Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 31 januari 2022, nummer WBV 2022/4, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf C7/10 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

10. Het asielbeleid ten aanzien van Congo DRC (Democratische Republiek Congo)

10.1. Besluitmoratorium

Geen bijzonderheden.

10.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

Geen bijzonderheden.

10.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag
10.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

Geen bijzonderheden.

10.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

Geen bijzonderheden.

10.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw
10.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

In Congo DRC is uitsluitend sprake van een uitzonderlijke situatie in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw in de provincies Noord-Kivu, Zuid-Kivu en Ituri.

10.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

10.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

10.5. Bescherming
10.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

De IND neemt in ieder geval voor de volgende categorieën aan dat het niet mogelijk is de bescherming te verkrijgen van de autoriteiten of internationale organisaties:

  • LHBT’s; en

  • minderjarigen (jongens en meisjes) en vrouwen, die aannemelijk hebben gemaakt dat zij hebben te vrezen voor (seksuele) geweldpleging.

10.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

De IND neemt voor Congo DRC geen binnenlands beschermingsalternatief aan, als de IND heeft geconcludeerd dat de vreemdeling op basis van de vreemdeling zelf betreffende omstandigheden een gegronde vrees heeft voor vervolging dan wel ernstige schade.

De IND neemt voor Congo DRC een binnenlands beschermingsalternatief in Kinshasa aan als de vreemdeling aan alle volgende voorwaarden voldoet:

  • de vreemdeling is afkomstig uit een gebied waarvan in paragraaf C7/10.4.1 Vc is vermeld dat er een uitzonderlijke situatie is; en

  • de vrees van de vreemdeling is niet gebaseerd op de vreemdeling zelf betreffende omstandigheden, maar is alleen een gevolg van de uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc.

10.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

De IND beoordeelt aan de hand van paragraaf B8/6 Vc of adequate opvang voor amv’s aanwezig is.

Voor Congo DRC geldt in zijn algemeenheid dat:

  • algemene opvangvoorzieningen niet beschikbaar en/of toereikend zijn; en

  • de autoriteiten geen zorg dragen voor de opvang.

Ondanks voornoemd uitgangspunt kan in een voorkomend geval – na onderzoek – worden vastgesteld dat adequate opvang beschikbaar is en kan worden gerealiseerd.

10.7. Vertrekmoratorium

Geen bijzonderheden.

10.8. Bijzonderheden

Geen bijzonderheden.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 31 januari 2022

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, J.W.H.M. Beaujean directeur-generaal Migratie

TOELICHTING

ALGEMEEN

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft in oktober 2021 een Algemeen Ambtsbericht over de (veiligheids-)situatie in de Democratische Republiek Congo gepubliceerd. Het betreft een actualisering van het algemeen ambtsbericht van december 2019.

Naar aanleiding van het nieuwe ambtsbericht heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid besloten het landgebonden asielbeleid voor Congo DRC op drie punten te wijzigen. Hierover heeft zij de Tweede Kamer op 14 december 2021 bij brief geïnformeerd.

ARTIKELSGEWIJS

10.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

De veiligheidssituatie in de provincie Ituri is aanmerkelijk verslechterd tijdens de verslagperiode. Daarom is deze provincie opgenomen in het landenbeleid.

10.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

Uit het ambtsbericht blijkt dat de positie van minderjarige jongens en meisjes is verslechterd. Daarom is deze groep toegevoegd aan het landenbeleid.

10.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

Op basis van het nieuwe ambtsbericht kan in zijn algemeenheid niet meer worden uitgegaan van beschikbare en toereikende opvang. Wel onderzoekt DT&V altijd of, bij terugkeer naar land van herkomst, opvang voor een amv beschikbaar is en aanvaardbaar naar lokale omstandigheden. Dit kan bijvoorbeeld bij familie zijn of in een opvangtehuis.

Tot slot is de titel van paragraaf 10.5.2. Vc in lijn gebracht met de rest van de Vc. Dit betreft geen beleidswijziging.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, J.W.H.M. Beaujean directeur-generaal Migratie

Naar boven