Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 12 maart 2022, nummer WBV 2022/7, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf C7/29 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

29. Het asielbeleid ten aanzien van Sudan

29.1. Besluitmoratorium

Ten aanzien van vreemdelingen die politieke activiteiten hebben verricht tegen de Sudanese autoriteiten (ongeacht of deze activiteiten voortkomen uit een fundamentele politieke overtuiging) is een besluitmoratorium in de zin van artikel 43, eerste lid, Vw van toepassing.

29.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

Geen bijzonderheden.

29.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag
29.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

Geen bijzonderheden.

29.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

De IND merkt voor Sudan uitsluitend de volgende groep aan als risicogroep:

  • vreemdelingen die behoren tot een niet-Arabische bevolkingsgroep afkomstig uit Darfur of Zuid-Kordofan en die hier voorafgaande aan het vertrek uit Sudan hun normale woon- of verblijfplaats hadden.

29.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw
29.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

29.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

29.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

De IND merkt uitsluitend de volgende groep aan als kwetsbare minderheidsgroep:

  • ontheemde (minderjarige) vrouwen uit Darfur, Zuid-Kordofan (inclusief Abyei) en Blue Nile.

29.5. Bescherming
29.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

De IND neemt in ieder geval voor de volgende groepen aan dat het niet mogelijk is de bescherming van de autoriteiten en/of internationale organisaties te verkrijgen:

  • vrouwen die aannemelijk hebben gemaakt dat zij hebben te vrezen voor geweldpleging;

  • vrouwen die aannemelijk hebben gemaakt dat zij hebben te vrezen voor genitale verminking;

  • vreemdelingen die behoren tot een niet-Arabische bevolkingsgroep afkomstig uit Darfur of Zuid-Kordofan en die hier voorafgaande aan het vertrek uit Sudan hun normale woon- of verblijfplaats hadden;

  • LHBTI

29.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

De IND neemt voor Sudan geen binnenlands beschermingsalternatief aan als is geconcludeerd dat de vreemdeling een gegronde vrees heeft voor vervolging dan wel ernstige schade, tenzij uit het individuele dossier blijkt dat de vreemdeling zich elders kan vestigen.

29.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

De IND beoordeelt aan de hand van paragraaf B8/6 Vc of adequate opvang voor amv’s aanwezig is.

Voor Sudan geldt in zijn algemeenheid dat:

  • algemene opvangvoorzieningen niet beschikbaar en/of toereikend zijn; en

  • de autoriteiten geen zorg dragen voor de opvang.

Ondanks voornoemd uitgangspunt kan in een voorkomend geval – na onderzoek – worden vastgesteld dat adequate opvang beschikbaar is en kan worden gerealiseerd.

29.7. Vertrekmoratorium

Ten aanzien van vreemdelingen die politieke activiteiten hebben verricht tegen de Sudanese autoriteiten (ongeacht of deze activiteiten voortkomen uit een fundamentele politieke overtuiging) is een vertrekmoratorium in de zin van artikel 45, vierde lid, Vw van toepassing.

29.8. Bijzonderheden

Geen bijzonderheden.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 12 maart 2022

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, J.W.H.M. Beaujean directeur-generaal Migratie

TOELICHTING

Per brief van 24 februari 2022 heeft de Staatssecretaris aan de Tweede Kamer laten weten dat een besluit- en vertrekmoratorium wordt afgekondigd voor de duur van zes maanden ten aanzien van vreemdelingen die politieke activiteiten hebben verricht tegen de Sudanese autoriteiten (ongeacht of deze activiteiten voortkomen uit een fundamentele politieke overtuiging). Dit besluit is gepubliceerd in de Staatscourant.

Het besluitmoratorium is opgenomen in C7/29.1 Vc en het vertrekmoratorium in C7/29.7 Vc. Voor een nadere toelichting op het aangegeven beleid wordt verwezen naar bovengenoemde brief aan de Tweede Kamer.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, J.W.H.M. Beaujean directeur-generaal Migratie

Naar boven