Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatscourant 2022, 35236 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatscourant 2022, 35236 | ander besluit van algemene strekking |
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op de artikelen 64, eerste lid, 65, eerste lid, en 71, eerste lid, van verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 tot intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (‘diergezondheidwetgeving’) (PbEU 2016, L4 84), de artikelen 21, eerste lid, 25, eerste lid, 27, eerste en tweede lid, en 42 van gedelegeerde verordening (EU) 2020/687 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat regels voor de preventie en bestrijding van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten betreft (PbEU 2020, L 174) en de artikelen 5.2, 5.4, 5.5, 5.6, 5.7 en 6.3, tweede lid, van de Wet dieren;
Besluit:
1. In deze regeling wordt verstaan onder:
gebied als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a;
gebied als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b;
pluimvee of in gevangenschap levende vogels die worden gekweekt of gehouden met de bedoeling geld te verdienen;
set praktische hygiëneregels ter bevordering van de bioveiligheid in een specifieke situatie, zoals bekendgemaakt op de website van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;
Struthioniformes (struisvogels), Rheiformes (nandoes), Casuariiformes (kasuarissen en emoes) en Apterygiformes (kiwi’s);
Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
watervogels die worden gehouden met een ander doel dan de productie van vlees of eieren;
verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekte en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (‘diergezondheidwetgeving’) (PbEU 2016, L 84);
gedelegeerde verordening (EU) 2020/687 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat regels voor de preventie en bestrijding van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten betreft (PbEU 2020, L 174);
voertuig en materieel, met inbegrip van een combinatie van een voertuig en één of meer door dat voertuig voortbewogen aanhangwagens, opleggers of containers;
kooi, volière, terrein of gebouw, met uitzondering van woonruimte, waar vogels aanwezig zijn of gewoonlijk worden gehouden en aanverwante ruimtes waar materiaal ten behoeve van vogels is opgeslagen of gewoonlijk wordt opgeslagen;
zwanen, ganzen, eenden, duikers, aalscholvers, reigers, ooievaars, ibissen, flamingo’s, futen, kraanvogels, rallen, steltlopers, meeuwen en sterns.
2. De definities, opgenomen in de volgende bepalingen, zijn van toepassing:
– artikel 4 van verordening (EU) nr. 2016/429;
– bijlage I bij verordening (EG) 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PbEU 2004, L 139);
– artikel 2 van verordening (EU) nr. 2020/687.
1. Aangewezen worden:
a. als beschermingszone het gebied, aangeduid in bijlage 1;
b. als bewakingszone het gebied, beschreven in bijlage 2.
2. In de beschermingszone en de bewakingszone zijn de artikelen 4 tot en met 30 van toepassing, tenzij dit in een bepaling of een onderdeel daarvan anders is bepaald.
3. De artikelen 12 tot en met 19 zijn mede van toepassing op de verplaatsing van dieren of producten als bedoeld in die artikelen van een inrichting binnen de beschermingszone of de bewakingszone naar een inrichting buiten die gebieden.
4. Voor zover in de zones, bedoeld in het eerste lid, uit hoofde van andere regelgeving voorschriften ter preventie of bestrijding van aviaire influenza gelden, zijn telkens de meest verstrekkende voorschriften van toepassing.
In het geval een verplaatsing van dieren of producten in de beschermingszone of de bewakingszone op grond van deze regeling of artikel 10.1 van de Wet dieren is toegestaan:
a. wordt uitsluitend gestopt of gelost op de inrichting van bestemming;
b. verloopt de verplaatsing waar mogelijk via hoofdwegen of hoofdspoorwegen;
c. wordt de omgeving van inrichtingen waar vogels worden gehouden, vermeden;
d. vindt de verplaatsing plaats overeenkomstig een hygiëneprotocol; en
e. voldoet de verplaatsing aan artikel 28, zesde lid, van verordening (EU) nr. 2020/687 indien producten vanuit de beschermingszone worden verplaatst of artikel 43, zesde lid, van die verordening indien producten vanuit de bewakingszone worden verplaatst.
1. Het is verboden gehouden vogels te verplaatsen vanuit een inrichting.
2. Het is verboden gehouden vogels te verplaatsen naar een inrichting.
1. Het is verboden vers vlees van vogels te verplaatsen vanuit een slachthuis of wildbewerkingsinrichting.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op vers vlees dat voldoet aan artikel 27, derde lid, onderdelen c of d, van verordening (EU) nr. 2020/687.
