Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 1 april 2022, nummer WBV 2022/9, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf C7/27 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

27. Het asielbeleid ten aanzien van Somalië

Het onderstaande beleid is van toepassing op geheel Somalië, tenzij anders is vermeld. Voor de verschillende gebiedsaanduidingen wordt verwezen naar het algemeen ambtsbericht Somalië van december 2021 van de Minister van Buitenlandse zaken.

27.1. Besluitmoratorium

Geen bijzonderheden.

27.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

Geen bijzonderheden.

27.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

27.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

Geen bijzonderheden

27.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

De IND merkt voor Zuid- en Centraal- Somalië uitsluitend aan als risicogroepen:

  • a. personen die werken bij, of door Al-Shabaab geassocieerd worden met, de overheid, AMISOM of andere internationale actoren;

  • b. personen die actief zijn in de politiek (zoals hoge politici en verkiezingsafgevaardigden);

  • c. leden van het gerechtelijk apparaat;

  • d. militairen van het Somalische regeringsleger;

  • e. medewerkers van ngo’s die in de negatieve belangstelling staan van Al-Shabaab;

  • f. leiders van clans die de regering of verkiezingen (onder)steunen, of andere vooraanstaande personen in Somalie met een groot publiek bereik en die zich openlijk uitspraken tegen Al-Shabaab;

  • g. mensenrechtenactivisten; en

  • h. journalisten.

ad. a. Een vreemdeling die afkomstig is uit een gebied dat niet onder controle staat van Al-Shabaab (inclusief Mogadishu) en die zich erop beroept dat hij door Al-Shabaab geassocieerd wordt met de overheid, AMISOM of andere internationale actoren moet dit aannemelijk maken. Daarnaast moet hij aannemelijk maken dat juist hij zal worden geconfronteerd met Al-Shabaab. De enkele terugkeer uit het Westen is daartoe onvoldoende.

Voor een vreemdeling die afkomstig is uit gebied waar Al-Shabaab aan de macht is of het gebied controleert geldt dat hij aannemelijk moet maken dat hij door Al-Shabaab geassocieerd wordt met de overheid, AMISOM of andere internationale actoren. De enkele terugkeer uit het Westen is daartoe onvoldoende.

27.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

27.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

In Somalië is geen sprake van een uitzonderlijke situatie als bedoeld in artikel 29, eerste lid, onder b, Vw.

27.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

In gebieden in Zuid- en Centraal-Somalië waar Al-Shabaab aan de macht is of het gebied controleert, is de mensenrechtensituatie zodanig dat voor iedere terugkeerder een reëel risico bestaat op ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw. Dit risico op ernstige schade wordt ook aangenomen voor vreemdelingen die afkomstig zijn uit een gebied waar Al-Shabaab niet aan de macht is of het gebied controleert, maar over land moeten reizen door een gebied waar Al-Shabaab wel de macht heeft of het gebied controleert.

Onder voorwaarden kan een binnenlands beschermingsalternatief worden tegengeworpen in een gebied waar Al-Shabaab niet aan de macht is (zie paragraaf 24.5.2).

27.4.3. Alleenstaande vrouwen

Aan een alleenstaande vrouw uit Somalië verleent de IND in de regel een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw.

Bij de beoordeling of een vrouw in Somalië als alleenstaand wordt gezien en op die grond bescherming behoeft, wordt in ieder geval meegewogen dat:

  • 1. zij geen echtgenoot heeft – of geen persoon met wie zij een duurzame relatie heeft – in Somalië met wie zij kan gaan samenleven;

  • 2. de gezinsband met haar ouderlijk gezin is verbroken en zij aannemelijk heeft gemaakt dat deze niet kan worden hersteld;

  • 3. er geen familielid tot in de derde graad of sociaal netwerk is waar de vrouw, gelet op haar individuele omstandigheden, voor opvang en bescherming op terug kan vallen.

De IND verleent geen verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw aan een alleenstaande vrouw als op grond van haar individuele asielrelaas aannemelijk is dat zij geen bescherming op grond van haar alleenstaande status nodig heeft. Hierbij wordt onder andere meegewogen of en hoe zij zich in het verleden zelfstandig heeft kunnen handhaven in het dagelijks leven in het land van herkomst.

27.4.4. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

27.4.5. Individuele kenmerken

Geen bijzonderheden.

27.5. Bescherming

27.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

De IND neemt in ieder geval aan dat het voor de volgende categorieën niet mogelijk is de bescherming van de autoriteiten of internationale organisaties te verkrijgen:

  • vreemdelingen die afkomstig zijn uit Zuid- en Centraal-Somalië inclusief Mogadishu;

  • vrouwen uit Somalië die aannemelijk hebben gemaakt dat zij hebben te vrezen voor (seksuele) geweldpleging; en

  • vrouwen uit Somalië die aannemelijk hebben gemaakt dat zij hebben te vrezen voor genitale verminking.

