Besluit van de Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland van 8 februari 2022, kenmerk 2021046684, tot wijziging van de Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2021

De Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland,

Gelet op artikel 91, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, artikel 4.4, derde lid, en artikel 4.5, eerste lid, van het Besluit Wfsv;

Besluit:

ARTIKEL I

De Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2021 worden als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 wordt het volgende onderdeel in alfabetische volgorde ingevoegd:

Minister voor LZS:

Minister voor Langdurige Zorg en Sport;

B

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel b komt als volgt te luiden:

  • b. een bedrag van € 296,70 vermenigvuldigd met het in de vierde kwartaalstaat Wlz 2021 door de zorgkantoren opgegeven aantal nieuwe budgethouders waarvoor het zorgkantoor één of meer bewuste-keuze gesprekken voert, wordt verdeeld naar rato van het aantal bewuste-keuze gesprekken per zorgkantoor in 2021 zoals blijkt uit de vierde kwartaalstaat 2021;

2. In onderdeel f wordt ‘€ 2,775 miljoen’ vervangen door ‘€ 3,777 miljoen’.

3. In onderdeel i wordt ‘€ 0,611 miljoen’ vervangen door’€ 0,686 miljoen’.

4. Onder vervanging van een punt aan het slot van onderdeel i door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • j. een bedrag van € 0,568 miljoen voor de kosten van de structurele uitvoering PGB 2.0 wordt verdeeld op basis van een uitvraag van ZN.

C

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel c wordt ‘€ 0,302 miljoen’ vervangen door ‘€ 0,416 miljoen’.

2. In onderdeel d wordt ‘€ 8,993 miljoen’ vervangen door ‘€ 9,156 miljoen’.

3. In onderdeel f wordt ‘€ 5,605 miljoen’ vervangen door ‘€ 8,705 miljoen’.

4. In onderdeel g wordt ‘€ 0,177 miljoen’ vervangen door ‘€ 0,306 miljoen’.

5. In onderdeel i wordt ‘€ 0,526 miljoen’ vervangen door ‘€ 1,389 miljoen’.

6. In onderdeel k wordt ‘€ 1,300 miljoen’ vervangen door € 2,088 miljoen’.

7. Onder verlettering van onderdeel l tot m wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • l. een bedrag van € 0,160 miljoen voor extra coronakosten. Dit bedrag wordt verdeeld op basis van een uitvraag van ZN;

D

In artikel 17 wordt ‘€ 3,8922359 miljoen’ vervangen door ‘€ 3,8680547 miljoen’.

E

Na artikel 17 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 17a

Het Zorginstituut stelt het bedrag voor de SVB voor de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 3.3.3, zevende lid, van de Wlz, vast op € 36,237 miljoen.

F

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel b komt als volgt te luiden:

  • b. een bedrag van € 296,70 vermenigvuldigd met het in de vierde kwartaalstaat Wlz 2021 door de zorgkantoren opgegeven aantal nieuwe budgethouders waarvoor het zorgkantoor één of meer bewuste-keuze gesprekken voert, wordt verdeeld naar rato van het aantal bewuste-keuze gesprekken per zorgkantoor in 2021 zoals blijkt uit de vierde kwartaalstaat 2021;

2. In onderdeel f wordt ‘€ 2,775 miljoen ‘ vervangen door ‘€ 3,777 miljoen’.

3. In onderdeel i wordt ‘€ 0,611 miljoen’ vervangen door’€ 0,686 miljoen’.

4. Onder vervanging van een punt aan het slot van onderdeel i door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • j. een bedrag van € 0,568 miljoen voor de kosten van de structurele uitvoering PGB 2.0. wordt verdeeld op basis van een uitvraag van ZN

G

Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel c wordt ‘€ 0,302 miljoen’ vervangen door ‘€ 0,416 miljoen’.

2. In onderdeel d wordt ‘€ 8,993 miljoen’ vervangen door ‘€ 9,156 miljoen’.

3. In onderdeel f wordt ‘€ 5,605 miljoen’ vervangen door ‘€ 8,705 miljoen’.

4. In onderdeel g wordt ‘€ 0,177 miljoen’ vervangen door ‘€ 0,306 miljoen’.

5. In onderdeel i wordt ‘€ 0,526 miljoen’ vervangen door ‘€ 1,389 miljoen’.

6. In onderdeel k wordt als ‘€ 1,300 miljoen’ vervangen door € 2,088 miljoen’.

7. Onder verlettering van onderdeel l tot m wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • l. een bedrag van € 0,160 miljoen voor extra coronakosten. Dit bedrag wordt verdeeld op basis van een uitvraag van ZN;

H

Artikel 23 komt te luiden:

Voor de bepaling van het aantal verzekerden, bedoeld in artikel 22, onderdeel a, b en l, gebruikt het Zorginstituut de opgaven van de verzekerdenaantallen per 1 juli 2021 van de Wlz-uitvoerder. Deze opgave maakt onderdeel uit van de tweede kwartaalstaat Wlz voor de Wlz-uitvoerder 2021. Deze opgave dient te zijn voorzien van een bestuursverklaring.

I

In artikel 24 wordt ‘€ 3,8922359 miljoen’ vervangen door ‘€ 3,8680547 miljoen’.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2021.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Voorzitter Raad van Bestuur S. Wijma

Goedgekeurd door de Minister voor Langdurige Zorg en Sport bij brief van 16 februari 2022, kenmerk 3323643-1024953-Z.

TOELICHTING

Met deze wijziging worden de beleidsregels aangepast aan de Nadere aanwijzing van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport. Tevens worden enkele onvolkomenheden hersteld. De Nadere aanwijzing resulteert in een verhoging van het bedrag van de voor het jaar 2021 beschikbare middelen voor de beheerskosten ter uitvoering van de Wlz. De Nadere aanwijzing werkt terug tot en met 1 januari 2021. Omdat het budget voor de Wlz-uitvoerders, de zorgkantoren en de SVB verhoogd wordt, is er geen bezwaar tegen om ook aan de beleidsregels terugwerkende kracht toe te kennen.

In de Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2021 heeft de Minister van VWS € 254,224 miljoen besteedbaar gesteld voor het kalenderjaar 2021. Hiervan was een bedrag van € 128,901 miljoen bestemd voor de Wlz-uitvoerders, € 90,820 miljoen voor de zorgkantoren en € 34,503 miljoen voor de SVB.

In de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2021 zijn de besteedbare middelen beheerskosten Wlz voor het jaar 2021 met € 10,663 miljoen naar boven bijgesteld tot € 264,887 miljoen. Hiervan was € 5,317 miljoen bestemd voor de Wlz-uitvoerders, € 3,612 miljoen voor de zorgkantoren en € 1,734 miljoen voor de SVB.

Het Zorginstituut zal bij de verdeling van de besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2021 van de naar boven bijgestelde middelen uitgaan bij de nadere vaststelling en de definitieve vaststelling. De Beleidsregels ter verdeling van de besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2021 worden daartoe met het onderhavige wijzigingsbesluit gewijzigd. Het totaalbudget voor de Wlz-uitvoerders voor het jaar 2021 komt hiermee op € 134,218 miljoen. Het totaalbudget voor de zorgkantoren voor het jaar 2021 komt hiermee uit op € 94,432 miljoen en het totaalbudget voor de SVB op € 36,237 miljoen.

Zorgkantoren

In de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2021 is € 3,612 miljoen extra beschikbaar gesteld voor de taken van de zorgkantoren. Het totaal komt hiermee op € 94,432 miljoen.

Omschrijving

Bedrag (1 = 1 mln.)

Volgens Aanwijzing 2021

90,820

   

Structurele toevoeging voor de het uitvoeren van werkzaamheden PGB

1,007

Structurele toevoeging voor het uitvoeren van bewuste-keuze gesprekken

0,593

Structurele toevoeging voor het uitvoeren van huisbezoeken

0,571

Structurele toevoeging voor de implementatie van PGB Portal 2.0

0,364

Incidentele toevoeging voor het PGB Portal 2.0

1,002

Incidentele toevoeging voor werkzaamheden in het kader van te goedertrouw

0,075

Totaal

94,432

Structurele toevoeging voor uitvoering PGB (artikel 13, onderdeel a en artikel 20, onderdeel a)

In eerste instantie was het aantal PGB’s geschat op 47.500. In de Nadere aanwijzing 2021 is deze schatting opgevoerd tot 52.000. Dit leidt tot een positieve, structurele bijstelling van € 1,007 miljoen (4.500 x 223,87 per PGB).

Structurele toevoeging voor uitvoering bewuste-keuze gesprekken (artikel 13, onderdeel b en artikel 20, onderdeel b)

In eerste instantie was het aantal bewuste-keuze gesprekken geschat op 9.000. In de Nadere aanwijzing 2021 is deze schatting opgevoerd tot 11.000. Dit leidt tot een positieve, structurele bijstelling van € 0,593 miljoen (2.000 x 296,70 per gesprek.

Structurele toevoeging voor uitvoering huisbezoeken (artikel 13, onderdeel c en artikel 20, onderdeel c)

In eerste instantie was het aantal huisbezoeken geschat op 16.000. In de Nadere aanwijzing 2021 is deze schatting opgevoerd tot 17.000. Dit leidt tot een positieve, structurele bijstelling van € 0,571 miljoen (1.000 x 570,50 per huisbezoek.

Structurele toevoeging inzake uitvoering PGB Portaal 2.0 (artikel 13, onderdeel f en artikel 20, onderdeel f)

In 2020 is het PGB 2.0 systeem verder ontwikkeld. Dit systeem draagt zorg voor verbeterde ondersteuning van de 115.000 budgethouders door middel van het vergaand standaardiseren en digitaliseren van alle processen en systemen die worden gebruikt voor het ondersteunen van de uitvoering van het trekkingsrecht PGB. De Minister voor LZS heeft het budget hiervoor structureel verhoogd met € 1,002 miljoen.

Incidentele toevoeging inzake te goeder trouw (artikel 13, onderdeel i en artikel 20, onderdeel i)

In het verleden zijn er vorderingen ontstaan op budgethouders die nog minderjarig waren. Het PGB is voor hen aangevraagd en beheerd door ouders of wettelijke vertegenwoordigers. Met de zorgkantoren zijn afspraken gemaakt om deze bedragen terug te vorderen bij de ouders of vertegenwoordigers en niet bij de inmiddels volwassen geworden budgethouder. De Minister voor LZS heeft hiervoor incidenteel € 0,075 miljoen extra beschikbaar gesteld.

Structurele toevoeging inzake structurele uitvoering PGB 2.0 (artikel 13, onderdeel j en artikel 20, onderdeel j)

In de Nadere aanwijzing 2020 heeft de Minister voor LZS een bedrag van € 0,204 miljoen structureel beschikbaar gesteld voor de verdere ontwikkeling van het PGB 2.0 systeem. Dit systeem draagt zorg voor verbeterde ondersteuning van de budgethouders door middel van het vergaand standaardiseren en digitaliseren van alle processen en systemen die worden gebruikt voor het ondersteunen van de uitvoering van het trekkingsrecht PGB. De Minister voor LZS heeft het budget hiervoor structureel verhoogd met € 0,364 miljoen.

Deze post was per ongeluk niet opgenomen de eerste versie van de beleidsregels 2021. Dit wordt nu gecorrigeerd.

Wlz-uitvoerders

In de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2021 is € 5,317 miljoen extra beschikbaar gesteld voor de taken van de Wlz-uitvoerders. Het totaal komt hiermee op € 134,218 miljoen.

Omschrijving

Bedrag (1 = 1 mln.)

Volgens Aanwijzing 2021

128,901

   

Structurele toevoeging voor algemene werkzaamheden voor 1 Wlz-uitvoerder

0,114

Structurele toevoeging voor Cliëntvertrouwenspersoon

0,163

Structurele toevoeging voor openstelling van de Wlz voor de GGZ

3,100

Structurele toevoeging voor overheveling hulpmiddelen

0,129

Structurele toevoeging voor crisis interventie teams

0,863

Incidentele toevoeging voor het project Volwaardig leven, pilot 5

0,788

Incidentele toevoeging voor extra kosten als gevolg van Corona

0,160

Totaal

134,218

Structurele toevoeging voor algemene werkzaamheden voor 1 Wlz-uitvoerder (artikel 15, onderdeel c en artikel 22, onderdeel c)

ONVZ Langdurige Zorg B.V. (ONVZ) en A.S.R. Wlz-uitvoerder B.V. (ASR) zijn de enige Wlz-uitvoerders die voor geen enkele regio zijn aangewezen als zorgkantoor. Met de toevoeging van dit bedrag ontvangen beide Wlz-uitvoerders een gelijk bedrag, waardoor er geen sprake meer is van ongelijkheid.

