Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 28 februari 2022, nr. 2022-0000013883, tot wijziging van de Stimuleringsregeling voor leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen en specifiek voor de grootbedrijven in de landbouw-, horeca- of recreatiesector in verband met de introductie van kwaliteitseisen voor de loopbaanadviseur en het loopbaan- en ontwikkeladvies en enkele technische wijzigingen

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 3, eerste lid, van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Stimuleringsregeling voor leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen en specifiek voor de grootbedrijven in de landbouw-, horeca- of recreatiesector wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de begripsbepaling landbouw- horeca of recreatiesector wordt ‘de bijlage bij deze regeling’ vervangen door ‘bijlage I bij deze regeling’.

2. In alfabetische volgorde wordt de volgende begripsbepaling opgenomen:

Noloc:

beroepsvereniging van loopbaanprofessionals Noloc;.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Een loopbaan- of ontwikkeladviestraject als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, komt alleen voor subsidie in aanmerking indien de loopbaanadviseur gesprekken met de deelnemer voert met een tijdsbeslag van in totaal minimaal vier uren.

2. In het derde lid (nieuw) wordt ‘onder onderdeel a, b en c’ vervangen door ‘in het eerste lid, onderdeel a, b en c’.

C

Na artikel 4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4a. Eisen aan loopbaanadviseur

  • 1. De activiteiten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, worden uitgevoerd door een loopbaanadviseur, die:

    • a. een mens- of organisatiegerichte opleiding heeft afgerond op minimaal hbo-niveau, of minimaal een hbo-opleiding in een andere richting heeft afgerond en aanvullende mens- of organisatiegerichte cursussen en trainingen heeft afgerond;

    • b. minimaal drie jaar relevante werkervaring heeft; en

    • c. verklaart zich te houden aan de gedragscode in bijlage II.

  • 2. Een loopbaanadviseur wordt geacht aan de eisen in het eerste lid, onderdelen a en c, te hebben voldaan, wanneer hij is geregistreerd bij Noloc als Register Loopbaanprofessional.

  • 3. Een loopbaanadviseur, gevestigd in een van de andere lidstaten van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland, die een opleiding heeft afgerond overeenkomstig de opleiding, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en overigens voldoet aan het eerste lid, onderdelen b en c, wordt gelijkgesteld met de loopbaanadviseur, bedoeld in het eerste lid.

D

In artikel 12, eerste lid, aanhef, en artikel 13, eerste lid, aanhef, wordt ‘artikel 4, eerste lid, onderdeel a, b en c’ vervangen door ‘artikel 4, eerste lid, onderdeel a en c’.

E

Na artikel 13 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 13a. Subsidiabele vergoeding loopbaan- en ontwikkeltrajecten

De subsidie bedraagt € 700,00 per afgerond loopbaan- of ontwikkeltraject, zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b.

F

In artikel 15, zesde lid, onderdeel b, tweede zin, wordt na ‘een verklaring’ ingevoegd ‘in het daarvoor geldende format’.

G

Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt in de eerste zin na ‘een verslag van de uitgevoerde activiteiten’ ingevoegd ‘in de desbetreffende mkb-onderneming of het grootbedrijf’ en wordt ‘activiteitmiddels’ vervangen door ‘activiteit middels’.

2. In het eerste lid wordt na de eerste zin een zin ingevoegd, luidende: Indien het een verzoek tot vaststelling betreft voor een activiteit als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, dan is in het verzoek ook de prestatieverklaring, bedoeld in artikel 15, zesde lid, onderdeel b, opgenomen.

3. In het tweede lid wordt ‘meer bedraagt dan € 25.000’ gewijzigd in ‘€ 25.000 of meer bedraagt’.

4. In het derde lid wordt ‘meer bedraagt dan € 125.000’ gewijzigd in ‘€ 125.000 of meer bedraagt’.

H

In het opschrift van de Bijlage behorend bij artikel 1, Stimuleringsregeling voor leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen en specifiek voor de grootbedrijven in de landbouw-, horeca- of recreatiesector, wordt ‘Bijlage’ vervangen door ‘Bijlage I,’.

I

Na Bijlage I (nieuw) wordt een bijlage toegevoegd, luidende:

BIJLAGE II, BEHOREND BIJ ARTIKEL 4A, STIMULERINGSREGELING VOOR LEREN EN ONTWIKKELEN IN MKB-ONDERNEMINGEN EN SPECIFIEK VOOR DE GROOTBEDRIJVEN IN DE LANDBOUW-, HORECA- OF RECREATIESECTOR

Gedragscode
Algemeen

De loopbaanadviseurs volgen bij de beroepsuitoefening de volgende gedragsregels:

  • 1. De loopbaanadviseur (waar aangeduid in de mannelijke vorm dient ook de vrouwelijke vorm te worden gelezen) onderwerpt zich aan de in deze gedragscode vastgestelde regels.

  • 2. De loopbaanadviseur richt zijn werkzaamheden primair op begeleiding bij loopbaanontwikkeling, outplacement, herplaatsing, advies over ondernemersvaardigheden, re-integratie, job coaching en studie/beroepskeuzeadvies. Daarnaast kan hij andere activiteiten verrichten, waarop deze Gedragscode echter niet van toepassing is.

  • 3. De loopbaanadviseur betracht, zowel bij de uitoefening van werkzaamheden met en voor cliënten als in contacten met opdrachtgevers en collega’s, de grootst mogelijke zorgvuldigheid en vertrouwelijkheid. Hij is eerlijk, duidelijk, betrouwbaar en oprecht en onthoudt zich van gedrag dat afbreuk doet aan het vertrouwen in en het aanzien van het beroep.

  • 4. De loopbaanadviseur geeft zich bij de uitvoering van de onder punt 2 genoemde activiteiten rekenschap van de functies en relatievormen die hij in zijn persoon verenigt, zoals die van opdrachtnemer, begeleider, werknemer, vriend e.d., en voorkomt dat hij tegengestelde belangen moet behartigen.

  • 5. De loopbaanadviseur zal een cliënt te allen tijde voor aanvang van de begeleiding informeren over eventuele conflicterende rollen en/of activiteiten die hij verricht respectievelijk verricht heeft t.b.v. de werkgever van de cliënt.

  • 6. De loopbaanadviseur beseft welke invloed er van zijn positie, houding en beoordeling kan uitgaan op de cliënt en op de omstandigheden waarin die cliënt verkeert. Hij houdt in zijn optreden rekening met de mogelijke beïnvloedbaarheid en afhankelijkheid van de cliënt en andere betrokkenen.

Opdrachtaanvaarding
  • 7. Vóór de loopbaanadviseur een opdracht aanvaardt die voortvloeit uit door hem vanuit een andere rol verstrekte adviezen, zal hij daarover opdrachtgever en cliënt eerst informeren.

  • 8. De loopbaanadviseur is er voor verantwoordelijk dat een overeenkomst tot het uitvoeren van een opdracht schriftelijk wordt vastgelegd met daarin duidelijke afspraken over de rechten en verplichtingen van de betrokken partijen. Deze overeenkomst c.q. opdrachtbevestiging bevat in ieder geval de volgende onderdelen:

    • de duiding van de betrokken partijen als cliënt, opdrachtgever en opdrachtnemer;

    • een beschrijving van de doelstelling;

    • een beschrijving van de te volgen werkwijze;

    • een beschrijving van de wijze van rapporteren en de voorwaarden waaronder dit gebeurt;

    • de looptijd van het traject;

    • tijdsduur die tentatief kan zijn, waarbij de loopbaanadviseur niet meer dan een in het maatschappelijk verkeer als normaal te achten aantal uren per werkdag vastlegt;

    • honoraria en onkosten, betalingswijze en -condities;

    • de mededeling dat op de uitvoering van de opdracht de gedragsregels van deze code van toepassing zijn.

  • 9. De loopbaanadviseur zal de aan hem verstrekte opdracht slechts aanvaarden als hij zich ervan heeft vergewist dat:

    • de aanvaarding van de opdracht door de opdrachtgever niet zal worden geïnterpreteerd als toezegging door de cliënt om een dienstverband te beëindigen of diens erkenning van de noodzaak daartoe, tenzij de cliënt hier uitdrukkelijk mee instemt;

    • de aanvaarding van de opdracht door de opdrachtgever niet zal worden geïnterpreteerd als erkenning van disfunctioneren van de cliënt in zijn huidige functie of van het bestaan van een onwerkbare situatie tenzij dit door de opdrachtgever voorafgaand aan de opdracht schriftelijk werd bevestigd aan de cliënt-werknemer;

    • hij kennis heeft genomen van alle informatie die relevant is voor een goede uitvoering van de opdracht en waarvan het bestaan bekend is of redelijkerwijs bekend zou kunnen zijn. Dit wordt als zodanig schriftelijk vastgelegd in de overeenkomst met opdrachtgever.

  • 10. Een opdracht kan onderdeel vormen van afspraken met betrekking tot beëindiging van het dienstverband: hierover wordt door en aan alle partijen vooraf duidelijkheid verschaft.

  • 11. De loopbaanadviseur zal zich er tijdens de uitvoering van een opdracht regelmatig van vergewissen of de situatie, zoals die in de initiële overeenkomst cq opdrachtbevestiging is vastgelegd, nog steeds geldend is en er, zo nodig, voor zorgen dat de overeenkomst wordt aangepast in lijn met de feitelijke uitvoering en de daarover gemaakte afspraken.

  • 12. De loopbaanadviseur is zich er te allen tijde van bewust dat zijn dienstverlening onderdeel kan zijn van een bredere dienstverlening. Waar mogelijk zal hij, met respecteren van de privacy van de cliënt, afstemming zoeken met andere ten behoeve van cliënt actieve betrokkenen om zo een optimale dienstverlening te waarborgen.

Begeleiding cliënt
  • 13. De loopbaanadviseur zal een cliënt bij hun eerste contact kenbaar maken dat het die cliënt te allen tijde vrijstaat de dienstverlening te aanvaarden dan wel te weigeren, alsmede deze op ieder moment af te breken. Bij een totale onderbreking van meer dan zes maanden wordt de opdracht beschouwd als te zijn beëindigd, tenzij andersluidende afspraken zijn gemaakt die door alle betrokken partijen schriftelijk zijn bevestigd.

  • 14. De loopbaanadviseur zal de door hem ten behoeve van een cliënt te verrichten werkzaamheden zorgvuldig en na bespreking met die cliënt uitvoeren. Hij zal een cliënt verwijzen naar een collega of andere disciplines indien en voor zover dit voor de belangen van die cliënt wenselijk is.

  • 15. De loopbaanadviseur is bevoegd de begeleiding van een cliënt tussentijds te beëindigen als hij, met inachtneming van de zorgvuldigheid in de beroepsuitoefening en met inachtneming van de in punt 14 gestelde regel, het bereiken van de doelstelling van het begeleidingsproces in redelijkheid niet meer hoeft te verwachten. Obstructie door een cliënt kan leiden tot tussentijdse onderbreking of tot definitieve beëindiging van de dienstverlening door de loopbaanadviseur. Alvorens hiertoe over te gaan zal de loopbaanadviseur de cliënt schriftelijk informeren. De loopbaanadviseur houdt rekening met het feit dat de wijze van rapporteren en formuleren richting opdrachtgever voor de cliënt nadelig kan uitwerken.

Rapportage
  • 16. De loopbaanadviseur streeft naar een rapportage die aanvaardbaar is voor de cliënt.

  • 17. Iedere rapportage die inhoudelijke informatie over een cliënt bevat, zal uitsluitend met diens schriftelijke toestemming worden gerapporteerd. Hierop kan slechts bij schriftelijke overeenkomst van alle betrokken partijen en vóór aanvang van de begeleiding een uitzondering worden gemaakt. Objectieve informatie over de voortgang van de begeleiding vormt hierop een uitzondering.

  • 18. De loopbaanadviseur zorgt voor dat alle benodigde documentatie in zijn administratie aanwezig is en naar waarheid is ingevuld, Ten aanzien van de registratie van de door de loopbaanadviseur bestede uren aan klantcontacten geldt dat het aantal uren een in het maatschappelijk verkeer als normaal te achten aantal uren per werkdag niet mag overstijgen.

Geheimhouding en plicht tot vertrouwelijke behandeling
  • 19. De loopbaanadviseur zal alle informatie die hem eenzijdig van de kant van een opdrachtgever en/of een cliënt ter kennis komt geheim houden en maakt van die informatie uitsluitend gebruik maken voor zover de goede uitvoering van de hem opgedragen taak dat vereist en voor zover het gebruik daarvan hem niet uitdrukkelijk is ontzegd.

  • 20. De loopbaanadviseur behandelt alle informatie van de zijde van de opdrachtgever en/of cliënt die hem ter kennis komt, en waarvan vaststaat dat deze bekend is bij alle betrokken partijen, als vertrouwelijk

  • 21. De loopbaanadviseur is niet gehouden geheimhouding in acht te nemen als hij gegronde redenen heeft om te menen dat het doorbreken van de geheimhouding het enige en laatste middel is om direct gevaar voor personen te voorkomen, dan wel wanneer hij door wettelijke bepalingen of een rechterlijke beslissing daartoe wordt gedwongen. Als te voorzien is dat een dergelijke situatie zich kan voordoen, stelt het lid de betrokkene ervan op de hoogte dat hij in dat geval genoodzaakt kan zijn de geheimhouding te doorbreken, tenzij door een dergelijke mededeling acuut gevaar voor hemzelf of derden kan ontstaan.

  • 22. Als de loopbaanadviseur besluit tot het doorbreken van de geheimhouding dan mag die doorbreking zich niet verder uitstrekken dan in de gegeven omstandigheden is vereist en dient hij de betrokkene van zijn besluit op de hoogte te stellen, tenzij door een dergelijke mededeling acuut gevaar voor hemzelf of derden kan ontstaan.

Professionaliteit
  • 23. De loopbaanadviseur streeft naar het verwerven en handhaven van een hoog niveau van professionaliteit in zijn beroepsuitoefening. Hij neemt de grenzen van zijn deskundigheid en de beperkingen van zijn ervaring in acht.

  • 24. De loopbaanadviseur beziet zijn eigen functioneren regelmatig kritisch om na te gaan hoe en in welke richting hij zichzelf als mens en als professional zal ontwikkelen, om optimaal te kunnen blijven functioneren ten behoeve van zijn opdrachtgevers en cliënten.

  • 25. De loopbaanadviseur verschaft, desgevraagd, informatie over zijn opleiding, c.q. ervaring en kwalificaties, die hij heeft en welke methoden en stijl hij (voornamelijk) gebruikt bij zijn begeleiding van cliënten. Hij heeft daartoe alle informatie beschikbaar waarop zijn inschrijving in het Beroepsregister berust, en houdt deze steeds geactualiseerd.

Klachten
  • 26. De loopbaanadviseur verplicht zich om binnen 2 weken de ontvangst van een klacht van een cliënt schriftelijk te bevestigen en deze vervolgens binnen 4 weken na ontvangst af te handelen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 maart 2022.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 28 februari 2022

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

TOELICHTING

Algemeen

1. Algemeen

Deze regeling wijzigt de Stimuleringsregeling voor leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen en specifiek voor de grootbedrijven in de landbouw-, horeca- en recreatiesector (hierna: SLIM-regeling). In de uitvoering van de regeling werd tegen een aantal onduidelijkheden en omissies aangelopen. Deze worden met deze regeling hersteld.

2. Inhoudelijk

De SLIM-regeling is met ingang van 1 januari 2020 in werking getreden. Ieder jaar staan er drie aanvraagtijdvakken open om subsidie aan te vragen (maart, juni, september). Met deze wijzigingsregeling wordt een aantal (technische) wijzigingen doorgevoerd. De wijziging met betrekking tot activiteit B (loopbaan- en ontwikkeladvies) wordt hieronder toegelicht.

Door subsidie voor activiteit B aan te vragen kunnen werkenden in een onderneming een loopbaan- of ontwikkeladvies krijgen. Op dit moment stelt de SLIM-regeling geen eisen aan het loopbaan-, of ontwikkeladvies. Vorig jaar zijn er twee tijdelijke subsidieregelingen in werking getreden waarin het ontwikkeladvies als subsidiabele activiteit is opgenomen, namelijk: Nederland leert door met inzet van ontwikkeladvies en Nederland leert door met inzet van sectoraal maatwerk. Deze regelingen stellen wel vereisten aan de loopbaanadviezen, bijvoorbeeld aan de kwaliteitseisen van een loopbaanadviseur. Verder geven de regelingen een maximumbedrag per ontwikkeladvies. In deze wijzigingsregeling wordt een aantal van deze eisen overgenomen om zo beleid uniformer uit te dragen. Een andere belangrijke reden is om het risico te verkleinen dat een buitenproportioneel bedrag voor een loopbaanadvies of ontwikkeladvies wordt gedeclareerd.

Met deze wijzigingsregeling worden overigens niet alle vereisten uit andere scholingsregelingen overgenomen. Deze regeling beoogt de administratielasten voor de ondernemingen zo beperkt mogelijk te houden. De wijzigingen richten zich vooral op de kwaliteit van de loopbaanadviseur en het bedrag dat voor een geleverde dienst redelijkerwijs gevraagd kan worden. Aanvragers zullen bij indienen van de einddeclaratie worden gevraagd of zij hebben kennisgenomen van de kwaliteitseisen waaraan de loopbaanadviseur dient te voldoen. Of een loopbaanadviseur voldoet aan de kwaliteitseisen kan worden gecontroleerd.

Een andere wijziging met betrekking tot activiteit B richt zich op de prestatieverklaring. Aan de vorm van deze prestatieverklaring zaten tot op heden geen vereisten. Hierdoor ontbrak er vaak informatie, wat leidde tot de indiening van onvolledige einddeclaraties. Om de doorlooptijd van een beoordelingsproces te bespoedigen en om aanvragers meer handvatten te geven bij het invullen van de einddeclaratie wordt er gevraagd om de prestatieverklaring per het eerstvolgende tijdvak in een format in te leveren. Dit format zal door Uitvoering van Beleid (hierna: UVB) op de website www.uitvoeringvanbeleidszw.nl beschikbaar worden gesteld.

3. Financiële gevolgen

De wijzigingen hebben geen financiële gevolgen.

4. Gevolgen voor de administratieve lasten

De wijzigingen hebben beperkt invloed op de administratieve lasten. Aanvragers van activiteit B wordt gevraagd een format in te vullen. Dit format schrijft voor welke informatie er bij de prestatieverklaring ingediend moet worden. Naar verwachting beperkt dit de duidelijkheid die het format biedt juist de administratieve lasten.

De kwaliteitseisen die worden gesteld aan de loopbaanadviseur kan UVB steekproefsgewijs controleren. Dit kan voor een aanvrager extra administratieve lasten betekenen. De aanvrager verleent medewerking aan deze controle. In dit geval moet de aanvrager de benodigde informatie aanleveren dan wel opvragen bij de loopbaanadviseur.

5. Communicatie

Deze regeling wordt gepubliceerd in de Staatscourant. De voor subsidieaanvragers relevante regels worden door UVB gecommuniceerd.

6. Inwerkingtreding

De wijzigingsregeling treedt in werking bij de openstelling van het eerstvolgende tijdvak, namelijk 1 maart 2022.

Artikelsgewijs

Artikel I

Artikel 4

Als onderdeel van de eisen aan het loopbaan- en ontwikkeladvies die met deze wijziging worden geïntroduceerd, wordt er ook een minimum gesteld aan het aantal contacturen dat de loopbaanadviseur met de deelnemer moet hebben.

Artikel 4a

Deze bepaling is gebaseerd op artikel 4 van de Tijdelijke subsidieregeling NL leert door met inzet van sectoraal maatwerk, rekening houdende met de wijzigingen in het Register Loopbaanprofessional van het Beroepsregister van Noloc.

Een loopbaan- of ontwikkeladviestraject komt in aanmerking voor subsidie als de loopbaanadviseur aan een aantal kwaliteitseisen voldoet. Aanvragers zullen bij het indienen van de einddeclaratie worden gevraagd of zij hebben kennisgenomen van de kwaliteitseisen aan de loopbaanadviseur. Of een loopbaanadviseur voldoet aan de kwaliteitseisen kan door UVB (steekproefsgewijs) worden gecontroleerd door stukken op te vragen bij de aanvrager.

Vereist is dat de loopbaanadviseur een mens- of organisatiegerichte opleiding heeft afgerond op minimaal hbo-niveau, of minimaal een hbo-opleiding in een andere richting heeft afgerond en aanvullende mens- of organisatiegerichte cursussen en trainingen heeft afgerond, minimaal drie jaar relevante werkervaring heeft en zich verklaart aan de gedragscode in bijlage II te houden. Wanneer een loopbaanadviseur niet is geregistreerd bij Noloc als Register Loopbaanprofessional, gelden alle eisen van het eerste lid. In het andere geval wordt een loopbaanadviseur geacht aan de eisen in het eerste lid, onderdelen a en c, te hebben voldaan.

Een loopbaanadviseur moet over de vereiste opleidingen en kennis beschikken om het loopbaantraject naar behoren te kunnen uitvoeren. Dit zijn in ieder geval opleidingen en trainingen die als relevant worden aangemerkt bij de erkenning door Noloc als Register Loopbaanprofessional. Desgevraagd kan aangetoond worden dat de loopbaanadviseur aan de opleidingseisen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, voldoet door het overleggen van diploma’s en certificaten.

Alle adviseurs moeten kunnen aantonen dat zij minimaal drie jaar relevante werkervaring hebben. Bij het beoordelen daarvan, worden de volgende aspecten meegewogen. De adviseur heeft de afgelopen drie jaren gemiddeld vijfentwintig cliënten of meer begeleid in individuele trajecten.

De drie jaar relevante werkervaring van de loopbaanadviseur kan desgevraagd aangetoond worden door middel van bijvoorbeeld een LinkedIn profiel, zakelijke website, CV, het verstrekken van referenties of een schriftelijke verklaring over de relevante werkervaring. Een andere manier om relevante werkervaring aan te tonen is door middel van facturen aan cliënten en hun werkgevers.

Een loopbaan- of ontwikkeltraject kan in aanmerking komen voor subsidie, ongeacht waar de loopbaanadviseur binnen de Europese Unie of de EER gevestigd is, mits de loopbaanadviseur aan de relevante voorwaarden voldoet.

Artikel 12, eerste lid, artikel 13, eerste lid, en artikel 13a

De hoogte van het subsidiebedrag voor loopbaan- en ontwikkeltrajecten wordt gelijkgesteld met het subsidiebedrag uit de Tijdelijke subsidieregeling NL leert door met inzet van ontwikkeladvies. Het betreft een vast subsidiebedrag van € 700,00 per afgerond loopbaan- of ontwikkeltraject.

Artikel 15, zesde lid

Als onderdeel van de eisen aan het loopbaan- en ontwikkeladvies die met deze wijziging worden geïntroduceerd, wordt er ook een vast format vastgesteld voor de bijbehorende prestatieverklaring. Dit format wordt conform artikel 2, tweede lid, van de SLIM-regeling gepubliceerd op www.uitvoeringvanbeleidszw.nl.

Artikel 24, eerste lid

Eerste wijziging: Aan het verslag dat met het verzoek tot subsidievaststelling wordt meegestuurd wordt een maatwerkeis verbonden. Uit het verslag moet voldoende blijken hoe de activiteiten die zijn verricht specifiek waren voor de desbetreffende mkb-onderneming of het grootbedrijf.

Tweede wijziging: Om te voorkomen dat de beoordeling van het verzoek tot vaststelling van de subsidie onnodig vertraging oploopt door het opvragen van stukken, wordt van aanvragers gevraagd bij het verzoek tot subsidievaststelling de hierboven genoemde prestatieverklaringen mee te sturen.

Derde en vierde wijziging: De bedragen wijken in de huidige verwoording van artikel 24 een euro af van de bedragen genoemd in artikel 1.5 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS. Dat wordt met deze wijziging gecorrigeerd.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

Naar boven