Subtaak- en ondermandaatbesluit defensiestaf 2022

16 maart 2022

BS 2021027640

De Commandant der Strijdkrachten,

Gelet op artikel 26 van het Algemeen organisatiebesluit Defensie 2021 en op artikel 3 van het Ondermandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit SG Defensie 2022;

Besluit:

Artikel 1. Definities

  • 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

    a. bewindspersoon:

    Minister van Defensie of Staatssecretaris van Defensie, afhankelijk van wie het aangaat;

    b. mandaat:

    de bevoegdheid om in naam van de bewindspersoon besluiten te nemen;

    c. volmacht:

    de bevoegdheid om in naam van de bewindspersoon privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

    d. machtiging:

    de bevoegdheid om in naam van de bewindspersoon handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

  • 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt begrepen onder:

    a. krijgsmacht:

    de Defensiestaf, het Commando Zeestrijdkrachten, het Commando Landstrijdkrachten, het Commando Luchtstrijdkrachten, het Defensie Cybercommando en het (NLD) Special Operations Command en tevens de Defensie Materieel Organisatie, het Defensie Ondersteuningscommando en de Koninklijke Marechaussee voor zover het de verantwoordelijkheid betreft van de Minister van Defensie;

    b. defensieonderdelen:

    het Commando Zeestrijdkrachten, het Commando Landstrijdkrachten, het Commando Luchtstrijdkrachten, het Commando Koninklijke Marechaussee, de Defensie Materieel Organisatie en het Defensie Ondersteuningscommando.

Artikel 2. Organisatie van de Defensiestaf

  • 1. De Defensiestaf bestaat uit:

    • a. het kabinet;

    • b. de directie Aansturen Operationele Gereedheid;

    • c. de taskforce Logistiek;

    • d. de directie Plannen;

    • e. de directie Financiën & Control CDS;

    • f. de directie Internationale Militaire Samenwerking;

    • g. de directie Operaties;

    • h. het Militair Strategisch Element;

    • i. de afdeling Evaluaties;

    • j. het Transitieteam;

    • k. het innovatiecentrum FRONT.

  • 2. Voorts behoren tot de Defensiestaf de joint operationele eenheden onder directe aansturing van de CDS:

    • a. DCC;

    • b. NLD SOCOM.

Artikel 3. Kabinet CDS

Het Kabinet staat onder leiding van de Chef Kabinet die is belast met:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en de richtlijnen van de (plaatsvervangend) Commandant der Strijdkrachten geven van leiding aan en de doelmatige inrichting, de bedrijfsvoering en het interne beheer van het Kabinet;

  • b. het adviseren en ondersteunen van de (plaatsvervangend) Commandant der Strijdkrachten bij de uitvoering van hun taken en de daaruit voortvloeiende verplichtingen;

  • c. het verzorgen van interne beheerszaken van de Defensiestaf, alsmede het verrichten van de centrale registratie van NAVO en andere gerubriceerde systemen, zoals COSMIC, ATOMAL en ATOMIC documenten ten behoeve van de gehele defensieorganisatie;

  • d. het adviseren van de (plaatsvervangend) Commandant der Strijdkrachten over militaire muziek, het aansturen van de muziekkorpsen binnen de krijgsmacht en het coördineren en prioriteren van de inzet en beschikbaarheid van militaire muziek;

  • e. het adviseren van de (plaatsvervangend) Commandant der Strijdkrachten en andere autoriteiten binnen Defensie over de positie van de onderofficier in de krijgsmacht en het optreden als centraal aanspreekpunt daarvoor;

  • f. het opstellen van regelgeving voor en de coördinatie van ceremoniële en protocollaire aangelegenheden van Defensie, het adviseren van de (plaatsvervangend) Commandant der Strijdkrachten over militaire representatie daarbij en het ondersteunen van de Traditiecommissie Krijgsmacht en het Nationaal Comité 4–5 mei;

  • g. het verstrekken van kaders aan de kabinetten van de defensieonderdelen.

Artikel 4. Directie Aansturen Operationele Gereedheid

De directie Aansturen Operationele Gereedheid staat onder leiding van de Directeur Aansturen Operationele Gereedheid die is belast met:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en de richtlijnen van de (plaatsvervangend) Commandant der Strijdkrachten geven van leiding aan de directie;

  • b. het namens de Commandant der Strijdkrachten optreden als inrichtingsverantwoordelijke voor het proces inzet en voor de gereedstelling op basis van de inrichting van de daarvoor benodigde ondersteunende processen en informatiesystemen, alsook voor de aansturing en monitoring van de uitvoering;

  • c. Het voor de SG en CDS voorbereiden en opstellen van de defensiebrede Aanwijzing Gereedstelling Defensie. Deze integrale opdracht omvat de reeds bekende inzet en stand-by opdrachten, gereedstellingsopdrachten en ondersteuningsopdrachten. Daarnaast zijn in deze opdracht ook bedrijfsvoeringsopdrachten (inclusief veiligheids-, compliance- en kwaliteitsopdrachten) en projectopdrachten opgenomen;

  • d. het ontwerpen, onderhouden en doen toepassen van stuurvariabelen voor de personele en materiële gereedheid, de geoefendheid en de instandhouding bij en ondersteuning van de Defensieonderdelen (inclusief de KMar voor zover onder verantwoordelijkheid van de CDS), DCC en NLD SOCOM;

  • e. het participeren in beleidsformulering op het gebied van de Defensiebrede bedrijfsvoering en gereedstelling;

  • f. het mede toetsen van beleidsinitiatieven op uitvoerbaarheid;

  • g. het voeren van regie op de ketens binnen het proces gereedstelling en onderliggende processen;

  • h. het borgen van de balans tussen doelstellingen, activiteiten, middelen en de integratie van bedrijfsvoeringsprocessen en het nemen van regie bij beslissingen ten aanzien van de (her)allocatie van middelen van de defensieonderdelen binnen de kaders van het BPB-proces; daar waar de klantvraag en toewijzing van middelen elkaar niet vinden, neemt D-DAOG het besluit wat prioriteit heeft vanuit zijn rol als regisseur OG;

  • i. het coördineren van defensiebrede oefen- en opleidingsaangelegenheden;

  • j. het coördineren van ongevallenonderzoek en het onderhouden van contacten met toezichthouders en onderzoeksorganisaties op het gebied van veiligheid, zoals de Onderzoeksraad Voor de Veiligheid.

Artikel 4a. Ondermandaat, -volmacht en -machtiging Directie Aansturen Operationele Gereedheid

Aan de directeur van de Directie Aansturen Operationele Gereedheid, dan wel bij diens afwezigheid zijn plaatsvervanger, wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen ter uitvoering van de taken die ingevolge artikel 4 tot zijn werkterrein behoren.

Artikel 5. Task Force Logistiek CDS

De Task Force Logistiek staat onder leiding van de Souschef Logistiek (SCLOG) die is belast met:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van de (plaatsvervangend) Commandant der Strijdkrachten geven van leiding aan de Task Force Logistiek;

  • b. het adviseren van de (plaatsvervangend) Commandant der Strijdkrachten en andere autoriteiten binnen Defensie over de aansturing van de uitvoering, de inrichting van de bedrijfsvoering inclusief processen en IT-ondersteuning, de wijze van het voeren van regie over de ondergenoemde bedrijfsvoeringsketens en het participeren bij beleidsvoorbereiding bij de DGB;

  • c. het vertegenwoordigen van de CDS in overleggen over beleid en beleidsvoorbereiding op het gebied van facilitair, inkoop, beveiliging, veiligheid, (inter)nationale logistiek, verkeer, vervoer, verplaatsingen en mobiliteit;

  • d. het aansturen, inrichten van de bedrijfsvoering en het voeren van regie over de bedrijfvoeringsketens op het gebied van facilitair, inkoop, beveiliging, veiligheid, (inter)nationale logistiek, verkeer, vervoer, verplaatsingen en mobiliteit;

  • e. het vertegenwoordigen van de CDS in overleggen over de inrichting van de bedrijfsvoering op het gebied van facilitair, inkoop, beveiliging, veiligheid, (inter)nationale logistiek, verkeer, vervoer, verplaatsingen en mobiliteit.

  • f. het optreden als de vertegenwoordiger van de CDS op het gebied van facilitair, inkoop, beveiliging, veiligheid, (inter)nationale logistiek, verkeer, vervoer, verplaatsingen en mobiliteit;

  • g. het uitvoeren van projecten en het begeleiden van, adviseren over en ondersteunen van de operationalisering van veranderprojecten en transitieplannen op het gebied van facilitair, inkoop, beveiliging, veiligheid, (inter)nationale logistiek, verkeer, vervoer, verplaatsingen en mobiliteit.

Artikel 5a. Ondermandaat, -volmacht en -machtiging Task Force Logistiek

Aan de souschef Logistiek van de Task Force Logistiek wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen ter uitvoering van de taken die ingevolge artikel 5 tot zijn werkterrein behoren.

Artikel 6. Directie Plannen

De directie Plannen staat onder leiding van de Directeur Plannen die is belast met:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van de (plaatsvervangend) Commandant der Strijdkrachten geven van leiding aan de directie Plannen;

  • b. het ondersteunen van de Commandant der Strijdkrachten als hoogste militaire adviseur, behoeftesteller en in zijn verantwoordelijkheid voor de inrichting van de bedrijfsvoering en voor de aansturing van de uitvoering;

  • c. het participeren in de ontwikkeling van defensiebeleid, waaronder begrepen het analyseren en beoordelen van de integrale planconsequenties;

  • d. het adviseren van de Commandant der Strijdkrachten over organisatieontwikkeling (zowel over het operationaliseren van beleid (top down) als integraal advies over bottom-up initiatieven) en het bijdragen aan de uitvoerbaarheid van beleid door onder meer het integraal toetsen op uitvoerbaarheid en het coördineren daarvan;

  • e. het operationaliseren van het beleid ten aanzien van de inrichting, samenstelling en toerusting van de krijgsmacht en het vertalen van operationele behoeftes naar een integraal stafadvies;

  • f. het formuleren van behoeftestellingen en in opdracht nemen van de uitvoering van (investerings)projecten voor materieel, informatievoorziening en vastgoed, alsmede het monitoren van de voortgang van de gerelateerde verwervingsprojecten;

  • g. het optreden als gemandateerd opdrachtgever naar de defensieonderdelen voor (materieel)projecten.

  • h. het voeren van regie over de ontwikkeling van joint doctrines en de Nederlandse inbreng in internationale doctrineontwikkeling.

Artikel 6a. Ondermandaat, -volmacht en -machtiging Directie Plannen

Aan de directeur van de Directie Plannen wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen ter uitvoering van de taken die ingevolge artikel 6 tot zijn werkterrein behoren.

Artikel 7. Directie Financiën & Control CDS

De directie Financiën & Control CDS staat onder leiding van de Directeur Financiën & Control CDS die is belast met:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van de (plaatsvervangend) Commandant der Strijdkrachten geven van leiding aan de directie Financiën & Control CDS;

  • b. het adviseren van de (plaatsvervangend) Commandant der Strijdkrachten en andere autoriteiten binnen Defensie over bedrijfseconomische aspecten van alle aangelegenheden van de CDS; hieronder valt onder meer het adviseren over de integrale managementinformatie van de CDS, alsook grote behoeftestellingen, beleidsparticipatie en uitvoerbaarheidstoetsen;

  • c. het als bedrijfseconomisch geweten voor de Commandant der Strijdkrachten monitoren en bewaken van de effectbereiking bij de inrichting van de bedrijfsvoering en de aansturing van de uitvoering;

  • d. het uitvoeren van de door de Hoofddirectie Financiën & Control gemandateerde controllertaken, waaronder begrotingsbeheer, financieel beheer en budget control voor Beleidsartikel 1 Inzet.

Artikel 7a. Ondermandaat, -volmacht en -machtiging Directie Financiën & Control CDS

Aan de directeur van de Directie Financiën & Control wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen ter uitvoering van de taken die ingevolge artikel 7 tot zijn werkterrein behoren.

