Mededeling implementatie Richtlijn (EU) 2019/944 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit (WJZ/22056603)

Betreft: Implementatie van Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU (PbEU L158).

De Minister voor Klimaat en Energie deelt overeenkomstig aanwijzing 9.13 van de Aanwijzingen voor de regelgeving mede dat richtlijn nr. 2019/944 van het Europees parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU (PbEU L158) (hierna: de richtlijn) partieel is geïmplementeerd door middel van bestaande regelgeving.

In de transponeringstabel, welke als bijlage bij deze mededeling is opgenomen, is weergegeven op welke wijze de in artikel 71 van richtlijn 2019/944 genoemde artikelen reeds zijn geïmplementeerd in bestaande regelgeving. De richtlijn werkt op de wijze als aangegeven in de transponeringstabel, door in de Nederlandse rechtsorde met ingang van 31 december 2020. In zijn algemeenheid geldt dat sommige richtlijnbepalingen niet op alle onderdelen expliciet of volledig zijn geborgd dan wel implementatie niet optimaal is gefaciliteerd. De wetgeving bevat echter over het algemeen ook geen belemmeringen of obstakels hiervoor. Nederland werkt aan een samenvoeging van de Elektriciteitswet 1998 en Gaswet in een nieuwe Energiewet, waarin richtlijn 2019/944 opnieuw en op verbeterde wijze zal worden geïmplementeerd. Het voorgenomen wetsvoorstel voor de Energiewet zal naar verwachting eind 2022 bij de Tweede Kamer worden ingediend voor parlementaire behandeling.

Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

Transponeringstabel

Algemene opmerkingen bij de transponeringstabel ten aanzien van de hoofdstukken II, III en VI van de richtlijn:

  • 1. Volledige ontvlechting van eigendom: In Nederland zijn sinds 2010 het netbeheer en het transport van elektriciteit volledig gesplitst van de productie, handel en levering (artikelen 10b, 11, 16, derde lid, en 17, Elektriciteitswet 1998, verder: E-wet 1998). De markten van productie, levering en handel hebben dus geen enkele concurrentie te dulden van netbeheerders en functioneren onafhankelijk. Bovendien zijn netbeheerders ingevolge artikel 11b E-wet 1998 gehouden hun werkzaamheden non-discriminatoir en transparant uit te voeren.

  • 2. Vrije markttoegang: De markten van productie, handel, waaronder aggregatie, flexibiliteit, energie-efficiëntie en levering zijn binnen de Nederlandse wettelijke kaders vrije markten met vrije toetreding. Het mededingingsrecht borgt de vrije mededinging op deze markten, waaronder een vrije prijsvorming. Dit heeft tot gevolg dat in de richtlijn benoemde nieuwe marktdeelnemers, zoals energiegemeenschappen van burgers, (rechts)personen die aan aggregatie doen of actieve afnemers, vrijelijk op de Nederlandse elektriciteitsmarkt kunnen opereren. Deze partijen dienen zich daarbij wel te houden aan het specifieke recht dat geldt krachtens de E-wet 1998 (en de Gaswet), de Mededingingswet en het algemeen burgerlijk recht. Voor zover specifieke bepalingen van kracht zijn, richten deze zich veelal op consumentenbescherming. Daarnaast gelden er diverse (algemene) informatieverplichtingen bij de totstandkoming van overeenkomsten, bepalingen over algemene voorwaarden bij overeenkomsten, verkoop op afstand, consumentenbescherming e.d. die zijn opgenomen in het Burgerlijk Wetboek.

  • 3. Slimme meter: In Nederland heeft circa 85% van de afnemers met een kleine aansluiting een slimme meter. Van de afnemers met een grote aansluiting is dit circa 90%. Dit faciliteert afnemers actief te worden, via onder andere vraagrespons of dynamische prijscontracten, en biedt afnemers beter inzicht in hun verbruik- en invoedpatronen.

  • 4. Eindafnemers: Ten aanzien van de voorschriften die zich richten tot eindafnemers geldt dat voor afnemers met een kleine aansluiting (huishoudelijke eindafnemers en micro-ondernemingen) specifieke bepalingen zijn opgenomen in de E-wet 1998 en daarop gebaseerde regelgeving. Voor afnemers met een grote aansluiting gelden veelal bepalingen uit het generieke wettelijke kader zoals die zijn neergelegd in het Burgerlijk Wetboek en de Mededingingswet.

  • 5. Gedeeltelijk geliberaliseerde meetmarkt: Nederland heeft een gedeeltelijk geliberaliseerde meetmarkt. De netbeheerder heeft de taak om bij afnemers met een kleine aansluiting (maximaal 3x80 Ampère) een meetinrichting te installeren, beheren, onderhouden en uit te lezen. Bij grote aansluitingen (groter dan 3x80 Ampère) wordt de installatie, beheer en uitlezing van de meetinrichtingen uitgevoerd door (gelicenseerde) marktpartijen (meetverantwoordelijke partijen).

  • 6. Codes: In de tabel wordt verwezen naar enkele door de Autoriteit Consument en Markt op basis van de E-wet 1998 vastgestelde ’tariefstructuren en voorwaarden’ (meestal aangeduid als ‘codes’), zoals de Netcode elektriciteit, de Meetcode elektriciteit en de Informatiecode elektriciteit en gas. Dit betreft de bevoegdheid van ACM als bedoeld in artikel 59, zevende lid, van de richtlijn. Naar huidig Nederlands recht worden deze tariefstructuren en voorwaarden beschouwd als algemeen verbindende voorschriften, die zowel op systeembeheerders als marktdeelnemers van toepassing zijn.

  • 7. Concordantie: Verwijzingen in de E-wet 1998 naar de ingetrokken richtlijn 2009/72/EG gelden als verwijzingen naar richtlijn 2019/944 en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage IV bij die richtlijn.

Bepaling EU-regeling (richtlijn 2019/944)

Bepaling in implementatieregeling of bestaande regeling:

Toelichting indien niet geïmplementeerd of naar zijn aard geen implementatie behoeft

Omschrijving beleidsruimte

Toelichting op keuze(n) bij de invulling van de beleidsruimte

2

1, eerste lid, E-wet 1998 (waar relevant)

Geen

 

3, eerste, derde en vierde lid

10Aa, 10b, 11, 11a, tweede lid, 16, eerste lid, onderdelen k en l, tweede lid, onderdelen c, g, h, i en k, zesde en elfde lid, 21, 23, 24, 24a, 31-1, 36-1, 79, tweede en derde lid, 86g, 95b, eerste lid, 95c, eerste lid, 95lb, 95lc, 95m, eerste en tweede lid, 96, E-wet 1998, 8 t/m 10a Besluit factuur, verbruiks- en indicatief kostenoverzicht energie, Regeling afnemers en monitoring Elektriciteitswet 1998 en Gaswet, en Meetcode elektriciteit

Geen

 

3, tweede lid

Interconnectiestreefcijfers zijn reeds behaald

n.v.t.

 

3, vijfde lid

Behoeft geen implementatie, territorialiteit van wetgeving

n.v.t.

 

4

86g E-wet 1998, en 2.5 e.v. Netcode elektriciteit

Geen

 

5, eerste lid

95b, eerste lid, E-wet 1998 en Mededingingswet

Geen

 

5, tweede lid

16, achtste lid, en 95b, E-wet 1998, en Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas

Geen

 

5, derde t/m tiende lid

95b, tweede t/m zesde lid E-wet 1998

Lidstaten kunnen onder strikte voorwaarden ingrijpen in prijsstelling voor energiearme of kwetsbare huishoudelijke afnemers

De ACM heeft tot nog toe geen gebruik gemaakt van de bevoegdheden bedoeld in artikel 95b, derde t/m zesde lid, E-wet 1998

6, tweede lid

24, tweede lid, en 5, eerste lid, en 51, E-wet 1998

Geen

 

6, derde lid

7a E-wet 1998 juncto 10, eerste lid, onderdeel a, Besluit experimenten decentrale duurzame elektriciteitsopwekking

Artikel 6, derde lid, is alleen van toepassing indien de lidstaat gebruik maakt van de mogelijkheid die artikel 16, vierde lid, biedt om een EGB toe te staan distributienetten te beheren.

In Nederland is op grond van artikel 7a E-wet 1998 een aantal experimenten gestart waarbinnen een EGB op beperkte schaal een net kan beheren. Binnen deze experimenten moet derdentoegang en toegang tot geschillenbeslechting worden geborgd.

7, eerste lid

1, eerste lid, onderdeel ar, en 9h, E-wet 1998

Geen

 

8, tweede lid, onderdelen j en l

Hoofdstuk 2A, paragraaf 2 (coördinatieregeling), en artikel 16, eerste en tweede lid, E-wet 1998, en Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie

Geen

 

9, tweede lid

Behoeft geen implementatie; bepaling kadert artikel 106 VWEU nader in voor wat betreft openbare dienstverplichtingen aan elektriciteitsbederijven

Geen

Van deze optie is gebruik gemaakt in artikel 16e, derde lid, en 95b E-wet 1998

10, algemene opmerking

Onderstaande bepalingen ter omzetting van artikel 10 van de Richtlijn, bieden bescherming aan kleinverbruikers (aangeslotenen met een aansluiting tot maximaal 3x80 Ampère, waaronder huishoudens en grotere (bedrijfs)panden). Voor grootverbruikers (aangeslotenen met een aansluiting groter dan 3x80 Ampère, waaronder industriële eindafnemers), gelden de algemene bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek: zie artikel 40 en 44 van Boek 3 Burgerlijk Wetboek en Afdeling 3a van Titel 3, en Afdeling 1 t/m 4 van Titel 5 van Boek 6 Burgerlijk Wetboek.

Geen

 

10, tweede lid

Behoeft geen implementatie, betreft verwijzing naar verplichtingen in derde tot en met twaalfde lid

n.v.t.

 

10, derde lid

95m, 95na, E-wet 1998, 2 en 2a Regeling afnemers en monitoring Elektriciteitswet 1998 en Gaswet

Geen

 

10, vierde lid

95m, leden 2 en 7 E-wet 1998, 4 Regeling afnemers en monitoring Elektriciteitswet 1998 en Gaswet en Afdelingen 2 en 3 van Titel 5 van Boek 6 Burgerlijk Wetboek

Geen

 

10, vijfde lid

95m, tweede lid, E-wet 1998 en Afdelingen 2 en 3 van Titel 5 van Boek 6 Burgerlijk Wetboek

Geen

 

10, zesde lid

95m, tweede lid, E-wet 1998, 5 Regeling afnemers en monitoring Elektriciteitswet 1998 en Gaswet, 6:230k Burgerlijk Wetboek

Geen

 

10, zevende lid

95m, tweede lid, E-wet 1998, 5 Regeling afnemers en monitoring Elektriciteitswet 1998 en Gaswet

Geen

 

10, achtste lid

95m, eerste en derde lid, E-wet 1998, en Afdeling 3 van titel 5, Afdeling 3A van titel 3 van Boek 6 Burgerlijk Wetboek

Geen

 

10, negende lid

95o, eerste lid, E-wet 1998, en 2, onderdeel g, Regeling afnemers en monitoring Elektriciteitswet 1998 en Gaswet

Geen

 

10, tiende lid

95m, negende lid, E-wet 1998, en 7 Regeling afnemers en monitoring Elektriciteitswet 1998 en Gaswet

Geen

 

10, elfde lid

95b, achtste t/m elfde lid, E-wet 1998, en 2 t/m 4a Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas

Geen

 

10, twaalfde lid

95m, negende lid, E-wet 1998, en 10a Regeling afnemers en monitoring Elektriciteitswet 1998 en Gaswet

Geen

 

11, eerste lid

Leveranciers zijn vrij contractvormen aan te bieden. 95b, 95m en 95na E-wet 1998

Geen

 

11, tweede lid

5b en 95na E-wet 1998, en 193a, 193c, van Boek 6 Burgerlijk Wetboek

Geen

 

11, derde lid

217, van Boek 6 Burgerlijk Wetboek

Geen

 

11, vierde lid

5b E-wet 1998

Geen

 

12, eerste lid

24a E-wet 1998, 8 en 9 Regeling afnemers en monitoring Elektriciteitswet 1998 en Gaswet, 2 en 74, en Afdeling 3 van Titel 5, van Boek 6 Burgerlijk Wetboek

Geen

 

12, tweede lid

24a, tweede lid, E-wet 1998, en 10 Regeling afnemers en monitoring Elektriciteitswet 1998 en Gaswet

Geen

 

12, derde lid

2 en 74, en Afdeling 3 van Titel 5, van Boek 6 Burgerlijk Wetboek

Geen

 

12, vierde lid

24a E-wet 1998, 8 t/m 10 Regeling afnemers en monitoring Elektriciteitswet 1998 en Gaswet, en artikelen 2 en 74, en Afdeling 3 van Titel 5, van Boek 6 Burgerlijk Wetboek

Geen

 

12, vijfde lid

Collectieve overstapregelingen kunnen vrij worden overeengekomen met inachtneming van artikel 95m E-wet 1998.

Geen

 

13, eerste lid

Afnemers kunnen onafhankelijk van hun elektriciteitsleverancier energiebesparingsdiensten afnemen. Onafhankelijke flexibiliteitsdiensten komen nu ook al (beperkt) voor. Op basis van artikel 2.5 Netcode elektriciteit kan een apart allocatiepunt worden aangevraagd, waarmee het in beginsel ook mogelijk wordt om zelf opgewekte elektriciteit te verkopen aan een onafhankelijke marktdeelnemer (aggregator). In de praktijk wordt hier nog vrijwel geen gebruik van gemaakt.

Geen

 

13, tweede, derde en vierde lid

95lc E-wet 1998 jo. 4, eerste lid, Besluit factuur, verbruiks- en indicatief kostenoverzicht energie. Artikel 2 van Boek 6, en afdeling 3a van Titel 3, afdeling 2a, 2b en 3 van Titel 5, van Boek 6, Burgerlijk Wetboek.

Voor onafhankelijke vraagrespons of aggregatie is geen toestemming van de zittende leverancier vereist. In leveringscontracten wordt in de praktijk ook geen onderscheid gemaakt tussen afnemers die wel of niet aan vraagrespons en of onafhankelijke aggregatie doen.

Geen

 

14, eerste en tweede lid

Binnen Nederland zijn verschillende gratis toegankelijke energievergelijkers actief, zoals www.independer.nl, www.gaslicht.com, www.consumentenbond.nl/energie-vergelijken, www.overstappen.nl/energie/vergelijken, www.pricewise.nl/energie-vergelijken. Deze sites worden intensief gebruikt door afnemers die overstappen.

Gaat meestal om commerciële prijsvergelijkers.

Geen

 

14, derde en vijfde lid

De Autoriteit Consument en Markt heeft op grond van artikel 2, derde lid, Instellingswet Autoriteit Consument en Markt een informatieloket voor consumenten, waaronder consumenten die willen overstappen: www.consuwijzer.nl/elektriciteit-en-gas/overstappen-vergelijken-en-verhuizen/tips-bij-het-kiezen-van-een-energieleverancier

Geen

 

14, vierde lid

Behoeft geen implementatie, betreft facultatieve bepaling.

Lidstaten kunnen eisen dat de instrumenten vergelijkingscriteria bevatten die verband houden met aard van diensten

Nederland maakt geen gebruik van deze mogelijkheid.

14, zesde lid

Behoeft geen implementatie, betreft facultatieve bepaling.

Lidstaten kunnen vertrouwenskenmerk achterwege laten indien een overheidsinstantie een vergelijkingsinstrument ter beschikking stelt.

Nederland maakt geen gebruik van deze mogelijkheid.

15, eerste lid

95c (recht om elektriciteit te produceren) en 95a, tweede lid, onderdeel d, (geen vergunning nodig als niet bedrijfsmatig wordt geleverd) E-wet 1998.

31, eerste lid, en 36 E-wet 1998 i.c.m. 2.5 Netcode elektriciteit (recht apart allocatiepunt aan te vragen; geldt ook voor invoeding) en 2.16, eerste lid, en hoofdstuk 3 Netcode elektriciteit (aansluitvoorwaarden)

Een eindafnemer is vrij binnen zijn installatie elektriciteit te produceren, op te slaan of te verbruiken.

27, tweede lid, onderdeel g, en 29, tweede lid E-wet 1998

Voor invoeding (door actieve afnemers) gelden geen extra / aparte nettarieven; aansluit- en transporttarief zijn gekoppeld aan (verbruiks)capaciteit en onafhankelijk van invoeding.

Voor invoeding (door actieve afnemer) gelden geen extra / aparte nettarieven.

Op grond van de E-wet 1998 bestaan er geen barrières voor eindafnemers om actief te worden op het gebied van elektriciteitsproductie met het oog op eigen gebruik, opslag of verkoop. Aan het installeren van zonnepanelen zijn – buiten de ingevolge verordening 2016/631 geldende voorschriften inzake aansluitingen voor elektriciteitsproductie – geen voorwaarden verbonden. Ook kunnen groepen eindafnemers op hun gezamenlijke wooncomplexen zonnepanelen installeren en de elektriciteit daarvan gebruiken of verkopen. In de meeste gevallen is geen omgevingsvergunning vereist (artikel 2.1, derde lid, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, 2, zesde lid, en Bijlage II Besluit omgevingsrecht).

Geen

 

15, tweede lid, onderdelen a en b

31c en 95a, tweede lid, onderdeel d, E-wet 1998 (eindafnemer kleinverbruiker, waaronder huishoudelijke afnemers en micro-ondernemingen)

Alle eindafnemers (klein- en grootverbruikers) zijn vrij elektriciteit in te voeden en te verkopen.

31, eerste lid, en 36 E-wet 1998 i.c.m. 2.5 Netcode elektriciteit.

Op basis van artikel 2.5 Netcode elektriciteit kan een apart allocatiepunt worden aangevraagd, waarmee het in beginsel ook mogelijk wordt om zelf opgewekte elektriciteit te verkopen aan een onafhankelijke marktdeelnemer (aggregator).

Geen

 

15, tweede lid, onderdeel c

31, eerste lid, en 36 E-wet 1998 i.c.m. 2.4, 2.16, 4.9, 13.3, 13.4, 13.13, 13.14 en 13.24 Netcode elektriciteit

Afnemers kunnen onafhankelijk van hun elektriciteitsleverancier energiebesparingsdiensten afnemen. Onafhankelijke flexibiliteitsdiensten komen nu ook al (beperkt) voor. In de Netcode elektriciteit zijn diverse bepalingen opgenomen om vraagsturing te faciliteren.

Geen

 

15, tweede lid, onderdeel d

1, eerste lid, onderdeel i, (net) E-wet 1998

Uit deze definitie blijkt dat de installatie van een producent of afnemer tot zijn eigen verantwoordelijkheid behoort. Voor het beheer van een installatie gelden dan ook geen beperkingen van de netbeheerder (zie par. 3.3 en 3.4 Netcode elektriciteit). Op grond van boek 7, titel 7, van het Burgerlijk Wetboek kan het beheer van een installatie aan een derde worden opgedragen.

Geen

 

15, tweede lid, onderdeel e, en vierde lid

27, tweede lid, onderdeel g, en 29, tweede lid E-wet 1998

In Nederland geldt een periodiek aansluittarief (voor beheer en onderhoud van de aansluiting) dat afhankelijk is van de aansluitcapaciteit (artikel 27, tweede lid, onderdeel g, E-wet 1998). De aangeslotene kan deze aansluiting zowel voor afname/verbruik als voor invoeding gebruiken. Het transporttarief is afhankelijk van de verbruikscapaciteit en niet van invoeding (artikel 29, tweede lid, E-wet 1998). Dit borgt dat aan een eindafnemer die tevens elektriciteit produceert, elektriciteit opslaat binnen zijn installatie, of flexibiliteit inzet, geen dubbele nettarieven in rekening worden gebracht. Omdat het aansluittarief en transporttarief worden vastgesteld op basis van uitsluitend de aansluitcapaciteit respectievelijk uitsluitend het onttrokken vermogen, vindt ook geen verrekening van het aansluit- of transporttarief plaats met op het net ingevoede elektriciteit.

Geen

 

15, tweede lid, onderdeel f

Paragraaf 10.2, Netcode elektriciteit (o.a. 10.2 en 10.4)

Geen

 

15, derde lid

Behoeft geen implementatie, betreft facultatieve bepaling.

Lidstaten mogen onderscheid maken tussen individuele actieve afnemers en groepen actieve afnemers

Van deze mogelijkheid is geen gebruik gemaakt.

15, vijfde lid, onderdeel a

23 E-wet 1998 i.c.m. 31, eerste lid, en 36 E-wet 1998 en par. 2.1 Netcode elektriciteit

Recht op aansluiting geldt ook voor energie-opslagfaciliteit; geen uitzondering voor een aansluiting voor een energieopslagfaciliteit

Geen

 

15, vijfde lid, onderdeel b

27, tweede lid, onderdeel g, en 29, tweede lid, E-wet 1998

Voor invoeding (door actieve afnemers) gelden geen extra / aparte nettarieven; aansluit- en transporttarief zijn gekoppeld aan (verbruiks)capaciteit en onafhankelijk van invoeding

Geen

 

15, vijfde lid, onderdelen c en d

Een eindafnemer is vrij om conform de regelgeving inzake het omgevingsrecht elektriciteit op te slaan. Er gelden geen specifieke eisen voor opslag van elektriciteit. De E-wet 1998 kent ook geen voorwaarden of vergoedingen voor opslag van elektriciteit

Geen

 

16, aanhef

Er zijn meer dan 600 Energiegemeenschappen actief in Nederland die elektriciteit produceren, opslaan in buurtbatterijen, verkopen of leveren.

Aan enkele energiegemeenschappen is ontheffing verleend op grond van artikel 7a E-wet 1998 en het Besluit experimenten decentrale duurzame elektriciteitsopwekking (overzicht projecten: Besluiten ontheffingen Experimenten Elektriciteitswet | RVO.nl | Rijksdienst)

De Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking biedt een stimuleringskader voor Energiecoöperaties

Geen

 

16, eerste lid, onderdeel a

Er zijn geen beperkingen of verplichtingen om deel te nemen aan een energiegemeenschap. Zie o.a. Titel 2 (verenigingen) en Titel 3 (coöperaties) van Boek 2 Burgerlijk Wetboek

Geen

 

16, eerste lid, onderdeel b

Zie o.a. artikelen 35 en 36 (opzegging vereniging) en artikel 60 en 62 (coöperatie) van Boek 2 Burgerlijk Wetboek

Geen

 

16, eerste lid, onderdeel c

1, eerste lid, onderdeel f, i.c.m. 95a, tweede lid, onderdeel a, 95c, eerste lid, 95cb, 95lb, 95lc, 95m, 95o, E-wet 1998, of

7a E-wet 1998 i.c.m. 10 Besluit decentrale duurzame elektriciteitsopwekking.

