Beschikking instelling tijdelijk gebied met beperkingen ten behoeve van oefening Port Defender, tevens ontheffing minimum VFR-vlieghoogte, Ministerie van Defensie

8 maart 2022

Kenmerk: BS2022004923

Nr: MLA/036/2022

De Minister van Defensie,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Gelezen het verzoek van de commandant van de Maritime Special Operations Force (MARSOF) van donderdag 16 december 2021;

Gelet op de artikelen 2, tweede lid, 9 en 19, derde lid, van het Besluit luchtverkeer 2014;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Ten behoeve van de civiel-militaire antiterreur oefening Port Defender worden, ter bescherming van burger- en militair luchtverkeer, de tijdelijke gebieden met beperkingen (TGB’s) Port Defender ingesteld, begrensd door de volgende coördinaten en hoogten:

    TGB Port Defender A West

    van 52°20'00.00"N 003°30'00.00"E naar 52°20'03.80"N 004°01'13.35"E, naar 51°50'02.48"N 003°40'42.37"E naar 51°50'00.00"N 003°00'00.00"E en terug naar 52°20'00.00"N 003°30'00.00"E, van zeeniveau tot 1500 voet AMSL (zie figuur 1);

    TGB Port Defender A Oost

    van 52°20'03.80"N 004°01'13.35"E naar 52°20'00.00"N 004°30'00.00"E, naar 52°05'02.98"N 004°12'26.10"E, naar 51°57'47.29"N 004°13'18.93"E en vanaf dit punt in een cirkelboog met een straal van acht (8) nautische mijlen met als middelpunt 51°57'25.00"N 004°26'14.00"E tegen de wijzers van de klok naar 51°55'53.02"N 004°13'32.74"E, naar 51°54'58.83"N 004°11'18.68"E, naar 51°55'56.35"N 004°05'57.35"E, naar 51°55'58.82"N 004°02'12.16"E, naar 51°50'00.00"N 003°55'00.00"E, naar 51°50'02.48"N 003°40'42.37"E en terug naar 52°20'03.80"N 004°01'13.35"E, van zeeniveau tot 1100 voet AMSL (zie figuur 1);

    TGB Port Defender B Hoog

    van 51°55'49.47"N 004°13'23.96"E naar 51°53'07.28"N 004°19'21.40"E, naar 51°53'59.35"N 004°23'59.98"E, naar 51°54'46.72"N 004°24'46.14"E, naar 51°54'36.36"N 004°28'53.74"E, naar 51°54'17.32"N 004°29'41.57"E, naar 51°52'57.83"N 004°24'48.88"E, naar 51°51'18.92"N 004°19'11.22"E, naar 51°54'58.83"N 004°11'18.68"E en terug naar 51°55'49.47"N 004°13'23.96"E, van 150 voet tot 1600 voet AMSL (zie figuur 2);

    TGB Port Defender B Laag

    van 51°55'49.47"N 004°13'23.96"E naar 51°53'07.28"N 004°19'21.40"E, naar 51°53'59.35"N 004°23'59.98"E, naar 51°54'46.72"N 004°24'46.14"E, naar 51°54'36.36"N 004°28'53.74"E, naar 51°54'17.32"N 004°29'41.57"E, naar 51°52'57.83"N 004°24'48.88"E, naar 51°51'18.92"N 004°19'11.22"E, naar 51°54'58.83"N 004°11'18.68"E en terug naar 51°55'49.47"N 004°13'23.96"E, van grondniveau tot 150 voet AMSL (zie figuur 3).

  • 2. De TGB’s Port Defender, genoemd in het eerste lid, worden ingesteld op de hieronder genoemde dagen en tijdstippen:

    Week 16:

    TGB Port Defender A West:

    van dinsdag 19 april 2022 11:00 uur tot woensdag 20 april 2022 13:00 uur lokale tijd;

    TGB Port Defender A Oost:

    van dinsdag 19 april 2022 11:00 uur tot woensdag 20 april 2022 13:00 uur lokale tijd;

    donderdag 21 april 2022 van 06:00 tot 13:00 uur lokale tijd;

    TGB’s Port Defender B Hoog en Laag:

    donderdag 21 april 2022 van 06:00 uur tot en met 15:00 uur lokale tijd;

    Figuur 1: TGB’s Port Defender A West en Port Defender A Oost

    Figuur 1: TGB’s Port Defender A West en Port Defender A Oost

    Figuur 2: TGB Port Defender B Hoog

    Figuur 2: TGB Port Defender B Hoog

    Figuur 3: TGB Port Defender B Laag

    Figuur 3: TGB Port Defender B Laag

Artikel 2

Voor het gebruik van het TGB Port Defender A West en het TGB Port Defender A Oost gelden de volgende regels:

  • a. het uitvoeren van andere vluchten dan de bij oefening betrokken vluchten in de TGB’s is niet toegestaan, met uitzondering van door tussenkomst van FIC Amsterdam vooraf gecoördineerde vluchten en gecoördineerde HEMS- en SAR-vluchten, beloodsingsvluchten, offshore vluchten en vluchten van de Landelijke Eenheid, Dienst Infrastructuur, afdeling Luchtvaart, na coördinatie met de aangewezen liaison van MARSOF;

  • b. de aan de oefening deelnemende gezagvoerder(s) en gezagvoerders van vluchten als genoemd in onderdeel a dienen radiocontact te hebben met FIC Amsterdam voor het binnenvliegen van de TGB’s en dienen te voldoen aan de voorwaarden, gesteld door de genoemde luchtverkeersleidingsinstantie;

  • c. tijdens het vliegen binnen de TGB’s dienen de aan de oefening deelnemende gezagvoerder(s), met uitzondering van de RPAS-gezagvoerder(s), gebruik te maken van een SSR-transponder met mode S of modes A en C;

  • d. de daadwerkelijke activering en de-activering van de TGB’s zal vooraf worden gemeld aan de supervisor ACC Amsterdam; de aangewezen liaison van MARSOF blijft tijdens de uren dat het gebied actief is telefonisch bereikbaar voor ACC Amsterdam;

  • e. Natura 2000-gebieden worden zoveel mogelijk vermeden;

  • f. gedurende de uitvoering van de vluchten met RPAS dient te allen tijde contact mogelijk te zijn tussen de uitvoerende eenheid en de oefenleiding;

  • g. de gezagvoerder van het RPAS coördineert de aanvang en beëindiging van de vluchten met de oefenleiding;

  • h. het uitvoeren van de vluchten met het RPAS boven aaneengesloten bebouwing en mensenverzamelingen wordt zoveel mogelijk vermeden, tenzij dit voor het doel van de vlucht noodzakelijk is;

  • i. tijdens de uitvoering van de vluchten met het RPAS, met uitzondering van het RPAS vallend onder de HDBV-14, worden de in het Operations Manual en Permit to Fly opgenomen beperkingen in acht genomen;

  • j. voor aanvang van de vluchten met het RPAS stelt de vluchtuitvoerder zich op de hoogte met betrekking tot plaatsen die geschikt zijn voor het uitvoeren van een noodlanding;

  • k. de vliegroute en vlieghoogte van het RPAS worden zodanig gekozen dat in geval van een noodlanding het risico voor derden zoveel mogelijk wordt beperkt;

  • l. de maximale vlieghoogte voor RPAS, vallend onder de HDBV14, is 150 voet AMSL;

  • m. de maximale vlieghoogte voor RPAS, niet vallend onder de HDBV14, binnen het TGB Port Defender A West is 1000 voet AMSL en binnen het TGB Port Defender A Oost 600 voet AMSL;

  • n. er zullen schriftelijke werkafspraken worden gemaakt tussen de oefenleiding en het loodswezen teneinde beperkingen voor de operaties van laatstgenoemde tot een minimum te beperken.

