Besluit van de directeur-generaal ketenregie van het Ministerie van Financiën van 28 februari 2022, nr. 2022-30186, houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging voor de kredietbanken in het kader van private schulden en herstel (Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor kredietbanken van de directeur-generaal ketenregie 2022)

De directeur-generaal ketenregie,

Gelet op het Besluit betalen private schulden, de artikelen 10:3, 10:4, 10:9 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging van Belastingdienst/Toeslagen aan directeur-generaal ketenregie in het kader van private schulden;

Gelet op de vooraf verkregen instemming van de verantwoordelijken van de gemandateerden van de kredietbanken;

Besluit:

Artikel 1. Begrippen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Awb:

Algemene wet bestuursrecht;

b. Besluit betalen private schulden:

Besluit betalen private schulden (Stcrt. 2021, nr. 44723).

Artikel 2. Mandaat, volmacht en machtiging

Tenzij anders is bepaald, omvat de verlening ondermandaat mede de verlening van:

  • a) volmacht: de bevoegdheid om namens Belastingdienst/Toeslagen privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten; en

  • b) machtiging: de bevoegdheid om in naam van Belastingdienst/Toeslagen handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 3. Mandaatverlening kredietbanken

  • 1. Aan de volgende functionarissen wordt een ondermandaat verleend voor hetgeen nodig is in verband met (en beperkt tot) de uitvoering van het Besluit betalen private schulden:

    • a. directeur inkomen van de gemeente Amsterdam;

    • b. directeur-bestuurder van de stichting Stadsring51;

    • c. college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Tilburg;

    • d. afdelingshoofd van de kredietbank Rotterdam;

    • e. coördinator KOT van de kredietbank Limburg;

    • f. projectmanager van de dienst SZW van de gemeente Den Haag

    • g. Afdelingshoofd werk en inkomen van de gemeente Utrecht;

    • h. hoofd inkomensbeheer van de Stichting Kredietbank Nederland;

    • i. Teammanager Budgetadviesbureau van de gemeente Deventer.

  • 2. Het ondermandaat, bedoeld in het eerste lid omvat in ieder geval:

    • a. het ontvangen van een aanvraag met alle gegevens;

    • b. het behandelen en ambtshalve aanvullen van een aanvraag;

    • c. verwerken van (persoons)gegevens, inclusief het BSN;

    • d. het overnemen dan wel voldoen van de schulden die genoemd zijn in de beschikkingen die zijn genomen door of namens Belastingdienst/Toeslagen op grond van het Besluit betalen private schulden;

    • e. doen van betalingen naar aanleiding van de beschikkingen die zijn genomen door of namens Belastingdienst/Toeslagen op grond van het Besluit betalen private schulden; en

    • f. uitwisselen van (persoons)gegevens, daaronder begrepen het BSN, met derde partijen, daar waar het noodzakelijk is.

  • 3. Het verleende mandaat omvat niet de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen op bezwaar.

Artikel 4. Ondermandaat

  • 1. De gemandateerde kan de aan hem gemandateerde bevoegdheden, afzonderlijk van elkaar, ondermandateren.

  • 2. De gemandateerde kan het mandaat slechts ondermandateren aan ondergeschikte medewerkers die de gemandateerde geschikt acht tot het uitvoeren van de werkzaamheden die verband houden met de uitvoering van het Besluit betalen private schulden.

  • 3. Degene die krachtens ondermandaat handelt, handelt in overeenstemming met hetgeen in dit besluit is bepaald.

  • 4. De gemandateerde houdt een mandaatregister bij dat bij elke wijziging opnieuw wordt gedeeld met Belastingdienst/Toeslagen.

  • 5. Het mandaatregister bedoeld in het vorige lid omvat in ieder geval de functieomschrijving van de ondergemandateerde functionarissen alsmede de aan deze functionarissen in ondermandaat toegekende bevoegdheden.

Artikel 5. Voorschriften en instructies

  • 1. De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht.

  • 2. Eenieder aan wie bij of krachtens dit besluit mandaat is verleend, past de algemene dan wel specifieke instructies, bedoeld in artikel 10:6 Awb, van de directeur-generaal ketenregie.

  • 3. De directeur-generaal ketenregie zorgt ervoor dat de gemandateerden over de informatie beschikken die noodzakelijk is voor een correcte uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden. De gemandateerde zorgt ervoor dat de personen aan wie hij ondermandaat verleent eveneens beschikken over de informatie bedoeld in de eerste volzin.

  • 4. De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij de te nemen beslissing een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid, van de Awb.

Artikel 6. Informatie- en overlegplicht

  • 1. De gemandateerde treedt in overleg met het programmadirectoraat-generaal Herstel alvorens de bevoegdheden uit te oefenen waarvan moet worden aangenomen dat kennisneming over de uitoefening van die bevoegdheden door het programmadirectoraat-generaal Herstel gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen zal hebben, of indien een besluit naar redelijke verwachting tot consequentie kan hebben dat de Staat aansprakelijk wordt gesteld of anderszins in rechte wordt aangesproken.

  • 2. De gemandateerde draagt zorg voor periodieke verslaglegging van de door hem in ondermandaat en door onder zijn verantwoordelijkheid werkzame functionarissen krachtens ondermandaat genomen besluiten, één en ander in overleg met het programmadirectoraat-generaal Herstel.

  • 3. Periodiek wordt door de gemandateerde in samenspraak met het programmadirectoraat-generaal Herstel de mandaatverlening en de informatieverstrekking geëvalueerd.

Artikel 7. Ondertekening

De ondertekening in mandaat en ondermandaat luidt:

Belastingdienst/Toeslagen,

namens deze,

<handtekening van de gemandateerde functionaris of ondergemandateerde medewerker>

[naam van de gemandateerde functionaris of ondergemandateerde medewerker],

[functie van de gemandateerde functionaris of ondergemandateerde medewerker].

Artikel 8. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2022.

Artikel 9. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor kredietbanken van de directeur-generaal ketenregie 2022.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 28 februari 2022

C.H.L.M. van de Louw Directeur-generaal ketenregie

TOELICHTING

Algemeen

Op 29 oktober 2021 is het Besluit betalen private schulden in werking getreden. In eerste instantie is het mandaat rechtstreeks vanuit Belastingdienst/Toeslagen verleend aan SBN en de kredietbanken. Per 1 januari 2022 heeft het programmadirectoraat-generaal Herstel het opdrachtgeverschap overgenomen en heeft de directeur-generaal ketenregie van de Belastingdienst/Toeslagen het mandaat gekregen om het Besluit betalen private schulden uit te voeren. Met dit ondermandaatbesluit worden er diverse bevoegdheden gemandateerd door de directeur-generaal ketenregie aan functionarissen binnen de kredietbanken. De kredietbanken zullen samen met de Stichting Sociale Banken Nederland (SBN) uitvoering geven namens Belastingdienst/Toeslagen aan het Besluit betalen private schulden.

Artikelsgewijs

Artikel 3

De directeur-generaal ketenregie mandateert in dit artikel de bevoegdheden die voor de kredietbanken nodig zijn om uitvoering te kunnen geven aan het Besluit betalen private schulden. De mandatering geschiedt aan functionarissen binnen negen kredietbanken. De kredietbanken kunnen onder meer de aanvragen behandelen, de aanvragen ambtshalve aanvullen en de schulden verifiëren.

Artikel 4

Ondermandaat kan verleend worden aan ondergeschikte medewerkers van wie de gemandateerde acht dat zij geschikt zijn om het werk te kunnen uitvoeren. De gemandateerde dient wel een mandaatregister bij te houden waarin het volgende is aangegeven: de functieomschrijving en de in ondermandaat verleende bevoegdheden.

Artikel 5

De uitoefening van het mandaat geschiedt met inachtneming van de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De directeur-generaal ketenregie kan specifieke en algemene instructies geven voor de uitoefening van het mandaat. Onder deze instructies valt onder meer de overeenkomst tussen de kredietbanken en de Staat. Daarnaast zal de directeur-generaal ketenregie ervoor zorgen dat de kredietbanken beschikken over alle informatie die relevant is voor de uitvoering van hun werk.

Artikel 6

Daar waar het volgens de kredietbanken nodig is, treden de kredietbanken in overleg met het programmadirectoraat-generaal Herstel. Dat geldt in ieder geval voor de situaties zoals die beschreven staan in het eerste lid. Een houder van een ondermandaat dient in overleg te treden met de gemandateerde wanneer dat nodig is. Het niet voldoen aan het eerste lid doet niet af aan de rechtsgeldigheid van de krachtens mandaat genomen beslissing.

De kredietbanken zorgen voor een periodieke verslaglegging van de uitoefening van het mandaat en zorgen ervoor dat de uitoefening van het mandaat eens in de zoveel tijd wordt geëvalueerd.

C.H.L.M. van de Louw Directeur-generaal ketenregie

Naar boven