Artikel 8. De Directie Internationale Militaire Samenwerking

De Directie Internationale Militaire Samenwerking staat onder leiding van de Directeur Internationale Militaire Samenwerking. Deze is belast met de volgende taken:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en de richtlijnen van de (plaatsvervangend) Commandant der Strijdkrachten geven van leiding aan de Directie Internationale Militaire Samenwerking;

  • b. het adviseren, informeren en ondersteunen van de (plaatsvervangend) Commandant der Strijdkrachten op het gebied van internationale militaire samenwerking, beleidsparticipatie en het toetsen van beleidsinitiatieven op uitvoerbaarheid;

  • c. het optreden als centraal Kenniscentrum voor Defensie inzake bilaterale en multilaterale militaire samenwerking en het opzetten en onderhouden van een internationaal relatienetwerk ter ondersteuning van het Nederlands defensie- en veiligheidsbeleid in samenspraak met DGB/DIA;

  • d. het beheer en de evaluatie van het militair attaché bestand, het aansturen van de Nederlandse defensieattachés in het buitenland en het onderhouden van de betrekkingen met en ondersteunen van de in Nederland geaccrediteerde buitenlandse defensieattachés;

  • e. het onderhouden van interdepartementale relaties m.b.t. militair-diplomatieke aangelegenheden en het deelnemen aan relevante inspecties van ambassades;

  • f. het inrichten en aansturen van het IMS-domein;

  • g. het voeren van regie over de werkzaamheden die voortkomen uit de Nederlandse deelname aan bilaterale en multilaterale militaire samenwerkingsverbanden;

  • h. het operationeel beheer van het strategisch internationale functiebestand;

  • i. het coördineren van werkzaamheden die voortvloeien uit internationale standaardisatie afspraken.

Artikel 8a. Ondermandaat, -volmacht en -machtiging Directie Internationale Militaire Samenwerking

Aan de directeur van de Directie Internationale Militaire Samenwerking, dan wel bij diens afwezigheid zijn plaatsvervanger, wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen ter uitvoering van de taken die ingevolge artikel 8 tot zijn werkterrein behoren.

Artikel 9. De Directie Operaties

De directie Operaties staat onder leiding van de Directeur Operaties, die is belast met:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en de richtlijnen van de (plaatsvervangend) Commandant der Strijdkrachten geven van leiding aan de directie Operaties;

  • b. het ondersteunen van de Commandant der Strijdkrachten als militaire adviseur en corporate operator tav reguliere operaties en in zijn verantwoordelijkheid voor de inrichting van de bedrijfsvoering en voor de aansturing van de uitvoering;

  • c. Het participeren in beleidsformulering op het gebied van inzet en gereedstelling en bij het toetsen van beleidsinitiatieven op uitvoerbaarheid;

  • d. Het plannen van missies en operaties in afstemming met DGB, BZ, bondgenoten en internationale organisaties, het opstellen van een militair advies en het ondersteunen van de CDS in de Stuurgroep Missies en Operaties (SMO) voor (mogelijke) toekomstige en lopende operaties;

  • e. het plannen van de voorbereiding, uitvoering en afwikkeling van reguliere operaties en het leren van inzet d.m.v. het lessons identified/ lessons learned-proces;

  • f. het aansturen van de inzetgereedstelling door het uitgeven van (voorlopige) Formerings- en Gereedstellingsopdrachten (FGO), het ontwikkelen van operatieplannen ten behoeve van nationale inzet en het opstellen van de Operatie Aanwijzing (OA) met daarin de nationale kaders en richtlijnen ten behoeve van deelname aan een internationale inzet;

  • g. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van de (plaatsvervangend) Commandant der Strijdkrachten aansturen van alle reguliere operaties;

  • h. het namens de (plaatsvervangend) Commandant der Strijdkrachten aansturen van eenheden van het Commando Koninklijke Marechaussee tijdens de onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Defensie vallende inzet in het buitenland;

  • i. het optreden tijdens inzet als intermediair tussen de defensieorganisatie en de ingezette eenheden en/of individueel uitgezonden militairen.

  • j. de afstemming met NLD SOCOM voor de benodigde ondersteuning vanuit NLD SOCOM bij de DOPS ten behoeve van reguliere operaties met daaraan toegevoegde speciale eenheden en de ondersteunende stafcapaciteit vanuit de Directie Operaties bij speciale operaties aangestuurd vanuit NLD SOCOM;

  • k. Het zorgdragen voor adequaat informatiemanagement inclusief archivering van operaties.

  • l. Het volgen en incorporeren van NATO en EU-richtlijnen en plannen met betrekking tot operaties.

Artikel 9a. Ondermandaat, -volmacht en -machtiging Directie Operaties

Aan de directeur van de Directie Operaties, dan wel bij diens afwezigheid zijn plaatsvervanger, wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen ter uitvoering van de taken die ingevolge artikel 9 tot zijn werkterrein behoren.

Artikel 10. Het Militair Strategisch Element

Het Militair Strategisch Element staat onder leiding van het Hoofd Militair Strategisch Element die is belast met:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van de (plaatsvervangend) Commandant der Strijdkrachten geven van leiding aan het Militair Strategisch Element;

  • b. het ondersteunen van de CDS met militair-strategisch advies, o.a. m.b.t. zijn rol in de Stuurgroep Missies en Operaties en andere fora;

  • c. gezamenlijk met de DGB het Strategic Foresight and Direction (SFD) vormgeven binnen Defensie, en met DGB bijdragen aan het interdepartementale Early Warning Early Action proces;

  • d. het adviseren over de strategische fase van de planning van operaties, in afstemming met DGB, BZ, bondgenoten en internationale organisaties;

  • e. het adviseren over de strategische aspecten van lopende operaties.

Artikel 11. Afdeling Evaluaties

De afdeling Evaluaties staat onder leiding van het Hoofd Afdeling Evaluaties die is belast met:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van de (plaatsvervangend) Commandant der Strijdkrachten geven van leiding aan de afdeling Evaluaties;

  • b. het ondersteunen van de Commandant der Strijdkrachten in zijn verantwoordelijkheid voor het evalueren van operaties;

  • c. het formuleren van aanwijzingen ten aanzien van het evalueren van operaties;

  • d. het evalueren van operaties en het toezien op het proces van het leren van operaties;

  • e. het ondersteunen van externe evaluaties en onderzoeken;

  • f. het onderzoeken van ernstige voorvallen en incidenten onder operationele omstandigheden na opdracht van de (plaatsvervangend) Commandant der Strijdkrachten.

Artikel 12. Het Transitieteam

Het Transitieteam staat onder leiding van de Programmamanager Transitie, die is belast met:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en de richtlijnen van de (plaatsvervangend) Commandant der Strijdkrachten geven van leiding aan het Transitieteam;

  • b. het adviseren, informeren en ondersteunen van de (plaatsvervangend) Commandant der Strijdkrachten op het gebied van verander- en transitievraagstukken die bijdragen aan een toekomstbestendige Krijgsmacht;

  • c. het participeren in beleidsformulering op het gebied van Defensiebrede transitie- en verandervraagstukken en het toetsen op de uitvoerbaarheid van beleidsinitiatieven;

  • d. het ondersteunen van de (plaatsvervangend) Commandant der Strijdkrachten bij het inrichten en aansturen van de transformatie van de Krijgsmacht;

  • e. het zijn van de kennisautoriteit voor de Krijgsmacht ten aanzien van verander- en transitievraagstukken en het opzetten en onderhouden van een relatienetwerk ter ondersteuning hiervan;

  • f. het zelfstandig uitvoeren van projecten en het begeleiden van, adviseren over en ondersteunen van de operationalisering van veranderprojecten en transitieplannen binnen de defensieorganisatie;

  • g. het voeren van regie op partnerschappen die bijdragen aan een betere inzetbaarheid en voortzettingsvermogen van de Krijgsmacht en aan de maatschappelijke uitdagingen van de defensieorganisatie;

  • h. het organiseren en richten van alle noodzakelijke veranderingen die bijdragen aan de transformatieopgave van de Krijgsmacht.

Artikel 12a. Ondermandaat, -volmacht en -machtiging Transitieteam

Aan de programmamanager van het Transitieteam, dan wel bij diens afwezigheid zijn plaatsvervanger, wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen ter uitvoering van de taken die ingevolge artikel 12 tot zijn werkterrein behoren.

Artikel 13. Innovatiecentrum FRONT

Het innovatiecentrum Future Relevant Operations using New Technology and thinking (FRONT) staat onder leiding van Hoofd FRONT, die is belast met:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en de richtlijnen van de (plaatsvervangend) Commandant der Strijdkrachten geven van leiding aan het innovatiecentrum FRONT;

  • b. het adviseren, informeren en ondersteunen van de (plaatsvervangend) Commandant der Strijdkrachten bij vraagstukken aangaande het innoverend vermogen van de Krijgsmacht;

  • c. het participeren in beleidsformulering op het gebied van innovatie en het toetsen op de uitvoerbaarheid van beleidsinitiatieven;

  • d. het bijdragen aan behoeftestellingen voortkomend uit innovatie-experimenten;

  • e. het verkennen van verbetermogelijkheden op het gebied van innovatie, interdepartementaal en internationaal;

  • f. het optreden als Chief Innovation Advisor zoals beschreven in de Defensie Innovatiestrategie 2018;

  • g. het faciliteren van de krijgsmachtbrede innovatiefunctie en het Innovatienetwerk Defensie;

  • h. het bijdragen aan totstandkoming en het bewaken van focus en samenhang in kort- cyclische innovatie.

Artikel 14. het Defensie Cyber Commando (DCC)

Het DCC staat onder leiding van de commandant Defensie Cyber Commando, die is belast met de volgende taken:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van de (plaatsvervangend) Commandant der Strijdkrachten geven van leiding aan het Defensie Cyber Commando;

  • b. het adviseren en ondersteunen van de Commandant der Strijdkrachten als militaire adviseur en corporate operator met betrekking tot militaire (cyber)operaties;

  • c. het gereedstellen van capaciteiten van het DCC en het aansturen van de inzetgereedstelling door het uitgeven van (voorlopige) Formerings- en Gereedstellingsopdrachten (FGO), het ontwikkelen van operatieplannen en opstellen van de Operationele Aanwijzing (OA) met daarin de nationale kaders en richtlijnen ten behoeve van deelname aan een (inter)nationale inzet voor militaire cyber operaties;

  • d. het plannen van de voorbereiding, uitvoering en afwikkeling van militaire cyberoperaties en de algehele evaluatie hiervan in opdracht van de CDS;

  • e. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van de Commandant der Strijdkrachten aansturen van militaire cyberoperaties;

  • f. het als militaire cyberkennis autoriteit implementeren van kennisontwikkeling, kennisproductie en innovatie voor militaire cyber operaties en geeft mede invulling aan de uitvoering van het kennis- & innovatiebeleid en de Strategie-, Kennis- en Innovatieagenda alsmede opleiding en training voor de gehele krijgsmacht;

  • g. het bijdragen aan het ontwikkelen en onderhouden van het cyberbeleid, en het bijdragen aan en het toetsen van de cyberplannen en behoeftestellingen, ter ondersteuning aan DGB;

  • h. het afstemmen met DOPS en NLD SOCOM m.b.t. de benodigde ondersteuning bij militaire cyberoperaties aangestuurd vanuit DCC en de ondersteuning vanuit DCC bij DOPS en NLD SOCOM ten behoeve van hun reguliere respectievelijk speciale operaties

  • i. het zorgdragen voor adequaat informatiemanagement inclusief archivering van militaire cyber operaties.

Artikel 14a. Ondermandaat, -volmacht en -machtiging DCC

Aan de commandant van het DCC, dan wel bij diens afwezigheid diens plaatsvervanger, wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen ter uitvoering van de taken die ingevolge artikel 14 tot zijn werkterrein behoren.

Artikel 15. Netherlands Special Operations Command

NLD SOCOM staat onder leiding van de Commandant NLD SOCOM, die is belast met:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van de (plaatsvervangend) Commandant der Strijdkrachten geven van leiding aan de NLD SOCOM;

  • b. het adviseren en ondersteunen van de Commandant der Strijdkrachten als militaire adviseur en corporate operator ten aanzien van speciale operaties en de gereedstelling daarvoor;

  • c. het aansturen van de inzetgereedstelling door het uitgeven van (voorlopige) Formerings- en Gereedstellingsopdrachten (FGO), het ontwikkelen van operatieplannen en opstellen van de Operationele Aanwijzing (OA) met daarin de nationale kaders en richtlijnen ten behoeve van deelname aan een (inter)nationale inzet voor speciale operaties;

