Besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid van 18 februari 2022, kenmerk 3804584, houdende verlening van mandaat aan de Inspecteur-Generaal Leefomgeving en Transport en aanwijzing van ambtenaren voor de uitoefening van het toezicht op de naleving van de Wet ter Bescherming Koopvaardij

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 16, eerste lid van de Wet ter Bescherming Koopvaardij en artikel 10:3 lid 1 Algemene Wet Bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Justitie en Veiligheid; en

b. mandaat:

bevoegdheid om in naam van de Minister besluiten te nemen.

Artikel 2

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Wet ter Bescherming Koopvaardij, zoals bedoeld in artikel 16 Wet ter Bescherming Koopvaardij, zijn belast de ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport.

Artikel 3

  • 1. Aan de Inspecteur-Generaal Leefomgeving en Transport wordt mandaat verleend voor:

    • a. het verlenen, schorsen en intrekken van een vergunning zoals bedoeld in artikel 3 lid 1 jo. artikel 13 jo. artikel 14 Wet ter Bescherming Koopvaardij jo. hoofdstuk 4 van het Besluit bescherming koopvaardij;

    • b. het verwerken van persoonsgegevens van strafrechtelijke aard en gezondheidsgegevens zoals bedoeld in artikel 14a, eerste en tweede lid van de Wet ter Bescherming Koopvaardij;

    • c. het opleggen van bestuurlijke boetes zoals bedoeld in artikel 17 Wet ter Bescherming Koopvaardij;

    • d. het behandelen van bezwaarschriften, waaronder het nemen van beslissingen op bezwaarschriften gericht tegen besluiten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a en het instellen en het voeren van beroep, hoger beroep en voorlopige voorzieningsprocedures;

    • e. het vaststellen van beleidsregels ten aanzien van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a.

  • 2. De Inspecteur-Generaal Leefomgeving en Transport is bevoegd tot het verlenen van ondermandaat aan onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 4

  • 1. De ondertekening van de in artikel 3, eerste lid bedoelde besluiten luidt:

    DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID,

    namens deze,

    gevolgd door de aanduiding van de gemandateerde functionaris.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie daarvan in de Staatscourant en werkt terug tot en met 1 februari 2022.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 18 februari 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

TOELICHTING

De Wet ter Bescherming Koopvaardij regelt de mogelijkheid, onder specifieke voorwaarden, tot het inzetten van gewapende particuliere beveiligers op Nederlands gevlagde koopvaardijschepen in het risicogebied bij Somalië. Scheepsbeheerders kunnen in dergelijke beveiliging voorzien door maritieme beveiligingsbedrijven in te schakelen. Deze dienen over een Nederlandse vergunning te beschikken tot het mogen aanbieden en verzorgen van gewapende maritieme beveiliging. Het is verboden zonder vergunning gewapende maritieme beveiligingswerkzaamheden aan te bieden of te verrichten. Maritieme beveiligingsbedrijven die belangstelling hebben voor een Nederlandse vergunning, kunnen deze aanvragen bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (artikel 4.2 Besluit bescherming koopvaardij).

In de eerste plaats wijst de Minister van Justitie en Veiligheid met dit besluit de ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport aan voor de uitoefening van het toezicht op de naleving van de Wet ter Bescherming Koopvaardij. In het verlengde daarvan regelt dit besluit ook impliciet dat deze toezichthoudende ambtenaren gebruik mogen maken van de toezichthoudende bevoegdheden zoals bedoeld in titel 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht.

Dit besluit regelt in de tweede plaats de bevoegdheid van de Inspecteur-Generaal Leefomgeving en Transport om namens de Minister van Justitie en Veiligheid vergunningen tot het mogen aanbieden of verrichten van maritieme beveiligingswerkzaamheden te verlenen, te schorsen en in te trekken. Dit impliceert ook de mandatering van de bevoegdheid om een vergunning te weigeren indien niet aan de wettelijke voorschriften wordt voldaan. Verder omvat dit tevens het innen van de (kostendekkende) leges die verbonden zijn aan de aanvraag van een dergelijke vergunning.

Daarnaast worden verschillende andere bevoegdheden, zoals genoemd in artikel 3, eerste lid van dit besluit, gemandateerd aan de Inspecteur-Generaal Leefomgeving en Transport. Deze verkrijgt ook de bevoegdheid om de desbetreffende bevoegdheden door te mandateren aan ondergeschikte ambtenaren.

’s-Gravenhage, 18 februari 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven