Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 23 maart 2022, nr. WJZ/ 22023504, houdende wijziging van de Regeling subsidie financiering ongedekte vaste kosten land- en tuinbouwbedrijven COVID-19 in verband met eerste kwartaal 2022

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling subsidie financiering ongedekte vaste kosten land- en tuinbouwbedrijven COVID-19 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 wordt in de alfabetische volgorde een definitie toegevoegd, luidende:

subsidieperiode 2022-1:

het eerste kwartaal van 2022.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘1 en 2, 3 respectievelijk 4’ vervangen door '1, 2, 3 en 4 respectievelijk 2022-1'.

2. In het tweede lid wordt onder verlettering van onderdeel e tot onderdeel f, een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • e. over subsidieperiode 2022-1 waarvan het omzetverlies in subsidieperiode 2022-1 ten minste 30% bedraagt;.

C

In artikel 4, eerste lid, wordt '2 en 3 respectievelijk 4' vervangen door '2, 3 en 4 respectievelijk 2022-1'.

D

In artikel 6, tweede lid, onderdeel d en f, wordt '1, 2 en 3 respectievelijk 4' telkens vervangen door '1, 2, 3 en 4 respectievelijk 2022-1'.

E

In artikel 7, eerste lid, wordt na ‘31 maart 2022’ toegevoegd ', een aanvraag voor subsidieperiode 2022-1 kan worden ingediend in de periode van 31 maart 2022 tot en met 2 mei 2022.

F

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na ‘voor de subsidieperiode 4’ ingevoegd ‘en uiterlijk op 28 februari 2023 de vaststelling van de subsidie voor de subsidieperiode 2022-1’.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Bij de aanvraag van de vaststelling wordt in ieder geval meegezonden:

3. In het derde lid wordt '1, 2 en 3 respectievelijk 4' telkens vervangen door '1, 2, 3 en 4 respectievelijk 2022-1'.

G

In artikel 11, eerste lid, wordt 'en Steunmaatregel SA.100953 (2021/N)' vervangen door ', Steunmaatregel SA.100953 (2021/N) en Steunmaatregel SA. 102182 (2022/N)’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 23 maart 2022

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer

TOELICHTING

1. Algemeen

Het kabinet heeft besloten de regeling ongedekte vaste kosten (OVK) evenals de TVL ook voor het eerste kwartaal 2022 open te stellen (Kamerstuk 35 420, nr. 426). Doordat inmiddels steeds meer landbouwbedrijven in het kader van de TVL aanlopen tegen het voor die regeling geldende maximum van paragraaf 3.1 van het Europees staatssteunkader (dit was 225.000 euro maar bedraagt na de laatste wijziging van het tijdelijk steunkader 290.000 euro voor heel de covid-periode), wordt de noodzaak voor een aanvullende regeling groter. Deze wijzigingsregeling voorziet daarin, met een nieuwe openstelling voor het eerste kwartaal 2022 van de OVK.

2. Staatssteun

De subsidie die wordt verleend op grond van deze regeling is aan te merken als staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU). Conform artikel 108, derde lid, van het VWEU is deze steunmaatregel ter voorafgaande goedkeuring bij de Europese Commissie aangemeld. Om geoorloofd steun te kunnen verstrekken op basis van deze subsidieregeling is gebruik gemaakt van het tijdelijk steunkader 3.12.

In dit tijdelijk steunkader zet de Europese Commissie uiteen onder welke voorwaarden staatssteun voor maatregelen ter bestrijding van de gevolgen van de COVID-19 uitbraak gerechtvaardigd is op grond van artikel 107, derde lid, onder b, van het VWEU. Op grond van het tijdelijk steunkader kan steun worden verleend, onder meer in de vorm van subsidies. De relevante voorwaarden hiervoor zijn voor de OVK opgenomen in paragraaf 3.12 van het tijdelijk steunkader.

De OVK-subsidieregeling past binnen de voorwaarden van het tijdelijk steunkader en is om die reden op 29 juni 2021 goedgekeurd door de Europese Commissie (SA.63576). Bij besluit van 15 oktober 2021 (SA. 100202) en 22 december 2021 (SA.100953) heeft de Europese Commissie voorts ingestemd met een nieuwe openstelling voor het derde en vierde kwartaal 2021.

