelichting op de verschillen tussen begroting en realisatie.

3. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Indien bij een subsidieverstrekking tussen € 25.000 en € 125.000 de kosten en opbrengsten van de te verrichten activiteiten in verband met de aard van die activiteiten zodanig onzeker zijn dat een realistische begroting niet vereist kan worden, kan het Fonds bepalen dat de subsidieontvanger op basis van een verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten aantoont dat de activiteiten zijn verricht. In die verklaring geeft de subsidieontvanger dan aan:

    • a. dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht, voorzien van een korte toelichting,

    • b. dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan;

    • c. wat het totale bedrag van de gerealiseerde subsidiabele kosten is;

    • d. wat, in voorkomend geval, de stand van de egalisatiereserve is;

    • e. wat het totale bedrag van de gerealiseerde opbrengsten, inclusief bijdragen van derden, is; en

    • f. wat het totale bedrag van de gerealiseerde eigen bijdrage is.

T

In artikel 28, onderdeel d, wordt ‘verleningsbesluit’ vervangen door ‘subsidieverleningsbesluit’.

U

Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Als de wijziging of intrekking naar verwachting bedenkingen oplevert voor subsidieontvangers, dan kan het Fonds belanghebbenden in de gelegenheid stellen eerst hun zienswijzen naar voren te brengen.

2. Na het tweede lid wordt een derde lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In het besluit tot wijzigen of intrekken van een besluit motiveert het Fonds of, waarom en hoe het opvolging geeft aan de ingediende zienswijzen.

V

Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na ‘met een’ ingevoegd ‘besluit van het Fonds, zoals een’.

2. In het derde lid wordt ‘subsidiebesluit’ vervangen door ‘besluit’.

W.

Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘sprak’ vervangen door ‘sprake’.

2. In het tweede lid wordt na ‘door een’ ingevoegd ‘externe’.

3. Het vijfde lid komt te luiden:

  • 5. Als het Fonds advies inwint bij de bezwarenadviescommissie, wordt de beslissing op het bezwaarschrift binnen twaalf weken na de bezwaartermijn bekendgemaakt aan bezwaarmakers.

4. Onder vernummering van het zesde naar het zevende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 6. Het Fonds kan de beslissing op het bezwaarschrift zes weken uitstellen, op grond van artikel 7.10 van de Awb. In dat geval ontvangen bezwaarmakers daarover schriftelijk bericht van het Fonds.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Het bestuur van Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie, namens deze, H.G.G.M. Verhoeven directeur-bestuurder

TOELICHTING

Algemeen

Dit Algemeen Subsidiereglement wordt periodiek geactualiseerd, zodat het goed blijft aansluiten bij nieuwe inzichten van het Fonds. Bovendien zorgt de actualiseringsslag ervoor dat het een betere grondslag biedt voor de deelregelingen van het Fonds waarvoor dit algemeen reglement als grondslag dient.

Enkele wijzigingen zijn doorgevoerd om dit reglement meer in lijn te brengen met de ‘Aanwijzingen voor de regelgeving’ (Avr). De inhoudelijke betekenis van het artikel zal dan (in beginsel) niet worden gewijzigd. Enkele wijzigingen zijn ook doorgevoerd om consistenter gebruik te maken van een begrip. Zo wordt een besluit tot het verlenen van subsidie nu een ‘subsidieverleningsbesluit’ genoemd. Daar waar die betekenis geldt, is die wijziging doorgevoerd (bijvoorbeeld de artikelen 16 en 17). En zo wordt overal het begrip ‘besluit’ gehanteerd, ook wanneer sprake is van een beschikking (bijvoorbeeld artikel 25) – hetgeen ook (meer) recht doet aan artikel 1, onderdeel e.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Voorheen stond de beschrijving van de (nieuwe) onderdelen q, r, s en t in artikel 4 (doelgroepen). Aangezien het begripsbepalingen zijn, staan ze nu in de begrippenlijst.