Structurele toevoeging voor cliëntvertrouwenspersoon (artikel 15, onderdeel d en artikel 22, onderdeel d)

Voor de rechtsbescherming van cliënten die wegens een verstandelijke beperking of psychogeriatrische aandoening extra kwetsbaar zijn, is in de Wet zorg en dwang (Wzd) de functie van cliëntvertrouwenspersoon gecreëerd. In het budget dat beschikbaar is gesteld voor de inkoop van deze functie, is geen rekening gehouden met het feit dat niet alle organisaties waar wordt ingekocht zijn vrijgesteld van BTW. Om hieraan tegemoet te komen, heeft de Minister voor LZS aanvullend een structurele bedrag € 0,163 miljoen beschikbaar gesteld.

Structurele toevoeging voor openstelling van de Wlz voor de GGZ (artikel 15, onderdeel f en artikel 22, onderdeel f)

In 2021 is de Wlz opengesteld voor cliënten met een psychische stoornis. Hiervoor zetten Wlz-uitvoerders extra personeel in voor extra werkzaamheden zoals zorginkoop en uitvoering. Aangezien de instroom hoger is dan eerder was ingeschat, heeft de Minister voor LZS hiervoor aanvullend structureel € 3,100 miljoen extra beschikbaar gesteld.

Structurele toevoeging voor overheveling hulpmiddelen (artikel 15, onderdeel g en artikel 22, onderdeel g)

Er blijkt extra inzet van personeel nodig als gevolg van deze overheveling. Daarnaast zijn er ook aanpassingen van bestaande ICT systemen nodig. De Minister voor LZS stelt hiervoor aanvullend structureel € 0,129 miljoen beschikbaar.

Structurele toevoeging voor crisis interventie teams (artikel 15, onderdeel i en artikel 22, onderdeel i)

Voor het programma Volwaardig Leven zijn er zestien crisis- en ondersteuningsteams opgericht in de gehandicaptenzorg. De toeleiding naar die teams wordt gedaan door crisisregisseurs. Er is extra budget nodig om de beschikbaarheid en weekdekking van de crisisregisseurs te kunnen garanderen. Daarnaast worden de beheerskosten opwaarts bijgesteld voor het beheer van het nieuwe softwaresysteem waarin de crisis- en ondersteuningsteams werken. De Minister voor LZS hiervoor structureel € 0,863 miljoen extra beschikbaar. Daarnaast worden de in de Aanwijzing besteedbare middelen incidenteel beschikbaar gestelde beheerskosten Wlz 2021 van € 0,526 miljoen structureel gemaakt. Hiermee wordt een fout hersteld. Het totale bedrag komt hiermee op € 1,389 miljoen.

Incidentele toevoeging voor project Volwaardig leven, pilot 5 (artikel 15, onderdeel k en artikel 22, onderdeel k)

Voor het Programma Volwaardig leven zijn er pilots om naasten en cliënten met een beperking gespecialiseerde cliëntondersteuning te bieden. Vanwege een verdere intensivering daarvan stelt de Minister voor LZS aanvullend incidenteel € 0,788 miljoen beschikbaar.

Incidentele toevoeging voor extra kosten als gevolg van Corona (artikel 15, onderdeel l en artikel 22, onderdeel l)

In 2021 hebben de zorgkantoren als gevolg van corona extra kosten gemaakt. Het gaat hierbij om het beoordelen en verwerken van vergoedingsaanvragen van zorgaanbieders en PGB-houders inzake doorlopende kosten waar geen of minder geleverde zorg tegenover staat en extra kosten in verband met de infectieziekte. De Minister voor LZS heeft hiervoor incidenteel € 0,160 miljoen beschikbaar gesteld.

Jaartallen in artikel 23

Abusievelijk was in de beleidsregels in artikel 23 een verkeerd jaartal opgenomen. Met deze wijziging wordt dit hersteld.

SVB

Voor de werkzaamheden van de SVB in het kader van de PGB heeft de Minister voor LZS een extra incidenteel bedrag van € 1,734 miljoen beschikbaar gesteld.

Voorzitter Raad van Bestuur S. Wijma

Naar boven