Instructie van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 4 april 2022, nr. IENW/BSK-2022/62678, aan de inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport (Instructie ontheffing asbest in zeeschepen)

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 10:22 van de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT:

Vaststelling van de Instructie aan de inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport.

Artikel 1 Algemeen

De bevoegdheden, verleend op grond van artikel 5, tweede lid, van de Schepenwet worden uitgeoefend op de wijze zoals beschreven in deze Instructie.

Artikel 2 Toepassingsbereik

De instructies, bedoeld in de artikelen 3 en 4, zijn enkel van toepassing:

  • a. op die categorieën zeeschepen waarop asbesthoudende pakkingen zijn geplaatst in de periode van 1 juli 2002 tot 1 januari 2011, welke asbesthoudende pakkingen geen direct risico opleveren voor mens en milieu; en

  • b. waarvoor reeds eerder ontheffing is verleend voor het plaatsen van asbesthoudende pakkingen als vermeld onder a.

Artikel 3 Instructie I

Voor de categorie zeeschepen waarop asbesthoudende pakkingen geplaatst zijn in de periode tussen 1 juli 2002 en 1 januari 2011 en welke asbesthoudende pakkingen op de betreffende zeeschepen geen direct risico opleveren voor mens en milieu, wordt nogmaals een ontheffing verleend voor een maximale periode van drie jaar.

Artikel 4 Instructie II

Vóór 1 februari van ieder kalenderjaar wordt door de inspecteur-generaal aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat een overzicht verstrekt van verleende ontheffingen.

Artikel 5 Slotbepaling

  • 1. Deze Instructie wordt aangehaald als “Instructie ontheffing asbest in zeeschepen”.

  • 2. Deze Instructie treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 3. Deze Instructie is geldig tot 1 januari 2026.

  • 4. Deze Instructie wordt bekendgemaakt in de Staatscourant.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

TOELICHTING

Algemeen

Het SOLAS-verdrag verbiedt het plaatsen van asbesthoudend materiaal in zeeschepen. Ondanks dit verbod komt asbest in zeeschepen nog voor, voornamelijk in de vorm van pakkingen tussen pijpflenzen. Om asbest te saneren zonder dat het schip uit de vaart hoeft te worden gehaald biedt de Schepenwet in combinatie met IMO Circular 13741 de mogelijkheid om hiervoor eenmalig voor een periode van drie jaar ontheffing te verlenen. Op grond van artikel 5, tweede lid, van de Schepenwet worden ontheffingen, zo nodig onder voorwaarden, afgegeven door het Hoofd van de Scheepvaartinspectie (thans Inspectie Leefomgeving en Transport, ILT).

Omdat het in voorkomende gevallen in besloten ruimtes van zeeschepen raadzamer is om asbest te beheersen dan te saneren, sluit Nederland binnen de wettelijke kaders zo veel als mogelijk aan bij een risico gestuurde systematiek. Dit sluit aan bij het huidige bronbeleid. Dit houdt in dat het tijdstip van sanering in die gevallen beter tot de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden of de sloop van het schip kan worden verplaatst.

Tot op heden is onduidelijk hoe andere vlaggenstaten met een risico gestuurde aanpak omgaan. Er lijkt geen sprake te zijn van een level playing field. Dat is de reden dat Nederland dit onderwerp in internationaal verband agendeert; een level playing field is juist in de internationale maritieme wereld van groot belang.

Ontheffingen

Voor enkele zeeschepen zijn in het verleden reeds ontheffingen afgegeven. Omdat op grond van het huidig wettelijk kader een ontheffing maar eenmalig verleend kan worden, ontstaat hier een acuut probleem. Het ligt in de rede voor die categorie schepen coulance te betrachten bij het verlenen van nieuwe ontheffingen, ook wanneer dit zou betekenen dat de driejaarstermijn wordt overschreden. Dit zolang het internationaal onderhandelingstraject loopt. Het betreft de categorie zeeschepen waarop asbesthoudende pakkingen geplaatst zijn in de periode tussen 1 juli 2002 en 1 januari 2011, welke asbesthoudende pakkingen op de betreffende zeeschepen geen direct risico opleveren voor mens en milieu. Het toepassingsbereik van deze instructie heeft enkel op die categorie zeeschepen betrekking. Bij het verlenen van nieuwe ontheffingen moet deze instructie in acht worden genomen.

Instructies Awb

De op grond van artikel 5, tweede lid, van de Schepenwet toegekende bevoegdheid betreft een bij wet toegekende bevoegdheid (een geattribueerde bevoegdheid). Op grond van artikel 10:22, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan, indien een bevoegdheid tot het nemen van besluiten bij wettelijk voorschrift is toegedeeld aan een persoon of college, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan, dit bestuursorgaan per geval of in het algemeen instructies geven ter zake van de uitoefening van de toegedeelde bevoegdheid.

Op grond van artikel 10:22, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht verschaft degene aan wie de bevoegdheid bij wet is toebedeeld, het bestuursorgaan op diens verzoek inlichtingen over de uitoefening van die bevoegdheid. Om te monitoren hoeveel ontheffingen door de ILT verstrekt worden, wordt in een jaarlijkse monitoringsverplichting voorzien. Op die manier wordt in een zorgvuldige rapportageverplichting voorzien en wordt hierdoor de regering in staat gesteld om dit onderwerp adequaat te kunnen agenderen in internationaal verband.

Instructies

Instructie I

Ten aanzien van de categorie zeeschepen waarop asbesthoudende pakkingen geplaatst zijn in de periode tussen 1 juli 2002 en 1 januari 2011, welke asbesthoudende pakkingen op de betreffende zeeschepen geen direct risico opleveren voor mens en milieu, wordt de inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport (IG ILT) geïnstrueerd om voor die categorie zeeschepen opnieuw een ontheffing te verlenen voor een maximale periode van drie jaar. Voor de driejaarstermijn wordt aangesloten bij IMO Circular 1374.

De instructie heeft een looptijd tot 1 januari 2026. Dit betekent dat de laatste ontheffing vóór 1 januari 2026 verleend moet zijn. Voorzien is dat op dat moment het internationale traject is afgerond en er een bestendige oplossing is.

Instructie II

Verder krijgt de inspecteur-generaal de instructie om vóór 1 februari van ieder kalenderjaar een overzicht te verstrekken van de (aantallen) verleende ontheffingen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers


X Noot
1

IMO MSC.1/Circular 1374 Information on Prohibiting the Use of Asbestos on board ships

Naar boven