27.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

De IND neemt in ieder geval aan dat geen binnenlands beschermingsalternatief in Somalië aanwezig is voor:

  • vrouwen die aannemelijk hebben gemaakt dat zij hebben te vrezen voor (seksuele) geweldpleging; en

  • vrouwen die aannemelijk hebben gemaakt dat zij hebben te vrezen voor genitale verminking.

De IND neemt een binnenlands beschermingsalternatief aan als er sprake is van concrete aanknopingspunten op basis waarvan in individuele gevallen geconcludeerd kan worden dat de persoon zich buiten het gebied van herkomst kan vestigen. Bij de beoordeling van de geldende voorwaarden voor het tegenwerpen van een binnenlands beschermingsalternatief uit artikel 3.37d VV dienen in de individuele zaak van de vreemdeling de volgende aanknopingspunten te worden betrokken:

  • eerder verblijf in dat gebied; en

  • de aanwezigheid van naaste familie.

Onder dezelfde voorwaarden kan een binnenlands beschermingsalternatief worden tegengeworpen aan:

  • vreemdelingen die afkomstig zijn uit gebieden waar Al-Shabaab aan de macht is of de gebieden controleert;

  • vreemdelingen die bij terugkeer naar hun herkomstgebied waar Al-Shabaab niet aan de macht is, maar over land moeten reizen door een gebied waar Al-Shabaab de macht heeft of het gebied controleert.

Tevens neemt de IND in zijn algemeenheid een binnenlands beschermingsalternatief aan, als de vreemdeling onder naar plaatselijke maatstaven gemeten redelijke omstandigheden minstens zes maanden voorafgaand aan zijn vertrek heeft verbleven in:

  • Puntland (met uitzondering van Noord-Galkayo), in de periode vanaf 1991;

  • Somaliland, in de periode vanaf 1997;

  • Sool; of

  • Sanaag.

De IND neemt aan dat de vreemdeling zich in het desbetreffende gebied kan handhaven.

27.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

De IND beoordeelt aan de hand van paragraaf B8/6 Vc of adequate opvang voor amv’s aanwezig is.

Voor Somalië geldt in zijn algemeenheid dat:

  • algemene opvangvoorzieningen niet beschikbaar en/of toereikend zijn; en

  • de autoriteiten geen zorg dragen voor de opvang.

Ondanks voornoemd uitgangspunt, kan in een voorkomend geval – na onderzoek – worden vastgesteld dat adequate opvang beschikbaar is en kan worden gerealiseerd.

27.7. Vertrekmoratorium

Geen bijzonderheden.

27.8. Bijzonderheden

Geen bijzonderheden.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 1 april 2022

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, J.W.H.M. Beaujean directeur-generaal Migratie

TOELICHTING

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft op 21 december 2021 een nieuw algemeen ambtsbericht (AAB) voor Somalië uitgebracht. De situatie in Somalie blijft nog altijd gewelddadig en onvoorspelbaar. Dit leidt tot een aantal wijzigingen in het landgebonden asielbeleid (C7/27 Vc).

Ten eerste leidt dit tot het samenvoegen en het verbreden van de risicogroepen ‘overheidsfunctionarissen’, ‘personen werkzaam voor internationale organisaties of internationale delegaties’ en ‘personen die er door Al-Shabaab van worden verdacht te spioneren voor de overheid’ tot ‘personen die werken bij, of door Al-Shabaab geassocieerd worden met, de overheid, AMISOM of andere internationale actoren’.

Ten tweede leidt dit tot het verbreden van de risicogroep ‘leiders van clans die de regering steunen’ tot ‘leiders van clans die de regering of verkiezingen (onder)steunen, of andere vooraanstaande personen in Somalië met een groot publiek bereik en die zich openlijk uitspreken tegen Al-Shabaab’.

Ten derde zijn de passages over herbeoordelingen uit de landenparagraaf in de Vc gehaald. Er zal echter niet tot herbeoordeling worden overgegaan.

Het ambtsbericht geeft geen nieuwe informatie over de opvangmogelijkheden voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen. Hetgeen is opgenomen in paragraaf 27.6 Vc betreft dan ook geen beleidswijziging maar slechts een verduidelijking van de staande praktijk. Uit onderzoek van de DT&V kan blijken dat in individuele gevallen sprake is van adequate opvang.

De Tweede Kamer is hierover geïnformeerd bij brief van 4 maart 2022.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, J.W.H.M. Beaujean directeur-generaal Migratie

Naar boven