1. Het is verboden vleesproducten, verkregen van vers vlees van vogels, te verplaatsen vanuit een inrichting.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op de verplaatsing van vleesproducten die voldoen aan artikel 27, derde lid, onderdelen a, b, c of d, van verordening (EU) nr. 2020/687.
1. Het is verboden eieren bestemd voor menselijke consumptie te verplaatsen vanuit een inrichting.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op de verplaatsing van eieren die voldoen aan artikel 27, derde lid, onderdelen b en c, van verordening (EU) nr. 2020/687.
3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op de verplaatsing van eieren vanuit een inrichting die is gelegen in de bewakingszone, indien zij worden verplaatst naar:
a. een door de minister aangewezen in Nederland gelegen pakstation en is voldaan aan artikel 50, eerste lid, onderdeel a of b, van verordening (EU) nr. 2020/687; of
b. een door de minister aangewezen in Nederland gelegen inrichting voor de vervaardiging van eiproducten en is voldaan aan artikel 50, tweede lid, onderdelen a en b, van verordening (EU) nr. 2020/687.
Het is verboden mest van gehouden vogels, al dan niet met strooisel, te verplaatsen vanuit een inrichting.
1. Het is verboden huiden, vellen of veren van gehouden vogels te verplaatsen vanuit een inrichting.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op de verplaatsing van veren van gehouden vogels die voldoen aan artikel 27, derde lid, onderdeel d, van verordening (EU) nr. 2020/687.
1. Het is verboden andere dierlijke bijproducten dan mest van gehouden vogels, al dan niet met strooisel, en dan huiden, vellen of veren van gehouden vogels te verplaatsen vanuit een inrichting.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op kadavers of delen van dode vogels.
1. Het is verboden dieren of producten te vervoeren door de beschermings- en bewakingszone.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien is voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 22, vierde lid, onderdelen a, b en c, van verordening (EU) nr. 2020/687.
1. Het is verboden kadavers van vogels of delen van dode vogels te verplaatsen.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien de verplaatsing tot doel heeft om de kadavers of delen van dode vogels te verwijderen.
1. Het is verboden om andere dieren dan vogels of dierlijke producten, afkomstig van andere dieren dan vogels, te verplaatsen vanuit of naar een inrichting waar vogels worden gehouden.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op de verplaatsing van dierlijke producten die voldoen aan artikel 27, derde lid, van verordening (EU) nr. 2020/687.
3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien de verplaatsing geschiedt overeenkomstig een hygiëneprotocol.
4. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien de dieren of dierlijke producten worden verplaatst van of naar een inrichting waar geen commercieel gehouden vogels aanwezig zijn.
1. Het is verboden diervoeders voor vogels te verplaatsen vanuit of naar een inrichting waar vogels worden gehouden.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op de verplaatsing van diervoeders voor in gevangenschap levende vogels.
3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien de verplaatsing geschiedt overeenkomstig een hygiëneprotocol.
1. Het is verboden mest van landzoogdieren, afkomstig van een inrichting waar vogels worden gehouden, te verplaatsen.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien de verplaatsing geschiedt overeenkomstig een hygiëneprotocol.
Het is toegestaan om monsters als bedoeld in artikel 22, zevende lid, van verordening (EU) nr. 2020/687 van vogels te verzamelen en die te verplaatsen naar een laboratorium ten behoeve van onderzoek op de aanwezigheid van een andere dierziekte dan hoogpathogene aviaire influenza.
1. Het is verboden broedeieren te verplaatsen naar een inrichting.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op verplaatsingen naar een broederij, indien de verplaatsing geschiedt overeenkomstig een hygiëneprotocol.
1. Het is verboden een vervoermiddel te verplaatsen dat is gebruikt of kennelijk bestemd is om te worden gebruikt voor het verplaatsen of het vervoer van dieren, producten of voorwerpen als bedoeld in de artikelen 3 tot en met 18.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op een vervoermiddel dat is gereinigd en ontsmet overeenkomstig een hygiëneprotocol.
De exploitant van een inrichting waar vogels worden gehouden brengt ten minste afscheidingen aan tussen de gehouden vogels en andere dieren die in de inrichting aanwezig zijn en in het wild levende dieren en hun uitwerpselen.
De exploitant van een inrichting meldt onmiddellijk aan de minister een toename van het ziekte- of sterftecijfer of een aanzienlijke daling in de productiegegevens ten aanzien van de op de inrichting gehouden vogels.
De exploitant van een inrichting zorgt ervoor dat bij de in- en uitgangen van de inrichting gepaste ontsmettingsvoorzieningen aanwezig zijn en worden gebruikt.
1. Het is bezoekers verboden een vogelverblijfplaats alsmede een niet deugdelijk fysiek van die verblijfplaats afgescheiden woonruimte of ander deel van een inrichting te betreden.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien:
a. het bezoek noodzakelijk is in het kader van volksgezondheid, diergezondheid, dierenwelzijn of gezondheid van aanwezige personen;
b. het bezoek plaatsvindt overeenkomstig een hygiëneprotocol; en
c. de bezoeker het bezoek registreert.
3. In afwijking van het tweede lid zijn de onderdelen b en c van dat lid niet van toepassing, indien een acute noodsituatie zich tegen toepassing van die onderdelen verzet.
4. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing:
a. op personeel van de desbetreffende inrichting;
b. het bezoek plaatsvindt overeenkomstig een hygiëneprotocol; en
c. de bezoeker in de 72 uren voorafgaand aan het bezoek geen andere inrichting waar vogels worden gehouden heeft bezocht.
5. Het is een exploitant van een inrichting waar vogels worden gehouden verboden om een bezoeker toe te laten tot de in het eerste lid bedoelde ruimtes.
6. Het verbod, bedoeld in het vijfde lid, is niet van toepassing indien is voldaan aan het tweede lid, al dan niet in samenhang met het derde lid, of aan het vierde lid.
7. Het eerste tot en met zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing op het vervoermiddel van een bezoeker.
De exploitant van een inrichting waar vogels worden gehouden houdt een register bij van bezoeken aan een vogelverblijfplaats, een niet deugdelijk fysiek van die verblijfplaats afgescheiden woonruimte of een ander deel van een inrichting, waarin ten minste zijn opgenomen:
a. de naam, het adres en de woonplaats van de bezoeker;
b. voor zover de bezoeker een vervoermiddel heeft gebruikt: de soort en het kenteken van het vervoermiddel;
c. de reden van het bezoek; en
d. de datum en het tijdstip van aankomst en vertrek van de bezoeker.
Een exploitant van commercieel gehouden vogels, met uitzondering van vogels behorende tot fazanten (Phasianidae), loopvogels of sierwatervogels, brengt de commercieel gehouden vogels binnen een gebouw en houdt die vogels daar.
Een exploitant slaat mest van landzoogdieren, afkomstig van een inrichting waar vogels worden gehouden, op op één plaats.
1. In afwijking van artikel 3.20, eerste lid, van de Wet natuurbescherming is het verboden te jagen op eenden of te jagen in gebieden waar dat watervogels kan verstoren.
2. Het is verboden in het wild levende dieren te vangen of te doden, voor zover dat watervogels betreft of watervogels kan verstoren, zo nodig onder opschorting van bestaande vrijstellingen of ontheffingen als bedoeld in de artikelen 3.3, eerste of tweede lid, 3.8, eerste of tweede lid, 3.10, tweede lid, in samenhang met artikel 3.8, eerste of tweede lid, 3.15, tweede of vierde lid, 3.16, tweede of vierde lid, 3.17, eerste lid, opdrachten als bedoeld in artikel 3.18, eerste lid, of de toepassing van de artikelen 3.26, eerste lid, onderdeel d, onder 4, of 3.30, eerste lid, onderdeel b, onder 4, van de Wet natuurbescherming.
3. In afwijking van het eerste en tweede lid is, onverminderd het bepaalde bij en krachtens de Wet natuurbescherming, het jagen, vangen en doden van dieren toegestaan, indien dat gebeurt:
a. ter bescherming van de veiligheid van het luchtverkeer;
b. ter bestrijding van muskusratten;
c. ter voorkoming van schade door konijnen op industrieterreinen;
d. in het kader van wetenschappelijk onderzoek; of
e. ter bescherming van de verkeersveiligheid.
Deze regeling wordt bekendgemaakt op www.rijksoverheid.nl,1 en treedt onmiddellijk na haar bekendmaking op het internet in werking.
Deze regeling zal tevens met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 21 december 2022
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, namens deze J.C. Goet secretaris-generaal
Beschermingszone (3 kilometer) Mijdrecht
https://www.rvo.nl/dierziektenviewer/

Bewakingszone (10 kilometer) Mijdrecht
1. via Bennebroekerweg naar Nelson Mandela Dreef
2. via Nelson Mandela Dreef naar Hoofddorp-Zuid 3a
3. via Hoofddorp-Zuid 3a naar Hoofddorp
4. via Hoofddorp naar Rijksweg A4
5. via Rijksweg a4 naar Hoofddorp
6. via Hoofddorp naar Rijksweg A4
7. via Rijksweg A4 naar Schiphol 2
8. via Schiphol 2 naar Spoorbaan
9. via Spoorbaan naar Schiphol 2
10. via Schiphol 2 naar Ceintuurbaan Zuid
11. via Ceintuurbaan Zuid naar Vertrekpassage
12. via Vertrekpassage naar Spoorbaan
13. via Spoorbaan naar Loevesteinse Randweg
14. via Loevesteinse Randweg naar Hugo de Grootstraat
15. via Hugo de Grootstraat naar Schipholweg
16. via Schipholweg naar Aalsmeer 6
17. via Aalsmeer 6 naar Rijksweg A9
18. via Rijksweg A9 naar Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder (oostelijk deel)
19. via Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder (oostelijk deel) naar Schipholweg
20. via Schipholweg naar Schipholdijk
21. via Schipholdijk naar Nieuwe Meerlaan
22. via Nieuwe Meerlaan naar Bosbaanweg
23. via Bosbaanweg naar van Nijenrodeweg
24. via van Nijenrodeweg naar Buitenveldertselaan
25. via Buitenveldertselaan naar Uilenstede
26. via Uilenstede naar Laan van Kronenburg
27. via Laan van Kronenburg naar Kalfjeslaan
28. via Kalfjeslaan naar Amsteldijk
29. via Amsteldijk naar de Smient
30. via de Smient naar Ouderkerkerdijk
31. via Ouderkerkerdijk naar fietspad Oudekerkerdijk
32. via Fietspadoudekerkerdijk naar Machineweg
33. via Machineweg naar Burgemeester Stramanweg
34. via Burgemeester Stramanweg naar Holterbergweg
35. via Holterbergweg naar Muntbergweg
36. via Muntbergweg naar Meibergdreef
37. via Meibergdreef naar Tafelbergweg
38. via Tafelbergweg naar Abcouderstraatweg
39. via Abcouderstraatweg naar Nieuwe Amsterdamseweg
40. via Nieuwe Amsterdamseweg naar Broekzijdselaan
41. via Broekzijdselaan naar Dokter van Doornplein
42. via Dokter van Doornplein naar Kerkplein
43. via Kerkplein naar Hoogstraat
44. via Hoogstraat naar Molenweg
45. via Molenweg naar Lange Coupure
46. via Lange Coupure naar Rijksstraatweg
47. via Rijksstraatweg naar Provincialeweg
48. via Provincialeweg naar Spoorbaan
49. via Spoorbaan naar Polderweg
50. via Polderweg naar Westkanaaldijk
51. via Westkanaaldijk naar Ter Aaseweg
52. via Ter Aaseweg naar Dorpsstraat
53. via Dorpsstraat naar Julianalaan
54. via Julianalaan naar Laantje
55. via Laantje naar Oud Aa
56. via Oud Aa naar Provincialeweg
57. via Provincialeweg naar ir. Enschedéweg
58. via ir. Enschedéweg naar Oortjespad
59. via Oortjespad naar van Teylingenweg
60. via van Teylingenweg naar Houtkade
61. via Houtkade naar fietspad
62. via fietspad naar Grechtkade
63. via Grechtkade naar toegang
64. via toegang naar Oude Meije
65. via Oude Meije naar Hollandsekade
66. via Hollandsekade naar Zonneveer
67. via Zonneveer naar Simon van Capelweg
68. via Simon van Capelweg naar Noordenseweg
69. via Noordenseweg naar Nieuwveenseweg
70. via Nieuwveenseweg naar Achterweg
71. via Achterweg naar Kennedylaan
72. via Kennedylaan naar provinciale weg
73. via provinciale weg naar Achttienkavels
74. via Achttienkavels naar Achttienkavelseweg
75. via Achttienkavelseweg naar Zevenhovenseweg
76. via Zevenhovenseweg naar Kerkweg
77. via Kerkweg naar Korteraarseweg
78. via Korteraarseweg naar Oude Kerkpad
79. via Oude Kerkpad naar Oostkanaalweg
80. via Oostkanaalweg naar Schilkerweg
81. via Schilkerweg naar Westkanaalweg
82. via Westkanaalweg naar Sluispad
83. via Sluispad naar Bloemenstraat
84. via Bloemenstraat naar Kerkpad
