De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
Gelet op de artikelen 64, en tweede
lid, 67a, vierde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling voorzieningenplanning vo 2020 wordt
als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 1 wordt na de begripsbepaling ‘bovenbouw’ een
begripsbepaling toegevoegd luidende:
- BRIN-nummer:
-
door de minister gehanteerd nummer van de school in de
Basisregistratie Instellingen van DUO;
B
Artikel 13, eerste lid, komt te luiden:
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum
van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot
en met 1 juni 2021.
TOELICHTING
Algemeen
Met deze regeling worden enkele aanpassingen, die blijkens de
inmiddels opgedane praktijkervaring noodzakelijk zijn, doorgevoerd in de
Regeling voorzieningenplanning vo 2020.
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel B
Met deze wijziging wordt de regeling op enkele punten
gewijzigd.
Bij splitsing van een school of scholengemeenschap blijkt dat het
mogelijk is, dat de nieuwe school op een andere locatie komt dan die van een
bestaande vestiging. Daarom dient bij een splitsing van een school of
scholengemeenschap de viercijferige postcode van de beoogde plaats van
vestiging van de school of scholengemeenschap voor de voorgenomen aanvraag te
worden vermeld. Bij splitsing van een school of scholengemeenschap voor
voortgezet onderwijs kan de nieuwe vestiging worden gesitueerd in het gehele
voedingsgebied, zoals is beschreven in artikel 13, tweede lid, onderdeel a van
deze regeling. Aan de regeling is toegevoegd het brinnummer van de te splitsen
school of scholengemeenschap, zodat bekend is welke school of
scholengemeenschap wordt gesplitst.
De viercijferige postcode van de beoogde plaats van vestiging is
onder andere van belang voor het document zoals bedoeld in artikel 5, tweede
lid, van deze regeling en artikel 67a, tweede lid, onderdeel c, van de wet. Uit
dat document blijkt dat de gemeente van de beoogde plaats van vestiging, het
samenwerkingsverband en de bevoegde gezagsorganen van de scholen en vestigingen
binnen het voedingsgebied van de nieuw te stichten school of scholengemeenschap
zijn gevraagd om te overleggen over het voornemen tot het doen van een aanvraag
voor bekostiging.
Bij splitsing van een school of scholengemeenschap voor
voortgezet onderwijs is de methode van belangstellingsregistratie niet relevant
en blijft daarom uitgezonderd. Het verwachte aantal leerlingen van de bestaande
school of scholengemeenschap en de nieuwe school of scholengemeenschap dienen
te voldoen aan de voorwaarden van artikel 12 en artikel 13 van de
regeling.
Een korte beschrijving van het onderwijskundig concept van de
school dient te worden bijgevoegd bij de melding van een voorgenomen aanvraag
tot bekostiging van de nieuwe school. Bij een voornemen tot splitsing kan de
nieuw te stichten school of scholengemeenschap een ander concept hanteren dan
de oorspronkelijke school of scholengemeenschap. Door ook bij splitsing het
onderwijskundig concept toe te voegen bij het de voorgenomen aanvraag kan bij
ouders en andere scholen en scholengemeenschappen het concept van de nieuwe
school of scholengemeenschap bekend zijn. Bij de aanvraag is het
onderwijskundig concept niet nodig.
In het geval de nieuw te stichten school of vestiging in een
ander samenwerkingsverband ligt, dient het bestuur van de nieuw te stichten
school of vestiging zich aan te sluiten bij dat samenwerkingsverband als dit
nog niet het geval was (conform artikel 17a, eerste en tweede lid, WVO).
Artikel II
Een melding van een voorgenomen aanvraag kan vanaf 1 juni 2021
worden gedaan op de website van DUO. Aanpassing van de regeling bleek
noodzakelijk. Geen van de initiatieven wordt benadeeld door de wijziging van
deze regeling.
De Minister voor
Basis- en Voortgezet Onderwijs en
Media,
A. Slob