Besluit van de Autoriteit Consument en Markt van 31 maart 2022, kenmerk ACM/21/053471 tot wijziging van de tariefstructuren en voorwaarden als bedoeld in artikel 31 van de Elektriciteitswet 1998 betreffende de toekenning van EAN-codes

De Autoriteit Consument en Markt,

Gelet op artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998;

Besluit

ARTIKEL I

De Tarievencode elektriciteit wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 3.7.13b wordt tweemaal ‘productie-installatie(s)’ vervangen door ‘elektriciteitsproductie-eenheid/eenheden’.

ARTIKEL II

De Netcode elektriciteit wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1.4 vervalt ‘3.2’.

B

Artikel 2.4 wordt gewijzigd, luidende:

• 1. De netbeheerder identificeert de aansluitingen en geplande aansluitingen op het eigen net door aan elke aansluiting of geplande aansluiting één unieke EAN-code toe te kennen. De netbeheerder deelt de aangeslotene desgevraagd mee welke EAN-code aan diens aansluiting is toegekend.

• 2. De netbeheerder en de aangeslotene komen voor elk van de verbindingen behorende tot de aansluiting de locatie van het bijbehorende overdrachtspunt overeen.

• 3. Aan elke aansluiting, niet zijnde een aansluiting van een net op een ander net, kent de netbeheerder een primair allocatiepunt toe ongeacht het aantal overdrachtspunten van een aansluiting.

• 4. In aanvulling op het derde lid kan een primair allocatiepunt worden toegekend aan een aansluiting van een net op een ander net indien dit een aansluiting betreft van een gesloten distributiesysteem waarvan de beheerder geen gebruik maakt van het elektronische berichtenverkeer als bedoeld in paragraaf 13.5 ten behoeve van het faciliteren van derdentoegang.

• 5. Het primaire allocatiepunt van een aansluiting wordt geïdentificeerd met dezelfde EAN-code als de aansluiting.

• 6. Indien de netbeheerder op grond van artikel 2.5 tot en met 2.9 een secundair allocatiepunt toekent aan een aansluiting, identificeert de netbeheerder het desbetreffende secundaire allocatiepunt door middel van het toekennen van een unieke EAN-code.

• 7. Indien voor een aansluiting, bestaande uit meer dan één verbinding, overeenkomstig het tweede lid meer dan één overdrachtspunt is overeengekomen, identificeert de netbeheerder elk van die overdrachtspunten door het toekennen van een unieke EAN-code, onverminderd de verplichting om overeenkomstig het eerste lid aan de aansluiting als geheel een EAN-code toe te kennen.

• 8. Indien op een aansluiting bestaande uit één verbinding artikel 2.6 of artikel 2.9 wordt toegepast, identificeert de netbeheerder het overdrachtspunt door het toekennen van een unieke EAN-code, onverminderd de verplichting om overeenkomstig het eerste lid aan de aansluiting als geheel een EAN-code toe te kennen.

• 9. De netbeheerder identificeert elke overeenkomstig artikel 2.16, tweede lid gemelde elektriciteitsproductie-eenheid of energieopslagfaciliteit met een unieke EAN-code en verstrekt deze desgevraagd aan de aangeslotene. De netbeheerder legt deze EAN-code vast in het register als bedoeld in paragraaf 13.4.

• 10. De netbeheerder identificeert desgevraagd een beoogde GCvO-installatie met een unieke EAN-code, verstrekt deze aan de aangeslotene en legt deze EAN-code vast in het register als bedoeld in paragraaf 13.4.

• 11. Indien de aan een elektriciteitsproductie-eenheid of een GCvO-installatie toegekende EAN-code op 5 april 2022 dezelfde is als de EAN-code die op grond van het eerste lid aan de aansluiting van de desbetreffende aangeslotene is toegekend, kan deze situatie gehandhaafd blijven tot op het moment dat er wijziging van de aansluiting, de elektriciteitsproductie-eenheid of de GCvO-installatie plaatsvindt.

• 12. De netbeheerder identificeert desgevraagd een verbruiksinstallatie die vraagsturing levert aan een netbeheerder per vraagsturingleverende verbruikseenheid door het toekennen van een unieke EAN-code en legt deze vast in het register als bedoeld in paragraaf 13.4.

C

In artikel 2.16 wordt in het eerste, tweede en derde lid, ‘invoeding’ vervangen door ‘het plaatsen of wijzigen van een elektriciteitsproductie-eenheid of een energieopslagfaciliteit’.

D

Artikel 3.2 vervalt.

E

In artikel 4.9 komt het eerste lid te vervallen, met de vernummering van het tweede tot en met het vierde lid in het eerste tot en met het derde lid.

F

Artikel 5.9 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt ‘die elektriciteit’ vervangen door ‘die beschikt over een GCvO-installatie waarmee hij elektriciteit’.

2. In het tweede lid wordt ‘elektriciteitsproductie-installatie’ vervangen door ‘GCvO-installatie’.

G

Artikel 8.6 wordt gewijzigd, luidende:

De netbeheerder handelt een verzoek van een aangeslotene tot verstrekking van EAN-codes, als bedoeld in artikel 2.4, negende en twaalfde lid, en artikel 5.9, binnen tien werkdagen af. Indien afhandeling binnen deze periode niet mogelijk is, ontvangt de aangeslotene binnen vijf werkdagen bericht binnen welke termijn een reactie kan worden verwacht.

H

In de artikelen

• 13.1, tweede lid onderdeel c,

• 13.2, derde lid onderdeel c,

• 13.11, tweede lid onderdeel b, en

• 13.12, tweede lid onderdeel b,

wordt ‘artikel 3.2, eerste lid’ vervangen door ‘artikel 2.4, negende lid’.

I

In bijlage 4, bij artikel 14.5, elfde lid: Beproevingen, wordt in II. Beproeving van de robuustheid bij verlaagde spanning, eerste lid, ‘productie-eenheid’ vervangen door ‘elektriciteitsproductie-eenheid’.

ARTIKEL III

De Meetcode elektriciteit wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 2.1.1, onderdeel c, wordt ‘productie-installatie’ vervangen door ‘GCvO-installatie’.

B

In de titel van paragraaf 2.5 wordt ‘productie-installatie’ vervangen door ‘GCvO-installatie’.

C

Artikel 2.5.1 wordt gewijzigd, luidende:

D

B1.3 wordt gewijzigd als volgt:

1. De tekst ‘meetinrichting voor elektrische energie geleverd door een productie-installatie’ wordt vervangen door ‘productiemeetinrichting’.

2. De tekst ‘productie-installatie’ wordt vervangen door ‘GCvO-installatie’.

3. In de eerste kolom van de eerste rij van de tabel wordt ‘productie-installatie’ vervangen door ‘GCvO-installatie’.

4. In de begripsomschrijving van Iwkk wordt ‘productie-installatie’ vervangen door ‘GCvO-installatie’.

E

B1.6 wordt gewijzigd als volgt:

1. De tekst ‘meetinrichting voor elektrische energie geleverd door een productie-installatie’ wordt vervangen door ‘productiemeetinrichting’.

2. In de begripsomschrijving van Iwkk wordt ‘productie-installatie’ vervangen door ‘GCvO-installatie’.

F

B1.9 wordt gewijzigd als volgt:

1. De tekst ‘meetinrichting voor elektrische energie geleverd door een productie-installatie’ wordt vervangen door ‘productiemeetinrichting’.

2. De tekst ‘productie-installatie’ vervangen door ‘GCvO-installatie’.

3. In de eerste kolom van de eerste rij van de tabel wordt ‘productie-installatie’ wordt vervangen door ‘GCvO-installatie’.

4. In de begripsomschrijving van Iwkk wordt ‘productie-installatie’ vervangen door ‘GCvO-installatie’.

G

B1.12 wordt gewijzigd als volgt:

1. De tekst ‘meetinrichting voor elektrische energie geleverd door een productie-installatie’ wordt vervangen door ‘productiemeetinrichting’.

2. In de begripsomschrijving van Iwkk wordt ‘productie-installatie’ vervangen door ‘GCvO-installatie’.

H

In artikelen B3.2.6.2 en B3.2.6.4 wordt ‘productie-installatie’ vervangen door ‘GCvO-installatie’.

I

In de toelichting van Tabel C wordt ‘productie-installatie’ vervangen door ‘GCvO-installatie’.

J

In B5.1, onderdeel A, wordt ‘productie- installaties’ vervangen door ‘productie- eenheden’.

ARTIKEL IV

De Begrippencode elektriciteit wordt gewijzigd als volgt:

A

In de begripsomschrijving van de begrippen Enkelvoudige storing, Opgesteld vermogen, en Primaire energiebron wordt ‘productie-eenheid’ vervangen door ‘elektriciteitsproductie-eenheid’.

B

Er wordt op alfabetische volgorde een nieuw begrip toegevoegd, luidende:

GCvO-installatie:

Een elektriciteitsproductie-installatie of een op grond van de criteria uit artikel 24 van de Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong afgebakend deel daarvan, die of dat op grond van artikel 16, eerste lid, onderdeel h, van de Elektriciteitswet 1998 wordt aangemerkt als een installatie voor de productie van elektriciteit als bedoeld in artikel 73, eerste lid van de Elektriciteitswet 1998;

C

In de begripsomschrijving van het begrip Productiemeetinrichting wordt ‘het overdrachtspunt van een productie-installatie wordt gemeten’ vervangen door ‘,de plaats waar de GCvO-installatie met de rest van de elektrische installatie is verbonden, wordt gemeten,’.

D

In de begripsomschrijving van het begrip Restspanning wordt ‘productie-installaties’ vervangen door ‘elektriciteitsproductie-eenheden’.

ARTIKEL VII

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 31 maart 2022

Autoriteit Consument en Markt, namens deze: M.R. Leijten bestuurslid

Als u rechtstreeks belanghebbende bent, kunt u bezwaar maken tegen dit besluit. Stuur uw gemotiveerde bezwaarschrift naar de Autoriteit Consument en Markt, Juridische Zaken, postbus 16326, 2500 BH Den Haag. Graag ontvangen wij uw bezwaarschrift binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt. In uw bezwaarschrift kunt u de Autoriteit Consument en Markt verzoeken in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter.

TOELICHTING

1 Samenvatting

• 1. Met dit besluit wijzigt de Autoriteit Consument en Markt (hierna: de ACM) op voorstel van de gezamenlijke netbeheerders de voorwaarden die de netbeheerders van elektriciteitsnetten hanteren richting hun afnemers. De wijzigingen zien op het verplaatsen en aanpassen van enkele administratieve procedures en hebben tot doel de marktwerking te verbeteren. Het gaat daarbij om het wijzigen van de procedures voor het toekennen en het gebruik van EAN-codes. EAN-code staat voor Europees Artikel Nummer. Deze EAN-codes spelen een belangrijke rol bij de informatie-uitwisseling in de energiesector. Voorts worden de regels voor elektriciteit producerende apparatuur gewijzigd. Door deze wijziging worden de begrippen die voor deze apparatuur worden gebruikt op een eenduidige manier in de voorwaarden vastgelegd. Daarbij is er voor gezorgd dat deze begrippen overeenkomstig de Europese regelgeving worden vastgelegd.

2 Aanleiding en gevolgde procedure

• 2. De ACM stelt op grond van artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998 regelgeving vast voor de energiemarkt. Dit besluit is tot stand gekomen op basis van een voorstel van Netbeheer Nederland dat de ACM op 30 augustus 2021 heeft ontvangen.

• 3. Met dit besluit wordt het begripsgebruik van elektriciteit producerende apparatuur in de codes eenduidig vastgelegd. Daarnaast worden de regels voor het toekennen van EAN-codes in de Netcode elektriciteit opgenomen en wordt de procedure voor de toekenning van EAN-codes om een eenduidige identificatie mogelijk te maken van elektriciteit producerende apparatuur verbeterd en geconsolideerd.

• 4. De ACM is van mening dat het voorstel geen technische voorschriften bevat bedoeld in Richtlijn 2015/1535. Om die reden zijn de voorwaarden in dit besluit niet in ontwerp ter notificatie aangeboden.

3 Beoordeling

3.1 Procedureel

• 5. De ACM constateert dat het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders op 15 juli 2021 in een overleg met representatieve organisaties is besproken. In het voorstel is een verslag opgenomen van dit overleg. De indieners hebben in het voorstel aangegeven welke gevolgtrekkingen zij hebben verbonden aan de zienswijzen die organisaties naar voren hebben gebracht. Naar het oordeel van de ACM voldoet het voorstel daarmee aan de vereisten bedoeld in artikel 33, eerste en tweede lid van de Elektriciteitswet.

3.2 Inhoudelijk

• 6. Dit codebesluit neemt de procedure over het toekennen van EAN-codes aan aansluitingen en allocatiepunten op in de Netcode elektriciteit. Een EAN-code wordt binnen de energiesector gebruikt voor de uitwisseling van gegevens van elektriciteitsnetten en aansluitingen. Alle aansluitingen beschikken over één of soms meerdere EAN-codes. Daardoor kunnen aangesloten switchen van energieleverancier en kunnen de gemeten elektriciteitsvolumes worden uitgewisseld ten behoeve van de facturatie. EAN-codes worden daarnaast ook gebruikt voor het toewijzen van elektriciteitsvolumes aan marktpartijen waardoor de energiemarkt functioneren. Een EAN-code is uniek. Daardoor is het altijd duidelijk waarop de uitgewisselde informatie betrekking heeft. De verplichting voor het toekennen van EAN-codes is reeds vastgelegd in de artikelen 2.1.1 tot en met 2.1.1b van de Informatiecode elektriciteit en gas. De verwachting is dat bij inwerkingtreding van de voorgestelde nieuwe Energiewet de Informatiecode elektriciteit en gas komt te vervallen. Als gevolg daarvan zou deze procedure eveneens komen te vervallen. Aangezien het hier om een verplichting gaat welke toeziet op de relatie tussen de netbeheerder en de aangeslotene zoals bedoeld in artikel 31 van de E-wet, dienen deze bepalingen te blijven bestaan. Dit is de reden dat deze procedure nu al in artikel 2.4, eerste, vijfde en zesde lid, van de Netcode elektriciteit wordt opgenomen.

• 7. Daarnaast wordt de procedure voor het toekennen van EAN-codes voor de uitvoering van de Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong (hierna: MR GvO/CvO) in artikel 2.4, tiende lid, van de Netcode elektriciteit opgenomen.

• 8. Voorts worden enkele administratieve procedures aangepast. Allereerst wordt de procedure gewijzigd in het geval de EAN-code van de aansluiting ook wordt gebruikt voor de uitwisseling van informatie over de geproduceerde elektriciteit van de aansluiting. Hiervoor wordt in artikel 2.4, negende lid, van de Netcode elektriciteit vastgelegd dat de geproduceerde elektriciteit voortaan gerapporteerd wordt via een separate productie-EAN-code.

• 9. Daarnaast wordt een procedure toegevoegd voor het toekennen van een EAN-code aan een overdrachtspunt van enkelvoudige aansluitingen waarop de regeling voor het faciliteren van meerdere overeenkomsten met leveranciers en programmaverantwoordelijken op één aansluiting (hierna: MLOEA) wordt toegepast. In het geval van MLOEA zijn op een aansluiting meerdere allocatiepunten van toepassing om de uitgewisselde elektriciteit aan de juiste leverancier/programmaverantwoordelijke-combinatie toe te wijzen. Dit is ook de reden dat ieder allocatiepunt van een eigen EAN-code wordt voorzien. Naast de rapportage van de uitgewisselde elektriciteit van de afzonderlijke allocatiepunten moet er ook informatie kunnen worden uitgewisseld over zaken die de gehele aansluiting betreffen. Om dit laatste mogelijk te maken wordt artikel 2.4, achtste lid, van de Netcode elektriciteit uitgebreid met een nieuwe bepaling. Hierin wordt vastgelegd dat in het geval van het toekennen van een secundair allocatiepunt een eigen EAN-code aan het overdrachtspunt van de aansluiting wordt toegekend.

• 10. Tot slot wordt de procedure gewijzigd voor het toekennen van EAN-codes aan de overdrachtspunten van meervoudige aansluitingen waarop de regeling voor MLOEA wordt toegepast. De huidige procedure voor aansluitingen welke bestaan uit meerdere overdrachtspunten en waar als gevolg van de MLOEA ook meerdere allocatiepunten op van toepassing zijn, blijft bestaan. Ook blijft de praktijk bestaan dat de EAN-code van de aansluiting in deze situaties samenvalt met de EAN-code van het primaire allocatiepunt en de secundaire allocatiepunten elk een eigen EAN-code krijgen. In het bestaande vijfde lid van artikel 2.4 van de Netcode elektriciteit was echter ook bepaald dat de aan de afzonderlijke allocatiepunten toegekende EAN-codes ook worden gebruikt ter identificatie van de bijbehorende overdrachtspunten van de aansluiting. Deze bepaling veronderstelt echter dat bij de toekenning van secundaire allocatiepunten de verschillende allocatiepunten altijd samenvallen met de verschillende overdrachtspunten. Omdat dit niet altijd het geval is, komt deze bepaling in artikel 2.4, vijfde lid, van de Netcode elektriciteit te vervallen.

• 11. In de Tarievencode elektriciteit, de Netcode elektriciteit en de Meetcode elektriciteit worden alle begrippen in lijn gebracht met de begrippen 'elektriciteitsproductie-installatie', 'elektriciteitsproductie-eenheid' en 'productie-installatie' uit de Verordening (EU) 2016/631 (hierna: NC RfG), ter vervanging van de benaming die eerder gebruikt werd.

• 12. Tot slot wordt het nieuwe begrip ‘GCvO-installatie’ in de Netcode elektriciteit en de Meetcode elektriciteit opgenomen. Deze wijziging heeft tot doel om een productie-installatie als bedoeld in de MR GvO/CvO te onderscheiden van een elektriciteitsproductie-installatie als bedoeld in de NC RfG,

• 13. De ACM is van mening dat door deze wijzigingen de informatievoorziening die noodzakelijk is voor de uitvoering van het handelsverkeer verbeterd wordt. Daarnaast draagt het bij aan een transparante handhaving van de energiebalans.

• 14. De ACM komt tot het oordeel dat de wijzigingen die Netbeheer Nederland voorstelt niet in strijd zijn met de belangen, regels en eisen bedoeld in artikel 36, eerste en tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998.

’s-Gravenhage, 31 maart 2022

Autoriteit Consument en Markt, namens deze: M.R. Leijten bestuurslid