Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 22 februari 2022, 1189845, tot wijziging van de Regeling pseudonimisering onderwijsdeelnemers

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

Gelet op artikel 178a, veertiende lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 147, elfde lid, van de Wet primair onderwijs BES, artikel 164a, vijftiende lid, van de Wet op de expertisecentra, artikel 103b, vijftiende lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 179, twaalfde lid, van de Wet voortgezet onderwijs BES, de artikelen 2.3.6a, twaalfde lid, en 2.5.5a, vijftiende lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 2.3.4, twaalfde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES en artikel 7.52, twaalfde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

Besluiten:

ARTIKEL I

Artikel 2, tweede lid, van de Regeling pseudonimisering onderwijsdeelnemers komt te luiden:

  • 2. Een ketenID wordt per categorie voor een onderwijsdeelnemer gegenereerd en wordt gebruik in het kader van de toegang tot en het gebruik van digitale leermiddelen of het digitaal afnemen van toetsen en examens. Daarbij worden de volgende categorieën onderscheiden:

    • a. categorie po: basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs;

    • b. categorie vo: voortgezet onderwijs en voortgezet algemeen volwassenenonderwijs;

    • c. categorie mbo: beroepsonderwijs;

    • d. categorie ho: wetenschappelijk onderwijs en hoger beroepsonderwijs.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma

TOELICHTING

Artikel 2 stelt voorwaarden aan de gebruiksduur van de pseudoniemen en ketenID’s. De eerdere insteek waarbij het gebruik van het ketenID beperkt werd tot de verblijfsduur van de onderwijsdeelnemers in de onderwijssector waarvoor dat ketenID werd gegenereerd stuitte op problemen binnen het voortgezet speciaal onderwijs.

Volgens de oorspronkelijke regeling krijgen leerlingen een nieuw ketenID wanneer ze de overstap naar het voortgezet speciaal onderwijs maken. Binnen het voortgezet speciaal onderwijs wordt echter veelal gebruik gemaakt van dezelfde digitale leermiddelen als in het basisonderwijs. Voor toegang tot deze leermiddelen is hetzelfde ketenID benodigd dat wordt gebruikt binnen het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs. Vandaar dat het voortgezet speciaal onderwijs nu onder categorie po valt, dezelfde categorie als het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs. Eerder werd de term ‘onderwijssector’ gebruikt, dit is nu aangepast naar categorieën omdat het onderscheid tussen ketenID’s niet samenvalt met het onderscheid tussen onderwijssectoren.

Om betrouwbaar toegang en gebruik van digitale leermiddelen te faciliteren is maatwerk voor deze specifieke groep leerlingen nodig. Dit betekent dat het ketenID voor deze specifieke groep dan zal worden gebruikt vanaf het (speciaal) basisonderwijs tot en met het voortgezet speciaal onderwijs. Het ketenID wordt eenmalig gegenereerd in het basisonderwijs en het gebruik van ditzelfde ketenID wordt vervolgens doorgezet binnen het voortgezet speciaal onderwijs. Hoewel dit betekent dat de gebruiksduur van het ketenID voor deze groep leerlingen wordt verlengd is de huidige praktijk voor het voortgezet speciaal onderwijs niet werkbaar zonder betrouwbare toegang tot de leermiddelen die een doorlopende leerlijn van speciaal onderwijs naar voortgezet speciaal onderwijs mogelijk maken. Voor alle andere onderwijsdeelnemers blijft het gebruik van het ketenID beperkt tot de verblijfsduur in de onderwijssector waarvoor dat ketenID werd gegenereerd.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma

Naar boven