Onderdeel B

Het Fonds heeft een regeling, of regelingen, die gericht zijn op internationale samenwerking. Op grond van een dergelijke regeling kan het gebeuren dat een project (geheel of gedeeltelijk) plaatsvindt buiten het Koninkrijk (bijvoorbeeld in Duitsland). De voormalige tekst kon de indruk wekken dat zoiets niet was toegestaan.

Onderdeel C

Zie hiervoor de toelichting bij onderdeel A.

Onderdeel D

De wijziging van het eerste lid is doorgevoerd om meer in lijn te komen met artikel 3.59., eerste lid, onderdeel a, van de Avr.

De wijziging in het tweede lid verduidelijkt dat er een direct verband moet bestaan tussen de aangevraagde subsidie en de werkzaamheden die worden verricht voor derden. Het enkele feit dat iemand ook werkt voor een (rechts)persoon die niet in aanmerking komt voor subsidie, kan niet altijd als belemmerend worden gezien. Soms kan dat een situatie zijn waarin de aanvraag niets met die relatie te maken heeft.

Onderdeel E

Steeds vaker wordt in de deelregelingen gebruikgemaakt van de mogelijkheid om van de standaardwaarde van 50% af te wijken. Daarom is die standaard nu verlaten.

Onderdeel F

Aan deelregelingen wordt enige ruimte gelaten om flexibel(er) om te gaan met indientermijnen en de daaraan verbonden tijdvakken. Daar waar sprake is van een subsidieplafond (hetgeen nagenoeg altijd zo is) moet echter wel duidelijk blijven waaraan dat plafond precies verbonden is, bijvoorbeeld aan een bepaald tijdvak.

Onderdeel G

Artikel 11 en 13 hadden enkele gelijke / overlappende bepalingen. Die zijn nu gecorrigeerd.

In verband met artikel 3.59, eerste lid, onderdelen a en b, van de Avr is het tweede lid gesplitst en vervangen door een tweede en derde lid.

Onderdeel H

Er zat een fout in de opsomming van de onderdelen van het eerste lid. Die is hiermee hersteld.

De wijzigingen (correcties) in het tweede lid zijn gebaseerd op artikel 3.59., eerste lid, onderdeel b, van de Avr.

Onderdeel I

De deelregelingen hanteren met name een van de drie genoemde termijnen. De dertien weken als standaardtermijn hanteren, is daarom niet meer passend bij de actualiteit.

Het derde lid vervalt, omdat dit uitgangspunt verwoord wordt in artikel 11.

Onderdeel J

De samenstelling van de interne commissie is fundamenteel anders dan die van de externe commissie. Het is transparant(er) om dat in het artikel te beschrijven.

Onderdeel K

De voorheen in het vierde lid gehanteerde termijn van twee jaar is niet langer een algemeen uitgangspunt voor het Fonds. Daarom is het komen te vervallen.

Onderdeel Q

De deelregelingen bevatten specie op die regelingen toegespitste beschrijvingen voor het hanteren van de codes.

Onderdeel S

Het derde lid is toegevoegd om situaties te ondervangen waarin blijkt dat het niet mogelijk is om vooraf de kosten en opbrengsten van de prestatie realistisch te begroten, zoals bedoeld in artikel 15 van de ‘Regeling vaststelling Aanwijzingen voor subsidieverstrekking’.

Onderdeel U

De wijzigingen (correcties) in het tweede lid zijn gebaseerd op de voorgeschreven wijze waarop opsommingen worden geformuleerd, zoals bedoeld in artikel 3.59 van de Avr.

Onderdeel V

Het derde lid krijgt deze aanpassing om duidelijk te maken dat alle Awb-besluiten van het Fonds in beginsel voor bezwaar vatbaar kunnen zijn.

Onderdeel W

De wijzigingen (correcties) in het vijfde lid zijn gebaseerd op de voorgeschreven wijze waarop opsommingen worden geformuleerd, zoals bedoeld in artikel 3.59 van de Avr.

Het bestuur van Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie, namens deze, H.G.G.M. Verhoeven directeur-bestuurder

Naar boven