Convenant inzake de samenwerking tussen de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingbescherming en de minister van Infrastructuur en Waterstaat bij de uitvoering van de taken door de ANVS en Rijkswaterstaat (Verkeerscentrum Nederland) in het kader van het Verdrag fysieke beveiliging van kernmateriaal en kerninstallaties

Partijen,

de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming, in deze vertegenwoordigd door de bestuursvoorzitter, drs. Annemiek van Bolhuis, MBA (hierna te noemen ‘ANVS’)

en

de minister van Infrastructuur en Waterstaat, in deze vertegenwoordigd door de directeur Wegverkeersmanagement van Rijkswaterstaat, drs. D. van Baarle (hierna te noemen ’Rijkswaterstaat’)

Hierna gezamenlijk te noemen: partijen;

Gelet op artikel 3, eerste en derde lid, van de Kernenergiewet;

Overwegen het volgende:

Het Verdrag inzake de Fysieke beveiliging van kernmateriaal en kerninstallaties (hierna te noemen ‘Verdrag’) is in Nederland geïmplementeerd in de Regeling beveiliging nucleaire inrichtingen en splijtstoffen (hierna te noemen ‘Regeling’).

De ANVS is sinds 1 augustus 2017 als zelfstandig bestuursorgaan verantwoordelijk voor de haar in artikel 3, derde lid, van de Kernenergiewet toegekende taken op het terrein van de nucleaire veiligheid en stralingsbescherming, de daarmee samenhangende crisisvoorbereiding, alsmede beveiliging en waarborgen.

Het vervoeren van nucleair materiaal op Nederlands grondgebied, dat op grond van het Verdrag en de Regeling ingedeeld is als categorie III-materiaal, moet beveiligd worden.

De vergunninghouders van transporten van categorie III-materiaal (hierna te noemen: ‘vergunninghouders’) zijn verplicht om onder andere maatregelen te treffen ten aanzien van bereikbaarheid en aan- en afmelding.

Om uitvoering te geven aan de vereisten van het Verdrag is een centraal communicatiepunt aangewezen met als doel het monitoren van transporten van categorie III-materiaal.

De Nationale Politie, die voorheen de rol van centraal communicatiepunt vervulde voor transporten van categorie III-materiaal, kan deze rol vanwege gewijzigde prioriteiten en taken niet meer vervullen.

Voor de actuele verkeerssituatie op de Nederlandse (auto)snelwegen raadpleegt de Nationale Politie het Verkeerscentrum Nederland, dat onder de verantwoordelijkheid valt van Rijkswaterstaat (hierna te noemen ’VCNL’).

Na overleg tussen de Nationale Politie, het VCNL en de ANVS is besloten om de rol van centraal communicatiepunt bij het VCNL onder te brengen.

Het VCNL is in staat deze taak te vervullen vanwege zijn zicht op de actuele verkeerssituatie op de Nederlandse (auto)snelwegen, de (telefonische) bereikbaarheid, de geschikte infrastructuur en de benodigde kennis en ervaring.

Dit convenant beperkt de wettelijke rechtsbescherming van derden niet.

Dit convenant brengt geen wijziging van de ministeriële verantwoordelijkheid en de bevoegdheden van partijen met zich mee.

Spreken in dit convenant het volgende af:

Artikel 1 – Doel van het convenant

  • 1. Partijen spreken in dit convenant af dat het VCNL de transporten van categorie III-materiaal zal monitoren, met als doel het beveiligen van dit materiaal zoals vereist door het Verdrag en de Regeling.

  • 2. Partijen spreken af om werkafspraken te maken over de wijze van uitvoering van deze taak.

  • 3. Deze werkafspraken passen binnen de daarvoor geldende wettelijke kaders en houden rekening met de wettelijke rechtsbescherming van derden, in het bijzonder de geheimhoudingsplicht en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

  • 4. De werkafspraken worden opgesteld en vastgesteld door de betrokken afdelingshoofden.

Artikel 2 – Verantwoordelijkheden

  • 1. De ANVS blijft verantwoordelijk voor de aan haar op grond van de Kernenergiewet toegekende toezichts- en handhavingstaken.

  • 2. De ANVS is verantwoordelijk voor verzoeken om informatie, inclusief verzoeken op grond van de Wet openbaarheid bestuur en de Wet open overheid, die betrekking hebben op hetgeen in dit convenant wordt geregeld.

  • 3. De ANVS is verantwoordelijk voor de voorlichting en contacten met de media over onderwerpen die verband houden met het monitoren van transporten van categorie III-materiaal.

  • 4. Het VCNL stuurt de informatieverzoeken, bedoeld in het tweede lid, zo spoedig mogelijk door aan de ANVS.

Artikel 3 – Taken

  • 1. Het VCNL treedt op als centraal communicatiepunt voor de vergunninghouder.

  • 2. Het VCNL informeert de ANVS en de Nationale Politie in geval van calamiteiten en in de werkafspraken nader genoemde gevallen.

Artikel 4 – Inhoud werkafspraken

De werkafspraken, bedoeld in artikel 1, bevatten in ieder geval afspraken over:

  • a. de bijbehorende taken;

  • b. de wijze van samenwerking;

  • c. de planning, evaluatie en verantwoording van de samenwerking;

  • d. het opzetten van een jaarlijks overleg over het monitoren van transporten met categorie III-materiaal en de bijhorende taken;

  • e. de wijze van afhandeling, inclusief registratie, van geconstateerde bevindingen;

  • f. de eventuele inzet van vraagbaakfunctionarissen;

  • g. de wijze van afstemming tussen partijen onderling en – waar van toepassing – met bij de uitvoering of handhaving betrokken partijen.

Artikel 5 – Gegevensuitwisseling en Algemene Verordening Gegevensbescherming

  • 1. Als bij de uitvoering van dit convenant persoonsgegevens of andere gegevens, zoals bedrijfs- en/of fabricagegegevens, worden verwerkt die wettelijke bescherming genieten, maken partijen daarover zodanige afspraken dat wordt voldaan aan de eisen die de van toepassing zijnde wet- en regelgeving daaraan stelt.

  • 2. Voor de uitwisseling van persoonsgegevens worden verwerkersafspraken gemaakt.

  • 3. Het verwerken van persoonsgegevens als bedoeld in het tweede lid vindt niet eerder plaats dan nadat de in dat lid genoemde afspraken zijn gemaakt.

Artikel 6 – Financiën

Tenzij anders overeengekomen vindt tussen partijen geen verrekening van kosten plaats die met de uitvoering van dit convenant zijn gemoeid.

Artikel 7 – Wijziging convenant

  • 1. Elke partij kan de andere partij schriftelijk verzoeken het convenant te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van beide partijen.

  • 2. Partijen treden in overleg binnen drie maanden nadat een partij het verzoek om wijziging aan de andere partij schriftelijk heeft meegedeeld.

  • 3. De wijziging en de akkoordverklaring door de partijen worden als bijlage aan het convenant gehecht.

Artikel 8 – Geschillen

Partijen zullen in geval van problemen of geschillen bij de uitleg of uitvoering van dit convenant zich tot het uiterste inspannen om in goed overleg tot overeenstemming ter zake te komen.

Artikel 9 – Inwerkingtreding, evaluatie en duur van het convenant

  • 1. Het convenant treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle partijen.

  • 2. Uiterlijk twee jaar na de ondertekening van dit convenant wordt dit convenant door partijen geëvalueerd en wordt op basis hiervan besluitvorming voorbereid over het al dan niet verlengen van de samenwerking, eventueel in gewijzigde vorm. Vooraf stellen partijen parameters op waarop wordt geëvalueerd.

  • 3. Dit convenant wordt schriftelijk beëindigd of schriftelijk verlengd door partijen. In geval van beëindiging dient minimaal een jaar in acht te worden genomen. Gedurende dat jaar zijn partijen nog gebonden aan de uitvoering van dit convenant.

Artikel 10 – Publicatie in Staatscourant

Binnen een maand na ondertekening of wijziging van dit convenant wordt de tekst daarvan door de ANVS gepubliceerd in de Staatscourant.

Den Haag, 22 maart 2022

De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming, namens deze, A. van Bolhuis, Bestuursvoorzitter

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, namens deze, D. van Baarle, Directeur Wegverkeersmanagement

Naar boven