TOELICHTING
1. Aanleiding
In verband met het afsluiten van een financieel arrangement met de leverancier wordt
met deze wijziging van de Regeling zorgverzekering (Rzv) het geneesmiddel osimertinib
tijdelijk opgenomen in het basispakket van de zorgverzekering voor zover verstrekt
als adjuvante behandeling na volledige tumorresectie bij volwassen patiënten met stadium
IB-IIIA niet-kleincellige longkanker (NSCLC) met tumoren met epidermale groeifactorreceptor
(EGFR) exon-19-deleties of exon-21 (L858R)-substitutiemutaties.
Daarnaast wordt met deze wijziging de tijdelijke opname van het geneesmiddel daratumumab
in het basispakket, onder de daarbij vermelde voorwaarden, verlengd met twee maanden
tot 1 mei 2022.
2. Sluis
Met het oog op het nemen van maatregelen die een beheerste instroom in het basispakket
mogelijk maken, is in artikel 2.4a van het Besluit zorgverzekering de bevoegdheid
om dure intramurale geneesmiddelen (tijdelijk) uit te sluiten nadrukkelijk geregeld.
De toepassing van deze bevoegdheid wordt ‘de sluis’ genoemd. Zolang een geneesmiddel
in de sluis is geplaatst, is het uitgesloten van het basispakket en wordt het niet
vergoed uit hoofde van de zorgverzekering.
Een intramuraal geneesmiddel komt in aanmerking voor de sluis in de volgende twee
gevallen:
-
• het verwacht macrokostenbeslag van de verstrekking van het geneesmiddel voor de behandeling
van één nieuwe indicatie of van meerdere nieuwe indicaties samen bedraagt € 40 miljoen
of meer per jaar. Alle nieuwe indicaties worden in de sluis geplaatst. Op het moment
van plaatsing in de sluis worden bestaande indicaties uitgezonderd van de toepassing
van de sluis. Het geneesmiddel is voor bestaande indicaties derhalve niet uitgesloten
van het basispakket;
-
• de verwachte kosten van de verstrekking van het geneesmiddel voor de behandeling van
een nieuwe indicatie zijn € 50.000 of meer per jaar en het verwachte macrokostenbeslag
van die verstrekkingen bedraagt € 10 miljoen of meer per jaar. Deze nieuwe indicatie
wordt in de sluis geplaatst.
Onder een indicatie valt niet alleen een indicatie waarvoor het geneesmiddel is of
wordt geregistreerd, maar ook ‘off-label’ gebruik van het geneesmiddel dat is of wordt
geprotocolleerd of gestandaardiseerd door de beroepsgroep. Plaatsing in de sluis geschiedt
binnen vier weken na registratie respectievelijk vaststelling van het protocol of
de standaard voor de nieuwe indicatie.
Terwijl het geneesmiddel in de sluis is geplaatst, kan eventuele opname in het basispakket
worden beoordeeld. Hierover kan Zorginstituut Nederland (hierna: Zorginstituut) advies
worden gevraagd. De sluis maakt het mogelijk maatregelen te treffen om de verstrekking
van het geneesmiddel op betaalbare wijze via het basispakket toegankelijk te maken
en te houden. Dit kunnen financiële maatregelen zijn, in het bijzonder het sluiten
van een financieel arrangement met de leverancier van het geneesmiddel, alsmede maatregelen
om gepast gebruik van het geneesmiddel te bevorderen en te borgen.
Als, voor zover van toepassing, het Zorginstituut advies heeft uitgebracht en er voldoende
maatregelen zijn getroffen voor gepast gebruik van het geneesmiddel en voor het afdekken
van financiële risico’s, kan besloten worden over opname van het geneesmiddel in het
basispakket.
De opname in het basispakket kan tijdelijk of onder voorwaarden geschieden. De tijdelijkheid
of de voorwaarden zijn dan afgeleid van de maatregelen die zijn geïnitieerd of getroffen
voor het realiseren van gepast gebruik van het geneesmiddel en voor het afdekken van
financiële risico’s. Wanneer de opname tijdelijk is, bijvoorbeeld gedurende de looptijd
van een financieel arrangement, dient rekening gehouden te worden met de mogelijkheid
dat het geneesmiddel daarna geen deel meer uitmaakt van het basispakket.
3. Osimertinib
Sluisplaatsing en reeds bestaande financiële arrangement osimertinib
Per 4 juli 2018 is het geneesmiddel osimertinib in de sluis geplaatst voor zover verstrekt
in het kader van de behandeling van kanker. Aanleiding voor dat besluit was de handelsvergunning
die de Europese Commissie op 7 juni 2018 heeft afgegeven voor de indicatie uitbreiding
van osimertinib als eerstelijnsbehandeling van volwassen patiënten met lokaalgevorderd
of gemetastaseerd niet-kleincellige longkanker (NSCLC) met activerende epidermalegroeifactorreceptor
(EGFR)-mutaties.
In december 2019 is er een financieel arrangement met de leverancier afgesloten. Na
een verlenging van dat arrangement is osimertinib voor bovengenoemde behandeling tijdelijk,
tot 1 januari 2025, is opgenomen in het basispakket.
Indicatie-uitbreiding osimertinib en advies Zorginstituut
Op 21 mei 2021 is osimertinib toegelaten tot de Europese markt voor een nieuwe indicatie,
namelijk voor zover verstrekt als adjuvante behandeling na volledige tumorresectie
in het kader van de behandeling bij volwassen patiënten met stadium IB-IIIA niet-kleincellige
longkanker (NSCLC) met tumoren met epidermale groeifactorreceptor (EGFR) exon-19-deleties
of exon-21 (L858R)-substitutiemutaties. Deze indicatie uitbreiding maakte vooralsnog
geen onderdeel uit van het basispakket vanwege de eerdere sluisplaatsing voor nieuwe
indicaties. Op 15 november 2021 heeft het Zorginstituut een pakketadvies uitgebracht
over osimertinib voor deze indicatie. Volgens het Zorginstituut voldoet osimertinib
aan het in artikel 2.1, tweede lid, van het Besluit zorgverzekering (Bzv) opgenomen
criterium ‘stand van de wetenschap en praktijk’ bij bovengenoemde indicatie. Het Zorginstituut
raamt de meerkosten van deze behandeling op € 13,9 miljoen in het derde jaar na opname
in het pakket. Bij een referentiewaarde van € 50.000 per Quality Adjusted Life Years
(QALY) is osimertinib kosteneffectief ten opzichte van de referentiebehandeling, al
zijn de resultaten gebaseerd op een interim-analyse en zijn er onzekerheden over de
overlevingswinst, kwaliteit van leven en de duur van de behandeling. Het Zorginstituut
adviseert om te onderhandelen over de prijs van osimertinib voordat wordt besloten
over pakketopname van de behandeling. Het Zorginstituut acht een lagere prijs voor
osimertinib gerechtvaardigd omdat osimertinib al voor meerdere indicaties vergoed
wordt, en adviseert om minimaal aan te sluiten bij de prijs die eerder is overeengekomen
in het bestaande financiële arrangement voor osimertinib.
In februari 2022 zijn de onderhandelingen met de leverancier van osimertinib afgerond.
Op grond van die onderhandelingsresultaten zijn er voldoende waarborgen dat bij opname
van osimertinib in het basispakket de uitgaven voor de toepassing als adjuvante behandeling
na volledige tumorresectie in het kader van de behandeling bij volwassen patiënten
met stadium IB-IIIA niet-kleincellige longkanker (NSCLC) met tumoren met epidermale
groeifactorreceptor (EGFR) exon-19-deleties of exon-21 (L858R)-substitutiemutaties
op een aanvaardbaar niveau blijven en deze inzet doelmatig is. Daarmee is opname in
het basispakket maatschappelijk verantwoord en kan het geneesmiddel voor patiënten
de komende jaren toegankelijk zijn. Het afgesloten financieel arrangement gaat in
met ingang van de inwerkingtreding van deze regeling en loopt tot en met 31 december
2025. Met deze wijziging van de Rzv is, in aansluiting op het financieel arrangement,
geregeld dat het geneesmiddel osimertinib tot en met 31 december 2025 niet meer is
uitgesloten van het basispakket voor bovengenoemde indicatie. Met deze wijziging is
tevens geregeld dat het bestaande financieel arrangement voor osimertinib voor zover
verstrekt als de eerstelijnsbehandeling van volwassen patiënten met lokaalgevorderd
of gemetastaseerd niet-kleincellige longkanker wordt verlengd tot en met 31 december
2025. Het financieel arrangement heeft geen betrekking op eventuele toekomstige indicatie
uitbreidingen voor osimertinib.
4. Daratumumab
Tijdelijke opname tot en met maart 2021
Per 10 maart 2017 is het geneesmiddel daratumumab in de sluis geplaatst voor zover
verstrekt in het kader van de behandeling van multipel myeloom, met uitzondering van
de toepassing als monotherapie voor de behandeling van volwassen patiënten met gerecidiveerd
en refractair multipel myeloom, bij wie de voorgaande behandeling bestond uit een
proteasoomremmer en een immunomodulerend middel en die bij de laatste behandeling
ziekteprogressie hebben vertoond. Met de uitsluiting van daratumumab is voorkomen
dat het geneesmiddel voor deze en toekomstige behandelingen automatisch het basispakket
zou instromen.
Per 1 september 2018 is, na advies van het Zorginstituut en een korte verlenging,
daratumumab tijdelijk tot 1 maart 2022 toegelaten tot het basispakket voor twee indicaties:
-
– de toepassing in combinatie met lenalidomide en dexamethason of in combinatie met
bortezomib en dexamethason voor de behandeling van volwassen patiënten met multipel
myeloom die minstens één eerdere behandeling hebben gehad;
-
– de toepassing in combinatie met bortezomib, melfalan en prednison voor de behandeling
van volwassen patiënten met nieuw gediagnosticeerd multipel myeloom die niet in aanmerking
komen voor autologe stamceltransplantatie.
Verlenging pakketopname
Vanwege de afloop van de tijdelijke opname van daratumumab is bezien of, en zo ja
onder welke voorwaarden, de vergoeding van dit geneesmiddel verlengd kon worden per
1 maart 2022.
Voor daratumumab is het wederom niet gelukt om het financieel arrangement te verlengen.
Er zijn wel financiële afspraken gemaakt voor een periode van twee maanden. In deze
periode wordt bezien of er ook afspraken kunnen worden gemaakt voor langere tijd.
Met de wijziging van de Rzv wordt geregeld dat daratumumab van 1 maart 2022 tot 1 mei
2022 blijft opgenomen in het basispakket voor bovenstaande indicaties.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers