Besluit van de directeur-generaal ketenregie van het Ministerie van Financiën van 28 februari 2022, nr. 2022-28969, houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging voor de Stichting Sociale Banken Nederland in het kader van private schulden en herstel (Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor SBN van de directeur-generaal ketenregie 2022)

De directeur-generaal ketenregie,

Gelet op het Besluit betalen private schulden, de artikelen 10:3, 10:4, 10:9 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging van Belastingdienst/Toeslagen aan directeur-generaal Ketenregie in het kader van private schulden;

Gelet op de vooraf verkregen instemming van de Voorzichter van de Raad van Toezicht van de Stichting Sociale Banken Nederland Stichting Sociale Banken Nederland;

Besluit:

Artikel 1. Begrippen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Awb:

Algemene wet bestuursrecht;

b. Besluit betalen private schulden:

Besluit betalen private schulden (Stcrt. 2021, nr. 44723).

Artikel 2. Mandaat, volmacht en machtiging

Tenzij anders is bepaald, omvat de verlening ondermandaat mede de verlening van:

  • a) volmacht: de bevoegdheid om namens Belastingdienst/Toeslagen privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten; en

  • b) machtiging: de bevoegdheid om in naam van Belastingdienst/Toeslagen handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 3. Mandaatverlening Stichting Sociale Banken Nederland

  • 1. Aan de voorzitter van het bestuur van de Stichting Sociale Banken Nederland wordt een ondermandaat verleend voor hetgeen nodig is in verband met (en beperkt tot) de uitvoering van het Besluit betalen private schulden, waaronder:

    • a. ontvangen van een aanvraag met alle gegevens;

    • b. het behandelen en ambtshalve aanvullen van een aanvraag;

    • c. verwerken van (persoons)gegevens, inclusief het BSN;

    • d. nemen van besluiten op aanvragen die zijn gedaan in het kader van het Besluit betalen private schulden;

    • e. het overnemen dan wel voldoen van de schulden zoals genoemd in de beschikkingen bedoeld onder d;

    • f. doen van betalingen naar aanleiding van besluiten bedoeld onder d; en

    • g. uitwisselen van (persoons)gegevens, inclusief het BSN, met derde partijen, daar waar het noodzakelijk is.

  • 2. Het verleende mandaat omvat niet de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen op bezwaar.

Artikel 4. Ondermandaat

  • 1. De gemandateerde kan de aan hem gemandateerde bevoegdheden, afzonderlijk van elkaar, ondermandateren.

  • 2. De gemandateerde kan het mandaat slechts ondermandateren aan ondergeschikte medewerkers die de gemandateerde geschikt acht tot het uitvoeren van de werkzaamheden die verband houden met de uitvoering van het Besluit betalen private schulden.

  • 3. Degene die krachtens ondermandaat handelt, handelt in overeenstemming met hetgeen in dit besluit is bepaald.

  • 4. De gemandateerde houdt een mandaatregister bij dat bij elke wijziging opnieuw wordt gedeeld met de directeur-generaal ketenregie.

  • 5. Het mandaatregister bedoeld in het vorige lid omvat in ieder geval de functieomschrijving van de ondergemandateerde functionarissen alsmede de aan deze functionarissen in ondermandaat toegekende bevoegdheden.

Artikel 5. Voorschriften en instructies

  • 1. De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht.

  • 2. Eenieder aan wie bij of krachtens dit besluit mandaat is verleend, past de algemene dan wel specifieke instructies, bedoeld in artikel 10:6 Awb, van de directeur-generaal ketenregie toe.

  • 3. De directeur-generaal ketenregie zorgt ervoor dat de gemandateerden over de informatie beschikken die noodzakelijk is voor een correcte uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden. De gemandateerde zorgt ervoor dat de personen aan wie hij ondermandaat verleent eveneens beschikken over de informatie bedoeld in de eerste volzin.

  • 4. De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij de te nemen beslissing een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid, van de Awb.

