Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 22 december 2022, nr. Min-Buza.2022.14856-19, tot wijziging van de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de Minister van Financiën, de Minister van Economische Zaken en Klimaat, de Minister voor Klimaat en Energie en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Gelet op Verordening (EU) nr. 2022/2475 van de Raad van de Europese Unie van 16 december 2022 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 269/2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PbEU 2022, LI 322);

Gelet op Verordening (EU) nr. 2022/2474 van de Raad van 16 december 2022 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 833/2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PbEU, LI 322);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

ARTIKEL I

De Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Het verbod te handelen in strijd met artikel 2 van Verordening 269/2014, geldt niet in gevallen waarin artikel 2 bis, eerste of tweede lid, artikel 4, eerste lid, artikel 5, eerste lid, artikel 6, eerste lid, artikel 6 bis, eerste lid, artikel 6 ter, eerste, tweede, lid 2 bis, lid 2 ter, lid 2 quater, derde, vierde of vijfde lid, artikel 6 quater, artikel 6 quinquies, eerste lid, artikel 6 sexies, eerste lid, lid 1 bis, of artikel 7 van Verordening 269/2014 van toepassing is.

B

Artikel 1a komt te luiden:

Artikel 1a

  • 1. Het is verboden te handelen in strijd met artikel 2, eerste en tweede lid, artikel 2 bis, eerste en tweede lid, artikel 2 bis bis, artikel 2 sexies, eerste en derde lid, artikel 2 septies, artikel 3, eerste en tweede lid, artikel 3 bis, eerste en tweede lid, artikel 3 ter, eerste en tweede lid, artikel 3 quater, eerste tot en met vierde lid, artikel 3 quinquies, eerste lid, artikel 3 sexies bis, eerste lid, lid 1 bis en tweede lid, artikel 3 septies, eerste en tweede lid, artikel 3 octies, eerste lid, artikel 3 nonies, eerste en tweede lid, artikel 3 decies, eerste en tweede lid, artikel 3 undecies, eerste en tweede lid, artikel 3 duodecies, eerste, tweede en zesde lid, artikel 3 terdecies, eerste lid, artikel 3 quaterdecies, eerste, tweede, zevende, achtste en elfde lid, artikel 3 quindecies, eerste, vierde, vijfde, zevende en twaalfde lid, artikel 3 sexdecies, eerste tot en met vierde lid, artikel 4, eerste lid, artikel 5, eerste tot en met vijfde lid, en zesde lid, eerste volzin, artikel 5 bis, eerste lid, tweede lid, eerste volzin, en vierde lid, artikel 5 bis bis, eerste lid, lid 1 bis en lid 1 ter, artikel 5 ter, eerste en tweede lid, artikel 5 sexies, eerste lid, artikel 5 septies, eerste lid, artikel 5 octies, artikel 5 nonies, artikel 5 decies, eerste lid, artikel 5 undecies, eerste en tweede lid, artikel 5 duodecies, eerste lid, artikel 5 terdecies, eerste lid, artikel 5 quaterdecies, eerste en tweede lid, artikel 5 quindecies, eerste lid, tweede lid en lid 2 bis, artikel 11, eerste lid, en artikel 12 van Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (Pb EU, L 229).

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing in de gevallen waarin artikel 2, derde lid tot en met vijfde lid, artikel 2 bis, derde tot en met vijfde lid, artikel 2 ter, eerste lid, artikel 2 sexies, tweede lid of vierde lid, artikel 3, derde, vierde, vijfde lid, zesde lid, artikel 3 bis, derde of vijfde lid, artikel 3 ter, derde of vierde lid, artikel 3 quater, vijfde lid, lid 5 bis, lid 5 ter, zesde lid, lid 6 bis, lid 6 ter, lid 6 quater of negende lid, artikel 3 quinquies, tweede of derde lid, artikel 3 sexies bis, vierde lid, vijfde lid, lid 5 bis of lid 5 ter, artikel 3 septies, derde of vierde lid, artikel 3 octies, tweede, derde, vierde of vijfde lid, lid 5 bis of zevende lid, artikel 3 nonies, tweede lid, derde lid, lid 3 bis, of vierde lid, artikel 3 decies, derde lid, lid 3 bis, lid 3 ter, lid 3 ter bis, lid 3 quater of vierde lid, artikel 3 undecies, derde lid, artikel 3 duodecies, derde lid, lid 3 bis, lid 3 ter, vierde lid, vijfde lid of lid 5 bis, artikel 3 terdecies, tweede, derde of vierde lid, artikel 3 quaterdecies, derde, vierde, zesde of negende lid, artikel 3 quindecies, tweede, derde, vijfde, zesde, achtste of negende lid, artikel 3 sexdecies, vijfde, zesde of zevende lid, artikel 4, tweede lid, leden 2bis, 2 bis bis en 2 ter, of vierde lid, artikel 5, zesde lid, tweede volzin, of zevende lid, artikel 5 bis, tweede lid, tweede volzin, derde of vijfde lid, artikel 5 bis bis, lid 1 quater, lid 1 quinquies, lid 1 sexies, tweede lid, lid 2 bis, lid 2 ter, lid 2 quater, lid 2 quinquies, lid 2 sexies, derde lid of lid 3 bis, artikel 5 ter, derde lid, artikel 5 quater, eerste lid, artikel 5 quinquies, eerste lid, artikel 5 sexies, tweede lid, artikel 5 septies, tweede lid, artikel 5 decies, tweede lid, artikel 5 undecies, derde lid, artikel 5 duodecies, tweede of vierde lid, artikel 5 terdecies, tweede lid, artikel 5 quaterdecies, derde, vierde, vijfde of zesde lid, artikel 5 quindecies, derde of vierde lid, lid 4 bis, vijfde, zesde, zevende, achtste, negende of tiende lid, of artikel 12 ter, eerste of tweede lid, van Verordening (EU) nr. 833/2014 van toepassing is.

C

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en tweede lid wordt 'artikel 6 sexies, eerste lid,' telkens vervangen door 'artikel 6 sexies, eerste lid, en lid 1 bis,'.

2. In het derde lid wordt 'artikel 3 duodecies, vijfde en zesde lid,' vervangen door 'artikel 3 duodecies, vijfde lid, lid 5 bis en zesde lid,'.

3. In het vierde lid wordt 'artikel 3 duodecies, vijfde en zesde lid,' vervangen door 'artikel 3 duodecies, vijfde lid, lid 5 bis en zesde lid,'.

4. Het zesde lid komt te luiden:

  • 6. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3 quater, zesde lid en lid 6 bis, lid 6 ter en lid 6 quater, van Verordening (EU) nr. 833/2014, is de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, de Minister van Financiën of de Minister van Economische Zaken en Klimaat, elk voor het gebied waartoe hun competenties zich uitstrekken. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3 quinquies, derde lid, artikel 3 sexies bis, vijfde lid, lid 5 bis en lid 5 ter, en artikel 3 terdecies, vierde lid, van Verordening (EU) nr. 833/2014, is de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.

5. Het zevende lid komt te luiden:

  • 7. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3 bis, derde lid, van Verordening (EU) nr. 833/2014, is de Minister voor Klimaat en Energie of de Minister van Financiën, elk voor het gebied waartoe hun competenties zich uitstrekken. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3 octies, zevende lid, en in artikel 3 decies, lid 3 quater, van Verordening (EU) nr. 833/2014, is de Minister voor Klimaat en Energie of de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, elk voor het gebied waartoe hun competenties zich uitstrekken. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3 quaterdecies, elfde lid, en in artikel 3 quindecies, twaalfde lid, van Verordening (EU) nr. 833/2014, is de Minister voor Klimaat en Energie. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3 quindecies, negende lid, van Verordening (EU) nr. 833/2014, is de Minister van Financiën of de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, elk voor het gebied waartoe hun competenties zich uitstrekken. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 5 bis bis, lid 1 quater, van Verordening (EU) nr. 833/2014, is de Minister van Economische Zaken en Klimaat. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 5 bis bis, lid 3 bis, van Verordening (EU) nr. 833/2014, is de Minister van Economische Zaken en Klimaat, de Minister van Financiën of de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, elk voor het gebied waartoe hun competenties zich uitstrekken. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 5 bis bis, lid 1 quinquies en lid 1 sexies, van Verordening (EU) nr. 833/2014, is de Minister voor Klimaat en Energie of de Minister van Economische Zaken en Klimaat, elk voor het gebied waartoe hun competenties zich uitstrekken.

6. Het tiende lid komt te luiden:

  • 10. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 5 quaterdecies, vijfde en zesde lid, en artikel 5 quindecies, tiende lid, van Verordening (EU) nr. 833/2014, is de Minister van Financiën, de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister van Economische Zaken en Klimaat, de Minister voor Klimaat en Energie of de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, elk voor het gebied waartoe hun competenties zich uitstrekken.

7. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 11. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 12 ter, eerste en tweede lid, en artikel 12 quater, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 833/2014, is de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra

TOELICHTING

Deze regeling strekt tot wijziging van de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014 als gevolg van Verordening (EU) nr. 2022/24741 en Verordening (EU) 2022/24752.

De wijziging van de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014 is, met uitzondering van een wijziging van artikel 1, tweede lid, het gevolg van Verordening (EU) nr. 2022/2474 die Verordening (EU) nr. 833/2014 wijzigt. Verordening (EU) nr. 2022/2474 geeft uitvoering aan Besluit (GBVB) 2022/24783.

Mede naar aanleiding van de recente willekeurige raket- en droneaanvallen van Rusland tegen burgers, burgerobjecten en civiele infrastructuur in Kyiv en in heel Oekraïne acht de Europese Raad verdere beperkende maatregelen jegens de Russische Federatie passend. In Besluit (GBVB) 2022/2478 heeft de Raad besloten verdere beperkende maatregelen vast te stellen die onder andere zien op handelsbeperkingen, een verbod op het bekleden van bepaalde functies, een verbod op het verstrekken van bepaalde diensten, een verbod op investeringen en mediasancties. In Verordening (EU) nr. 833/2014 worden daartoe een aantal artikelleden of onderdelen daarvan, opnieuw geformuleerd of verduidelijkt. Daarnaast worden nieuwe artikelen of artikelleden in- of toegevoegd.

De voorgestelde uitbreiding van het Europese sanctieregime jegens de Russische Federatie bestaat onder andere uit de volgende beperkende maatregelen:

  • een uitbreiding van de lijst van goederen waarvoor beperkingen gelden en die kunnen bijdragen tot de militaire en technologische verbetering van Rusland of de ontwikkeling van zijn defensie- en veiligheidssector, door het toevoegen aan die lijst van dronemotoren, andere chemische en biologische apparatuur, stoffen voor oproerbeheersing en elektronische componenten (artikel 2 bis van Verordening (EU) nr. 833/2014);

  • een verbod voor EU-onderdanen om functies te bekleden in bestuursorganen van alle in Rusland gevestigde rechtspersonen, entiteiten of lichamen die eigendom zijn, of onder zeggenschap staan, van de Russische staat. Een vergunning is overigens mogelijk voor bepaalde functies in bestaande joint ventures of soortgelijke juridische constructies, alsmede in EU-dochterondernemingen die in Rusland zijn gevestigd, en het bekleden van een dergelijke functie noodzakelijk is om te zorgen voor kritieke energievoorziening, of wanneer de rechtspersoon, de entiteit of het lichaam betrokken is bij de doorvoer door Rusland van olie van oorsprong uit een derde land en het bekleden van een dergelijke functie bedoeld is voor operaties die niet anderszins verboden zijn (artikel 5 bis bis van Verordening (EU) nr. 833/2014);

  • een verbod op het aanbieden van bepaalde diensten namelijk reclame, marktonderzoek en opinieonderzoek, producttests en technische inspectie aan de Russische Federatie en aan in Rusland gevestigde rechtspersonen, entiteiten of lichamen (artikel 5 quindecies van Verordening (EU) nr. 833/2014);

  • een verbod op nieuwe investeringen in de Russische mijnbouwsector met uitzondering van winnings- en delvingsactiviteiten met betrekking tot bepaalde kritieke grondstoffen (artikel 3 bis van Verordening (EU) nr. 833/2014);

  • een verlenging van de opschorting van de uitzendvergunningen in de Europese Unie van Russische mediakanalen die onder permanent toezicht staan van de Russische leiders, en het verbod op het uitzenden van de door deze kanalen geleverde inhoud (artikel 2 septies van Verordening (EU) nr. 833/2014);

  • een uitbreiding van het uitvoerverbod tot goederen en technologie die geschikt zijn voor gebruik in de lucht- en ruimtevaartindustrie, met inbegrip van vliegtuigmotoren en onderdelen daarvan (artikel 3 quater van Verordening (EU) nr. 833/2014);

  • een uitbreiding van de lijst van goederen die zouden kunnen bijdragen tot de versterking van de Russische industriële capaciteit, met producten zoals generatoren, speelgoeddrones, laptops, harde schijven, IT-componenten, nachtzicht- en radionavigatieapparatuur, camera’s en lenzen (artikel 3 duodecies van Verordening (EU) nr. 833/2014).

Artikelsgewijs

Artikel I

Artikel 1, tweede lid, van de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014 is opnieuw vastgesteld vanwege twee nieuwe uitzonderingen op de verbodsbepalingen uit artikel 1, eerste lid, als gevolg van Verordening (EU) nr. 2022/2475 die Verordening 2014/269 wijzigt (artikel I, onderdeel A).

Artikel 1a van de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014 is opnieuw vastgesteld om de (nieuwe) verbodsbepalingen, vastgesteld in Verordening (EU) nr. 833/2014, in te voegen in het eerste lid alsmede de uitzonderingen op die verbodsbepalingen op te nemen in het tweede lid (artikel I, onderdeel B).

In artikel 2 van de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014 zijn de verwijzingen naar de bevoegde autoriteiten geactualiseerd (artikel I, onderdeel C).

Voor meer informatie over de beperkende maatregelen zij verwezen naar de website www.rijksoverheid.nl/sancties.

Ten slotte kan worden gemeld dat de onderhavige regeling strekt tot naleving van een internationale verplichting. Hierdoor is een uitzondering op de vaste verandermomenten toegestaan conform het beleid inzake vaste verandermomenten.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Verordening (EU) nr. 2022/2474 van de Raad van 16 december 2022 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 833/2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PbEU, LI 322).

X Noot
2

Verordening (EU) nr. 2022/2475 van de Raad van de Europese Unie van 16 december 2022 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 269/2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PbEU 2022, LI 322).

X Noot
3

Besluit (GBVB) 2022/2478 van de Raad van 16 december 2022 tot wijziging van Besluit 2014/512/GBVB betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PbEU, LI 322).

Naar boven