Onderhavige wijzigingsregeling voorziet in een nieuwe openstelling voor het eerste kwartaal 2022, onder dezelfde voorwaarden. Ook deze wijziging is door de Europese Commissie goedgekeurd (besluit inzake steunmaatregel SA.102182 (2022/N)).

De regeling geeft acht weken aan de Minister om een besluit te nemen met betrekking tot de aanvragen tot subsidieverlening (artikel 7, derde lid).

3. Regeldruk

De regeldruk voor de gedupeerde onderneming behelst het kennisnemen van de regeling, het invullen van de aanvraag, het afgeven van de bedoelde verklaringen en het uploaden van de vereiste bewijsstukken. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de kennisneming een kwartier kost en de invulling van de complete aanvraag en uploaden van bewijs door de onderneming nogmaals een drie kwartier aan inzet kost, dus totaal 1 uur per onderneming. Uitgaande van 200 ondernemingen (land- en tuinbouw totaal) die, tegen een gemiddeld uurtarief van € 39,–, een aanvraag zullen doen, komen de totale regeldrukkosten voor de ondernemingen voor de aanvraag op € 7.800,–.

Voor alle ondernemingen wordt ervan uitgegaan dat de indiening van de verantwoording achteraf door de onderneming een half uur in beslag neemt. Dit komt neer op ongeveer € 4.000,– (200 ondernemingen, € 39,– per uur). Bij de vaststelling van de tegemoetkoming zal bij bedragen boven de € 25.000,– een derdenverklaring door een derdendeskundige vereist zijn en bij bedragen boven de € 125.000,– een accountantsproduct van een accountant vereist zijn. Verwacht wordt dat ongeveer 160 aanvragers boven de € 25.000,– komen en dus een van die verantwoordingsproducten dienen te verstrekken. Tevens wordt ervan uitgegaan dat dit voor de accountant of derdendeskundige per onderneming 20 uur kost met een gemiddeld uurtarief van € 85,–, wat zal uitkomen op € 1.700,– per onderneming. Een controle van de accountant op het minimale omzetverlies van 30% is steeds vaker aan de orde aangezien de TVL voor steeds meer bedrijven is uitgeput en de controle dus niet meer in die regeling plaatsvindt. De controle of het omzetverlies minimaal 30% bedraagt, duurt naar verwachting een half uur. Hierdoor neemt de kostenpost per onderneming toe met € 42,50 en de totale kostenpost met € 6.800,–. In totaal dus € 278.800,–. De totale regeldrukkosten voor de ondernemingen komen daarmee uit op € 290.600,–.

4. Inwerkingtreding

De regeling treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Hiermee wordt afgeweken van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten, zoals opgenomen in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Dit is gerechtvaardigd, omdat de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.

5. Artikelsgewijs

Artikel I, onderdelen A tot en met D

De wijzigingen van de artikelen 1, 2, 4 en 6 betreffen het toevoegen van het eerste kwartaal 2022, hetgeen de hoofdreden vormt voor de onderhavige regeling.

Artikel I, onderdeel E

In artikel 7, eerste lid, van de regeling is de aanvraagperiode voor het indienen van een subsidieverzoek voor het eerste kwartaal van 2022 toegevoegd. De aanvraagperiode loopt van 31 maart 2022 tot en met 2 mei 2022.

Artikel I, onderdeel F

In artikel 9 wordt de uiterlijke datum voor de aanvraag tot vaststelling van de subsidie voor het eerste kwartaal 2022 opgenomen. De subsidieontvanger moet uiterlijk 28 februari 2023 de aanvraag tot vaststelling indienen. Deze datum is zodanig bepaald dat zij valt na de uiterste datum voor de subsidievaststelling van de TVL, aangezien de hoogte van de subsidie mede afhankelijk is van de subsidie die op grond van de TVL wordt ontvangen.

Artikel I, onderdeel G

Artikel 11, eerste lid, wordt gewijzigd in verband met actualisatie van de staatssteungoedkeuring.

Artikel II

De inwerkingtredingsdatum is in paragraaf 4 al toegelicht.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer

Naar boven