De Minister voor Primair- en Voortgezet Onderwijs,
Gelet op artikel 70 van de Wet op het primair
onderwijs en artikel 67 van de Wet primair onderwijs BES;
Besluit:
ARTIKEL I
De Subsidieregeling innovatie bewegingsonderwijs wordt
als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt in de begripsbepaling van ‘Minister voor Basis- en
Voortgezet Onderwijs en Media’ vervangen door ‘Minister voor Primair en
Voortgezet Onderwijs’.
B
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘op grond van deze regeling’ vervangen door ‘ten
aanzien van aanvragen die zijn ingediend in het tijdvak, bedoeld in artikel 7,
vierde lid, onderdeel a,’.
2. Na het eerste lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt:
-
1a. Voor verstrekking van subsidie ten aanzien van aanvragen die zijn ingediend
in het tijdvak, bedoeld in artikel 7, vierde lid, onderdeel b, is een bedrag
beschikbaar van ten hoogste:
-
a. € 2.518.637,40 voor aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 3,
eerste lid, onderdeel a; en
-
b. € 1.679.091,60 voor aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 3,
eerste lid, onderdeel b.
C
Artikel 5 komt te luiden:
Artikel 5. Wijze van verdeling beschikbare middelen
-
1. Na binnenkomst van de aanvragen wordt eerst de subsidie, bedoeld in artikel
3, eerste lid, onderdeel a, verdeeld en vervolgens de subsidie, bedoeld in
artikel 3, eerste lid, onderdeel b.
-
2. Indien een subsidieplafond ontoereikend is om alle aanvragen toe te
wijzen:
-
a. wordt eerst voorrang verleend aan de binnengekomen aanvragen van bevoegde
gezagsorganen, gevestigd op Bonaire, Sint Eustatius of Saba; en
-
b. wordt vervolgens voorrang verleend aan de binnengekomen aanvragen van
bevoegde gezagsorganen aan wie niet eerder op grond van deze regeling subsidie
is verstrekt.
-
3. Indien een subsidieplafond ontoereikend is om alle binnengekomen aanvragen,
bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, toe te wijzen, worden de aanvragen door
middel van loting gerangschikt.
-
4. Indien na toepassing van het tweede lid binnen een subsidieplafond nog
middelen resteren, worden de overige binnengekomen aanvragen door middel van
loting gerangschikt.
-
5. Indien na toewijzing van alle daarvoor in aanmerking komende aanvragen
binnen een subsidieplafond nog middelen resteren, worden deze middelen
toegevoegd aan het andere subsidieplafond.
-
6. Aanvragen die na het einde van een aanvraagtijdvak worden ingediend, worden
afgewezen.
D
Artikel 7, vierde lid, onderdeel b, komt te luiden:
E
In artikel 8, eerste lid, onderdeel b, wordt ‘15 april 2022’ vervangen
door ‘10 juli 2022’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling wijzigt de Subsidieregeling innovatie bewegingsonderwijs
(hierna: de subsidieregeling).
In de eerste aanvraagtermijn van de subsidieregeling bleek dat er veel
belangstelling is voor de regeling onder bevoegde gezagsorganen. Om zoveel
mogelijk bevoegde gezagsorganen te ondersteunen in de voorbereiding op de
wettelijke urennorm die in 2023 ingaat, en om meer bewegen te stimuleren, is
het budget voor de tweede aanvraagtermijn aangevuld. Deze wijzigingsregeling
voorziet in de vaststelling van de verhoogde subsidieplafonds voor de tweede
aanvraagtermijn.
Daarnaast is in de eerste termijn gebleken dat de specifieke situatie op
Caribisch Nederland een andere aanpak vereist. Om deze reden krijgen de
bevoegde gezagsorganen op Caribisch Nederland voorrang bij het
aanvraagproces.
Voor de tweede aanvraagtermijn is eveneens de aanvraag- en beslistermijn
gewijzigd.
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel B
Aan het bedrag dat over was na de eerste ronde is een bedrag van
€ 3.315.153 toegevoegd zodat er meer bevoegde gezagsorganen in de gelegenheid
kunnen worden gesteld een impuls te geven aan het bewegingsonderwijs. Inclusief
het resterende budget uit de eerste ronde is er in totaal € 4.197.729
beschikbaar voor de tweede termijn. De bedragen zijn op dezelfde wijze verdeeld
als in de eerste termijn: 60% van het budget is beschikbaar voor aanvragen voor
activiteiten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, en 40% voor
activiteiten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b. Eventuele
resterende bedragen worden doorgeschoven naar het subsidieplafond voor het
andere onderdeel.
Artikel I, onderdeel C
Op de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba is behoefte aan extra
ondersteuning op het gebied van beweging en het bewegingsonderwijs: de
beweegarmoede onder kinderen is ook op deze eilanden groot.1 Met deze wijziging wordt aan aanvragen van bevoegde gezagsorganen in
Caribisch Nederland voorrang verleend. Daarmee wordt verzekerd dat de aanvragen
van scholen op Caribisch Nederland allen gehonoreerd kunnen worden. Gezien de
geconstateerde benodigde ondersteuning op de eilanden voor bewegingsonderwijs
is deze voorrang ook passend.
Artikel 5
De middelen zijn bedoeld voor inzet in het schooljaar 2022-2023. Uiterlijk
10 juli worden de beschikkingen verstuurd. De middelen worden in januari 2023
uitgekeerd.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,
A.D. Wiersma