85. via Kerkpad naar de Strooplikker
86. via de Strooplikker naar Langeraarseweg
87. via Langeraarseweg naar Hazepad
88. via Hazepad naar van Brederodeplein
89. via van Brederodeplein naar Sportweg
90. via Sportweg naar Landerij
91. via Landerij naar Langeraarseweg
92. via Langeraarseweg naar Geerweg
93. via Geerweg naar Vriezenweg
94. via Vriezenweg naar Provincialeweg
95. via Provincialeweg naar Leimuiderweg
96. via Leimuiderweg naar Weteringweg
97. via Weteringweg naar Aalsmeerderweg
98. via Aalsmeerderweg naar Bennebroekerweg
Op een inrichting in Mijdrecht in de provincie Utrecht is een uitbraak geconstateerd van hoogpathogene aviaire influenza (HPAI), ofwel vogelgriep. HPAI is een besmettelijke dierziekte, die tot hoge sterftecijfers kan leiden bij vogels en kan worden overgedragen op mensen (een zogenoemde zoönose). Het isoleren van de gevonden besmettingshaard en het voorkomen van verdere verspreiding van de ziekte is daarom van het grootste belang.
HPAI is op grond van artikel 5 van verordening (EU) nr. 2016/429 (hierna: diergezondheidsverordening) een ziekte waarvoor bestrijdingsmaatregelen moeten worden getroffen. Daarnaast is HPAI gecategoriseerd als een A-ziekte voor vogels in de zin van artikel 9, eerste lid, onderdeel a, van de diergezondheidsverordening. Dit betekent dat een lidstaat bij een uitbraak bestrijdingsmaatregelen moet treffen. Verordening (EU) nr. 2020/687 bevat daartoe de door de minister te nemen maatregelen.
Eén van die maatregelen is het instellen van een beperkingszone die bestaat uit een beschermings- en bewakingszone rond de besmette inrichting in Mijdrecht. In deze gebieden gelden diverse maatregelen. De verboden zijn in beide zones gelijk; verordening 2020/687 voorziet voor de bewakingszone in verhoudingsgewijs meer ruimte voor de bevoegde autoriteit om uitzonderingen op de verboden te verlenen in vergelijking met de beschermingszone. Dit vereist maatwerk door middel van ontheffingverlening.
De beschermingszone is een gebied met een straal van 3 kilometer rond de besmette inrichting, zoals aan de hand van een plattegrond is aangeduid in bijlage 1. Een inzoombare, gedetailleerde kaart van die zone is beschikbaar op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) (https://www.rvo.nl/dierziektenviewer/). De bewakingszone is in bijlage 2 beschreven aan de hand van de wegen en waterwegen die het gebied met een straal van 10 kilometer rond de besmette inrichting begrenzen.
In onderhavige regeling zijn voornamelijk voorschriften opgenomen ten aanzien van handelingen met dieren en producten die afkomstig zijn van, worden vervoerd naar of aanwezig zijn in een inrichting. Een inrichting is iedere plaats waar vogels tijdelijke of permanent worden gehouden, ongeacht het doel waarvoor ze worden gehouden. Het begrip ‘inrichting’ is gedefinieerd in artikel 4, onderdeel 27, van de diergezondheidsverordening.
Op grond van deze regeling gelden er vervoersverboden voor gehouden vogels, gedomesticeerde zoogdieren, eieren, vlees en karkassen van gevogelte, sperma van andere dieren dan vogels, diervoeders en mest. In enkele gevallen is het toegestaan die dieren en producten toch te vervoeren. De toegestane uitzonderingen en de voorwaarden waaronder van deze uitzonderingsmogelijkheden gebruik kan worden gemaakt, zijn in de betreffende artikelen opgenomen. Daarnaast is bij een aantal artikelen expliciet gemaakt dat de vervoersverboden voor dieren of dierlijke producten niet van toepassing zijn op specifieke verplaatsingen die voldoen aan de daarop toepasselijke voorwaarden van artikel 27, derde lid, van verordening (EU) nr. 2020/687. Er geldt eveneens een vervoersverbod voor (lege) vervoermiddelen die gebruikt zijn of kennelijk bestemd om te worden gebruikt voor het vervoer van de hiervoor bedoelde dieren en producten.