Als EGB levert is deze leverancier en zijn bepalingen voor leveranciers van toepassing.

Geen

 

16, eerste lid, onderdeel d

24 E-wet 1998

Transport met het oog op elektriciteitsoverdracht binnen een energiegemeenschap valt binnen de reguliere transporttaak van distributiesysteembeheerders. Voor energieoverdracht binnen energiegemeenschap is geen bijzondere medewerking van de distributiesysteembeheerder nodig. Er gelden geen beperkingen.

Geen

 

16, eerste lid, onderdeel e

23, 24, 95a, tweede lid, onderdeel a, i.c.m. hoofdstuk 3, paragraaf 5, E-wet 1998

27, tweede lid, onderdeel g, en 29, tweede lid E-wet 1998

Een EGB die produceert/invoedt betaalt hiervoor geen extra / aparte nettarieven; aansluit- en transporttarief zijn gekoppeld aan (verbruiks)capaciteit en onafhankelijk van invoeding. Zie verder deze tabel bij artikel 15, tweede lid, onderdeel e, en vierde lid, van de richtlijn.

Geen

 

16, tweede lid

Behoeft geen implementatie, betreft facultatieve bepaling

Lidstaten kunnen bepalen dat EGB’s: a) open staan voor grensoverschrijdende deelname, b) distributienetten mogen beheren, c) een ontheffing kunnen krijgen als gesloten distributiesysteem

Nederland maakt geen gebruik van deze mogelijkheden

16, derde lid, onderdelen a, b en d

95a, tweede lid, onderdeel b, E-wet 1998

Het staat de EGB vrij om zelf opgewekte elektriciteit te leveren aan haar leden.

EGB heeft als producent toegang tot alle energiemarkten. Dit kan ook via een partij die aan aggregatie doet.

Een EGB is als producent of eindafnemer van elektriciteit tevens aangeslotene (artikel 1, onderdeel c, (afnemer) E-wet 1998) en wordt binnen het systeem van de E-wet 1998 behandeld als elke andere marktdeelnemer die produceert of levert.

Geen

 

16, derde lid, onderdeel c

1, onderdeel o, en 31, tweede lid, E-wet 1998 i.c.m. par. 10.2 Netcode en 5 Elektriciteitsverordening

Een EGB is als aangeslotene op het net (afnemer) verantwoordelijk voor de onbalans die zij op het net veroorzaakt.

Geen

 

16, derde lid, onderdeel e

95a, tweede lid onder a, E-wet 1998 i.c.m. 95c, eerste lid, 95cb, 95lb, 95lc, 95m, en 95o, E-wet 1998, of

7a E-wet 1998 i.c.m. 10 Besluit decentrale duurzame elektriciteitsopwekking

Geen

 

16, vierde lid

Behoeft geen implementatie, betreft facultatieve bepaling

De lidstaat kan een energiegemeenschap de ruimte worden gegeven om distributiesystemen te beheren

Van deze mogelijkheid wordt geen gebruik gemaakt.

17, eerste lid

31, eerste lid, en 36, E-wet 1998 i.c.m. Netcode elektriciteit, m.n. 2.4, 2.16, 4.9, 13.3, 13.4, 13.13, 13.14 en 13.24

Onafhankelijke vraagrespons is toegestaan in Nederland en komt ook voor. In de Netcode elektriciteit zijn diverse bepalingen opgenomen om vraagsturing te faciliteren.

Geen

 

17, tweede lid

31, eerste lid, en 36, E-wet 1998 i.c.m. Netcode elektriciteit, m.n. 13.13 en 13.14

In de praktijk worden vraagresponsdiensten juist veelal aangeboden aan systeembeheerders.

Geen

 

17, derde lid, onderdelen a en b

Voor het aanbieden van onafhankelijke vraagresponsdiensten is geen toestemming nodig van andere marktdeelnemers. Elke marktdeelnemer (direct of via aggregatie) heeft toegang tot de elektriciteitsmarkten (soms worden wel minimum volume-eisen gesteld).

Geen

 

17, derde lid, onderdeel c

De vraagresponsaanbieder kan nu als ODA (onafhankelijke dienstenaanbieder) deelnemen aan het berichtenverkeer. 54 en 55 E-wet 1998, i.c.m. Hoofdstuk 9 Informatiecode elektriciteit, i.h.b. artikelen 9.1.5 t/m 9.1.7.

Geen

 

17, derde lid, onderdeel d

1, onderdeel o, en 31, tweede lid, E-wet 1998 i.c.m. hoofdstuk 10 Netcode elektriciteit en 5 verordening 2019/943

Elke marktdeelnemer is verantwoordelijk voor onbalans die hij veroorzaakt.

Geen

 

17, derde lid, onderdeel e

95lc, E-wet 1998 jo. 4, eerste lid, Besluit factuur, verbruiks- en indicatief kostenoverzicht energie

Geen

 

17, derde lid, onderdeel f

Voor zover het balanceringsdiensten betreft: 31, eerste lid, 36 en 51 E-wet 1998 i.c.m. par. 10.8 Netcode elektriciteit (balanceringsdiensten).

Geen

 

17, vierde lid

Behoeft geen implementatie, betreft facultatieve bepaling.

Lidstaten kunnen regels stellen inzake vergoedingen bij activering van vraagrespons

 

17, vijfde lid

31, eerste lid, en 36 E-wet 1998 i.c.m. 2.4, 2.16, 4.9, 13.3, 13.4, 13.13, 13.14 en 13.24 Netcode elektriciteit

In de door ACM vastgestelde aansluitvoorwaarden voor installaties zijn voorwaarden t.b.v. vraagsturing opgenomen.

Geen

 

18, eerste, tweede, derde en vierde lid

95lb en 95lc E-wet, 3, 10, lid 1, 12 en 14 Besluit factuur, verbruiks- en indicatief kostenoverzicht energie

Geen

 

18, vijfde lid

Behoeft geen implementatie, betreft feitelijk handelen van de lidstaat

n.v.t.

 

18, zesde lid

95lb en 95lc E-wet, Besluit factuur, verbruiks- en indicatief kostenoverzicht energie

Geen

 

19, eerste lid

Behoeft geen implementatie, gaat om voorschriften die door feitelijk handelen worden ingevuld

n.v.t.

 

19, tweede lid

26ae, 26af, 31 en 95la E-wet 1998 en artikel 2.3.1 Meetcode Elektriciteit (kleinverbruikers)

31 E-wet 1998 en paragraaf 2.4 Meetcode Elektriciteit (grootverbruikers)

Er kan voor invoering een kosten-baten-beoordeling worden gevraagd

Nederland kiest ervoor kosten-batenbeoordeling niet te doen. Invoering slimme metersystemen is al vanaf 2015 ingezet (kleine aansluitingen). Bij grote aansluitingen ook ingevoerd.

19, derde lid

95la E-wet 1998, 4 Besluit op afstand uitleesbare meetinrichtingen en paragraaf 4.2 Meetcode Elektriciteit (kleinverbruikers)

NB: Netbeheer NL publiceert de ‘Dutch Smart Meter Requirements’, dit zijn de technische eisen waar de op afstand uitleesbare meetinrichtingen aan voldoen, zie

https://www.netbeheernederland.nl/dossiers/slimme-meter-15/documenten

31 E-wet 1998 en paragraaf 4.3 Meetcode Elektriciteit (grootverbruikers)

Bijlage B3.2 Meetcode Elektriciteit (van toepassing zijnde internationale standaarden; gelden voor alle meetinrichtingen)

Geen

 

19, vierde lid

30a en 40a E-wet 1998 en Regeling meettarieven (kleinverbruikers)

31 E-wet 1998 en paragraaf 2.4 Meetcode elektriciteit (grootverbruikers); de meetinrichting is onderdeel van de dienstverlening door de commerciële meetverantwoordelijke partij die daarvoor kosten in rekening brengt bij de aangeslotene

Geen

 

19, vijfde lid

Behoeft geen implementatie, betreft facultatieve bepaling.

