Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 februari 2022, kenmerk 3310830-1023508-MEVA, houdende de wijziging van de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2020-2022 in verband met een toevoeging aan het onderdeel personeelskosten

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2020–2022 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, bij het onderdeel personeelskosten, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

4°. andere personeelskosten.

B

In artikel 9, vierde lid, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

4°. andere personeelskosten.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

TOELICHTING

Onderhavige wijzigingsregeling wijzigt de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2020–2022 (de Subsidieregeling). Per abuis was in deze Subsidieregeling niet opgenomen dat de ‘andere personeelskosten’ ook meetellen als personeelskosten bij de verdeling in geval van overtekening van het subsidieplafond voor universitair medische centra. Met onderhavige wijzigingsregeling is deze omissie hersteld.

Het doel van de Subsidieregeling is om instellingen te stimuleren de benodigde investeringen in het personeel te realiseren. Instellingen kunnen een subsidie ontvangen voor activiteiten ten behoeve van het opleiden van hun werknemers.

In het geval van overtekening van het subsidieplafond wordt het bedrag evenredig verdeeld op basis van objectieve criteria. Bij de universitair medische centra worden de personeelskosten als uitgangspunt genomen voor het verdelen van het beschikbare bedrag (artikel 9 van de Subsidieregeling). In de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2019 werd onder personeelskosten de volgende onderdelen verstaan: lonen en salarissen, sociale lasten, pensioenpremies en andere personeelskosten. Dit laatste onderdeel is per abuis niet meegenomen in de Subsidieregeling.

In de uitvoering van de Subsidieregeling is ten opzichte van de uitvoering van de subsidieregeling uit 2019 niets gewijzigd. De vier onderdelen vormen gezamenlijk de personeelskosten. Dit is ook gewenst en wel om de volgende reden. De personeelskosten worden vastgesteld op basis van de jaarrekening over het tweede jaar voorafgaand aan de aanvraag. De jaarrekening die moet worden ingediend, is de jaarrekening die instellingen ieder jaar verplicht moeten opstellen. Uit de Regeling verslaggeving WTZi volgt dat deze jaarrekening moet voldoen aan verschillende richtlijnen, in het bijzonder aan hoofdstuk 655 Jaarverslaggeving Zorginstellingen. In dit hoofdstuk is vastgelegd dat de personeelskosten bestaan uit de vier componenten die eerder zijn benoemd.

De Regeling verslaggeving WTZi is per 1 januari 2022 vervallen. Omdat op grond van deze subsidieregeling een jaarrekening moet worden overlegd die voor dat tijdstip is opgesteld, wordt voor nu vastgehouden aan de eisen die volgden uit artikel 3 van de Regeling verslaggeving WTZi.

Tevens wordt in de Subsidieregeling bij de begripsbepaling van een organisatorisch verband vastgehouden aan de verwijzing naar het uitvoeringsbesluit van de WTZi. Op het moment van indiening van de aanvraag van de subsidie voor het jaar 2022, uiterlijk 16 december 2021, was deze regelgeving nog van kracht. Indien de looptijd van de regeling wordt verlengd of indien er een nieuwe soortgelijke subsidieregeling wordt opgesteld, wordt een begripsbepaling opgenomen met een verwijzing naar de actuele regelgeving.

Omdat deze wijzigingsregeling het herstel van een omissie betreft, werkt deze regeling terug tot het moment van inwerkintreding van de Subsidieregeling.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

Naar boven