  • d. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van de Commandant der Strijdkrachten plannen van de voorbereiding (inclusief normstelling), uitvoering en afwikkeling en het aansturen van speciale operaties en de evaluatie en het implementeren van de verbetermaatregelen hiervan;

  • e. het bijdragen aan het ontwikkelen en onderhouden van het SOF-beleid, en het bijdragen aan en het toetsen van de SOF-plannen en behoeftestellingen, in samenwerking met DGB en DPLAN;

  • f. het implementeren van kennisontwikkeling en innovatie voor speciale operaties en de verantwoordelijkheid voor de kennisontwikkeling en kennisproductie van alle aspecten van speciale operaties en Nederlandse speciale eenheden;

  • g. het gereedstellen, voorbereiden en inzetten van capaciteit ten behoeve van het Composite Special Operations Component Command (C-SOCC) voor de NAVO;

  • h. het aansturen van het Schiet Instructie en Controle Team Speciale Eenheden (SICT SE);

  • i. het afstemmen met DOPS en DCC m.b.t. de benodigde ondersteuning bij speciale operaties aangestuurd door NLD SOCOM en de ondersteuning vanuit NLD SOCOM bij DOP en DCC ten behoeve van reguliere resp. militaire cyberoperaties;

  • j. het samenwerken met het Militair Strategisch Element (MSE) bij militair-strategische planningstaken, waaronder begrepen het ondersteunen bij het opstellen van het Strategisch Militair Analyse en het uitbrengen van het Militair Advies;

  • k. het namens de Commandant der Strijdkrachten aansturen van eenheden van het Commando Koninklijke Marechaussee, in het bijzonder de BSB, tijdens de onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Defensie vallende speciale operaties in het buitenland;

  • l. het zorgdragen voor adequaat informatiemanagement inclusief archivering van speciale en door NLD SOCOM aangestuurde reguliere operaties van speciale eenheden.

Artikel 15a. Ondermandaat, -volmacht en -machtiging Netherlands Special Forces Command

Aan de Commandant NLD SOCOM wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen ter uitvoering van de taken die ingevolge artikel 15 tot zijn werkterrein behoren.

Artikel 16. Ondertekening krachtens mandaat, volmacht of machtiging

Een document dat krachtens mandaat, volmacht of machtiging wordt ondertekend bevat aan het slot de volgende formule:

DE << BEWINDSPERSOON>> VAN DEFENSIE

voor deze,

<< functie, handtekening en naam van de ondertekenaar >>

Artikel 17. Intrekking oude subtaakbesluit en ondermandaatbesluit

Ingetrokken worden:

  • Subtaakbesluit Defensiestaf 2013

  • Ondermandaat, -volmacht en -machtigingsbesluit Defensiestaf 2013

Artikel 18. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2022.

Artikel 19. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Subtaak- en ondermandaatbesluit Defensiestaf 2022

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 16 maart 2022

De Commandant der Strijdkrachten O. Eichelsheim Generaal

TOELICHTING

Artikel 26 van het Algemeen organisatiebesluit Defensie 2021 bevat de basis voor de in artikel 1 van dat besluit genoemde verantwoordelijken om voor hun organisatieonderdeel een zogenaamd subtaakbesluit vast te leggen waarin de taken van het betrokken organisatieonderdeel en de organisatiestructuur nader worden vastgelegd. Het subtaakbesluit vormt op zijn beurt het aanknopingspunt om via ondermandaat, -volmacht en -machtiging – voor zover noodzakelijk – aan de taken de voor uitoefening daarvan noodzakelijke bevoegdheden te verbinden.

Het voorliggende subtaak- en ondermandaatbesluit geeft de organisatiestructuur weer van de Defensiestaf en geeft op hoofdlijnen aan welke werkzaamheden en taken bij de onderscheiden onderdelen van deze dienstonderdelen berusten. Tevens voorziet dit besluit in de verlening van ondermandaat, -volmacht en -machtiging voor zover dat noodzakelijk is om de benoemde taken uit te kunnen oefenen.

Naar boven