Artikel 6. Informatie- en overlegplicht

  • 1. De gemandateerde treedt in overleg met het programmadirectoraat-generaal Herstel alvorens de bevoegdheden uit te oefenen waarvan moet worden aangenomen dat kennisneming over de uitoefening van die bevoegdheden door het programmadirectoraat-generaal Herstel gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen zal hebben, of indien een besluit naar redelijke verwachting tot consequentie kan hebben dat de Staat aansprakelijk wordt gesteld of anderszins in rechte wordt aangesproken.

  • 2. De gemandateerde draagt zorg voor periodieke verslaglegging van de door hem in ondermandaat en door onder zijn verantwoordelijkheid werkzame functionarissen krachtens ondermandaat genomen besluiten, één en ander in overleg met de het programmadirectoraat-generaal Herstel.

  • 3. Periodiek wordt door de gemandateerde in samenspraak met het programmadirectoraat-generaal Herstel de mandaatverlening en de informatieverstrekking geëvalueerd.

Artikel 7. Ondertekening

De ondertekening in mandaat en ondermandaat luidt:

De Belastingdienst/Toeslagen,

namens deze,

<handtekening van de gemandateerde functionaris of ondergemandateerde medewerker>

[naam van de gemandateerde functionaris of ondergemandateerde medewerker],

[functie van de gemandateerde functionaris of ondergemandateerde medewerker].

Artikel 8. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2022.

Artikel 9. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor SBN van de directeur-generaal ketenregie 2022.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 28 februari 2022

C.H.L.M. van de Louw directeur-generaal ketenregie

TOELICHTING

Algemeen

Op 29 oktober 2021 is het Besluit betalen private schulden in werking getreden. In eerste instantie is het mandaat rechtstreeks vanuit Belastingdienst/Toeslagen verleend aan SBN en de kredietbanken. Per 1 januari 2022 heeft het programmadirectoraat-generaal Herstel het opdrachtgeverschap overgenomen en heeft de directeur-generaal Ketenregie van de Belastingdienst/Toeslagen het mandaat gekregen om het Besluit betalen private schulden uit te voeren. Met dit mandaatbesluit worden er diverse bevoegdheden ondergemandateerd door de directeur-generaal Ketenregie aan de voorzitter van het bestuur van de Stichting Sociale Banken Nederland (SBN). SBN zal samen met een aantal kredietbanken uitvoering geven namens Belastingdienst/Toeslagen aan het Besluit betalen private schulden.

Artikelsgewijs

Artikel 3

De directeur-generaal ketenregie ondermandateert in dit artikel de bevoegdheden die voor SBN nodig zijn om uitvoering te kunnen geven aan het Besluit betalen private schulden. De ondermandatering geschiedt aan de voorzitter van het bestuur van SBN. Deze kan onder meer een aanvraag ambtshalve aanvullen en hij kan een besluit nemen op een aanvraag.

Artikel 4

Ondermandaat kan worden verleend aan ondergeschikte medewerkers waarvan de voorzitter acht dat zij geschikt zijn om het werk te kunnen uitvoeren. De voorzitter dient wel een mandaatregister bij te houden waarin het volgende is aangegeven: de functieomschrijving en de in ondermandaat verleende bevoegdheden.

Artikel 5

De uitoefening van het mandaat geschiedt met inachtneming van de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De directeur-generaal ketenregie kan specifieke en algemene instructies geven voor de uitoefening van het mandaat. Onder deze instructies valt onder meer de overeenkomst tussen SBN en de Staat. Daarnaast zal de directeur-generaal ketenregie ervoor zorgen dat SBN beschikt over alle informatie die relevant is voor de uitvoering van haar werk.

Artikel 6

Daar waar het volgens SBN nodig is, treedt SBN in overleg met het programmadirectoraat-generaal Herstel. Dat geldt in ieder geval voor de situaties zoals die beschreven staan in het eerste lid. Het niet voldoen aan het eerste lid doet niet af aan de rechtsgeldigheid van de krachtens mandaat genomen beslissing. Een houder van een ondermandaat dient in overleg te treden met de voorzitter van SBN wanneer dat nodig is.

De voorzitter van SBN zorgt voor een periodieke verslaglegging van de uitoefening van het mandaat en zorgt ervoor dat de uitoefening van het mandaat eens in de zoveel tijd wordt geëvalueerd.

C.H.L.M. van de Louw Directeur-generaal ketenregie

Naar boven