De toegang tot inrichtingen waar gevogelte aanwezig is of normaliter wordt gehouden is voor bezoekers verboden, met uitzondering van het woonhuis of een boerderijwinkel of -camping of andere agrarische nevenactiviteit (zogenoemde andere bedrijfsgedeelten), mits fysiek afgescheiden van de vogelverblijfplaatsen. Een deugdelijke fysieke afscheiding betekent de aanwezigheid van een muur of een met platen opgetrokken wand en dergelijke. Afscheiding door middel van een lint of vergelijkbaar materiaal voldoet niet. Bepaalde categorieën bezoekers (zoals politie of medische hulpverleners) hebben wel toegang tot de vogelverblijfplaatsen, voor zover dat noodzakelijk is in het kader van volksgezondheid, diergezondheid, dierenwelzijn of de gezondheid van aanwezige personen in de stal. Een dierenarts mag bijvoorbeeld wel de stal in als sprake is van ziek pluimvee, maar een adviseur van de veevoerindustrie heeft geen toegang tot de stal om te beoordelen of de kippen goed groeien. Het personeel van de bedrijven mag het bedrijf onder voorwaarden betreden. De exploitant van de inrichting moet bovendien een register bijhouden van degenen die zijn inrichting hebben bezocht.
Exploitanten van inrichtingen dienen ervoor te zorgen dat hun vogels worden afgeschermd van de op de inrichting aanwezige andere dieren en wilde dieren.
Aanvullend op de verplichting tot het afschermen geldt dat een exploitant van een inrichting met commercieel gehouden vogels, met uitzondering van vogels behorende tot fazanten, loopvogels of sierwatervogels, deze vogels ophokt in een gebouw. Een ophokplicht is strenger dan de Europese voorschriften, maar is vanwege de vaak hoge pluimveedichtheid en de grote hoeveelheid van het virus dat in de omgeving aanwezig is, noodzakelijk. Afschermen met netten of open hekwerk biedt onvoldoende bescherming voor commercieel gehouden vogels. De uitzondering voor exploitanten van fazanten, loopvogels zoals de familie van struisvogels, emoes en nandoes, en sierwatervogels wordt gemaakt vanwege welzijnsoverwegingen. Houders van deze vogels mogen op andere wijze aan de afschermplicht voldoen.
Tot slot is het samenbrengen van vogels in de beschermings- en bewakingszone verboden. Hierbij moet gedacht worden aan tentoonstellingen, wedvluchten of andere evenementen waarbij vogels bijeen worden gebracht.
Ingevolge artikel 10 van de diergezondheidsverordening en artikel 3.3a van het Besluit houders van dieren geldt een algemene zorgplicht voor iedere dierhouder om redelijkerwijs al het noodzakelijke te doen of na te laten om besmetting te voorkomen. Dat betreft dus zaken die in zijn macht liggen, zoals zorg dragen voor adequate hygiënemaatregelen, zoveel mogelijk sleepsporen gescheiden houden en in het algemeen het verkeer over zijn bedrijf zo min mogelijk langs de verblijven van het gevogelte leiden.
Het is mogelijk dat er uit hoofde van andere (crisis)regelgeving ter preventie of bestrijding van vogelgriep ook voorschriften in de beschermings- en bewakingszone rond Mijdrecht gelden. Om te voorkomen dat verwarring ontstaat over de voorschriften die van toepassing zijn, is in onderhavige regeling opgenomen dat wanneer er meerdere voorschriften gelden, telkens het meest verstrekkende voorschrift van toepassing is.
Deze regeling wordt op basis van artikel 5.2 van de Wet dieren bekendgemaakt op internet en treedt onmiddellijk in werking. De media zullen worden geïnformeerd over deze bekendmaking. De regeling wordt ook aan de Staatscourant aangeboden voor publicatie.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, namens deze: J.C. Goet secretaris-generaal
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2022-35236.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.