Artikel 3

Voor het gebruik van het TGB Port Defender B Hoog en TGB Port Defender B Laag gelden de volgende regels:

  • a. het uitvoeren van andere vluchten dan de bij oefening betrokken vluchten in de TGB’s is niet toegestaan, met uitzondering van door tussenkomst van de plaatselijke luchtverkeersleiding Rotterdam vooraf gecoördineerde vluchten en gecoördineerde HEMS- en SAR-vluchten en vluchten van de Landelijke Eenheid, Dienst Infrastructuur, afdeling Luchtvaart, na coördinatie met de aangewezen liaison van MARSOF;

  • b. de aan de oefening deelnemende gezagvoerder(s) en gezagvoerders van vluchten als genoemd in onderdeel a dienen radiocontact te hebben met de plaatselijke luchtverkeersleiding van Rotterdam voor het binnenvliegen van de TGB’s en dienen te voldoen aan de voorwaarden, gesteld door de genoemde luchtverkeersleidingsinstantie;

  • c. tijdens het vliegen binnen de TGB’s dienen de aan de oefening deelnemende gezagvoerder(s), met uitzondering van de RPAS-gezagvoerder(s), gebruik te maken van een SSR-transponder met mode S of modes A en C;

  • d. de daadwerkelijke activering en de-activering van de TGB’s zullen vooraf worden gemeld aan de plaatselijke luchtverkeersleiding Rotterdam; de aangewezen liaison van MARSOF blijft tijdens de uren dat het gebied actief is telefonisch bereikbaar voor de plaatselijke luchtverkeersleiding van Rotterdam;

  • e. Natura 2000-gebieden worden zoveel mogelijk vermeden;

  • f. gedurende de uitvoering van de vluchten met het RPAS dient te allen tijde contact mogelijk te zijn tussen de uitvoerende eenheid en de oefenleiding of de plaatselijke luchtverkeersleiding van Rotterdam;

  • g. de gezagvoerder van het RPAS coördineert de aanvang en beëindiging van de vluchten met de plaatselijke luchtverkeersleiding van Rotterdam;

  • h. het uitvoeren van de vluchten met het RPAS boven aaneengesloten bebouwing en mensenverzamelingen wordt zoveel mogelijk vermeden, tenzij dit voor het doel van de vlucht noodzakelijk is;

  • i. tijdens de uitvoering van de vluchten met het RPAS, met uitzondering van het RPAS vallend onder de HDBV14, worden de in het Operations Manual en Permit to Fly opgenomen beperkingen in acht genomen;

  • j. voor aanvang van de vluchten met het RPAS stelt de vluchtuitvoerder zich op de hoogte met betrekking tot plaatsen die geschikt zijn voor het uitvoeren van een noodlanding;

  • k. de vliegroute en vlieghoogte van het RPAS worden zodanig gekozen dat in geval van een noodlanding het risico voor derden zoveel mogelijk wordt beperkt;

  • l. de maximale vlieghoogte voor RPAS binnen het TGB Port Defender B Hoog is 1.100 voet AMSL. RPAS vallend onder HDBV14 zijn niet toegestaan in TGB Port Defender B Hoog;

  • m. de maximale vlieghoogte voor RPAS vallend onder HDBV14 binnen het TGB Port Defender B Laag is 150 voet AMSL.

Artikel 4

  • 1. Voor de delen binnen het TGB Port Defender A Oost die zich buiten één (1) nautische mijl van de Noordzeekustlijn bevinden en het TGB Port Defender A West, bedraagt de toegestane minimum VFR-vlieghoogte voor helikopters binnen de daglichtperiode 100 voet AMSL, of zoveel lager als voor het doel van de vlucht noodzakelijk is. Buiten de daglichtperiode bedraagt de minimale VFR vlieghoogte voor helikopters 300 voet AMSL.

  • 2. Voor de delen binnen het TGB Port Defender A Oost die zich binnen één (1) nautische mijl van de Noorzeekust bevinden mag niet laag worden gevlogen.

  • 3. Binnen het TGB Port Defender A Oost en Port Defender A West gelden, in aanvulling op de artikelen 5, 7 en 10 juncto 12 van de Regeling minimum VFR-vlieghoogten en VFR-vluchten buiten de daglichtperiode voor militaire vliegtuigen en helikopters, voorts de volgende regels:

    • a. laagvliegen is alleen toegestaan voor de militaire luchtvaartuigen die deelnemen aan de oefening;

    • b. met betrekking tot het vliegzicht en de wolkenbasis gelden de eisen voor VFR-vluchten;

    • c. tijdens de vlucht worden gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen, dan wel mensenverzamelingen zoveel mogelijk vermeden;

    • d. het overvliegen van bebouwing, met name ziekenhuizen en sanatoria, wordt zoveel mogelijk vermeden;

    • e. de vrijstelling van de minimum VFR-vlieghoogte geldt alleen voor die delen van de vlucht die voor het doel van de vlucht noodzakelijk zijn en waarvoor in de vluchtopdracht, uit naam van de Accountable Manager van de bij de oefening betrokken vliegende eenheden, expliciete toestemming/opdracht is verleend;

    • f. aanvliegroutes en -hoogten, alsmede oefenlocaties worden zodanig gekozen dat geluidhinder zoveel mogelijk wordt voorkomen.

Artikel 5

Handelen in strijd met artikel 2, onderdeel a, en artikel 3, onderdeel a, van deze beschikking levert een strafbaar feit op ingevolge artikel 33 van het Besluit luchtverkeer 2014.

Artikel 6

Deze beschikking treedt in werking met ingang van dinsdag 19 april 2022 en vervalt met ingang van vrijdag 22 april 2022.

Deze beschikking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en zal tevens bekend worden gemaakt door middel van een NOTAM.

De Minister van Defensie, voor deze, De plaatsvervangend Directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit, H. Stals Kolonel

Tegen de tijdstippen en locaties dat deze beschikking is ingesteld kunnen belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen 6 weken na de dag waarop deze beschikking is bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift kan digitaal of schriftelijk worden ingediend. Het digitale bezwaarschrift dient te worden ingediend via www.defensie.nl/bezwaarJDV. Het schriftelijke bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Minister van Defensie, DienstenCentrum Juridische Dienstverlening, ter attentie van de Commissie advisering bezwaarschriften Defensie, MPC 55A, Postbus 90004, 3509 AA Utrecht. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend.

TOELICHTING

In week 16 van 2022 vindt de civiel-militaire anti-terreuroefening Port Defender plaats. Dit is een oefening georganiseerd door het Defensie Helikopter Commando, de Nationale Politie, antiterreureenheden, de Kustwacht en de Veiligheidsregio’s. Tijdens deze oefening, waarbij vliegende eenheden en grondeenheden zijn betrokken, staat de integratie en samenwerking van deze eenheden centraal. Om de oefening veilig te laten verlopen is het noodzakelijk dat het betrokken luchtruim tijdelijk wordt gesloten. Om dit mogelijk te maken zijn de tijdelijke gebieden met beperkingen (TGB’s) Port Defender A West, Port Defender A Oost, Port Defender B Hoog en Port Defender B Laag ingesteld. In de uitvoering van de oefening worden de grenzen van de TGB’s niet overschreden.

Binnen de TGB’s, met uitzondering van de zone van één (1) nautische mijl uit de Noordzeekustlijn, mag door de militaire helikopters die deelnemen aan de oefening zo laag worden gevlogen als voor het doel van de vlucht noodzakelijk is, op grond van respectievelijk de artikelen 5 en 7 van de Regeling minimum VFR-vlieghoogten en VFR-vluchten buiten de daglichtperiode voor militaire vliegtuigen en helikopters.

Luchtvaartuigen in gebruik bij de Landelijke Eenheid, Dienst Infrastructuur, afdeling Luchtvaart, en luchtvaartuigen ten behoeve van HEMS- en SAR-vluchten, gecoördineerde vluchten alsmede beloodsingsvluchten en offshore vluchten mogen de TGB’s binnenvliegen na toestemming van FIC Amsterdam dan wel de plaatselijke luchtverkeersleiding Rotterdam gecoördineerd met de Maritime Special Operating Forces liaison.

Naar boven