Besluit van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport van 22 maart 2022, kenmerk 3338262-1026393-WJZ, houdende wijziging van het Vergoedingenbesluit Nederlandse Sportraad in verband met verlenging van de termijn

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2, tweede lid, van het Vergoedingenbesluit Nederlandse Sportraad komt te luiden:

  • 2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 april 2023 of zoveel eerder als het bij koninklijke boodschap van 2 december 2021 ingediende voorstel van wet houdende regels omtrent de instelling van de Nederlandse Sportraad (Wet op de Nederlandse Sportraad) tot wet is of wordt verheven en in werking treedt.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

TOELICHTING

In artikel 2, tweede lid, van het Vergoedingenbesluit Nederlandse Sportraad is bepaald dat het besluit vervalt met ingang van 1 april 2022. Dit is gekoppeld aan de instellingstermijn van de Nederlandse Sportraad (hierna: Raad), die bij koninklijk besluit van 11 mei 2020 is verlengd tot 1 april 2022 (Stcrt. 2020, 30090).

Momenteel is bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel in behandeling, dat de instelling van de Raad als permanent adviescollege beoogt (Kamerstukken II 2021/22, 35983). De beoogde inwerkingtreding van het wetsvoorstel was 1 april 2022. Dit is echter niet meer mogelijk doordat het wetstraject vertraging heeft opgelopen.

Om te voorkomen dat per 1 april 2022 de grondslag voor de Raad vervalt, treedt op die datum een nieuw, tijdelijk instellingsbesluit voor de Raad in werking. De Raad wordt voor ten hoogste een jaar ingesteld. Zodra het wetsvoorstel tot wet is verheven en in werking treedt, zal het instellingsbesluit komen te vervallen. Dit geldt ook voor het Vergoedingenbesluit. Om die reden is de vervaltermijn van het Vergoedingenbesluit tevens gewijzigd.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

Naar boven