Besluit van de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, mede namens de Staatssecretaris van Defensie, de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking d.d. 9 februari 2022, (nr. 2022-39796) houdende instelling van de Interdepartementale Commissie Verkoop Defensiematerieel (Instellingsbesluit Interdepartementale Commissie Verkoop Defensiematerieel)

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, mede namens de Staatssecretaris van Defensie, de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de Ministerraad,

Gelet op artikel 4.19 van de Comptabiliteitswet 2016 en artikel 4 tot en met 7 van de Regeling materieelbeheer roerende zaken van het Rijk,

Besluit:

Artikel 1

a. de Commissie:

de Interdepartementale Commissie Verkoop Defensiematerieel;

b. de Regeling:

de Regeling materieelbeheer roerende zaken van het Rijk;

c. strategische zaken:

zaken opgenomen in het Handboek Strategische Goederen en Diensten en zaken waaraan door één van de leden van de Commissie strategisch belang wordt toegekend;

d. transactie:

het verkopen, het verhuren, het vernietigen, het inruilen of het schenken van strategische zaken.

Artikel 2

Er is een Interdepartementale Commissie Verkoop Defensiematerieel (CVDM).

Artikel 3

De Commissie geeft een positief of negatief oordeel over in artikel 5 tot en met 7 van de Regeling bedoelde transacties die zien op strategische zaken en over andere transacties die door de leden in de Commissie worden ingebracht.

Artikel 4

  • 1. De Commissie bestaat uit de volgende leden:

    • een voorzitter, zijnde de directeur van Domeinen Roerende Zaken van het Ministerie van Financiën;

    • een vertegenwoordiger van het Directoraat-Generaal Beleid van het Ministerie van Defensie;

    • een vertegenwoordiger van het team Wapenexport van de Directie Veiligheidsbeleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

  • 2. De leden zijn bekend bij de voorzitter en de leden zullen zelf zorgdragen voor een doelmatige vervanging bij afwezigheid.

  • 3. Voor lidmaatschap van de Commissie komen slechts Rijksambtenaren in aanmerking.

  • 4. De voorzitter van de Commissie kan een secretaris aanwijzen. De voorzitter of een lid van de Commissie kan een functionaris of expert uitnodigen voor een vergadering vanwege diens expertise.

  • 5. De werkzaamheden van de Commissie zijn vertrouwelijk.

Artikel 5

  • 1. Namens het lid dat de Staatssecretaris van Defensie vertegenwoordigt, wordt de voorgenomen transactie schriftelijk gemeld aan de voorzitter en aan de overige leden.

  • 2. Hierbij verstrekt dat lid in ieder geval:

    • een overzicht van de betreffende strategische zaken en een overzicht van andere transacties die door de leden van de Commissie worden ingebracht;

    • informatie over de aard van de strategische zaken en over andere transacties die door de leden in de Commissie worden ingebracht;

    • de identiteit, de staat waarin de statutaire zetel gevestigd is, het centrum van voornaamste belangen en de achtergrond van de beoogde wederpartijen en tussenpartijen bij de transactie;

    • een overzicht van voor de transactie vereiste toestemmingen en voorwaarden, waaronder kettingbedingen en parlementaire goedkeuringen;

    • de wijze van transactie;

    • relevante concepten van transactiedocumentatie, indien beschikbaar.

  • 3. De voorzitter agendeert de gemelde transactie voor een schriftelijke ronde of voor een vergadering.

  • 4. De leden geven hun oordeel in een schriftelijke ronde.

  • 5. De Commissie stelt schriftelijk een positief of negatief oordeel vast, waarbij een positief oordeel unanieme instemming van de leden vereist.

  • 6. Nadat de Commissie een negatief oordeel heeft gegeven, kan de transactie opnieuw in de Commissie geagendeerd worden.

  • 7. Indien de voorgenomen transactie, nadat de Commissie een positief oordeel heeft gegeven, significant wijzigt, zal de transactie opnieuw in de Commissie geagendeerd worden.

  • 8. De voorzitter kan zelf, of op verzoek van een lid de Commissie bijeenroepen.

  • 9. De Commissie komt minimaal twee maal per jaar fysiek bijeen voor evaluatie en planning.

  • 10. De Commissie kan, met inachtneming van de bepalingen van dit besluit, haar werkwijze nader regelen.

Artikel 6

  • 1. De Commissie wordt ingesteld voor een periode van 4 jaar.

  • 2. De Commissie evalueert haar functioneren tijdig voor het verstrijken van de instellingstermijn. Zij brengt het verslag van de evaluatie ter kennis van de Staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst, de Staatssecretaris van Defensie, de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Interdepartementale Commissie Verkoop Defensiematerieel.

De Staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst, mede namens de Staatssecretaris van Defensie, de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, M.L.A. van Rij

TOELICHTING

I. Algemeen

Met dit Instellingsbesluit Interdepartementale Commissie Verkoop Defensiematerieel (hierna: Instellingsbesluit) wordt uitvoering gegeven aan de wens van de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, de Staatssecretaris van Defensie, de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking om de Interdepartementale Commissie Verkoop Defensiematerieel (Commissie) van een formele basis te voorzien. In dit Instellingsbesluit wordt het bestaan en de werking van de Commissie formeel vastgelegd. De Commissie buigt zich over het in beheer geven, verkopen, verhuren, vernietigen, inruilen of schenken van overtollig strategisch defensiematerieel en bij uitzondering over voorgelegd niet-strategisch defensiematerieel. In de Commissie zijn het Ministerie van Financiën, het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Ministerie van Defensie vertegenwoordigd.

In het Convenant overtollige roerende zaken hebben Domeinen Roerende Zaken (DRZ) van het Ministerie van Financiën en de Defensie Materieel Organisatie (DMO) van het Ministerie van Defensie afspraken gemaakt over de wijze van overdracht van het beheer en de verkoop, inruil of schenking van de door DMO overtollig gestelde roerende zaken. In het Convenant wordt verwezen naar dit instellingsbesluit voor zover toestemming aan de Commissie moet worden gevraagd over voorgenomen transacties die zien op strategische zaken. Dit Instellingsbesluit geeft nadere regels over de wijze waarop de Commissie oordeelt over de door de leden ingebrachte voorgenomen transactie.

II. Artikelsgewijs

Artikel 3 (taak)

In artikel 3 Instellingsbesluit wordt verwezen naar de artikelen 5 tot en met 7 van de Regeling materieelbeheer roerende zaken van het Rijk (Regeling). In dit artikel wordt bepaald dat de Commissie positief of negatief kan oordelen over de voorgenomen transacties die zien op strategische zaken en over andere transacties die door de leden van de Commissie worden ingebracht. Het staat alle leden van de Commissie vrij strategische zaken en/of andere transacties in te brengen in de Commissie. Met andere transacties worden niet-strategische zaken en/of strategische zaken die mede niet-strategische zaken omvatten bedoeld. Deze andere transacties kunnen bijvoorbeeld wegens politieke redenen aan de Commissie worden voorgelegd.

Artikel 4 (samenstelling)

In het eerste lid van artikel 4 Instellingsbesluit is bepaald dat de Commissie uit vertegenwoordigers van het Ministerie van Financiën, het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Ministerie van Defensie bestaat. DRZ, het dienstonderdeel van het Ministerie van Financiën, is belast met de verkoop van de door het Ministerie van Defensie (DMO) overtollig gestelde (strategische) zaken. De Directie Veiligheidsbeleid (DVB) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft zitting in deze Commissie vanwege haar betrokkenheid bij het exportcontrolebeleid van (strategische) zaken alsmede ter bewaking van de samenhang tussen het exportcontrolebeleid en de eindbestemmingen van de voorgenomen transacties.

In het tweede lid van artikel 4 Instellingsbesluit is geregeld dat de leden van de Commissie bij afwezigheid zelf zorg dragen voor een doelmatige vervanging. Onder doelmatige vervanging wordt verstaan dat de leden van de Commissie ervoor zorgen dat hun plaatsvervangers beschikken over de juiste kennis en expertise die vereist zijn voor de uitoefening van haar taken en daartoe ook mandaat hebben.

In het vierde lid van artikel 4 Instellingsbesluit wordt geregeld dat de leden van de Commissie individueel of gezamenlijk ook andere personen kunnen uitnodigen die geen lid zijn van de Commissie, indien zij dat noodzakelijk achten. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan een secretaris, andere ambtelijke ondersteuning vanuit het Ministerie van Financiën, het Ministerie van Buitenlandse Zaken en/of het Ministerie van Defensie of een externe expert. Deze personen kunnen zowel worden betrokken bij een (fysieke) vergadering als bij een schriftelijke ronde per e-mail.

Artikel 5 (werkwijze)

In het eerste lid van artikel 5 Instellingsbesluit is bepaald dat de voorgenomen transactie schriftelijk aan de voorzitter en de overige leden van de Commissie wordt gemeld namens het lid dat de Staatssecretaris van Defensie vertegenwoordigt. De voorgenomen transactie wordt schriftelijk gemeld door een vertegenwoordiger van de Defensie Materieel Organisatie (DMO) van het Ministerie van Defensie. Dit is conform het tweede lid van artikel 8 van het Convenant overtollige roerende zaken. In het derde lid van artikel 5 is geregeld dat een lid – via de voorzitter – een voorgenomen transactie kan agenderen voor een vergadering.

In het vierde lid van artikel 5 Instellingsbesluit is geregeld dat de leden hun oordeel geven in een schriftelijke ronde. De directeur van DRZ die de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst vertegenwoordigt heeft specifiek aandacht voor de prijsstelling. Het lid dat de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking vertegenwoordigt is werkzaam in het team Wapenexport van de Directie Veiligheidsbeleid. Laatstbedoeld lid beoordeelt de buitenlandpolitieke situatie in samenhang met de zaken en de eindbestemming. Het lid dat de Staatssecretaris van Defensie vertegenwoordigt, toetst daarbij voor iedere voorgenomen transactie of het Kader Afstoting Defensie conform DBE Aanwijzing Afstoten op een juiste wijze wordt toegepast.

Het zevende lid van artikel 5 Instellingsbesluit regelt dat de Commissie de voorgenomen transactie na een eerder positief oordeel opnieuw zal agenderen indien de transactie significant wijzigt. Van een significante wijziging is onder meer sprake indien de contractspartij verandert, een wijziging plaatsvindt in de te verkopen zaken of een materiële wijziging plaatsvindt in de transactiestructuur. Dit is geen limitatieve lijst; ook andere situaties kunnen mogelijk zorgen voor een significante wijziging van de voorgenomen transactie. Of sprake is van een significante wijziging, moet per voorgenomen transactie worden bezien. De leden van de Commissie bepalen gezamenlijk of sprake is van een significante wijziging.

Artikel 6 (instellingsduur en evaluatieverslag)

In het eerste lid van artikel 6 Instellingsbesluit is geregeld dat de Commissie wordt ingesteld voor een periode van 4 jaar. In het tweede lid van artikel 6 Instellingsbesluit is opgenomen dat de Commissie tijdig voor het verstrijken van de instellingstermijn een evaluatieverslag opstelt waarin de Commissie aandacht besteedt aan haar taakvervulling. De Commissie brengt dit evaluatieverslag ter kennis van de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, de Staatssecretaris van Defensie, de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, mede namens de Staatssecretaris van Defensie, de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, M.L.A. van Rij

Naar boven