De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;
Besluit:
ARTIKEL I
De Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2020–2022 wordt als
volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, bij het onderdeel personeelskosten, wordt een onderdeel toegevoegd,
luidende:
4°. andere personeelskosten.
B
In artikel 9, vierde lid, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
4°. andere personeelskosten.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van de
Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2020.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
TOELICHTING
Onderhavige wijzigingsregeling wijzigt de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel
ziekenhuiszorg 2020–2022 (de Subsidieregeling). Per abuis was in deze Subsidieregeling
niet opgenomen dat de ‘andere personeelskosten’ ook meetellen als personeelskosten
bij de verdeling in geval van overtekening van het subsidieplafond voor universitair
medische centra. Met onderhavige wijzigingsregeling is deze omissie hersteld.
Het doel van de Subsidieregeling is om instellingen te stimuleren de benodigde investeringen
in het personeel te realiseren. Instellingen kunnen een subsidie ontvangen voor activiteiten
ten behoeve van het opleiden van hun werknemers.
In het geval van overtekening van het subsidieplafond wordt het bedrag evenredig verdeeld
op basis van objectieve criteria. Bij de universitair medische centra worden de personeelskosten
als uitgangspunt genomen voor het verdelen van het beschikbare bedrag (artikel 9 van
de Subsidieregeling). In de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg
2019 werd onder personeelskosten de volgende onderdelen verstaan: lonen en salarissen,
sociale lasten, pensioenpremies en andere personeelskosten. Dit laatste onderdeel
is per abuis niet meegenomen in de Subsidieregeling.
In de uitvoering van de Subsidieregeling is ten opzichte van de uitvoering van de
subsidieregeling uit 2019 niets gewijzigd. De vier onderdelen vormen gezamenlijk de
personeelskosten. Dit is ook gewenst en wel om de volgende reden. De personeelskosten
worden vastgesteld op basis van de jaarrekening over het tweede jaar voorafgaand aan
de aanvraag. De jaarrekening die moet worden ingediend, is de jaarrekening die instellingen
ieder jaar verplicht moeten opstellen. Uit de Regeling verslaggeving WTZi volgt dat
deze jaarrekening moet voldoen aan verschillende richtlijnen, in het bijzonder aan
hoofdstuk 655 Jaarverslaggeving Zorginstellingen. In dit hoofdstuk is vastgelegd dat
de personeelskosten bestaan uit de vier componenten die eerder zijn benoemd.
De Regeling verslaggeving WTZi is per 1 januari 2022 vervallen. Omdat op grond van
deze subsidieregeling een jaarrekening moet worden overlegd die voor dat tijdstip
is opgesteld, wordt voor nu vastgehouden aan de eisen die volgden uit artikel 3 van
de Regeling verslaggeving WTZi.
Tevens wordt in de Subsidieregeling bij de begripsbepaling van een organisatorisch
verband vastgehouden aan de verwijzing naar het uitvoeringsbesluit van de WTZi. Op
het moment van indiening van de aanvraag van de subsidie voor het jaar 2022, uiterlijk
16 december 2021, was deze regelgeving nog van kracht. Indien de looptijd van de regeling
wordt verlengd of indien er een nieuwe soortgelijke subsidieregeling wordt opgesteld,
wordt een begripsbepaling opgenomen met een verwijzing naar de actuele regelgeving.
Omdat deze wijzigingsregeling het herstel van een omissie betreft, werkt deze regeling
terug tot het moment van inwerkintreding van de Subsidieregeling.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers