Regeling van de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen van 24 februari 2022, nr. 2022-0000053354, tot wijziging van de Subsidieregeling voor scholing en re-integratie van personen met arbeidsbeperkingen en ernstige scholingsbelemmeringen in verband met de verlenging van de cohortperiode 2019 als gevolg van de bijzondere omstandigheden door COVID-19

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen,

Gelet op de artikelen 2:29, eerste lid, en 3:49, eerste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling voor scholing en re-integratie van personen met arbeidsbeperkingen en ernstige scholingsbelemmeringen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, tweede lid, onderdeel b, wordt ‘de cohortperiode 2018’ vervangen door ‘de cohortperioden 2018 en 2019’.

B

In artikel 3, tweede lid, onderdeel b, wordt ‘31 juli 2022’ vervangen door ‘31 oktober 2022’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 24 februari 2022

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten

TOELICHTING

Deze wijziging ziet op de Subsidieregeling voor scholing en re-integratie van personen met arbeidsbeperkingen en ernstige scholingsbelemmeringen. Hiermee is voorzien in een verlenging van de cohortperiode 2019 met drie maanden. Als gevolg van de coronacrisis is het niet voor alle scholingsinstituten haalbaar gebleken om de plaatsingsnorm te kunnen realiseren binnen de duur van drie kalenderjaren en zeven maanden. Met deze verlenging krijgen de scholingsinstituten drie maanden langer de tijd om de plaatsingsnorm te realiseren waartoe zij conform hun subsidieaanvraag gehouden zijn.

Deze verlenging geldt enkel voor het cohort 2019. De wijziging heeft geen gevolgen voor het subsidieplafond, dat ongewijzigd is.

Ook in 2020 en 2021 hadden scholingsinstituten wegens achterstanden die zijn opgelopen wegens COVID-19 maatregelen, moeite met het realiseren van de plaatsingsnorm. Om die reden hebben de instituten in 2020 6 maanden uitstel gekregen om de plaatsingsnorm te realiseren. In 2021 is er een verlening van 3 maanden verleend. Nu wordt om een vergelijkbare verlengingsduur als in 2021 gevraagd, omdat de corona-maatregelen in 2022 voor een groot deel vergelijkbaar waren als in 2021.

Ten behoeve van deze verlening is de regeling op twee onderdelen aangepast. In artikel 3, tweede lid, is de periode waarvoor het subsidie plafond geldt verlengd tot en met 31 oktober 2022. Daarnaast is in artikel 1, tweede lid, net als voor 2018 geregeld dat de cohortperiode voor 2019 drie jaar en 10 maanden is.

Het is van belang dat er jegens de subsidieontvangers zo snel mogelijk duidelijkheid komt over de einddatum van de subsidieperiode. Daarom treedt deze regeling in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Daarmee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn van twee maanden voor regelgeving, zoals neergelegd in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten

Naar boven