Bepaling is van toepassing indien een kosten-batebeoordeling als bedoeld in lid 2 wordt gedaan.

Nederland kiest ervoor kosten-batenbeoordeling niet te doen.

19, zesde lid

Er zijn geen bepalingen bij of krachtens de E-wet 1998 die een uitzondering maken voor nog te plaatsen meters; alle nieuwe meters moeten voldoen aan de eisen genoemd bij het derde lid van dit artikel.

Er zijn enkele overgangsbepalingen voor meetinrichtingen die zijn geplaatst vóór 1 januari 2012, maar deze lopen vóór 5 juli 2031 af (zie o.a. 26af E-wet 1998 en hoofdstuk 5 Besluit op afstand uitleesbare meetinrichtingen).

Geen

 

20, onderdeel a

NB: Functionele en technische eisen aan meetinrichtingen: zie deze tabel bij art. 19, derde lid, van de richtlijn

26ab, vierde en vijfde lid, E-wet 1998, 12a Besluit factuur, verbruiks- en indicatief kostenoverzicht energie, paragraaf 6.7 Informatiecode (kleinverbruikers; gevalideerde gegevens)

4 Besluit op afstand uitleesbare meetinrichtingen (data toegankelijk via P1-poort op meetinrichting) (kleinverbruikers; niet-gevalideerde gegevens)

5.3.5 Meetcode Elektriciteit; gegevensverstrekking is onderdeel van de overeenkomst met het commerciële meetbedrijf (grootverbruikers)

Geen

 

20, onderdeel b

6 Besluit op afstand uitleesbare meetinrichtingen en 5.1.2 Meetcode Elektriciteit (kleinverbruikers)

5.2.9, 5.3.6 Meetcode Elektriciteit (grootverbruikers)

Geen

 

20, onderdeel c

Behoeft geen implementatie, het betreffende Unierecht, dan wel omzettingswetgeving, is van toepassing.

N.v.t.

 

20, onderdeel d

4 Besluit op afstand uitleesbare meetinrichtingen (kleinverbruikers)

paragraaf 4.3.4 en 4.3.5 Meetcode Elektriciteit (grootverbruikers)

Geen

 

20, onderdeel e

Zie onderdeel a hiervoor; dit geldt ook voor invoeding.

Geen

 

20, onderdeel f

26ae lid 14 E-wet 1998 (kleinverbruikers) en artikelen 2 en 248, en Afdelingen 2 en 2a van Titel 5 Boek 6 Burgerlijk Wetboek

De meetinrichting is onderdeel van de dienstverlening door het meetbedrijf aan grootverbruikers.

Geen

 

20, onderdeel g

26ab, vijfde lid, E-wet 1998 en 4 Besluit op afstand uitleesbare meetinrichtingen (kleinverbruikers)

5.2.9, 5.3.6 Meetcode Elektriciteit (grootverbruikers)

Geen

 

21

Behoeft geen implementatie, bepaling is niet van toepassing

Artikel is alleen van toepassing bij negatieve kosten-batenanalyse

Invoering slimme metersystemen is vanaf 2015 ingezet

22

95ca E-wet 1998 en par 4.2.1 Meetcode Elektriciteit (kleinverbruikers)

31 E-wet 1998 en par 4.3 en 5.2 Meetcode Elektriciteit (grootverbruikers)

Geen

 

23, eerste lid

16, eerste lid, onderdeel l, 53, 54 en 55 E-wet 1998, de Regeling gegevensbeheer en afdracht elektriciteit en gas, en de Informatiecode elektriciteit en gas

De Informatiecode elektriciteit en gas regelt de geautomatiseerde uitwisseling van gegevens, o.a. voor overstappen naar een andere leverancier (zie par 3.1 en 4.1 Informatiecode), maar ook voor tal van andere diensten (processen), waaronder:

• Inzage en correctie (par 10.1)

• In- en uithuizingen (par 3.2, 3.3, 4.2 en 4.3)

• Switchen van BRP (par 3.5, 4.5, 4.14)

• Wisselen van meetinrichtingen of manier van uitlezen (par 3.11, 3.13)

• Wisselen van meetverantwoordelijke partij (par 4.8)

• Offerteaanvraag t.b.v. nieuwe levering (par 2.2b-2.2d)

• Opvragen van historische meetgegevens (par 6.7)

• Informatie-uitwisseling t.b.v. het leveranciersmodel bij kleinverbruikers (hoofdstuk 8)

Daarnaast:

26ab, tweede t/m vijfde lid E-wet 1998, 10a Besluit factuur, verbruiks- en indicatief kostenoverzicht energie

(toegang tot gegevens kleinverbruikers) en 5.3.5 Meetcode elektriciteit (toegang tot gegevens grootverbruikers)

Real-time gegevens kan de eindafnemer/kleinverbruiker zelf ter beschikking stellen via de lokale consumentenpoort van de meetinrichting (niet op afstand uitleesbaar i.v.m. privacy).

Grootverbruikers hebben op grond van 5.3.5 Meetcode elektriciteit toegang tot hun gegevens. De vorm van gegevensverstrekking of gegevensvertrekking aan derden is onderdeel van de overeenkomst tussen de grootverbruiker en de meetverantwoordelijke partij. Dit kan ook vraagresponsgegevens omvatten.

Geen

 

23, tweede lid

Hoofdstuk 9 Informatiecode, m.n. paragraaf 9.1 en 9.1a

Het gegevensbeheermodel is gebaseerd op gestandaardiseerde elektronische uitwisseling van gegevens. De Informatiecode elektriciteit en gas bevat onder meer eisen aan gegevensbescherming, autorisatie en derdentoegang.

4 en 6 Regeling gegevensbeheer en afdracht elektriciteit en gas, en 9.1.11 Informatiecode

Dit borgt non-discriminatoire toegang en openbaarmaking procedures.

Geen

 

23, derde lid

Behoeft geen implementatie, betreft verwijzing naar andere Europeesrechtelijke kaders

N.v.t.

 

23, vierde lid

5, 54 en 55 E-wet 1998 en 9.1.3 Informatiecode elektriciteit en gas

Lidstaten kunnen (1) machtigen en certificeren of (2) toezicht houden

Lidstaten kunnen benoeming nalevingsfunctionaris eisen

Keuze voor toezicht houden door ACM

Keuze om dit achterwege te laten, Verordening (EU) 2016/679 dekt dit voldoende af

23, vijfde lid

26ab, vijfde lid, en 30a, 40a en 95lb E-wet 1998, 3.2.2, aanhef en onder b, en 3.10.3 Tarievencode elektriciteit, Regeling meettarieven en 14 Besluit factuur, verbruiks- en indicatief kostenoverzicht energie

Er is geen afzonderlijk/extra tarief verschuldigd voor de verwerking van meetgegevens door de netbeheerder als bedoeld in hoofdstuk 5 en 6 van de Informatiecode elektriciteit en gas of de uitwisseling van systeemgerelateerde gegevens tussen aangeslotenen, marktdeelnemers en netbeheerders.

Kleinverbruikers betalen een algemeen periodiek meettarief voor de door de netbeheerder ter beschikking gestelde meetinrichting (zie 16, eerste lid, onderdelen n en o, E-wet 1998), dat mede ziet op het verschaffen van toegang tot meetgegevens door de netbeheerder aan leveranciers.

Grootverbruikers hebben op grond van 5.3.5 Meetcode Elektriciteit toegang tot hun gegevens. De gegevensverstrekking en eventuele kosten daarvoor zijn onderdeel van de overeenkomst met de meetverantwoordelijke partij. Dit is verder niet gereguleerd.

Geen

 

24, eerste lid

53, 54 en 55 E-wet 1998, 6 Regeling gegevensbeheer en afdracht elektriciteit en gas, en paragraaf 9.1 Informatiecode elektriciteit en gas (uniforme standaarden).

Geen

 

24, tweede en derde lid

Behoeft geen implementatie (uitvoeringsvoorschriften nog niet vastgesteld).

N.v.t.

 

26, eerste en derde lid

95d, tweede lid, E-wet 1998, 2, tweede lid, onderdeel f, en 3, tweede lid, onderdeel b, van het Besluit vergunning levering elektriciteit aan kleinverbruikers, 16 Implementatiewet buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten, en Erkenningsregeling geschillencommissies consumentenklachten 1997

Erkend zijn: Geschillencommissie Energie (voor consumenten) en de Geschillencommissie Energie zakelijk (voor zakelijke kleinverbruikers) in Den Haag.

Geen

 

26, tweede lid

Behoeft geen implementatie, wordt door feitelijk handelen uitgevoerd

n.v.t.

 

28

95b, zevende en achtste lid, E-wet 1998, en Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas

Daarnaast generiek armoedebeleid en sociale zekerheid

Geen

 

29

Behoeft geen implementatie, wordt door feitelijk handelen ingevuld

n.v.t.

 

31, eerste lid

16, eerste lid, onderdelen a, b, c, d, j en q, E-wet 1998

Geen

 

31, tweede lid

16, zesde lid, 17b, 23, derde lid, 26a, eerste lid, en 79, tweede lid, E-wet 1998

Geen

 

31, derde lid

16, eerste lid, onderdeel l, en 79, derde lid, E-wet 1998

Geen

 

31, vierde lid

Behoeft geen implementatie, betreft optionele bepaling

Lidstaten kunnen producenten van hernieuwbare elektriciteit voorrang geven bij het inschakelen

Nederland kiest ervoor om niet te implementeren. Deze bepaling is niet relevant in Nederland omdat in Nederland sprake is van zelfdispatch. Systeembeheerders schakelen productie-installaties niet in.

31, vijfde lid

16, zesde lid, 31, eerste lid, 36, eerste en tweede lid, E-wet 1998 i.c.m. 9.4 (spanning en blindvermogen en 9.8 (nood en herstel) Netcode elektriciteit

Geen

 

31, zesde en zevende lid

16, eerste lid, onderdeel b, en zesde lid, en 31, eerste lid, onderdelen a, c en e, i.c.m. 36, tweede lid, E-wet 1998 en paragrafen 9.2 (congestie) en 9.4 (spanning en blindvermogen), artikel 9.22 (belasting-frequentieregeling en reserve) en paragraaf 9.8 (nood en herstel) Netcode elektriciteit

Distributiesysteembeheerders kopen geen andere niet-frequentiegerelateerde diensten en geen balanceringsdiensten aan.

33, 36, 37 en 38, tweede en derde lid, E-wet 1998 (procedure en publicatie)

Geen

 

31, achtste lid

31, eerste lid, onderdelen, a, c, e en f, i.c.m. 32, 33, 34, 36 en 37 E-wet 1998

Geen

 

31, negende lid

16, eerste lid, onderdelen j, k en p, tweede lid, onderdeel g, en 31, eerste lid, onderdelen a, c, e en f, en tweede lid, E-wet 1998

De tweede volzin van dit artikellid behoeft geen implementatie, omdat het bepaalde is vereist op grond van genoemde verordeningen.

Geen

 

31, tiende lid

17 en 17a E-wet 1998

ACM adviseert over concept algemene maatregel ven bestuur

Geen

 

32, eerste lid

16, zesde lid, 23, eerste lid, 24, eerste lid, en 31, eerste lid, onderdelen a, c en f, E-wet 1998 i.c.m. paragrafen 9.1, 9.2, 9.4 en 9.8, en artikel 9.22 van de Netcode elektriciteit.

ACM heeft op 19 augustus 2021 een ontwerpbesluit tot wijziging van de Netcode elektriciteit gepubliceerd waardoor onder meer paragraaf 9.2 van de Netcode elektriciteit (nog) beter toepasbaar wordt op distributienetten. Zie www.acm.nl/nl/publicaties/ontwerp-codebesluit-congestiemanagement.

Naar verwachting zal deze wijziging in mei 2022 in werking treden.

Geen

 

32, tweede lid

16, zesde lid, 31, eerste lid, onderdelen, a, c, e en f, vierde, vijfde, achtste en twaalfde lid, en 86e, derde lid, i.c.m. 32, 33, 34, 36 en 37 E-wet 1998 en de paragrafen 9.1, 9.2, 9.4 en 9.8, en artikel 9.22 van de Netcode elektriciteit

Geen

 

32, derde lid

21 E-wet 1998

Geen

 

32, vierde lid

21 en 22 E-wet 1998

Geen

 

32, vijfde lid

Behoeft geen implementatie, betreft facultatieve bepaling.

Lidstaten kunnen ervoor kiezen het netontwikkelingsplan niet voor te schrijven voor geïntegreerde bedrijven met minder dan 100.000 aangeslotenen of die kleine geïsoleerde systemen bedienen

Nederland kiest niet voor implementatie; situatie doet zich in Nederland niet voor.

33, eerste lid

16, eerste lid, onderdeel e, 23, en 31, eerste lid, onderdelen a en e, E-wet 1998

(het aansluitrecht geldt voor iedere verzoeker en dus ook voor laadinfrastructuur)

Geen

 

33, tweede lid

17, eerste lid, E-wet 1998

Geen

 

33, derde en vierde lid

Behoeft geen implementatie, betreft optionele bepaling

Lidstaten kunnen ervoor kiezen om DSB’s onder voorwaarden toe te staan laaddiensten aan te bieden, beheren en ontwikkelen.

Nederland kiest ervoor om niet toe te staan activiteiten rond laadinfrastructuur te verrichten. Het aanbieden, beheren en ontwikkelen van laaddiensten is een activiteit waar marktpartijen in Nederland reeds actief in zijn.

34

26ab, 54, 55 en 79, E-wet 1998, hoofdstukken 2, 3, 4, 5, 7 en 8 Informatiecode elektriciteit en gas, en paragrafen 10.4 en 10.5 Netcode elektriciteit

Geen

 

35

Behoeft geen implementatie, situatie is in Nederland niet van toepassing.

Artikelen zijn van toepassing indien een distributiesysteembeheerder deel uitmaakt van een verticaal geïntegreerd bedrijf.

In Nederland maken de distributiesysteembeheerders geen deel uit van een verticaal geïntegreerd bedrijf.

36, eerste lid

17 i.c.m. 16 E-wet 1998

Geen

 

36, tweede t/m vierde lid

Behoeft geen implementatie, betreft optionele bepaling.

Tweede t/m vierde lid biedt de mogelijkheid bezit van energieopslagfaciliteiten door DSB’s toe te staan.

Van deze optie is geen gebruik gemaakt.

38, tweede lid

15, vierde, vijfde, zesde, achtste en negende lid, E-wet 1998

Geen

 

40, eerste lid, onderdeel a

16, eerste en tweede lid, 21 en 22 E-wet 1998

Geen

 

40, eerste lid, onderdeel b

10b, 11a, 17c, 18a, 41 en 93a E-wet 1998, en het Besluit financieel beheer netbeheerder

Geen

 

40, eerste lid, onderdeel c

16, eerste en tweede lid, E-wet 1998

Geen

 

40, eerste lid, onderdeel d

16, eerste en tweede lid, E-wet 1998

Geen

 

40, eerste lid, onderdeel e

16, tweede lid, onderdeel g, E-wet 1998

Geen

 

40, eerste lid, onderdeel f

16, veertiende lid, 23, derde lid, 24, derde lid, 26a, 36, tweede lid, 79, tweede lid, E-wet 1998

Geen

 

40, eerste lid, onderdeel g

16, eerste lid, onderdeel l, E-wet 1998

Geen

 

40, eerste lid, onderdeel h

16, eerste lid, onderdeel f, en tweede lid, onderdeel j, E-wet 1998

Geen

 

40, eerste lid, onderdeel i

16, eerste lid, onderdeel b, tweede lid, onderdelen a, b en d, vierde, vijfde, en tiende lid, en 31, eerste lid en 36 E-wet 1998 i.c.m. paragrafen 9.4, 9.7, en 9.8 Netcode elektriciteit

Geen

 

40, eerste lid, onderdeel j

16, eerste lid, onderdeel p, E-wet 1998 i.c.m. 34, eerste lid, en 35, eerste lid, van verordening 2019/943

Geen

 

40, eerste lid, onderdeel k

16, eerste lid, onderdeel p, E-wet 1998 i.c.m. 20 van verordening 2019/943

Geen

 

40, eerste lid, onderdeel l

16, eerste lid, onderdeel b, 31 en 36 E-wet 1998, i.c.m. paragraaf 13.5 Netcode Elektriciteit en paragraaf 2.4 Meetcode elektriciteit

Geen

 

40, eerste lid, onderdeel m

16, eerste lid, onderdelen b en q, 36, 54, 55 en 79 E-wet 1998 i.c.m. hoofdstuk 10 en paragraaf 13.5 Netcode elektriciteit en hoofdstukken, 2, 4, 9 en 10 Informatiecode elektriciteit en gas

Paragraaf 2 Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen en artikel 2 Besluit beveiliging netwerk- en informatiesystemen

Geen

 

40, tweede lid

Behoeft geen implementatie, betreft facultatieve bepaling.

Lidstaten kunnen ervoor kiezen om een of meer taken van de TSB te beleggen bij een andere TSB

Van deze mogelijkheid maakt Nederland geen gebruik

40, derde lid

16, eerste lid, onderdeel p, E-wet 1998 i.c.m. 34 e.v. van verordening 2019/943

Geen

 

40, vierde lid

16, tweede lid, onderdelen a en b, en zesde lid, 31, eerste lid, onderdelen a en c, en 36, eerste lid, onderdeel f, en tweede lid, E-wet 1998 i.c.m. hoofdstuk 10, m.n. paragraaf 10.8, Netcode elektriciteit.

Daarnaast: 16, eerste lid, onderdeel p, E-wet 1998 i.c.m. verordening 2017/2195 en 70 van verordening 2019/943.

Geen

 

40, vijfde en zevende lid

16, tweede lid, onderdeel a, en zesde lid, 31, eerste lid, onderdelen a, c en f, 36 en 41, eerste lid, E-wet 1998 i.c.m. paragrafen 9.4 (spanning en blindvermogen en 9.8 (nood en herstel) Netcode elektriciteit

Daarnaast: 16, eerste lid, onderdeel p, E-wet 1998 i.c.m. verordening 2017/2196 en 70 van verordening 2019/943

Geen

 

40, zesde lid

16, zesde lid, 31, eerste lid, onderdelen a, c, g en k, en 36 E-wet 1998 i.c.m. paragrafen 9.4, 9.8, 10.6, 10.7 en 10.8 Netcode elektriciteit

Daarnaast: 16, eerste lid, onderdeel p, E-wet 1998 i.c.m. verordening 2017/2196 en 70 van verordening 2019/943

33, 36, 37 en 38, tweede en derde lid, E-wet 1998 (participatief proces totstandkoming specificaties en publicatie)

41, eerste lid, aanhef en onder b, E-wet 1998

De tariefregulering door ACM borgt een passende vergoeding voor de aankoop van diensten die niet worden gedekt door het bepaalde in de paragrafen 10.6, 10.7 en 10.8 Netcode elektriciteit.

Geen

 

40, achtste lid

17 en 17a E- wet 1998

Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid wordt getoetst door ACM; noodzakelijkheid wordt in de praktijk informeel voorgelegd aan ACM.

Geen

 

42, eerste lid

23, eerste, tweede en derde lid, 26a en 31, eerste lid, onderdeel a, i.c.m. 36 E-wet 1998

Geen

 

42, tweede lid

23, eerste, tweede en derde lid, i.c.m. 24 en 26a en 31, eerste lid, onderdeel a, i.c.m. 36 E-wet 1998

Geen optie voor TSB om aansluiting te weigeren of gegarandeerde aansluitcapaciteit te beperken of aansluiting met operationele beperkingen aan te bieden. TSB kan wel transport weigeren indien deze (op het moment van de aanvraag) redelijkerwijs geen transportcapaciteit ter beschikking heeft.

Geen

 

42, derde lid

23, eerste, tweede en derde lid, 26a en 31, eerste lid, onderdeel a, i.c.m. 36 E-wet 1998

Geen optie voor TSB om aansluiting te weigeren.

Geen

 

46, tweede lid, onderdeel d

Behoeft geen implementatie, artikel 46 van de richtlijn is niet relevant voor Nederland. Zie opmerking 1 en de daar genoemde artikelen.

n.v.t.

 

51

Behoeft geen implementatie, artikel 51 van de richtlijn is niet relevant voor Nederland. Zie opmerking 1 en de daar genoemde artikelen.

n.v.t.

 

54, eerste lid

17 i.c.m. 16 E-wet 1998

Geen

 

54, tweede t/m vijfde lid

Behoeft geen implementatie, facultatieve bepaling.

Mogelijkheid om bezit energieopslagfaciliteit door TSB onder voorwaarden toe te staan

Van deze optie is geen gebruik gemaakt.

57, eerste lid

5, tweede lid, E-wet 1998

Keuze wie aan te wijzen als nationale regulerende instantie

Gekozen is voor de ACM

57, tweede lid

Behoeft geen implementatie, facultatieve bepaling.

Mogelijkheid om op regionaal niveau meerdere regulerende instanties aan te wijzen.

In Nederland niet gekozen voor toezichthouders op regionaal niveau

57, derde lid

Behoeft geen implementatie, situatie doet zich in Nederland niet voor.

Mogelijkheid om voor geografisch afgezonderde netten een andere regulerende instantie aan te wijzen.

In Nederland is geen sprake van geografisch afgezonderde netten.

57, vierde lid

5 E-wet 1998 en Instellingswet Autoriteit Consument en markt (m.n. artikelen 2 en 9)

Geen

 

57, vijfde lid

Instellingswet Autoriteit Consument en Markt

Geen

 

57, zesde lid

Hoofdstuk 4 Kaderwet zelfstandige bestuursorganen

Keuze om te voorzien in controle achteraf van de jaarrekeningen van de regulerende instantie door onafhankelijke auditor.

Gekozen is voor controle van de begroting (vooraf).

57, zevende lid

Behoeft geen implementatie, betreft verplichting Europese Commissie.

n.v.t.

 

58

5, derde lid, en 5b, E-wet 1998

Geen

 

59, eerste lid, onderdeel a

24Aa, 40 (en 41 t/m 41d) en 42a (en 42b t/m 42e) E-wet 1998

Geen

 

59, eerste lid, onderdeel b

5, E-wet 1998

Geen

 

59, eerste lid, onderdeel c

5, vierde lid, E-wet 1998

Geen

 

59, eerste lid, onderdeel d

31, eerste lid, onderdeel c, 32, tweede lid en 36, E-Wet 1998

Geen

 

59, eerste lid, onderdeel e

5 en 39, E-wet 1998 en Besluit uitvoering van Europese verordeningen betreffende de interne energiemarkt.

Geen

 

59, eerste lid, onderdeel f

5, vierde lid, E-wet 1998

Geen

 

59, eerste lid, onderdeel g

5, E-wet 1998

Geen

 

59, eerste lid, onderdeel h

5, eerste lid, E-wet 1998

Geen

 

59, eerste lid, onderdeel i

5c, E-wet 1998

Geen

 

59, eerste lid, onderdeel j

Behoeft geen implementatie, door overige bepalingen kan kruissubsidie niet plaatsvinden.

n.v.t.

 

59, eerste lid, onderdeel k

5b, onderdeel a, E-wet 1998

   

59, eerste lid, onderdeel l

5, 16, eerste lid, onderdeel c, 22, eerste lid, 31, eerste lid, onderdeel a, f, h, 32, tweede lid, i.c.m. 36, eerste lid, onderdeel e, 41, eerste lid, onderdeel a en b, 42b, eerste lid, paragraaf 13.5 Netcode elektriciteit en paragraaf 2.4 Meetcode elektriciteit, en 2, vierde lid, Instellingswet Autoriteit Consument en Markt.

Geen

 

59, eerste lid, onderdeel m

31, eerste lid, 32, tweede lid, 36, en 5, E-wet 1998

Geen

 

59, eerste lid, onderdeel n

5b, onderdeel b, E-wet 1998

Geen

 

59, eerste lid, onderdeel o

5b, onderdeel c, E-wet 1998

Geen

 

59, eerste lid, onderdeel p

5b, onderdeel d, E-wet 1998

Geen

 

59, eerste lid, onderdeel q

5, 16, eerste lid, onderdeel j, 23 en 31, eerste lid, onderdeel f, E-wet 1998

Geen

 

59, eerste lid, onderdeel r

5, E-wet 1998

Geen

 

59, eerste lid, onderdeel s

95b, twaalfde lid, E-wet 1998

Geen

 

59, eerste lid, onderdeel t

5 en 95lb E-wet 1998 en Besluit factuur, verbruiks- en indicatief kostenoverzicht energie

Geen

 

59, eerste lid, onderdeel u

5 E-wet 1998

Geen

 

59, eerste lid, onderdeel v

5b, onderdeel e, E-wet 1998

Geen

 

59, eerste lid, onderdeel w

5b, onderdeel f, E-wet 1998

Geen

 

59, eerste lid, onderdeel x

5, lid 5, E-wet 1998

Geen

 

59, eerste lid, onderdeel y

2, derde, vierde en vijfde lid, Instellingswet Autoriteit Consument en markt

Op grond hiervan stelt de ACM jaarlijks een energiemonitor voor consumenten vast en besteedt daarin aandacht aan het overstapgedrag van consumenten, het gebruik van vergelijkingssites daarbij en de tevredenheid daarover.

Geen

 

59, eerste lid, onderdeel z

36, derde en vierde lid, 37, eerste lid, E-wet 1998

   

59, tweede lid

Behoeft geen implementatie, betreft facultatieve bepaling.

Mogelijkheid om vast te leggen dat toezichtstaken onder verantwoordelijkheid van de regulerende instantie door anderen uit worden gevoerd.

In Nederland wordt van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.

59, derde lid

5 en 5a en Hoofdstuk 5A E-wet 1998, Hoofdstuk 3 Instellingswet Autoriteit Consument en Markt, en Hoofdstuk 5 Algemene wet bestuursrecht.

Geen

 

59, vierde lid

Behoeft geen implementatie, ENTSB en EU-DSB-entiteit zijn beide niet in Nederland gevestigd.

n.v.t.

 

59, vijfde en zesde lid

Behoeft geen implementatie, artikel 59, vijfde en zesde lid, van de richtlijn is niet relevant voor Nederland. Zie opmerking 1 en de daar genoemde artikelen.

n.v.t.

 

59, zevende lid

36 en 40 E-wet 1998 (tarieven aansluiten en transport), 24Aa en 42a E-wet 1998 (tarieven net op zee) en hoofdstuk 3, paragraaf 5, E-wet 1998 (overige voorwaarden)

Geen

 

59, achtste lid

38, tweede lid, en 42, derde lid, E-wet 1998, 4 Bekendmakingswet, en 12w Instellingswet Autoriteit Consument en Markt

Geen

 

59, negende lid

41 en 41a E-wet i.c.m. 12w Instellingswet Autoriteit Consument en Markt.

ACM maakt het methodebesluit en inkomstenbesluit t.b.v. de tariefvaststelling openbaar, met uitzondering van bedrijfsvertrouwelijke informatie; de ACM publiceert deze besluiten op de eigen website en doet een mededeling in de Staatscourant.

Geen

 

59, tiende lid

5, zesde lid, en 10Aa, derde lid, i.c.m. 16, vijftiende lid, E-wet 1998

Geen

 

61, eerste, tweede en vierde lid

5, vierde lid, E-wet 1998 en 7, vierde lid, Instellingswet Autoriteit Consument en Markt

Geen

 

61, derde lid

Behoeft geen implementatie, mogelijkheid om regelingen aan te gaan behoeft geen wettelijke grondslag naast bovenstaande.

n.v.t.

 

61, vijfde lid

Behoeft naar de aard van deze bepaling geen implementatie (betreft handelen Europese Commissie).

n.v.t.

 

62, eerste lid

5, eerste en tweede lid, en hoofdstuk 5A, E-wet 1998

Geen

 

62, tweede lid

5, 5a en 7 E-wet 1998 i.c.m. 2, tweede lid, 6b, en hoofdstuk 3, paragraaf 1, Instellingswet Autoriteit Consument en Markt en Titel 5.2 Algemene wet bestuursrecht

Geen

 

62, derde lid

5a en hoofdstuk 5A E-wet 1998 en hoofdstuk 3, paragraaf 3, Instellingswet Autoriteit Consument en Markt

Geen

 

63

7 E-wet 1998, 7, derde lid, Instellingswet Autoriteit Consument en Markt. Behoeft voor het overige naar de aard van deze bepaling geen implementatie, betreft feitelijk handelen van de regulerende instantie en handelen van de Europese Commissie en ACER.

n.v.t.

 

70

Wijziging van Richtlijn 2012/27, artikelen 9, 10 en 11, betreft de verplaatsing van bepalingen inzake meten, factureren en informeren inzake elektriciteit en aardgas van die richtlijn naar Richtlijn 2019/944.

Zie voor artikelen inzake meten, factureren, informeren inzake elektriciteit: de implementatie van de artikelen 18 t/m 22 Richtlijn 2019/944 in deze tabel.

Zie voor artikelen inzake meten, factureren, informeren inzake gas: artikelen 13e, 42a en 42b Gaswet, Besluit factuur, verbruiks- en indicatief kostenoverzicht energie, en Besluit op afstand uitleesbare meetinrichtingen.

Geen

 

Bijlage I

95lb en 95lc E-wet 1998, Besluit factuur, verbruiks- en indicatief kostenoverzicht energie.

Geen

 

Bijlage II

Behoeft naar de aard van deze bepaling geen implementatie, betreft het kunnen uitvoeren van een evaluatie.

Geen

 
Naar boven