Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 24 maart 2023, nr. WJZ/ 26713996, tot wijziging van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2023 in verband met de verhoging van het subsidieplafond van de submodule Startersfondsen van de subsidiemodule Seed capital technostarters en twee openstellingen van submodules van de subsidiemodule Vroegefasefinanciering

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 16 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De tabel behorende bij artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2023 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de rij van titel 3.10, artikel 3.10.2, Startersfondsen wordt ‘€ 20.000.000’ vervangen door ‘€ 32.000.000’.

2. Onder de rij van titel 3.16, artikel 3.16.11, Haalbaarheidsstudie TO2-innovatieve starter wordt een rij ingevoegd, luidende:

03-07-2023 t/m 29-09-2023

€ 500.000

3. Onder de rij van titel 3.16, artikel 3.16.12, Academische innovatieve starter, hbo-innovatieve starter en TO2-innovatieve starter wordt een rij ingevoegd, luidende:

03-07-2023 t/m 29-09-2023

€ 2.500.000

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 24 maart 2023

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

TOELICHTING

1. Aanleiding en inhoud

Deze wijzigingsregeling voorziet in een wijziging van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2023 ten aanzien van de subsidiemodule Seed Capital technostarters (titel 3.10 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies, hierna: RNES) en de subsidiemodule Vroegefasefinanciering (titel 3.16 van de RNES).

1.1 Verhoging subsidiebudget Startersfondsen

De eerste wijziging betreft de ophoging van het subsidieplafond van de subsidiemodule Seed Capital technologystarters ten aanzien van de submodule Startersfondsen (paragraaf 3.10.2 van de RNES). De openstelling loopt van 2 januari 2023 tot en met 31 maart 2023. Het budget wordt verhoogd met € 12.000.000 tot een totaal van € 32.000.000. Deze ophoging vindt plaats met oog op het grote aantal verwachte aanvragen van goede kwaliteit dit voorjaar.

Voor deze submodule was in eerste instantie € 20.000.000 van het totale beschikbare jaarlijkse budget van € 32.000.000 gereserveerd. Met het restant van € 12.000.000 zou in het najaar een tweede tender kunnen worden georganiseerd. Deze was echter nog niet aangekondigd. Gelet op het feit dat de doelen van de regeling ook via één tender kunnen worden bereikt, wordt nu besloten om het budget van de voorjaarstender te verhogen.

1.2 Openstellingen binnen de subsidiemodule Vroegefasefinanciering

De tweede wijziging betreft een tweetal openstellingen binnen de subsidiemodule Vroegefasefinanciering (titel 3.16 van de RNES). De submodules Haalbaarheidsstudie TO2-innovatieve starter (paragraaf 3.16.3a van de RNES) en Academische innovatieve starter, hbo-innovatieve starter en TO2-innovatieve starter (paragraaf 3.16.4 van de RNES) worden opnieuw opengesteld in de periode van 3 juli 2023 tot en met 29 september 2023. Het subsidieplafond wordt vastgesteld op € 500.000 respectievelijk € 2.500.000.

2. Staatssteun

De subsidiemodule Seed Capital technostarters bevat staatssteun die wordt gerechtvaardigd door artikel 21 van de algemene groepsvrijstellingsverordening (zie artikel 3.10.13 van de RNES). Aangezien deze wijzigingsregeling geen inhoudelijke aanpassingen in de subsidiemodule aanbrengt, verandert er niets aan deze rechtvaardiging.

De subsidiemodule Vroegefasefinanciering bevat staatssteun die wordt gerechtvaardigd door de artikelen 22 en 25 van de algemene groepsvrijstellingsverordening (zie artikel 3.16.21 van de RNES). Aangezien deze wijzigingsregeling geen inhoudelijke aanpassingen in de subsidiemodule aanbrengt, verandert er niets aan deze rechtvaardiging.

3. Regeldruk

De onderhavige wijzigingen van de subsidiemodules Seed Capital technostarters en Vroegefasefinanciering leiden niet tot wijzigingen in de informatieverplichtingen en derhalve ook niet tot een toe- of afname van de regeldruk bij gebruikers van deze regeling.

4. Vaste verandermomenten

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met deze inwerkingtredingsdatum wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd omdat de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding van deze regeling.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens