Intrekking winningsvergunning koolwaterstoffen blokdeel P8a, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Besluit 30-12-2021

DGKE-WO / V-15215

Aanvraag:

  • Petrogas E&P Netherlands B.V. (hierna: vergunninghouder) is de houder van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken en Klimaat, (hierna: EZK) van 6 december 2018 met kenmerk DGETM-EO / 18298517 (Stcrt. 2018, nr. 70806) verleende winningsvergunning voor koolwaterstoffen voor een deel van blok P8, welk blok is aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling gevoegde kaart;

  • bij brief van 22 november 2021, ontvangen op 24 november 2021, heeft vergunninghouder de Minister van EZK verzocht bovengenoemde winningsvergunning (hierna: winningsvergunning P8a) in zijn geheel in te trekken.

Procesverloop:

  • op verzoek van de Minister van EZK heeft EBN B.V. (hierna: EBN) op 16 december 2021 advies over bovenbedoelde aanvraag uitgebracht;

  • TNO-AGE (hierna: TNO) op 16 december 2021; en

  • Staatstoezicht op de mijnen (hierna: SodM) op 24 december 2021.

Overwegingen:

  • de vergunninghouder geeft in zijn brief van 22 november 2021, getiteld ‘Intrekken P8a Winningsvergunning (DGETM-EO/18298517)’, aan dat de Horizon P09-A09-S2 put, die is geboord om koolwaterstoffen uit het Horizon West voorkomen te winnen, is geabandonneerd. Als gevolg hiervan is volgens vergunninghouder een einde gekomen aan de ontwikkeling van het Horizon West voorkomen;

  • desgevraagd hebben EBN en TNO bevestigd dat het Horizon West voorkomen het enige voorkomen van koolwaterstoffen in blokdeel P8a is;

  • bovenbedoelde brief van vergunninghouder wordt daarom begrepen als een aanvraag op grond van artikel 21, derde lid, van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw) om een gehele intrekking van winningsvergunning P8a;

  • op grond van artikel 21, derde lid, Mbw kan een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een winningsvergunning slechts worden afgewezen indien het voor een planmatig beheer van voorkomens van delfstoffen noodzakelijk is dat de houder een aan de vergunning verbonden voorschrift of een voor hem als zodanig geldende regel naleeft;

  • in het gebied waarvoor winningsvergunning P8a geldt zijn volgens EBN en TNO geen andere voorkomens van koolwaterstoffen dan het geabandonneerde Horizon West voorkomen aangetoond of bekend. EBN en TNO adviseren daarom positief op een intrekking van winningsvergunning P8a;

  • EBN en TNO hebben positief geadviseerd op het verzoek om intrekking van winningsvergunning P8a, SodM ziet geen reden tot weigering van dit verzoek;

  • de Mijnraad heeft ingestemd met een intrekking van winningsvergunning P8a op aanvraag van de vergunninghouder conform werkafspraak met kenmerk MJR/20316693 d.d. 15 december 2020;

  • gelet op bovenstaande is er geen grondslag om de aanvraag van vergunninghouder af te wijzen en kan winningsvergunning P8a geheel ingetrokken worden.

Gelet op artikel 21, derde lid, van de Mijnbouwwet:

Besluit:

De winningsvergunning voor koolwaterstoffen voor het deel van blok P8, welk blok is aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling gevoegde kaart, aangeduid als blokdeel P8a, verleend bij beschikking van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 6 december 2018 met kenmerk DGETM-EO / 18298517 wordt ingetrokken.

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, namens deze: J.L. Rosch MT-lid directie Warmte en Ondergrond

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag, waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken en Klimaat, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven