TOELICHTING
I. Algemeen
1. Hoofdlijnen van de regeling
In artikel 2a van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) is een meldplicht
neergelegd voor werkgevers van vreemdelingen, ten aanzien van wie het verbod
uit artikel 2 van de Wav niet geldt. Door middel van een wijziging van de
Regeling melding Wet arbeid vreemdelingen wordt deze meldingsplicht nader
ingevuld voor de werkgever die gebruik maakt van de vrijstelling op de
tewerkstellingsvergunningsplicht, bedoeld in artikel 6.5 van het Besluit
uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2022 (BuWav 2022). Het betreft de groep
vreemdelingen die hier verblijft op grond van Richtlijn 2001/55/EG van de Raad
van 20 juli 2001, de Richtlijn tijdelijke bescherming.1 Het niet naleven van dit artikel is als overtreding aangemerkt in
artikel 18 van de Wav.
De groep tijdelijk beschermden bestaat uit potentieel kwetsbare, soms door
oorlogsgeweld getraumatiseerde mensen. Het is belangrijk dat zij conform cao’s
en wet- en regelgeving tegen goede arbeidsvoorwaarden en onder goede
arbeidsomstandigheden kunnen werken. Door het instellen van een meldplicht, kan
zicht worden gehouden op de tijdelijk beschermden die binnenkort aan de slag
gaan. Zo kan het risico op misstanden zoals onderbetaling en slechte
arbeidsomstandigheden worden gesignaleerd en verkleind.
Voorafgaande aan de tewerkstelling van een vreemdeling als bedoeld in
artikel 6.5 van het BuWav 2022, dient de tewerkstelling onder vermelding van de
in het nieuwe onderdeel d van het eerste lid van artikel 3 van de Regeling
melding genoemde gegevens gemeld te worden bij het UWV. Het betreft gegevens
over de werkgever, de tewerkgestelde vreemdeling, en de werkzaamheden en het
dienstverband. Om het risico op onderbetaling te verkleinen, worden onder
andere de toepasselijke cao en het loon bij de melding uitgevraagd. Om
misstanden ten aanzien van huisvesting te voorkomen, worden daarnaast – voor
zover daarin wordt voorzien door de werkgever – gegevens over de huisvesting
uitgevraagd. Ook worden gegevens over de identiteit van de vreemdeling
uitgevraagd, zoals voor- en achternaam, geboortedatum, geslacht en
nationaliteit.2
De gegevens dienen gemeld te worden, zodat er zicht gehouden kan worden op
de tewerkstelling. Op grond van artikel 16 van de Wav kan UWV de gegevens delen
met de Nederlandse arbeidsinspectie, die toezichthouder is op de Wav.
Overgangsrecht
Elke werkgever die een vreemdeling tewerkstelt op grond van de vrijstelling
uit artikel 6.5. van het BuWav 2022 is verplicht om een melding te doen bij
UWV. Dit is ook het geval indien de vreemdeling voor inwerkingtreding van de
vrijstelling van artikel 6.5. van het BuWav is gaan werken. In deze wijziging
wordt aan de werkgever een termijn gegund vanaf de inwerkingtreding van de
wijziging om te voldoen aan de verplichtingen uit dit artikel. Gelet hierop
wordt een melding, gedaan in het kader van een tewerkstelling van een
vreemdeling op grond van de vrijstelling uit artikel 6.5 van het Buwav 2022,
die is ontvangen in de periode tot en met 15 april 2022, beschouwd als een
melding die ten minste twee werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden is
gedaan.
2. Uitvoering
Uitvoeringstoets
De conceptregeling is aan het UWV voorgelegd met het verzoek de wijziging
te toetsen op uitvoerbaarheid. UWV heeft aangegeven dat het besluit en de
regeling uitvoerbaar zijn. De uitvoeringskosten vallen lager uit dan € 1
miljoen en worden daarom volgens afspraak door UWV in de eigen begroting
ingepast.
Advisering Autoriteit Persoonsgegevens
De Autoriteit Persoonsgegevens is geraadpleegd met betrekking tot de
conceptregeling en is verzocht haar zienswijze uit te brengen. De Autoriteit
Persoonsgegevens heeft geadviseerd nader te motiveren waarom verschillende
gegevens zijn opgenomen in onderdeel d, die niet worden uitgevraagd met
betrekking tot de voorgeschreven meldingsplicht uit de onderdelen a tot en met
c van artikel 3, eerste lid, van de Regeling melding Wet arbeid vreemdelingen.
Het betreft dan met name de het documentnummer van het identificerend
document,3 toepasselijke cao, het loon, en, voor zover daarin wordt voorzien door
de werkgever, gegevens over de huisvesting.4 Reden hiervoor is dat de categorie van vreemdelingen, waar artikel 6.5
van het BuWav 2022 op ziet, kwetsbaarder is dan de categorieën vreemdelingen
uit de bestaande onderdelen, en de vrijstelling uit artikel 6.5 van het Buwav
iets anders van aard is dan de vrijstellingen waar de melding uit de bestaande
onderdelen op zien.5 De gevraagde gegevens zijn van belang met het oog op het zicht houden
op de omstandigheden waaronder de vreemdelingen worden tewerkgesteld. De
toelichting is conform het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens
aangepast.
Internetconsultatie
Over deze regeling heeft geen internetconsultatie plaatsgevonden, vanwege
het technische en spoedeisende karakter.
3. Regeldruk
De administratieve lasten (het voldoen aan informatieverplichtingen
voortvloeiend uit wet- en regelgeving van de overheid) en de inhoudelijke
nalevingskosten (de kosten voor het kunnen voldoen aan de inhoudelijke
verplichtingen zoals vastgelegd in wet- en regelgeving) vormen gezamenlijk de
kosten die samenhangen met regeldruk. Het kabinet streeft er naar de regeldruk
voor burgers, bedrijven en professionals terug te dringen. Bij de voorbereiding
van dit voorstel is nagegaan of sprake is van regeldrukeffecten.
Bij vreemdelingen die vallen onder de richtlijn tijdelijke bescherming
vervalt de plicht om een tewerkstellingsvergunning te hebben. Het gaat om een
verlichting van de regeldruk omdat van een tewerkstellingsvergunningsplicht
wordt overgegaan op een vrijstelling met een meldplicht.
Dit voorstel leidt alles bijeengenomen tot een verlichting van de totale
regeldruk. Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet
geselecteerd voor een formeel advies, omdat de (positieve) gevolgen voor de
regeldruk van bedrijven toereikend in beeld zijn gebracht.
II. Artikelsgewijs
Artikel I (wijziging van de Regeling melding Wet arbeid
vreemdelingen)
Onderdeel A (artikel 3, eerste lid, onderdeel d, en vierde en vijfde
lid)
Met de wijziging van artikel 3 van de Regeling melding Wet arbeid
vreemdelingen wordt aan deze bepaling een nieuwe categorie toegevoegd. De
werkgever van de vreemdeling, bedoeld in artikel 6.5 van het BuWav 2022, doet
melding van de tewerkstelling onder vermelding van de in het artikel opgenomen
gegevens.
Op grond van het nieuwe vijfde lid geldt deze verplichting eveneens voor de
vreemdelingen, bedoeld in artikel II van het gewijzigde BuWav 2022 in verband
met een tijdelijke vrijstelling van de tewerkstellingsvergunningsplicht, gelet
op het Uitvoeringsbesluit van de Raad tot vaststelling van het bestaan van een
massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van
Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001, en tot invoering van
tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan. Deze vreemdelingen worden op
grond van dat overgangsartikel, voor de werking van artikel 6.5 van het BuWav
2022, eveneens beschouwd als vreemdelingen in de zin van die bepaling. Dit
kunnen ook bij ministeriële regeling aangewezen categorieën van vreemdelingen
zijn, die op grond van het tweede lid van artikel II worden beschouwd als
vreemdelingen in de zin van artikel 6.5 van het BuWav 2022.
In het nieuwe vierde lid is opgenomen dat een aanvraag om een
tewerkstellingsvergunning of een gecombineerde vergunning voor verblijf en
arbeid, voor een vreemdeling als bedoeld in artikel 6.5 van het BuWav 2022, die
is gedaan vóór de inwerkingtreding van deze regeling, wordt beschouwd als een
melding in de zin van het eerste lid, onderdeel d, van artikel 3 van de
regeling melding. Na de inwerkingtreding van artikel 6.5 zijn deze
vreemdelingen immers vrijgesteld van de tewerkstellingsvergunningsplicht.
Onderdeel B (artikel 4, tweede lid)
Met het nieuwe tweede lid van artikel 4 van de regeling melding is geregeld
dat artikel 3, eerste lid, onderdelen d, en het vierde en vijfde lid, vervallen
op het moment dat artikel 6.5 van het BuWav 2022 komt te vervallen. De
vrijstelling uit dat artikel is immers tijdelijk, en hangt samen met de
activering van de richtlijn tijdelijke bescherming, die uiterlijk na drie jaar
wordt beëindigd (artikel 4, eerst en tweede lid, van de richtlijn).
Artikel II (Overgangsperiode)
Met artikel II is voorzien in een overgangsperiode voor meldingen die zijn
ontvangen tot en met 15 april 2022. Op grond van artikel 2a van de Wav dient
een melding te worden verricht ten minste twee werkdagen voor aanvang van de
werkzaamheden. Nu artikel 6.5 van het Buwav terugwerkt tot en met 4 maart 2022,
zal niet aan deze voorwaarde voldaan kunnen zijn wanneer de werkzaamheden zijn
aangevangen tot twee werkdagen na de inwerkingtreding van deze regeling.
Daarnaast is het, gelet op de spoed waarmee de wijziging van het BuWav 2022 en
deze regeling tot stand zijn gekomen, van belang om te voorzien in een korte
overgangsperiode waarin werkgevers de mogelijkheid krijgen om tot en met
15 april 2022 een melding te kunnen doen. Na deze datum geldt de meldplicht,
waaronder de eis van een melding ten minste twee werkdagen voorafgaande aan de
aanvang van de werkzaamheden, onverkort.
Artikel III (Inwerkingtreding)
In dit artikel is de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling
opgenomen. Er is aangesloten bij de inwerkingtreding van het besluit tot
wijziging van het Buwav 2022 in verband met een tijdelijke vrijstelling van de
tewerkstellingsvergunningsplicht, gelet op het Uitvoeringsbesluit van de Raad
tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit
Oekraïne in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van
20 juli 2001, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding
daarvan. In tegenstelling tot dat besluit wordt geen terugwerkende kracht
toegekend aan deze regeling, nu de meldingsplicht (in tegenstelling tot de
vrijstelling uit artikel 6.5 BuWav 2022) niet begunstigend is, maar een
verplichting aan werkgevers oplegt.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip